Dinsdag 06/06/2023

InterviewRaf Njotea

Raf Njotea na het n-woord bij ‘De tafel van vier’: ‘De sfeer bleek heel anders, veel polemischer’

Raf Njotea: ‘Tijdens de echte uitzending bleek de sfeer heel anders dan tijdens de testaflevering.’ Beeld ID/Bob Van Mol
Raf Njotea: ‘Tijdens de echte uitzending bleek de sfeer heel anders dan tijdens de testaflevering.’Beeld ID/Bob Van Mol

Gert Verhulst besloot deze herfst zijn gloednieuwe talkshow De tafel van vier aan te snijden met de vraag: ‘Wat mag je nog zeggen in tijden van woke?’ Het duurde geen minuut voordat het n-woord voor het eerst door de studio rolde, waarna het als een stuiterbal over de tafel bleef springen. ‘Wat is nu eigenlijk het probleem met dat woord?’ verzuchtte Verhulst, een beetje tegen zichzelf en een beetje tegen zijn tafelgast, scenarioschrijver Raf Njotea (35).

Joris Bellwinkel

Raf Njotea: “Na de opnames passeerde ik nog even in de green room, waar ik James Cooke en de mensen van de zender zag zitten. Ik had de impact van ons debat op dat moment nog helemaal niet door, maar de sfeer was daar flink gespannen: ‘Auw, dit gaat ontploffen.’”

De toon van de uitzending was meteen gezet toen Gert Verhulst melocakes tevoorschijn haalde. Daarna begon hij minutenlang te oreren over wat we tegenwoordig allemaal niet meer mogen zeggen omdat je anders gecanceld wordt.

Njotea: “Weinigen weten dat er een week voor de uitzending een testaflevering is opgenomen, een generale repetitie voor het nieuwe programma. Ook daar was ik te gast, over hetzelfde thema. Gert was toen scherp, stelde de vragen waar ‘de Vlaming’ mee zit, zoals hij met zijn programma beoogt, maar uiteindelijk hadden we wel een waardevol inhoudelijk gesprek gehad.

“Toen ik vervolgens werd gevraagd voor de echte uitzending, kwam ik dus graag terug. Alleen bleek de sfeer heel anders, veel polemischer. Gert liet me minder uitpraten en er werden voorbeelden bij gehaald die niet echt ter zake deden.

“Sommigen zeggen dat hij het met opzet deed, zodat het programma over de tongen zou gaan. Misschien is dat deels waar, maar ik geloof dat het ook een ongelukkige samenloop van omstandigheden was: die melocakes, een gesprek dat al eens gevoerd was, de nervositeit van de eerste échte show, de andere gasten aan tafel… Daardoor is het wat meer uit de hand gelopen dan de bedoeling was. Ik heb nooit het idee gehad dat Gert mij niet met respect behandelde.”

Je bleef ook erg vriendelijk aan tafel.

Njotea: “Ja. Achteraf vroeg ik me wel af: had ik meer verontwaardigd moeten zijn? Misschien wel, maar tegelijk wil ik niet faken wat ik voel.

“Ik sta gewoon niet zo fel in het debat, ik probeer meestal bruggen te bouwen. Maar ik ben wel blij dat het gesprek tot zoveel maatschappelijke verontwaardiging heeft geleid.”

Raf Njotea (links) bij 'De tafel van vier' Beeld VIER
Raf Njotea (links) bij 'De tafel van vier'Beeld VIER

Is die verontwaardiging een teken dat het n-woord zijn langste tijd heeft gehad?

Njotea: “Ik denk dat de meeste mensen wel aanvoelen dat het n-woord niet meer in de publieke ruimte thuishoort, dat het raar is om het daar nog te gebruiken. Natuurlijk zal het onder vrienden, familieleden of in een dorpsgemeenschap nog wel worden uitgesproken, al denk ik dat het ook daar langzaam aan het veranderen is.

“Ik heb trouwens geen enkele negatieve reactie uit extreemrechtse hoek gekregen op mijn optreden in De tafel van vier. Ik maak me dan wijs dat het de goede kant opgaat, dat dit gesprek nog even nodig was, als een soort laatste stuiptrekking. Zoals dat vaker gaat: twee stappen vooruit, één stapje achteruit.”

Lees ook

‘Het liep een beetje uit de hand’: wilde ‘De tafel van vier’ bewust provoceren?

Een dag na de uitzending dook een oud fragment op waarin Margriet Hermans in het tv-programma Zeg eens euh de gevoeligheid van het n-woord al aankaartte.

Njotea: “Dat vind ik ook wel een sterk argument om het gesprek eindelijk eens af te ronden. We spreken er letterlijk al 25 jaar over.”

Welk woord moeten we voortaan wél gebruiken?

Njotea: “‘Zwarte’ is het woord waar de meeste mensen zich nu comfortabeler bij voelen, denk ik. Al krijg je sowieso te maken met betekenisinflatie van woorden. Ik kan me voorstellen dat ook ‘zwarte’ na een tijdje een negatieve klank zal krijgen.”

Heeft het dan wel zin om een nieuw woord te gebruiken?

Njotea: “Het is ergens frustrerend, ja. Maar als we als maatschappij negatieve connotaties aan een concept blijven hangen, zal elk woord na verloop van tijd een negatieve bijklank krijgen.

