AchtergrondMuziek
‘Plots bleek een ticket 38 euro te kosten. Dan ga je toch nadenken’: ook in de Belgische concertzalen zijn het harde tijden
Droefenis troef in de Belgische concertzalen. De ticketverkoop stokt zo hard dat veel artiesten hun tournees al afzegden omdat ze weten dat ze verlies zullen draaien. Ook mentale zorgen en het coronavirus houden veel bands van het podium weg. ‘Dit is een zorgwekkend signaal voor de nieuwe generatie.’
Vorige week won Little Simz de Mercury Prize, de trofee voor beste Britse album van het jaar. Dat nieuws haalde de kranten, net als de met veel sterren gekroonde recensies van Sometimes I Might Be Introvert, de lovende commentaren over haar show op Pukkelpop en haar rolletje in Venom. Wat u misschien wel hebt gemist: Little Simz heeft in april haar Amerikaanse tour afgelast, omdat die zo veel verlies zou maken dat ze het mentaal niet kon opbrengen om aan de reeks te beginnen.
Ze was niet de laatste act die haar najaarstournee in de prullenbak zou gooien door financiële of logistieke problemen. Metalbands Anthrax en Shinedown zegden af in de AB, indieband Let’s Eat Grandma stuurde zijn kat naar de Botanique en Sohn cancelde zijn Britse concerten omdat de ticketverkoop tegenviel. Animal Collective zou eind volgende maand op het Filter-festival van Trix spelen, maar kreeg het budget niet bij elkaar. Zelfde verhaal bij Santigold, die haar afzegging bekendmaakte met een cynische tweet: “Covid may be over but touring is still dead.”
Dat bands soms verlies maken met tournees is spijtig, maar niet nieuws. Voor beginnende groepen hoort het er zelfs bij, investeren heet dat dan. Slapen in het busje, vettige frieten van het tankstation en goedkoop bier: daarover hoop je later te vertellen tegen journalisten met je derde gouden plaat onder je arm. Maar Sohn, Animal Collective en Santigold zijn artiesten met ervaring, die goed onthaalde albums uitbrengen en tot voor kort geen probleem hadden om te touren.
“Bands die al even meedraaien, verkopen minder gemakkelijk dan nieuwe, opkomende acts die volop in de aandacht staan”, ziet ook Steven Thomassen van boekingskantoor Toutpartout. “Ik heb bewust mijn grote tournees van Kurt Vile en Beach House voor en tijdens de zomer gezet, omdat ik niet wist wat er zou komen. Vandaag ben ik daar blij om.” Het is een evolutie die Jarri Van der Haegen verontrust. Als manager heeft hij met Sylvie Kreusch en Charlotte Adigéry & Bolis Pupul twee grote, beloftevolle acts op de buitenlandse baan. “Dit is een zorgwekkend signaal voor nieuwe muzikanten, die zien dat jaren goed bezig niks meer garandeert. Bands als Animal Collective begrijp ik wel. Waarom zou je na al die tijd nog eens investeren in een tournee waarvan je al kunt voorspellen dat die verlies zal maken?”
Kamerprijs maal zeven
Veel Belgische bands in het buitenland zitten nog in de investeringsfase: ze steken geld in hun tournees dat ze hoogstens terugzien in de vorm van persaandacht en nieuwe boekingen. Van de groepen die we voor dit stuk bellen, heeft nog geen enkele een concert moeten afblazen, maar makkelijk is het niet. “Een volle benzinetank is twee keer zo duur geworden en de tijd dat je voor 18 euro naar Berlijn kon vliegen, is bij dezen ook voorbij”, zegt drummer Joris Casier van STAKE, dat op het moment dat u dit leest in het Verenigd Koninkrijk zit om zijn nieuwe album LOVE, DEATH AND DECAY te promoten. Van der Haegen ziet navenante prijsstijgingen: “Voor corona speelde Charlotte Adigéry & Bolis Pupul een tournee in de VS en konden we met vier personen een week lang op hotel voor 1.000 euro”, zegt Van der Haegen. “Nu is het 3.500 euro, voor een kamer van twee in plaats van vier. Dat is dus maal zeven.”
STAKE-manager Simon Lamont stelde zijn begroting maanden geleden al op, toen de inflatie nog veel lager was. Dat werd dus herberekenen, en er zat al niet veel speling op. “De afgelopen zomer was de band met vier op de baan: geen geluidsman, geen tourmanager, geen roadie. In die bezetting hebben we onder meer op Sziget gespeeld en op een ander festival voor 100.000 Polen. Het gaat niet op een andere manier: het verschil tussen wel en geen personeel meenemen is 1.000 euro per dag.” Ook de collega’s van Brutus toeren in beperkte bezetting. “Onlangs zei ik het nog tegen een groep jonge muzikanten in een panelgesprek: doe alles zo lang mogelijk zelf”, zegt bassist Peter Mulders.
Voor hem en veel andere muzikanten is er nog een probleem: het Verenigd Koninkrijk. Ooit het beloofde land voor Europese bands, sinds de brexit een administratief hol van Pluto. Als je een gitarist of drummer kwaad wil krijgen, begin dan over de carnet, de waarborg die je moet betalen om je spullen over de Britse grens te krijgen. Daarvoor moet je een gedetailleerde lijst indienen van wat je allemaal bij je hebt, vertelt Casier: “Dat gaat van gitaarpedalen tot in welke maat we hoeveel T-shirts hebben om achteraf te verkopen. Die hele procedure kost niet alleen geld, maar ook reistijd.”
