Maandag 29/05/2023

InterviewBoeken

Pakistaans-Britse Kamila Shamsie: ‘Ik kon niet kritisch schrijven over Groot-Brittannië, terwijl ik ervan afhankelijk was voor mijn visum’

Kamila Shamsie, auteur van ‘Beste vrienden’: ‘Machtsstructuren hebben weinig te maken met land of cultuur. De toegang tot de macht functioneert overal op dezelfde manier.’  Beeld Getty Images
Kamila Shamsie, auteur van ‘Beste vrienden’: ‘Machtsstructuren hebben weinig te maken met land of cultuur. De toegang tot de macht functioneert overal op dezelfde manier.’Beeld Getty Images

Wat betekenen kindervriendschappen in ons volwassen leven? De Pakistaans-Britse schrijver Kamila Shamsie beschrijft in Beste vrienden de relatie tussen twee ­vrouwen vanaf hun jeugd in Pakistan tot aan hun volwassenheid in Londen. ‘Ik heb nooit anders geweten dan dat het leven als meisje anders was.’

Redactie

Als 15-jarige zat Kamila Shamsie (nu 49) de hele nacht voor de televisie in Karachi. Voor haar ogen zag ze gebeuren wat altijd onmogelijk had geleken: een jonge vrouw, Benazir Bhutto, werd verkozen tot democratisch leider van Pakistan. Het was zo’n belangrijk moment voor de jonge Shamsie, dat het 34 jaar later het startpunt is van haar nieuwe roman Beste vrienden. “Ik ben de hele nacht opgebleven omdat ik niet geloofde dat het zou gebeuren: dat een jonge vrouw van 35 president werd en dat niemand het zou verhinderen.”

Was u daar bang voor?

“Ja. Tot dat moment waren politici altijd ­mannen in uniform geweest en liet het militaire regime niets toe dat het niet beviel. Opeens ­gebeurde wat niemand voor mogelijk had gehouden. In de hele stad werd gefeest, we dansten dagen op campagneliederen. De wereld leek in één klap veranderd. Opeens bleek maar één vrouw nodig om te bewijzen dat het anders kon.”

Tegen de achtergrond van de (tijdelijke) democratische omwenteling in Pakistan eind jaren 1980 schetst Shamsie in het eerste deel van haar roman wat die hoop betekent voor de geprivilegieerde tieners Maryam en Zahra, vriendinnen vanaf hun vierde. Bij Zahra thuis moesten ze niets van het militaire regime hebben: van haar vader leerde ze dat rechtvaardigheid het allerbelangrijkst is en dat je je rug rechthoudt, ook als je de hete adem van de generaal in je nek voelt.

Maryam is de oogappel van haar grootvader, die aan het hoofd staat van een grote onderneming en overal connecties heeft. Hij meent dat het leven om loyaliteit draait en dat je daarom altijd eerst goed voor je eigen vrienden en omgeving moet zorgen.

BIO

geboren in 1973 in Karachi, Pakistan • komt uit een schrijversfamilie: haar moeder is re­censent en jour­na­list, haar oud­tante is schrijf­ster Attia Hosain • studeerde in de VS en publiceerde haar eerste roman op haar 25ste • doceert creative writing aan de Universiteit van Manchester • haar roman ‘Huis in brand’ werd genomineerd voor de Booker Prize en bekroond met de Women’s Prize for Fiction

Met de verkiezing van Bhutto leven de meisjes even in de illusie dat de macht tussen de seksen voortaan anders verdeeld is. ‘Alsof er veel meer mogelijk is in deze wereld dan ik ooit had gedacht’, verzucht Zahra op een verkiezingsfeest. Maar al snel slaat de sfeer om. Nadat de nieuwsgierige meisjes met door hun lijf razende hormonen verzeild raken in een bedreigende autorit met een veel oudere man aan het stuur, wordt Maryam naar een Engelse kostschool ­gestuurd.

In de tweede helft van haar boek pikt Shamsie de draad van hun levens op in Londen in 2019, als de vrouwen halverwege de 40 zijn en succesvolle carrières hebben. Zahra is directeur van een instituut voor mensenrechten en Maryam is durfinvesteerder.

De parallellen met haar eigen leven zijn onmiskenbaar, erkent Shamsie, die al vijftien jaar in Londen woont. “Mijn personages bewegen zich in mijn wereld omdat ik die het beste ken”, zegt ze via een videoverbinding.

