Film
Regisseur François Ozon over ‘Eté 85’: ‘Deze film is voor de puber die ik ooit was’
Met een warme film over een hevige zomerliefde probeert François Ozon de bioscoopzalen opnieuw gevuld te krijgen na de lockdown. Het idee voor Eté 85 spookte al 35 jaar door zijn hoofd, en katapulteerde hem terug naar de tijd waarin hij zichzelf zocht – en vond.
Bijna ieder jaar een nieuwe film. François Ozon is een van die regisseurs die haast compulsief lijken te filmen. 52 is hij intussen, en al 32 jaar lang is hij niet van de filmset weg te slaan. Er prijken inmiddels 45 kort- en langspeelfilms op zijn cv – de bekendste zijn Swimming Pool en 8 Femmes –, en op het moment dat we Ozon op een terras in Rijsel interviewen over zijn nieuwste, Eté 85, zit hij alweer op hete kolen om de week nadien aan de opnames van de volgende te beginnen.
Aan inspiratie geen gebrek dus. Alleen wordt het hem de laatste jaren niet gemakkelijk gemaakt om zijn films ook effectief aan de wereld te tonen. Toen Ozon in februari 2019 Grâce à Dieu, zijn film over seksueel misbruik binnen de katholieke kerk, in de bioscoop wilde uitbrengen, probeerde voormalig priester Bernard Preynat – de film focust op een aantal van zijn honderden of zelfs duizenden slachtoffers – de release tegen te houden. Die zou immers samenvallen met zijn proces, waar hij terechtstond voor kindermisbruik. Twee dagen voor de geplande datum sprak de rechter zich op het nippertje uit in het voordeel van Ozon: de film mocht gewoon in de zalen uitkomen. Preynat werd later tot vijf jaar effectieve gevangenisstraf veroordeeld.
“Na die pijnlijke episode had ik zin in iets lichtvoetigers”, vertelt Ozon. Zoals gewoonlijk schoot hij bliksemsnel in actie. Enkele maanden later blikte hij Eté 85 in, het romantische relaas van de 16-jarige Alex, die tijdens een hete zomer aan zee halsoverkop verliefd wordt op de charmante maar mysterieuze David. Maar toen kreeg Ozon met een hele andere tegenstander te maken. “De film was helemaal klaar”, zucht Ozon. “Ook de trailer en de affiche waren af, en toen – boem! – verscheen het coronavirus op het toneel. Plots werd alles op pauze gezet.”
Dat Eté 85 uiteindelijk toch maar vrij kort in de wachtzaal bleef zitten, is te danken aan het festival van Cannes. Dat werd weliswaar geannuleerd, maar délégué général Thierry Frémaux maakte toch een selectie van 56 films die het prestigieuze label ‘Cannes 2020' opgeplakt kregen. “Toen we hoorden dat mijn film in de selectie zat,” zegt Ozon, “wilde de Franse verdeler optimaal gebruikmaken van de aandacht die dat label genereert. Daarom komt de film nu, als eerste van de Cannes 2020-selectie, in de bioscoop.” De beslissing werd met een bang hartje genomen, wil Ozon best toegeven: “Het is een risico om zo snel na de lockdown uit te komen, dat besef ik heel goed. Maar we gaan er toch van uit dat mensen echt zin hebben om terug te keren naar de cinema. Ikzelf ben het alleszins spuugzat om series te bekijken op mijn computer. (lacht) Ik wil weer voor een reusachtig scherm gaan zitten.”
De barre omstandigheden waarin Eté 85 nu uitkomt, vormen een enorm contrast met de zonnige eighties-sfeer van de film. “Ik heb deze film gemaakt voor de puber die ik ooit was”, zegt Ozon. “De film moest een zekere onschuld uitstralen, alsof het mijn eerste film was.” Voor het scenario baseerde hij zich dan ook op het boek Dance on My Grave van Aidan Chambers, uit 1982, dat hij las toen hij 17 was. “Ik had toen meteen zin om er een verfilming van te zien, maar ik was zelf nog geen regisseur. Toen ik later film begon te studeren, dacht ik eraan terug, maar ik was toen nog niet ver genoeg van mijn puberteit verwijderd om er iets goeds van te maken. Pas 35 jaar later, toen ik het boek toevallig herlas, voelde ik me er klaar voor.”
Tegelijk ontdekte Ozon dat het boek zich dieper in zijn onderbewustzijn had genesteld dan hij dacht: “Plots zag ik dat heel wat elementen uit mijn films eigenlijk terug te voeren zijn op Dance on My Grave: de aanwezigheid van de dood en het kerkhof in Frantz of Sous le sable, de travestie in Une nouvelle amie, de band tussen leerling en leraar in Dans la maison... Toen ik het boek herlas, dacht ik: merde, ik heb deze film eigenlijk al gemaakt!’ (lacht) Maar toch: nu ik wat meer afstand heb, kan ik die scènes op een andere manier vertellen.”
U situeert de film in 1985, het jaar waarin u het boek zelf ontdekte. Het hoofdpersonage ontdekt die zomer niet alleen zijn seksualiteit, maar ook zijn roeping als schrijver. In hoeverre gaat deze film over u?
“Ik heb zeker niet exact meegemaakt wat er in het boek staat. Maar ik herken mezelf wel in bepaalde aspecten van Alex’ verhaal. Het is een boek over veerkracht: Alex beleeft een drama, maar vindt op het einde wel zijn weg, een beetje per toeval. Hij kan niet goed onder woorden brengen wat hij die zomer heeft ervaren, maar op aanraden van zijn leraar besluit hij om zijn ervaringen neer te schrijven. Misschien neemt hij daarbij hier en daar een loopje met de feiten, maar zo ontdekt hij wel zijn roeping. Vandaar dat belangrijke zinnetje uit het boek: ‘Je moet aan je eigen verhaal ontsnappen’.”