Elke dag dat een artiest onderweg is, is kostbaar en al helemaal als je op die dag niet speelt, maar enkel rijdt of rust. Van der Haegen probeert nu die springdagen te beperken en zo goed mogelijk in te plannen, maar hij stipt aan dat je niet oneindig kan besparen. “Als ik een goedkoop hotel boek op kilometers van de zaal, dan slaapt mijn band minder. Ik kan Charlotte zonder ledwall op pad sturen, maar op internationaal niveau kan je eigenlijk niet zonder lichtshow. Elk ding waar je op beknibbelt, heeft ergens anders wel zijn weerslag en op het einde is iedereen sowieso kapot. Touren en comfort gaan niet samen, tenzij je Dua Lipa of Harry Styles heet.” Dat geldt ook voor Brutus, zegt Mulders: “Op de vloer slapen in kelders gaat niet meer, daarvoor is het touren veel te zwaar geworden.”
Voor Belgische bands is de overheid een belangrijke buffer, zegt Lamont. “Wij hebben 7.000 euro subsidies gekregen en zonder dat bedrag maken we een gigantisch verlies. Maar op het moment dat je de tour bevestigt, weet je nog niet of dat geld je wordt toegekend.” Bij de collega’s van Brutus is het nog bang afwachten: ook zij gaan zwaar in het rood zonder overheidsgeld. In ons land kondigde LIVE2020, het noodfonds dat tijdens de coronacrisis is opgericht om de Belgische livemuziek te steunen, aan dat het toelagen zou uitreiken voor groepen die in eigen land willen touren. Volgens de organisatie dienden zo’n zestig bands daar al een aanvraag voor in.
38 euro voor een ticket
Ook Justin Bieber, Shawn Mendes, Arlo Parks, Wet Leg, Sam Fender, Demi Lovato en Yard Act zegden de afgelopen maanden concerten af. Niet omdat ze ze niet bekostigd kregen, maar om aan hun mentale gezondheid te werken. Niet alle artiesten hebben met de heropening van de zalen weer zin gekregen om te gaan spelen: na twee jaar gedwongen sluiting is dat een pijnlijke vaststelling. Over corona gesproken, het virus laat zich niet helemaal in de coulissen duwen. Onder anderen Regina Spektor, Car Seat Headrest en Ringo Starr moesten ‘cancelled’ achter hun naam laten zetten na een besmetting.
En de vele artiesten die wel nog kunnen spelen, moeten het vaak met minder bezoekers doen. “Je weet dat je meer gaat uitgeven en daar kun je je op voorzien, maar de grote onzekere factor is hoeveel tickets er uiteindelijk zullen worden verkocht”, zegt Arno De Ruyte, die met Sons binnenkort op Europese tournee vertrekt. Kendrick Lamar liet vier jaar geleden nog een lange wachtlijst achter in het Sportpaleis, nu zijn er op een week van zijn nieuwe show nog veel tickets beschikbaar. De kaartenverkoop van de AB ging er met 30 procent op achteruit, terwijl de Brusselse zaal zijn energiefactuur wel maal vier zag gaan. Acts die een jong publiek hebben en een hype rond zich hebben hangen, zoals Central Cee in de Trix en Goldband in de AB, geraken wel nog vlot hun tickets kwijt.
Be.at, dat grote zalen als het Sportpaleis en de Lotto Arena beheert, heeft al prijsverhogingen aangekondigd. Wie dat nog niet heeft gedaan, zal dat de volgende maanden minstens overwegen, ook al jaagt dat nog meer mensen uit de concertzalen weg. “Toen wij het voorprogramma speelden van metalband Cave In, bleek een ticket 38 euro te kosten. Wij hadden die prijs niet zelf bepaald, maar dan ga je toch nadenken”, zegt Lamont. “Fans moeten ook in de zaal geraken met de auto of de bus, willen iets drinken... Als ze misschien nog een T-shirt kopen, zijn ze 100 euro kwijt. Mensen zullen strenger kiezen naar wat ze gaan kijken en voor de bands wordt het vechten.”
Zeker artiesten die met hun muziek niet goed scoren op streamingplatforms en hun inkomstenmodel volledig hebben gericht op optreden, is dat een groot probleem. Veel van hen zullen daarom meer merchandising proberen te verkopen, denkt Steven Thomassen: “Maar intussen is het persen van vinylplaten en drukken van T-shirts ook duurder geworden.”
Er staan veel muzikanten dus nog harde tijden te wachten, op en naast het podium. “Als jouw groep niet speelt,” besluit Van der Haegen, “staan er honderden bands te springen om je plaats in te nemen en in jouw plaats schulden te maken. Zo trek je als artiest aan het kortste eind, tenzij je zo groot bent dat mensen alleen maar jou willen zien. Tot dan ben je altijd afhankelijk van de grillen van een ander.”
LOVE, DEATH AND DECAY van STAKE en Unison Life van Brutus zijn uit bij Hassle Records.