Donderdag 23/03/2023

BoekenrecensiesBoeken

Plaagstaarten voor het slapengaan: 6 recente kinderboeken, met af en toe een knipoog naar de volwassen lezer

Uit ‘Konijn en Egel’ van Paul Verrept.  Beeld Nils Pieters
Uit ‘Konijn en Egel’ van Paul Verrept.Beeld Nils Pieters

Een gekkige oom, een verfomfaaide teddybeer, een konijn dat de weg kwijt is, dieren die volop dromen van een ander leven... Zes recente kinder- en prenten­boeken, met af en toe een knipoog naar de volwassen lezer.

Dirk Leyman

Is Konijn misschien een tikkeltje labiel?

Paul Verrept is niet meteen de grootste tafelspringer in letterenland. Toch viert de Antwerpse auteur, illustrator en uitgever dit najaar zijn 25-jarig schrijverschap en is hij op kousenvoeten aan zijn veertigste boek toe. ‘Ze gaan over verlangen, over onvermogen, over isolement, over vallen en opstaan. Ik denk dat ze ook altijd iets melancholisch hebben’, denkt Verrept zelf over zijn boeken. Regelmatig werkt hij samen met illustratoren of tekent hij zelf. Voor Konijn & Egel schreef hij dierenverhalen die openlijk schatplichtig zijn aan Anton Koolhaas, Toon Tellegen en Arnold Lobel. Verrept charterde Nils Pieters voor de warme tekeningen van een olijk duo met uiteenlopende karakters én stemmingen. Konijn & Egel is een voorleesboek voor kinderen van vijf jaar dat een joyeuze ode brengt aan de vriendschap.

Konijn worstelt met wie hij is en wat hij wil en piekert er stevig op los. Hij heeft sombere buien, je zou bijna kunnen zeggen dat hij een tikje labiel is. Maar hij heeft veel steun aan zijn vriend de Egel. Samen filosoferen ze een eind in de rondte. Soms zijn de verhaaltjes een tikje naïef of goedmoedig, dan weer graven ze dieper. Ook vragen ze zich af hoe hun toekomst eruitziet of ruziën ze over de lengte van hun oren, tot Konijns lange oren tussen de deur belanden. Of raakt plaagstaart Egel gefascineerd door het hupse staartje van Konijn. ‘Hij keek vol bewondering naar Konijns achterwerk. Wat eem mooie pluis, zuchtte hij.’

Verrept schrijft aangename verhalen, soms eerder schetsen, die perfect ondersteund worden door de charmante illustraties van Nils Pieters. Met potlood en vetkrijt of aquarel komt hij tot een rijk kleurenpalet én af en toe een knipoog naar de volwassen kijker. Want waarom slingert Sartres La nausée plots in het konijnenhuis rond?

Paul Verrept en Nils Pieters, Konijn & Egel. Er komt geen einde aan het einde, De Eenhoorn, 100 p., 18,95 euro. 3/5 STERREN

Cneut en Tellegen, dat smaakt naar meer

Uit ‘De vuurzeevlieg’. Het dierenrepertoire van Carll Cneut blijkt oneindig. Beeld RV Toon Tellegen & Carll Cneut
Uit ‘De vuurzeevlieg’. Het dierenrepertoire van Carll Cneut blijkt oneindig.Beeld RV Toon Tellegen & Carll Cneut

Het was een natte droom van Carll Cneut om ooit te mogen samenwerken met de koning van de dierenverhalen, Toon Tellegen. Zelf de maestro aan de mouw trekken? Nee, dat durfde hij niet zomaar. Maar wat gebeurde er na zijn overrompelende overzichtsexpo in de Gentse Sint-Pietersabdij? De uitgever van Tellegen was een van de 50.000 bezoekers. Hij zag dat het goed was. Een tijdje later besloot Tellegen aan Cneut te vragen om een bundel met zijn beroemde, filosofische dierenverhalen te illustreren. Het is een perfecte combinatie, zo blijkt bij het doorbladeren van De vuurzeevlieg, waarin zeventien dierenfabeltjes zijn verzameld. Tellegen gaf carte blanche aan Cneut, die opteerde voor veellagige illustraties én voorzichtig een andere stijl lijkt te verkennen. Of is het gewoon een zoveelste demonstratie van zijn veelzijdigheid?

Cneuts dierenrepertoire blijkt oneindig. Veel dieren in dit boek verlangen naar een transformatie of een ander leven. Zoals het vuurvliegje dat zichzelf wil overstijgen en liefst een ‘ontzagwekkende vuurzeevlieg’ zou zijn. Maar zijn brief aan de andere dieren valt in dorre aarde. Ook de tor is gebrand op aandacht. Als hij meldt dat hij ongelukkig is, krijgt hij tonnen brieven. Zijn gehengel naar respons blijft evenwel niet duren. Of er is de eigenwijze pad, die vergeefs hoopt dat de dag komt waarop hij zich nooit meer boos moet ‘opblazen’.

