Berlinale
Politiek boven op 69ste Berlinale
Vrouwelijke filmmakers, politieke en sociale spanningen in de wereld, Netflix, weinig sterren en nog minder Hollywood: zo laat editie 2019 van de Berlinale zich omschrijven. Daardoor gaat het tiendaagse filmfestival, aan zijn 69e editie toe, in het momenteel ijskoude Berlijn terug naar zijn roots: (politieke) inhoud boven de glitter en glamour van Venetië en, vooral, Cannes.
Voor festivaldirecteur Dieter Kosslick is het filmfestijn dat woensdag opent zijn zwanezang na 18 jaar. Hij geeft de fakkel door aan de in Italië geboren Carlo Chatrian, programmator van het zomerfestival van Locarno, en de jonge Nederlandse Mariette Rissenbeek.
“Het persoonlijke is politiek”, zei Kosslick over editie 69. Dat is, niet toevallig, de slogan van de tweede feminismegolf van eind jaren zestig.
Voor de hoofdbekroning, de Gouden Beer, komen dit jaar 17 films in aanmerking, waarvan zeven geregisseerd door vrouwen. Kosslick beklemtoont evenwel dat het hier niet om een soort door #MeToo veroorzaakte Wiedergutmachung gaat, want kwaliteit is wat steeds moet primeren boven een of ander ritsprincipe.
“Het heeft geen zin een programma samen te stellen door bewust een quorum vrouwenfilms te zoeken”, stelde hij. Overigens: terwijl in Cannes tot dusver nog maar één vrouw -Jane Campion met The Piano - de hoofdprijs kon winnen, staat de Berlijnse teller al op drie, met Claudia Llosa uit Peru (The milk of human sorrow) en, recenter, de Hongaarse Ildiko Enyedi (On body and soul) en vorig jaar de Roemeense Adina Pintille (Touch me not).
Kruim van de internationale cineasten tekent present
Hoewel het officiële competitieluik geen “grote” Hollywoodnaam bevat, klinkt het merendeel van de geselecteerde cineasten best bekend in de oren. Als een rode draad door de selectie loopt het thema van de gevolgen van een snel veranderende wereld op het sociale netwerk. Vandaar films over de uitbuiting van kinderen, de erosie van de traditionele gezinsstructuren, gendergelijkheid en hete politieke aardappelen.
Bij voorbaat voor controverse zorgde Elisa and Marcela, de jongste film van de Spaanse cineaste Isabel Coixet. Dat die film over twee vrouwen gaat die in het begin van de vorige eeuw huwden, stoort niemand, wel dat de prent al verkocht is aan de Spaanse tak van Netflix. Kosslick is nochtans van oordeel dat “festivals bestemd (zijn) voor films die in de bioscoop worden vertoond”.
Vaste klanten op de Berlinale zijn onder anderen Francois Ozon, Agnieszka Holland en Fatih Akin. Ozon is met Grace a Dieu al aan zijn vierde bezoek aan Berlijn toe. Zijn film gaat over seksuele misbruiken door een Franse priester en drie mensen die (daardoor?) hun eigen leven en hun gezinnen in vraag beginnen te stellen. De Poolse veterane Holland brengt in Berlijn Mr Jones, een verhaal over de holomodor, de hongersnood in de Sovjet-Unie in de jaren ‘30. En de Turkse Duitser Akin presenteert, vijftien jaar na zijn doorbraak en Gouden Beer-winst met Gegen die Wand, met The Golden Glove een thriller over een vrouwelijke seriemoordenaar die zich in het Hamburg van de jaren ‘70 afspeelt.
Ook de nu 59-jarige Deense Lone Scherfig is in de Duitse hoofdstad niet aan haar proefstuk toe. Haar film The Kindness of Strangers is zelfs de festivalopener. Een van de acteurs in het drama dat zich in New York afspeelt, is Zoe Kazan, kleindochter van de legendarische regisseur Elia Kazan.
Minder interessant wordt het deze editie om naar de rode loper te kijken. Wie desondanks een filmster in levende lijve wil aanschouwen, heeft een vooralsnog beperkte keus tussen Christian Bale (Dick Cheney in Vice), Peter Sarsgaard, Diane Kruger (The Operative van Yuval Adler), Catherine Deneuve (hoofdrol in L’Adieu à la Nuit van André Téchiné), Tahar Rahim en Martin Freeman. Wellicht niet op de loper, wel op het scherm te bekijken: Casey Affleck. Hij speelt in Light of my life, een drama over een maatschappij zonder vrouwen dat in wereldpremière, maar buiten competitie wordt vertoond.
AfD opgemerkte gast
De Amerikaanse politiek, in het bijzonder het Witte Huis, staat tweemaal centraal - in Watergate van Charles Ferguson, een documentaire over de val van president Richard Nixon, en in de Globe-winnende, bittere satire Vice van Adam McKay over Dick Cheney, vicepresident onder George Bush junior.
De Berlinale richt voorts het spotlicht op Carlos Marighella, een Braziliaans parlementslid, dichter en militant die in 1969 door de militaire junta werd omgebracht. Marighella is het filmdebuut van acteur Wagner Moura. Ook een documentaire over het getto van Warschau staat geprogrammeerd.
Als politiek statement kan het tellen dat festivaldirecteur Kosslick voor de vertoning van The secrete archive of the Warsaw Getto van de Amerikaanse Roberta Grossman de leden van de rechts-populistische partij Alternatief voor Duitsland (AfD) heeft uitgenodigd. “Ik zal voor elk entreekaartje betalen”, beloofde de 70-jarige. Onder de AfD’ers zitten immers enkele uitgesproken negationisten en nazi-nostalgici.
Sinds enkele jaren afwezig in Cannes en Venetië is de Chinese film. Niet zo in Berlijn, dat uitpakt met de wereldpremières van nieuwe films van drie voormalige Beren-winnaars uit het Middenrijk: Wang Quan’an, Wang Xiaoshuai en Zhang Yimou. Die laatste werd in 1987 vereerd met de Gouden Beer voor zijn regiedebuut Het Rode Korenveld. Die bekroning lokte wereldwijde interesse voor de Chinese film van de Vijfde Generatie uit en maakte van Zhang meer dan dertig jaar lang -tot zijn flop The Great Wall- een toonaangevend cineast.
Op 17 februari maakt de jury onder leiding van Juliette Binoche de winnaars van de Gouden en Zilveren Beren bekend.