AchtergrondVan radio- naar tv-programma
Radio 1-programma ‘#weetikveel’ moet ook op tv een succes worden. Maar gaat dat zo makkelijk?
Kan een radioprogramma de transfer naar het televisiescherm overleven? Kobe Ilsen gaat met #weetikveel op zoek naar het antwoord. ‘Het grote verschil? Je hebt overal beeld bij nodig.’
Kruisbestuiving tussen radio en tv is niet nieuw. Af en toe waagt een radiostem zich aan een carrière als schermgezicht. En zo nu en dan wordt een radioprogramma naar het televisiescherm vertaald. Soms verloopt die vertalingsoefening naadloos, zoals bij de legendarische sketchshow Little Britain, die na een paar succesvolle radioseizoenen moeiteloos de overstap naar het veel grotere televisiepubliek maakte. Maar even vaak kan zo’n radioformat enkel na een grondige make-over naar televisie verhuizen. Vraag dat maar aan Guy Mortier en Mark Uytterhoeven, die als panellid van het razend populaire radioprogramma De taalstrijd de overgang naar tv niet overleefden.
Deze week is het de beurt aan Kobe Ilsen om de sprong te wagen. Al een paar zomers klust hij op Radio 1 bij als de stem van #weetikveel. Een programma dat volgens de perstekst bulkt van de ‘interessante weetjes over boeiende onderwerpen’. Een baseline die gerust ook een leuk televisieprogramma op kon leveren, dachten ze bij de VRT. En dus mocht Ilsen met een cameraploeg in zijn zog onderzoeken wat er zoal gezegd wordt in de kleedkamer van een scheidsrechter, hoe het er aan toe gaat tijdens het vrijdagsgebed in de Grote Moskee in Brussel of wat de snelste vogel ter wereld is en of je die ook in Vlaanderen kan zien.
Twinkeling in de ogen
“Dat viel eigenlijk best mee”, reageert eindredacteur Bart Maes, wanneer we bij hem polsen hoe moeilijk het was om van #weetikveel een televisieprogramma te maken. “Het concept blijft grotendeels behouden. We vertrekken vanuit de vragen die Kobe zich stelt en gaan dan op zoek naar een expert die met antwoorden kan komen.” Al is er natuurlijk één levensgroot verschil. Maes: “Bij tv heb je bij alles beeld nodig. Soms is dat lastig, maar even vaak is het een gigantisch voordeel. Op de radio iemand gepassioneerd over een bepaald onderwerp horen vertellen is al fantastisch, maar het wordt nog leuker wanneer je op tv de twinkeling in zijn of haar ogen ziet.”
Dat er op tv nu eenmaal moeilijk aan de noodzaak aan beeldmateriaal te ontkomen is zorgt er ook voor dat het maken van een tv-programma een pak meer voeten in de aarde heeft dan het produceren van hetzelfde programma voor de radio. “Op tv moet het allemaal veel strakker”, weet Bruno Wyndaele. Toen de dieren nog spraken presenteerde hij op Radio 1 Het vrije Westen. In dat programma zat een rubriekje dat De slimste mens heette en dat later – toen Wyndaele voor Woestijnvis werkte – tot het gelijknamige televisieprogramma werd uitgewerkt. Al ging dat niet zonder slag of stoot. “Op de radio moesten de kandidaten laten zien wat ze over een onderwerp wisten door daar uitvoerig over uit te wijden. Na hun redevoering besliste de jury dan of dat goed genoeg was. Dat werkte op de radio maar op tv helemaal niet. Op tv moeten de dingen veel duidelijker zijn, zowel voor de kijker als voor de kandidaat. Uiteindelijk zijn we na lang zoeken met het systeem van trefwoorden op de proppen gekomen, dat nog steeds zijn deugdelijkheid bewijst.”
Lullen maar
Ook de makers van De drie wijzen mispakten zich aan de strakke formattering die op tv zo noodzakelijk is. Dat programma was een spin-off van de razend populaire radioshow De taalstrijd, waarin panelleden Mark Uytterhoeven, Guy Mortier en Myriam Thys elke week opnieuw hun feilloos gevoel voor humor demonstreerden. Maar het lachen verging hen snel toen ze op televisie hetzelfde moesten doen. “Ze dachten: ‘We lullen maar door en de goeie stukken halen we er achteraf wel uit’, vertelde producent Bart De Prez in de ‘Belga Cult’-reeks van deze krant. “De taalstrijd, dat was twee of drie uur opnemen om dan een half uur over te houden. Zo werkt tv natuurlijk helemaal niet.”
Dat strakke keurslijf is niet het enige wat aanpassing vraagt. “Je moet opeens ook je ding doen voor een ander publiek”, zegt Wyndaele. De mensen die over de middag naar de radio luisteren zijn niet noodzakelijk dezelfde mensen die ’s avonds voor hun televisietoestel zitten. Wyndaele: “Met De slimste mens hadden we het geluk dat we een beetje in de luwte, wat later op de avond konden starten. Maar De drie wijzen werd in prime time op tv gegooid.” De humor waar het Radio 1-publiek niet genoeg van kreeg, viel bij de Eén-kijker veel minder in de smaak. Na amper drie afleveringen moesten de panelleden plaats ruimen voor populaire, meer salonfähige figuren als Margriet Hermans, Frank Dingenen en Koen Crucke.
Dat gevaar loopt Kobe Ilsen met #weetikveel alvast niet. “Het programma is echt opgehangen aan hem”, zegt Maes. “De onderwerpen die we behandelen zijn stuk voor stuk dingen die echt in zijn interessesfeer liggen.” Bovendien is Ilsen al sinds jaar en dag schermgezicht bij Eén. Wennen zal de gemiddelde Eén-kijker dus niet moeten doen. Ook voor de makers is de televisie-ervaring van Ilsen leuk meegenomen. Maes: “Wanneer je dit programma moet maken met iemand die tot nu enkel op de radio te horen was, wordt het een totaal ander verhaal.”
De overgang van radio naar tv lijkt voor #weetikveel nu al verteerd. Al loopt Ilsen zelf liever niet te hard van stapel wanneer we hem die stelling voorleggen. “Hoe makkelijk of moeilijk die overgang was zullen we binnen zeven weken pas weten, wanneer alles is uitgezonden en we de kijkcijfers hebben.”