In Groot-Brittannië is ze een gevestigd auteur. Sinds haar debuut op haar 25ste worden haar boeken zonder uitzondering genomineerd voor literaire prijzen. Toch beleefde ze haar grote ­internationale doorbraak pas in 2018 met haar ­vorige roman, Huis in brand, over een Brits-­Pakistaans migrantengezin dat uit elkaar valt ­nadat de zoon jihadist wordt.

In Beste vrienden besteedt u veel aandacht aan het feit dat de hoofdpersonen elkaar al sinds hun 4de kennen. Wat fascineert u zo aan jeugdvriendschappen?

“Vriendschappen uit je kindertijd zijn ontstaan nog voor je karakter is gevormd. Nog voor je ideeën hebt over het leven en de maatschappij. Als je elkaar als volwassene was tegengekomen, weet je dat je niet met elkaar overweg zou kunnen, maar je bent nu eenmaal altijd al vrienden. Die dynamiek fascineert me.

“Rond brexit en de verkiezing van Trump hoorde je mensen opeens zeggen over hun vrienden: we hadden altijd al een andere blik op de wereld en dat was oké, maar nu praten we niet meer met elkaar. Dat vond ik een interessant gegeven: hoeveel druk kan een levenslange vriendschap aan? Wat gebeurt er als het niet langer mogelijk is om je verschillen te ­negeren?”

Hebt u veel vrienden uit uw kindertijd? Dat zulke vriendschappen de tand des tijds doorstaan is toch zeldzaam?

“Ik zit met tien schoolvrienden in een Whats­App-­groepje dat dagelijks contact heeft en dan zijn er nog vijf met wie ik praktisch ben opgegroeid, omdat onze ouders bevriend waren. Hoeveel jeugdvrienden volwassenen nog hebben, verschilt van land tot land, heb ik gemerkt. Als ik het in Groot-Brittannië vraag, steekt 70 procent van het publiek zijn hand op, in ­Australië bijna iedereen. Het heeft te maken met hoe je opgroeit.

“In mijn geval hielp het dat ik van mijn 4de tot mijn 18de op dezelfde privéschool zat en dat daaromheen een sociaal netwerk bestond. ­Tegelijkertijd raakten we door onze privileges ook verspreid over de wereld. Toen er in de ­jaren 90 veel geweld was in Karachi, konden wij in de VS gaan studeren.”

De elite in Karachi verschilt amper van de Londense elite waarin Zahra en Maryam zich bewegen. Werken macht en privilege overal hetzelfde?

“Machtsstructuren hebben weinig te maken met land of cultuur. De toegang tot de macht functioneert overal op dezelfde manier. Macht draait overal om geld, privilege en klasse. Mensen met geld uit een bepaalde klasse spreken dezelfde taal. In mijn boek wilde ik laten zien hoe het zelfvertrouwen en zelfbewustzijn die een bepaald soort klassenpositie met zich meebrengt, allerlei voordelen kunnen opleveren, en wat je tegenkomt als je je als vrouw beweegt binnen die structuren.”

De hoofdpersonen in uw boek, Maryam en Zahra, zijn er als tieners al van doordrongen wat meisjes wel en niet mogen.

“Natuurlijk. Ik heb nooit anders geweten dan dat het leven als meisje anders was dan een leven als jongen. Ik was bevriend met jongens en zat op een geweldige school, maar iedereen wist dat zij dingen konden doen die wij niet mochten.”

Het tweede deel van uw roman speelt zich drie decennia later af in Londen. Maryam en Zahra worden nog steeds geplaagd door wat Maryam ‘meisjesangst’ noemt. Geldt dat ook voor u?

“Maryam en Zahra maken er grapjes over, maar het speelt nog steeds. Ook al hebben ze succesvolle carrières, toch ervaren ze nog steeds de angst om in het lichaam van een vrouw te leven.

“Voor mij geldt ook dat ik in het donker niet door een park loop. Ik denk er niet veel over na, maar hou er wel rekening mee.”

Benazir Bhutto werd in 1988 premier van Pakistan. Shamsie: ‘Tot dat moment waren politici altijd ­mannen in uniform geweest. De wereld leek in één klap veranderd.’  Beeld Getty Images
Benazir Bhutto werd in 1988 premier van Pakistan. Shamsie: ‘Tot dat moment waren politici altijd ­mannen in uniform geweest. De wereld leek in één klap veranderd.’Beeld Getty Images

Ik begreep dat u zelf als tiener ook zo’n ­bedreigende autorit hebt meegemaakt?

“Ik zat ooit in een auto met een stel meisjes en de man die de auto bestuurde sloeg de verkeerde straat in. Het duurde maar 30 seconden voor hij weer op de goede weg zat, maar heel even waren we doodsbang en ervan doordrongen dat we in een auto zaten bij een man die we niet kenden en die kon doen wat hij wilde.

