NieuwsFotografie
Oude meesters ontmoeten jonge legendes in het Mauritshuis
Beroemde fotografen onder wie Stephan Vanfleteren, Anton Corbijn en Rineke Dijkstra gaven een eigen draai aan de oude meesters in het Mauritshuis in Den Haag. Resultaat: foto’s van een appende stiefdochter, verstrengelde lichamen en een geamputeerde hand.
In het Mauritshuis, het stadspaleis-museum in Den Haag met honderden schilderijen uit de Gouden Eeuw, viel Anton Corbijn als een blok voor Twee Afrikaanse mannen van Rembrandt. De Nederlandse fotograaf en regisseur kende het werk niet, zegt hij eerlijk. “Ik ben wel een fan van Rembrandt, maar geen connaisseur.” Juist daardoor voelde hij de vrijheid om er zijn eigen draai aan te geven. Corbijns Twee Afrikaanse mannen – een haarscherpe zwart-witfoto, precies zo groot als het schilderij – hangt nu aan dezelfde wand als het werk van Rembrandt.
Het museum vroeg zestien topfotografen uit Nederland en België om zich te laten inspireren door de Hollandse en Vlaamse meesters uit de 16de en 17de eeuw in de collectie. Een groot aantal van hen is vandaag naar het museum gekomen om te vertellen hoe ze te werk zijn gegaan. Ze kregen de vrije hand. Sommigen konden moeilijk kiezen voor een schilderij en kwamen wel vijf keer terug. Anderen wisten het meteen – zoals Corbijn.
Dat komt misschien doordat hij tegenwoordig een groot deel van zijn tijd in Afrika doorbrengt, denkt de fotograaf die in zijn lange loopbaan talloze wereldberoemde rocksterren en acteurs voor zijn lens heeft gehad. “Ik woon deels in Amsterdam en deels op een eiland in Kenia.” Daar liggen de parallellen; Rembrandt vond zijn modellen destijds in Amsterdam, waar in de 17de eeuw een kleine gemeenschap van vrije, zwarte mensen leefde. “Dat vond ik verrassend. Hoe ze heten en waar ze precies vandaan komen weten we niet, sommigen zeggen uit Sierra Leone. De mannen op mijn foto komen uit een dorp op het eiland. Rembrandt kenden ze niet, maar ze vonden de foto erg mooi.”
De fotograaf denkt dat Rembrandt zijn schilderij bij avondlicht maakte. Hij fotografeerde ook bij het invallen van de Afrikaanse nacht, onder de straatverlichting. Wel verlegde hij de blik; de mannen zijn bij hem van achteren te zien. “Ik wilde niet precies hetzelfde doen, maar wel de intimiteit vasthouden en het licht.”
De foto van Corbijn doet je met andere ogen kijken naar het werk van Rembrandt. Ook de bijdragen van de andere fotografen zorgen veelal voor een verrassende blik op de vaak overbekende schilderijen en laten een frisse wind in de museumzalen waaien. Maar de tentoonstelling Flash/Back had zomaar minder goed kunnen uitpakken, gezocht of gekunsteld beeld kunnen opleveren.
Best riskant
Rineke Dijkstra vond het ‘best een riskant project’. “Je moet het schilderij niet namaken, je moet er je eigen draai aan geven en het moet echt goed zijn. Ik had er eigenlijk een hard hoofd in en heb meteen gezegd: als het niet lukt, geef ik de opdracht terug.” Maar ze is zeer te spreken over het werk van haar collega’s, en tevreden met haar kijk op De briefschrijfster van Gerard ter Borch.
Dijkstra is bekend om haar intieme, observerende portretten van vaak jonge mensen. Het meisje op het schilderij dat met een ganzenveer aan het schrijven is, had ze ook graag voor haar camera gehad. “Een leuk neusje en een klein kinnetje.” De manier van kijken van Ter Borch herkent ze. “Aandachtig iemand observeren die helemaal opgaat in haar bezigheid. En de lichtval die zorgt voor intimiteit.”
Bij Dijkstra werd de briefschrijfster een smartphone-apper. Het meisje is haar stiefdochter Julia, die in de woonkamer een aantal poses aannam totdat Dijkstra het opeens zag. “Ze trok haar been op en toen zat die driehoek van haar arm er in, net als op het schilderij. Haar duim hangt boven het schermpje: zal ik het berichtje sturen of niet? Het meisje op het schilderij twijfelt ook. Kijk: de brief is al gevouwen, maar ze heeft hem weer geopend. Alsof ze dacht: ik ga iets doorstrepen, of er nog iets bijschrijven.”
