MuziekrecensieAlbums van de week
Op zoek naar nirwana of sofisticatie? Beide vindt u in de platen van de week
Dit zijn de platen van de week volgens onze muziekredactie.
Thurston Moore - Screen Time ***
Hoe fuckin’ geweldig moet het zijn om Thurston Moore te wezen! Dan overleef je een horribele echtbreuk die uitvoerig gedocumenteerd werd, merk je dat je door die onvergeeflijke zeitgeist ook nog eens een ouwe noisenik bent geworden waar geen enkele millennial maar één zier om geeft. En toch blijf je manmoedig dat eigen muzikale universum uitbouwen. Respect!
Screen Time is bovendien een moeilijke zit, zelfs voor de Sonic Youth-fans van het eerste uur. Het is niet eens de meest briljante solozet van Moore. Maar in een rustige mindset word je wel bloedjegeil van deze eigenaardige geluidslandschappen over het leven in een ordinaire woonwijk, waarbij de gestoorde effectpedalen het meestal op non-actief houden.
Bijwijlen duikt het vermoeden op dat Thurston Moore zijn mentale heil in boeddhisme trachtte te zoeken, en probeert hij de luisteraar ook zijn eigen nirwana binnen te sleuren. Bel ons gerust als u de ingang wist te vinden. En anders hebt u er gewoon een intrigerende, eigenaardige luisterplaat bij.
Robert Glasper - Black Radio III ***
De Amerikaanse jazzpianist Robert Glasper trapt op Black Radio III niet in de val waarin hij bij het tweede luik van deze albumserie sukkelde: te veel klefheid, te voor de hand liggende r&b-performances, een te gladde productie. Zoals op het eerste deel van Black Radio, dat alweer tien jaar geleden verscheen, zijn het de combi’s met hiphop die de mooiste vruchten afwerpen.
‘Black Superhero’, waarin Killer Mike schittert, is een opgestoken vuist en een mep op je smoel. ‘Why We Speak’ profiteert van Q-Tips talent. Elders croonen Gregory Porter en Yebba op sublieme wijze, alleen schotelt Glasper zijn zangers te vaak weinigzeggende loungy texturen voor. Razend gesofisticeerd, maar ’t had spannender gekund.
K.ZIA - Genesis ****
Kezia Quental werd geboren als de dochter van de Belgisch-Congolese Marie Daulne, wat een carrière al van meet af aan iets ingewikkelder maakt. Als je moeder door het leven gaat als Zap Mama lijk je prematuur voorbestemd om in de schaduw te staan.
Opmerkelijk genoeg weet K.Zia op haar debuut ook meteen te overtuigen met haar oorsprongsverhaal. Net zo streetwise als superieur wisselt ze Franstalige trap af met warme Engelstalige r&b of een handvol afrobeats. De plaat klinkt even sexy als strijdvaardig, even broeierig als boeiend. Genesis verklankt een muzikale coming-of-age en de zelfreflectie van een artiest die waanzinnig worstelt met zichzelf, maar de einder wel zelfverzekerd in het oog houdt.