“Als ik met vrouwen over dit boek praat – maakt niet uit waar ze vandaan komen – en vertel over een autorit met een man die je niet echt goed kent, in het begin is het een beetje opwindend en fun en dan verandert er iets en is het angstaanjagend, dan zeggen ze bijna allemaal: o ja, ik heb ook in die auto gezeten. Het lijkt een haast universele ervaring.”

U woont sinds vijftien jaar in Londen en vroeg in 2013 de Britse nationaliteit aan. Waarom?

“Als je een tijd op een plek woont, wil je zoveel mogelijk rechten hebben als burger en ook kunnen stemmen. Bovendien: met een Pakistaans paspoort reizen is een hel. Op ieder vliegveld hebben ze een lijstje van landen wier burgers aan extra controles worden onderworpen en ­Pakistan staat áltíjd op die lijst.

“En dan behoor ik nog tot de bevoorrechte elite, dat realiseer ik me goed. Ik had altijd uitnodigingen van schrijversfestivals op zak en een brief van mijn Britse uitgever en toch was het elke keer gedoe. Daar wilde ik van af. En ik mocht mijn Pakistaanse nationaliteit gewoon houden.”

Was die keuze voor een Brits paspoort dan puur pragmatisch of voelt u zich wel degelijk Brits?

“Achteraf betekende het verkrijgen van dat paspoort meer. Dat realiseerde ik me toen ik aan Huis in brand begon te schrijven. Het was mijn eerste roman die zich afspeelde in hedendaags Londen en het was de eerste keer dat ik het aandurfde om te schrijven over de Britse maatschappij. Tot die tijd moest ik telkens opnieuw mijn verblijfsvergunning verlengen, en je wilt niet tegen die ambtenaar aanlopen die zijn ­discretionaire bevoegdheid gebruikt om je aanvraag te weigeren. Onbewust wilde ik niet ­kritisch schrijven over de manier waarop Groot-­Brittannië zijn migranten behandelt, terwijl ik afhankelijk was van diezelfde overheid voor het verlengen van mijn visum.

“Pas toen ik dat paspoort had, realiseerde ik me dat er verhaallijnen waren die ik tot dan toe als onmogelijk had beschouwd.”

U verblijft nu als gastdocent aan de universiteit van Princeton. Wat is de belangrijkste les voor uw studenten?

“Durf en probeer. Als je op veilig speelt, zul je nooit een betere schrijver worden. Dat betekent ook dat je tegen kritiek moet kunnen en vaak zult moeten concluderen: dit werkt niet.

“Of wacht, nog belangrijker is: maak af waar je aan begonnen bent. Niet stoppen als het moeilijk wordt. Ik heb zoveel studenten die schitterend kunnen schrijven, maar nooit een boek afmaken, omdat ze blijven schaven of hun idee weggooien en iets nieuws beginnen.”

Gooit u zelf nooit iets weg?

“O jawel. Soms blijkt dat je een verkeerde afslag hebt genomen en dat je stevig moet ingrijpen en een personage moet schrappen. Maar een heel verhaal weggooien? Nooit. Daarvoor heb ik te weinig goede ideeën.

“Voor dit boek gooide ik tienduizenden woorden weg. In een vroege versie volgde ik Maryam en Zahra ook als twintigers en dertigers, maar dat was niet zo boeiend. Het was een lange aanloop naar hun leven als veertigers, het moment waarvan ik wist dat het conflict uit hun tiener­jaren naar boven zou komen. Ik moest dat gedeelte voor mezelf schrijven, om erachter te komen wie ze waren en hoe hun levens zouden lopen.”

Wat maakt vriendschappen na je 40ste zo boeiend?

“Ik ben zelf bijna 50 en ik vond het een nogal verhelderend decennium. Tegen je 40ste heb je een en ander bereikt en als je geluk hebt, hoef je je nog geen zorgen te maken over ouderdomskwalen. Rond die tijd besef je ook dat je ouders veel ouder worden. De mijne leven gelukkig nog, maar die van steeds meer vrienden niet.

“Het is dan zo waardevol om vrienden te hebben die weten hoe jij was als kind en hoe het was om het kind van jouw ouders te zijn. Om iemand te hebben die elke versie van jou heeft gekend.”

Kamila Shamsie, Beste vrienden, Signatuur, 304 p., 24,99 euro. Vertaling Anne Jongeling.

null Beeld rv
Beeld rv

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234