Haar foto hangt pal naast het Meisje met de parel van Johannes Vermeer, het populairste schilderij van het Mauritshuis, dat qua wereldfaam de Mona Lisa begint te evenaren. Eervol, erkent Dijkstra lachend. Maar ze moest er niet aan denken om met zo’n overbekende publiekslieveling aan de slag te gaan. Geen van de fotografen heeft zich aan dit schilderij gewaagd.
Opgezogen licht
Vincent Mentzel maakte wel een variant op een andere Vermeer, Gezicht op Delft. De fotojournalist ging naar precies dezelfde plek in de stad en legde vast hoe die er nu uitziet. Waar Vermeers heldere schilderij haast licht geeft, is Mentzels foto donker, ze lijkt het licht haast op te zuigen. Mentzel heeft hem met opzet somber gemaakt, zegt hij. “De stad is eigenlijk vernield, er is niets over van het serene beeld van Vermeer. Alleen de kerktorens zijn er nog.” We mogen wel wat zorgvuldiger met ons erfgoed omgaan, vindt hij.
Erwin Olaf denkt er hetzelfde over. Hij fotografeerde in grauw zwart-wit in de Kennemer-duinen, met aan de horizon de donkere wolken van Tata Steel. Heel anders dan toen Jacob van Ruisdael er rondstruinde, die even verderop het onbedorven Gezicht op Haarlem schilderde.
Veel fotografen blijven met hun beelden nog redelijk dicht bij het origineel. Zo niet Viviane Sassen, die denkbeeldig het mes zette in Mars en Venus betrapt door Vulcanus van Joachim Wtewael. Deze ruw onderbroken goddelijke vrijpartij werd zo scandaleus gevonden dat het schilderij tot 1987 niet in de zalen hing. Sassen, die zowel modefoto’s als autonome kunst maakt, werd juist geïnspireerd door al dat mythologische naakt. “Ik vond die verstrengeling van lichaamsdelen interessant en ben figuren gaan creëren die zowel feminien als masculien zijn. Het zijn beelden die iets obsceens hebben, maar tegelijk is er niets onbetamelijks te zien.”
De donkere koloniale geschiedenis van het Mauritshuis blijft ook niet onbelicht. Het stadspaleis is gebouwd in opdracht van Johan Maurits van Nassau-Siegen, de gouverneur van Brazilië, dat in de 17de eeuw kortstondig een Nederlandse kolonie was. Er was slavernij en de inheemse bevolking werd onderdrukt. Sinds 2020 is er een zaal in het museum gewijd aan deze periode. Kevin Osepa, opgegroeid op Curaçao, verbeeldt het gevoel dat hem overviel toen hij daar binnenliep. Op zijn foto ligt een zwart baby’tje huilend op een bed. Om hem heen is een cirkel van zout gestrooid en de voetjes van het kindje zijn met blauwe kleurstof ingesmeerd: een traditie die onheil op afstand moet houden.
Afgehakte hand
De Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren heeft een haast surrealistisch werk gemaakt: op de enorme foto is alleen een hand te zien, geamputeerd zo te zien. Hij steekt helder af tegen een donkere achtergrond. Vanfleteren maakte het beeld nadat hij uitgebreid onderzoek had gedaan naar Rembrandts Anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp.
Hij vertelt er bevlogen over. “Het lijk waar dokter Tulp in snijdt is dat van Aris Kindt, een dief die was opgehangen en ter beschikking gesteld van de onderzoekers. Hij was een recidivist, bij een vorig misdrijf was zijn hand al afgehakt.” Rembrandt schilderde in 1632 dan ook een stomp, maar later is er toch een hand aan vast geschilderd. “Men weet niet waarom, misschien dat Tulp het toch liever zo wilde.”
Als Vanfleteren nu naar het schilderij kijkt, ziet hij steeds die hand die er niet hoort te zitten. Zo kwam hij op het idee om een foto te maken, even groot als het doek van Rembrandt, met alleen die hand erop. “Ik wilde fotograferen wat Rembrandt niet gezien heeft.”
Het is een echte hand die daar ligt. Hoe hij die bemachtigd heeft, vertelt de fotograaf liever niet. “Ik kan wel zeggen dat het een lang parcours was om eraan te komen, maar de anonimiteit is belangrijk. En ook voor de mystiek van het beeld wil ik er liever niets over zeggen.”
Flash/Back is tot 16 oktober te zien in het Mauritshuis in Den Haag.