AchtergrondEurosong
Opnieuw verandert VRT het geweer van schouder voor het Eurosongfestival, lukt het deze keer wel?
Voor het eerst sinds 2016 organiseert de VRT opnieuw preselecties in de hoop op eremetaal op het Eurovisiesongfestival. Met of zonder vakjury, een interne of publieke selectieprocedure: waarom wisselt de openbare omroep zo vaak van aanpak (en waarom levert het niets op)?
In duffe afleveringen van een dik halfuur stelde Eén afgelopen week de zeven kandidaten voor die strijden om een plek op het komende Eurovisiesongfestival. Tijdens een liveshow in Paleis 12 vanavond beslissen een vakjury en het publiek – elk goed voor 50 procent van de stemmen – welke song België in mei zal vertegenwoordigen in Liverpool.
Wanneer de VRT haar zonen en dochters uitstuurde, keerden die tot dusver altijd van een kale reis terug. Teleurstellende resultaten – in vele recente gevallen zelfs geen finaleplaats – zijn een constante in de Songfestivalgeschiedenis van Vlaanderen. Inzendingen van de Vlaamse openbare omroep deden nooit beter dan de zesde plaatsen van Tom Dice (2010) en Bob Benny (1959). Langs Franstalige kant pronkt de RTBF met het goud van Sandra Kim, twee keer zilver en vier vierde plaatsen.
Als gevolg van schaamrood op de wangen zoekt de VRT elke twee jaar naar een andere formule om de juiste kandidaat aan te stellen. “Ze zijn koploper op het vlak van het veranderen van aanpak”, zegt Jasper Van Biesen, auteur van 65 jaar België op het Eurovisiesongfestival en dit jaar lid van de vakjury. “Wanneer de resultaten wisselvallig en vaak ronduit slecht zijn, zoek je naar een aanpak die wél tot successen leidt. Maar we zijn niet het enige land dat zoekende is. Duitsland en Frankrijk scoren ook al jaren slecht en gooien het evenzeer voortdurend over een andere boeg.”
“Al van in het begin probeerde men allerlei formules”, weet ook journalist en vakjurylid André Vermeulen die voor zijn boek Van Canzonissima tot Eurosong de Belgische preselecties onder de loep nam. “In 1957 heeft de directeur van het toenmalige NIR (Nationaal Instituut voor de Radio-Omroep, ELV.) beslist om Bobbejaan Schoepen te sturen, een populariteitskeuze, zoals dat later ook het geval was bij Clouseau.”
“Canzonissima was dan weer een preselectie die maanden duurde. Soms lag het lot van de kandidaten in handen van het publiek, soms in dat van een vakjury, maar zoals het dit jaar zal verlopen – waarbij het publiek en de jury elk 50 procent van de stemmen heeft – is het nog maar zelden gebeurd.”
Witloof Bay
De preselectie waaraan Sandra Kim deelnam, de latere winnaar van het Eurovisiesongfestival in 1986, was een van de drie voorrondes die de fiftyfifty-regel hanteerden. “Jacques Zegers werd in 1984 ook zo verkozen en werd vijfde”, aldus André Vermeulen. Al zal hij niet beweren dat een vakjury en het publiek evenveel macht geven de gouden formule is. “In 2011 kwam de RTBF via dezelfde procedure bij Witloof Bay uit, en de groep heeft de finale niet eens gehaald.”
Waar VRT experimenteert met haar aanpak, kiest RTBF al jaren voor een interne procedure. “Ze beschouwen The Voice Belgique als een officieuze preselectie”, zegt Jasper Van Biesen. “Ze bestuderen de talenten die uit dat tv-programma komen en benaderen hen met de vraag om een Songfestivalwaardige popsong uit te werken. Blanche en Loïc Nottet – beiden vierde geëindigd – zijn daar mooie voorbeelden van.”
“Ik heb alle resultaten bestudeerd en kom tot de conclusie dat interne keuzes het meest succesvol zijn”, beaamt ook Songfestivalexpert André Vermeulen. Waarmee beide watchers het concept preselecties echter niet afschieten. “Zweden bewijst al jaar en dag dat voorrondes vruchtbaar kunnen zijn”, vindt Van Biesen. “Ze zien het daar groots, met een wekelijkse tv-show die er populairder is dan het Songfestival zelf.”
“Het grote verschil met België is dat de Zweedse kandidaten tijdens de preselecties de act brengen zoals ze die op het eigenlijke festival zouden opvoeren – zo hoort het mijns inziens ook – terwijl de Belgische kandidaat na afloop nog hard aan zijn act moet sleutelen.” Hij verwijst naar hoe Laura Tesoro in 2016 een timide, onzekere indruk naliet tijdens Eurosong, terwijl ze op het Eurovisiesongfestival verraste met een explosieve performance.
“Door haar matige voorronde waren de verwachtingen internationaal laaggespannen”, weet hij. De buitenlandse Songfestivalcommunity kijkt namelijk mee, en met een zwak ogende inzending zet je jezelf vooraf al grotendeels buitenspel. “Uiteindelijk was iedereen verrast, maar als ze vanaf dag één op dat niveau had gepresteerd was Laura Tesoro misschien een favoriet geweest en had ze veel beter kunnen doen dan een tiende plaats.”
Carte blanche
Moeten we niet gewoon Stromae een zak geld onder de neus schuiven als België nog eens eremetaal wil halen? “Er is bij Stromae gepolst, maar hij heeft vriendelijk bedankt”, zegt Van Biesen. “Hij heeft daar niets bij te winnen”, vult André Vermeulen aan, “tenzij hij uit patriottische overwegingen beslist om België te vertegenwoordigen.”
Een andere optie is de carte blanche. Het blind vertrouwen van de selectiecommissie in Duncan Laurence leverde Nederland in 2019 goud op. Het Verenigd Koninkrijk ging in 2022 ook specifiek op zoek naar de ideale kandidaat – iemand met een online présence en een Europese fanbase – en kwam uit bij Sam Ryder, die uiteindelijk tweede werd.
“Natalia heeft zich aangeboden, terwijl de VRT al jaren om een grote naam smeekt. Ze hebben haar gezegd dat ze de preselecties moest overleven, waarop ze is afgehaakt”, weet Jasper Van Biesen. Misschien is één gedreven artiest het vertrouwen geven wel de piste die VRT moet bewandelen? “Dat was met Hooverphonic het geval, en dat is toch op een teleurstelling uitgedraaid. Eén ding is zeker: als het komende Eurovisiesongfestival een flop wordt, zal de VRT in 2025 het geweer opnieuw van schouder veranderen.”