‘Oresteia’ in hetpaleis: Griekse tragedie met gitaargoden ★★★☆☆
En u dacht dat uw familiefeestjes onprettig waren? Beeld u eens in hoe het moet zijn voor Orestes, een 16-jarige snaak uit een familie waarin bloedvergieten erfelijk zijn. Dik 2500 jaar geleden puurde de Griekse tragicus Aischylos daar de Oresteia-trilogie uit, die vandaag door theatermaker Simon De Vos in een jeugdvoorstelling van twee uur wordt gegoten.
Technisch gezien is hij het titelpersonage, en Orestes (Jonas Vermeulen) mag de voorstelling openen met een straffe monoloog, maar in het eerste bedrijf komt hij eigenlijk niet aan bod. Dan draait Oresteia rond Agamemnon (Koen De Graeve), de Griekse krijgsheer die zijn dochter Ifigeneia offerde om de Trojaanse oorlog te beginnen. Als hij na tien jaar terugkeert met de Trojaanse onheilsprofeet Kassandra (Lisah Adeaga), neemt zijn vrouw Klytaimnestra (Nadia Amin) samen met haar minnaar Aigisthos (Sebastiaan de Bie) wraak. Waarna haar andere dochter, Elektra (Evelien Bosmans) samen met haar broer de moord op haar moeder beraamt.
De scène wordt in De Vos’ bewerking ingenomen door een gekanteld platform, waar grind en bloed vanaf glijden: het is een prachtig decor, dat meteen ook het hellend vlak en het niet te stoppen verval van een aan bloedwraak verslaafde familie uitbeeldt. Tel daarbij het sobere, fel gestileerde lichtplan en de broeierige live-muziek van Tim Vanhamel en Sjoerd Bruil (beiden muzikaal miljonair in hoofdberoep), die de soundscapes van Godspeed You! Black Emperor in herinnering brengen, en je hebt een beeldschone voorstelling die het tijdloze gewicht van deze Griekse tragedie ten volle omarmt.
De Vos bedwingt de neiging om Oresteia al te opzichtig te actualiseren of te verluchten. Er is zeker geen tekort aan plechtstatige monologen. Een simpele kroon en een paar recipiënten om bloed in op te vangen zijn de enige rekwisieten. De opvallendste ‘update’ is dat Orestes meer wordt getoond als een stuurse puber, die in de knoop ligt met zichzelf, al maakt dat het voor de charismatische Vermeulen soms moeilijk om het juiste evenwicht tussen plechtig en toegankelijk te vinden.
Toch kiest De Vos ervoor om in het derde bedrijf een stilistische haarspeldbocht te nemen, die Oresteia niet per se ten goede komt. De tot dan toe passieve goden eisen hun spreekrecht op, maar de groteske manier waarop De Vos hen voorstelt, ondergraaft de ironieloze schoonheid van de eerste twee bedrijven. De gitaren van Vanhamel en Bruil moeten dan grotendeels zwijgen. En dat terwijl de gitaargoden boeiender blijken dan hun collega’s op de Olympus.
Tot 26 november in hetpaleis, Antwerpen. Daarna op tournee.