Bent u in die zomer van ’85 ook aan uw eigen verhaal ontsnapt?
“Ik denk dat iedereen wel bepaalde verwachtingen opgelegd krijgt, van zijn familie en van de samenleving. Welke job je moet doen, hoe je moet leven, op welk geslacht je moet vallen... Vaak hebben je ouders al een heel pad voor je uitgestippeld. Maar in de puberteit ga je je eigen weg zoeken. En wanneer je die plots vindt, is dat tegelijk heel mooi en heel beangstigend.”
Welk pad hadden uw ouders voor u uitgestippeld?
“Mijn ouders hadden niets met cinema. Mijn vader was bioloog en mijn moeder lerares Frans. De dag dat ik tegen hen zei dat ik films wou maken, keken ze raar op. (lacht) Ze hadden waarschijnlijk gedacht dat ik ook leraar zou worden. Maar ze hebben me ook niet tegengehouden.”
Alex wordt in de film verliefd op een jongen, maar houdt dat geheim voor zijn ouders. Was uw geaardheid bij u thuis ooit een probleem?
“Ik denk dat alle ouders het liefst zouden willen dat hun kinderen een leven leiden dat binnen de normen van de samenleving valt. En de norm is natuurlijk: hetero zijn en een gezin stichten... Maar goed, voor mijn ouders viel het wel mee om mijn geaardheid te aanvaarden.”
U legt in de film de nadruk op de ontdekking van de liefde. Niet zozeer op de geaardheid van Alex. Een bewuste keuze?
“De film had evengoed over twee meisjes kunnen gaan, of over een jongen en een meisje. Uiteindelijk toont dit verhaal de botsing tussen twee verschillende opvattingen van de liefde: Alex is heel naïef en idealiseert de ander, maar wordt geconfronteerd met iemand die meer ervaring heeft, en al wat cynischer staat tegenover de liefde. Dat leidt tot een soort desillusie die iedere adolescent ooit heeft moeten meemaken: het moment waarop je beseft dat de persoon van wie je houdt, niet diegene is waarvan je droomde.
Nu, los daarvan vind ik het wel mooi dat het boek waarop deze film gebaseerd is, homoseksualiteit niet problematiseert. Op het moment dat het verscheen, werd homoseksualiteit in film en literatuur altijd gelinkt aan schuld, lijden en taboe. L’homme blessé van Patrice Chéreau en La cage aux folles, bijvoorbeeld: dat waren goede films, maar ze toonden we altijd een heel pijnlijk of karikaturaal beeld van homoseksualiteit.”
Dat is vandaag anders. Kijk maar naar het enorme succes van films als Call Me By Your Name.
“Inderdaad. Ik wou dit verhaal dan ook heel simpel en natuurlijk vertellen. Ik wilde me tot jongeren richten, en die hebben niet meegemaakt wat mijn generatie in de jaren 80 heeft gekend. Als je toen ontdekte dat je homo was, zat je meteen met de angst dat je zou sterven, want je kon aids krijgen! Er hing een loodzwaar gewicht aan homoseksualiteit. Dat wilde ik toch ook een beetje tonen in de film: de moeders van Alex en David weten wel dat hun zonen ‘vrienden’ zijn, maar wat voor vrienden precies, dat willen ze niet zien of horen. Dat is vandaag gelukkig anders.”
Op een bepaald moment fantaseert een diepbedroefde Alex over verschillende manieren om zichzelf van het leven te beroven. U toont het in expliciete beelden. Is dat een goed idee? Experts raden sterk af om methodes van zelfdoding te tonen, om kopieergedrag te vermijden.
“Dat is echt een ding van de jaren tachtig. Er was toen een schandaalboek, genaamd Suicide: mode d’emploi, waarin allerlei technieken om zelfmoord te plegen werden uitgelegd. Dat boek was ongelooflijk populair onder pubers, maar het werd op een bepaald moment verboden. In mijn film fantaseert Alex over enkele methodes uit dat boek. Maar ik breng ze met humor en lichtheid in beeld – Alex wil eigenlijk helemaal niet sterven. Daarom vond ik dat het kon.”
U bent een van de meest productieve regisseurs ter wereld. Hoe komt het dat u zowat elk jaar een nieuwe film maakt?
“Ik doe het gewoon zo graag. (lacht) Ik heb veel vrienden die ook regisseur zijn, en voor velen van hen is elke film een lijdensweg. Voor niet, ik geniet er enorm van. Als ik kon, draaide ik nóg meer films.”
Waar blijft u uw inspiratie halen? Valt u nooit eens zonder?
“Maar nee, de onderwerpen liggen voor het rapen! Je slaat een krant open of leest een boek, en hop, je hebt een verhaal. Ik heb altijd wel een paar ideeën in mijn hoofd, en op een bepaald moment dringt er eentje zich op. Dan weet je dat het het goede moment is om daarmee aan de slag te gaan – ook als dat pas 35 jaar later is, zoals bij Eté 85.” (lacht)
Kunnen zelfs het coronavirus en de bijbehorende voorzorgsmaatregelen uw enthousiasme om te filmen niet temperen?
“Nee hoor. De maatregelen op de set zijn een beetje lastig, maar dat gaat me niet tegenhouden. Al ben ik wel blij dat mijn volgende film wat kuiser is dan deze. Ik denk niet dat ik Eté 85 had kunnen maken met inachtneming van social distancing.” (lacht)
‘Eté 85’ speelt vanaf 15/07 in de bioscoop.