Cneut put soms uit een nostalgische traditie, zoals je ze weleens ziet op die ouderwetse verjaardagdierenkaartjes, dan weer ogen zijn tekeningen erg eigentijds. Regelmatig is er plaats voor milde ontroering, kijk naar de ‘aandoenlijke’ aardworm en het door zijn goede voornemens geteisterde stekelvarken. En dan is er de olifant die zo vaak door het boek banjert. In de olifant herkent Cneut zich het meest, vertelde hij onlangs in Metro: ‘Dat verhaal – over een geblutste olifant die telkens opnieuw in bomen klimt en er weer uitvalt – sprak me (…) het meest aan. Ik kon mezelf herkennen in die vastberaden en soms blinde figuur.’ Tellegen en Cneut: ze moeten dat vaker doen.

Toon Tellegen en Carll Cneut, De vuurzeevlieg en andere dierenverhalen, Querido, 76 p., 22,50 euro.
4/5 STERREN

Nog tot 3 november loopt in het Nationaal Tabaksmuseum te Wervik een expo met oud en nieuw werk van Cneut.

Oompje Stoorzender

Yvonne Jagtenberg brengt een geslaagde hommage aan Monsieur Hulot. Beeld Yvonne Jagtenberg
Yvonne Jagtenberg brengt een geslaagde hommage aan Monsieur Hulot.Beeld Yvonne Jagtenberg

Het is een gedurfd uitgangspunt: een hommage aan de Franse cineast Jacques Tati en zijn altijd weer stuntelende Monsieur Hulot, bestemd voor kinderen. Want hoe breng je in godsnaam zo’n filmcoryfee fris onder de aandacht van een piepjong publiek?

De Nederlandse illustratrice Yvonne Jagtenberg doet het op magnifieke wijze in Mijn wonderlijke oom. Het prentenboek leverde haar onlangs terecht het Gouden Penseel op, de prijs voor het best geïllustreerde Nederlandse kinderboek. Volgens de jury is haar beeldverhaal een ‘ode aan de kracht van de verbeelding’.

En inderdaad, Jagtenberg laat zich niet imponeren door de wereldberoemde cineast. Ze gaat vrijuit aan de haal met Tati’s alter ego. Toch herken je in dit sprankelende boek blindelings de goedmoedige oom met de beige, te korte regenjas en zijn kekke hoedje.

Al zal die aha-erlebnis voor de jonge lezer minder relevant zijn. Die ziet een oom en een jongetje met scherpe, geamuseerde blik naar de grotemensenwereld loeren die is bezeten van perfectie en netheid. Oom daarentegen is de ontregelaar, de stoorzender, de op-stelten-zetter. Een voormalige circusartiest die op de kleine Gerard en zijn teckel Dali moet passen.

Dat ontaardt razendsnel in talloze fratsen. ‘Mijn oom zegt dat het leven één groot circus is (ik snap wel wat hij bedoelt)’, denkt Gerard, die dol op hem is. Maar wie past in feite op wie? Van worstelen met de tuinslang tot gestoei met dieren en fiftiesmeubilair: Jagtenbergs prenten zijn vermakelijk maar tegelijk ook slim en accuraat, vol schijnbaar achteloos uitgestrooide details. Het strakke decor van de film Mon oncle (1958) valt perfect te traceren.

Jagtenberg is beslist geen onbekende in illustratorenland. Ze maakte naam met haar elfdelige serie over het eigenwijze Balotje, het jongetje Arno en ook Hondje, de enige echte (2015) viel bijzonder in de smaak. Met het verrukkelijke Mijn wonderlijke oom heeft ze zichzelf nog overtroffen.

Yvonne Jagtenberg, Mijn wonderlijke oom, Rubinstein, 50 p., 15,99 euro. 4/5 STERREN

Een toverdoos van papier

Rebecca Dautremers ‘Middag’:  een boek ‘om te doorbladeren met vingers van fluweel’. Beeld RV Rébecca Dautremer
Rebecca Dautremers ‘Middag’: een boek ‘om te doorbladeren met vingers van fluweel’.Beeld RV Rébecca Dautremer

‘Het is een boek waarbij je je wenkbrauwen optrekt en je adem inhoudt, dus maak je klaar om erdoorheen te lopen’, schrijft de Franse jeugdboekenmaker en illustratrice Rebecca Dautremer aan het begin van Middag. En dat doe je. Want Middag is een overrompelende totaalervaring, een verfijnd boek vol uitsnedes en reliëftekeningen, een ware toverdoos van papier.

Met het album Middag borduurt de vaak bekroonde Dautremer verder op de belevenissen van het konijn Jacominus Gainsborough, waaraan ze eerder al een boek wijdde. Deze keer staat het wachten centraal. Jacominus met zijn wollen vest heeft een afspraak met zijn Douce, pal om 12 uur ’s middags, in de haven, omdat hij aan boord gaat en haar iets heel belangrijks moet vertellen.

De hele voormiddag beeldt hij zich bijna minuut na minuut in hoe ze zal opdagen of wat Douce intussen doet. Dautremer ensceneert het wachten, de angst, het (on)geduld dat ermee gepaard gaat in Jacominus’ geest. Douce neemt haar tijd om diegene die ze liefheeft te vinden. Een vleugje Alice in Wonderland van Lewis Carroll is in dit boek trouwens ingeweven.