“Je ziet het ontstaan van dat soort negatieve woorden vaak bij minderheidsgroepen of mensen die afwijken van de norm: ‘flikker’, ‘wijf’, ‘dikzak’. Voor de meerderheidsgroep zijn zulke negatieve woorden veel minder gebruikelijk. We zouden daar als maatschappij bewust mee bezig mogen zijn, want dat taalprobleem zou zichzelf oplossen zodra we elkaar allemaal echt als gelijkwaardig beschouwen.

“Daarom vind ik ook niet dat het n-woord echt in de ban moet, maar wel dat we het woord moeten zien voor wat het nu is: een scheldwoord. En een scheldwoord mag je in een privésituatie weleens gebruiken, maar je roept het niet naar vreemden in het openbaar.”

De heftige reacties maken duidelijk dat taal emotie is.

Njotea: “Taal hangt heel sterk samen met identiteit. De taal die je spreekt, de woorden die je gebruikt: het zegt veel over wie je bent of hoe je je wilt voordoen.”

Een van de heftigste debatten over taal draait rond transgender personen. Vanuit die community zijn een aantal woorden naar voren gekomen die er anders niet waren geweest: ‘cisman’, ‘non-binair’, het gebruik van het genderneutrale ‘hen’ in plaats van ‘hij’ of ‘zij’.

Njotea: “En je ziet hoe moeilijk dat ligt. Als een groep zegt: ‘dit moet nu een nieuw woord zijn’, vind ik niet dat je daar per definitie in mee moet gaan. Maar het is wel goed dat ze gevoeligheden aankaarten en we vervolgens samen de dialoog voeren. Taal is een van de laatste dingen die we nog echt met z’n allen vormgeven, niemand heeft er de macht over. Dat is mooi, hè? Het is goed dat we dit soort debatten steeds meer voeren.”

En iedereen mengt zich even bevlogen, van oudere blanke taalwetenschappers tot jonge mensen van kleur.

Njotea: “Als maatschappij mogen we blij zijn dat mensen van de zogenoemde ‘derde generatie’ zo actief bezig zijn met de taalkwesties. Het is eigenlijk een ultieme integratietest: je bemoeit je pas met de taal van een land als je echt geïntegreerd bent in dat land, als je beseft dat het ook jóúw land is.”

Vlaams Belang zou dus blij moeten zijn met die identitaire discussies: het is een teken van betrokkenheid met de samenleving.

Njotea: “Voilà, ze zouden dat moeten ondersteunen! Terwijl eerstegeneratienieuwkomers nog een sterke band met hun thuisland hadden, vooral geen amok wilden maken, niet wilden opvallen en zich nooit helemaal Belg voelden, speelt dat nu veel minder.”

Jouw podcast Ouder gaat over zo’n eerstegeneratienieuwkomer: je vader. Zijn levensverhaal blijkt in mysteries gehuld.

Njotea: “Met dat persoonlijke verhaal wilden Lander Kennis en ik het bredere thema van de migratie belichten. Dat al die nieuwkomers individuen zijn met ambities, dromen, pijn en verdriet, die hun leven in het nieuwe land onderaan op de ladder begonnen. Vaak zonder netwerk, zonder vrienden, maar wel onder de gigantische druk van het thuisland om het hier te maken.”

Ik vond je podcast bijzonder geslaagd. Heb je veel lof gekregen?

Njotea: “De mooiste reactie kreeg ik van een Ethiopische man die hier al lang woont en die de podcast aan zijn kinderen heeft aanbevolen. Daarna heeft hij ook zijn collega’s met buitenlandse roots aangeraden om de podcast aan hún kinderen te laten horen. Het verhaal van mijn vader is ook hun verhaal, maar ze vinden het moeilijk om dat zelf te vertellen. Via de podcast kunnen de kinderen hun vaders toch beter leren kennen.”

Tot slot: dit jaar kwam er een einde aan Dertigers, de populaire tv-serie waaraan jij meeschrijft. De serie wordt vaak geroemd om zijn herkenbaarheid, maar onze Humo-recensent was nogal kritisch.

Njotea: “Ik was eigenlijk wel blij met die recensie in Humo. Tegen mensen die de serie ‘superherkenbaar’ vinden, zeg ik nu ook vaak: ‘Als al die dingen écht gebeuren in jouw vriendengroep, moet je dringend een nieuwe vriendengroep zoeken.’ (lacht)

Kun je je maatschappelijk engagement ook wat kwijt in zulke scenario’s?

Njotea: “Je kunt er kleine dingen in verwerken. Ouders die een kinderboekje van Dalilla Hermans voorlezen aan hun kinderen, bijvoorbeeld.

“Verhalen zijn sowieso de spiegel van de maatschappij. Je zoekt voor scenario’s altijd naar dingen die op dat moment relevant zijn, en je wilt de kijker soms ook voorspiegelen hoe het zou kunnen zijn. Ik schrijf mijn scenario’s altijd met het idee dat ze over twintig jaar wellicht niet meer relevant zijn. Ik begrijp dat dat pijn kan doen als je trots bent op een serie – ik snap de makers van F.C. De Kampioenen – maar uiteindelijk is het vooral heel hoopgevend dat onze samenleving blijft evolueren.”

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234