Dautremer tilt een bij uitstek literair onderwerp (denk aan Waiting for Godot van Beckett) naar het niveau van kinderen en doet dat met veel vertelraffinement, oog voor landschappen of omgevingen (van winkelpuien tot de boten in de haven) en melancholie. De pagina’s – soms uiterst precieuze postkaarttaferelen – zijn met de laser gesneden. Telkens voegt ze details toe. Het leidt tot een zeer fragiel boek, dat je bijna met vingers van fluweel moet doorbladeren, verwonderd over zoveel ambacht, precisie én verbeelding.

Rebecca Dautremer, Middag, Davidsfonds/Infodok, 220 p., 39,99 euro. 5/5 STERREN

Dautremer signeert op de Boekenbeurs op 1, 2 en 3 november en in boekhandel ’t Stad Leest op 2 november.

Adopteer eens een beer

‘Teddybeer Flora’ schept een bijna idyllische wereld. Beeld Daisy Mrázková
‘Teddybeer Flora’ schept een bijna idyllische wereld.Beeld Daisy Mrázková

Teddyberen blijven voor jeugdboekenauteurs uiterst dankbare personages. Met hun aandoenlijke snoeten en maximale aaibaarheidsgraad zijn ze de ideale metgezel voor jonge kinderen. En ook volwassenen blijven er soms – al dan niet stiekem – een zwak voor houden.

De Praagse Daisy Mrázková (1923-2016) wekt in Teddybeer Flora een bijzonder specimen tot leven. De schooljongen Peter treft in de sneeuw een verwaarloosde, besmeurde teddybeer aan en neemt hem mee naar huis. ‘Ze wordt grondig gewassen / Haar vacht lijkt nu van goud / En haar pootjes worden wit.’

De beer is een meisje, krijgt een jurkje aan en wordt Flora genoemd. Ze wordt op slag een geliefd onderdeel van de familie, samen met een aapje en een andere beer. Bovendien blijkt Flora bijzonder leergierig. Maar waarom krijgt ze brieven?

Teddybeer Flora schept een bijna idyllische wereld, waarin kinderen hun fantasieën op een vereenzaamde beer projecteren. De illustraties in dit wat klassiekere verhaal zijn wonderlijk teder, helemaal volgens die uiterst rijke Oost-Europese traditie. Mrázková studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten, Architectuur en Design in Praag en was eerst vooral actief als schilder. En dat merk je in Teddybeer Flora. Je kunt niet anders dan deze beer in je hart sluiten.

Met dit boek toont de jonge uitgeverij Tiptoe Print, opgericht door voormalig jeugdboekenrecensent Patrick Jordens, opnieuw haar fijne neus voor onontgonnen buitenlandse parels.

Daisy Mrázková, Teddybeer Flora, Tiptoe Print, 18 euro. Vertaling Edgar De Bruin. 4+ jaar.
4/5 STERREN

De drakenjagers laten zich doen

Subtiele humor is nooit veraf bij Timmers. Beeld RV
Subtiele humor is nooit veraf bij Timmers.Beeld RV

Sinds Een huis voor Harry werd uitverkozen tot Prentenboek van het Jaar, is de Limburgse Brusselaar Leo Timmers voluit doorgebroken in Nederland. Al heeft hij natuurlijk een indrukwekkende staat van dienst en rijgt hij in het buitenland de vertalingen al langer aan elkaar. Reikhalzend werd uitgekeken naar zijn nieuwste Waar is de draak?, dat afgelopen week met tromgeroffel werd voorgesteld in Passa Porta.

Timmers noemt zich ‘een schrijver met beelden’, wat vaak leidt tot erg kleurrijke boeken. ‘Echte prentenboeken zijn visuele vertellingen’, vindt hij. Bij Waar is de draak? oogt het allemaal iets ingetogener, of beter: donkerder. Komt natuurlijk doordat hij de nacht opzoekt. Toch is subtiele humor nooit veraf bij Timmers, die de regie van zijn boeken graag volledig in handen houdt.

In Waar is de draak? raakt een koning bevangen door angst en stuurt hij zijn wat dommige ridders eropuit, met de nachtkaars in de hand. Ligt er geen gevaarlijke draak op de loer? ‘Nu durft hij niet naar bed voor wij het beest verslaan.’ Maar zijn acolieten laten zich telkens weer in het ootje nemen door regelrechte fata morgana’s.

Koddig, zo lijkt het. Maar met nare gevolgen. Want in deze korte, schrander opgebouwde parabel schuilt onder de luimigheid toch ook een ernstige laag. Niet verwonderlijk. Timmers doet niets liever dan ook ‘grote mensen’ mee laten kijken. ‘Ik geloof namelijk dat volwassenen ook kinderen zijn, maar dan met een diploma en een job. Verder is er maar weinig verschil’, zei hij daarover ooit. Met Waar is de draak?, vol taferelen waar je lang kunt naar turen, bevestigt Timmers zijn faam als een van onze belangrijke prentenboekenmakers.

Leo Timmers, Waar is de draak?, Querido Kind, 40 p., 16,99 euro. 4/5 STERREN

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234