TheaterrecensieEvery Word Was Once an Animal
Ontroerend Goed weet na meer dan twintig jaar nog steeds te verrassen ★★★★☆
In Every Word Was Once an Animal armworstelt Ontroerend Goed met de waarheid. Het resultaat is een voorstelling die intrigeert, vervreemdt en vaak doet lachen, maar vraag ons niet wie er uiteindelijk heeft gewonnen.
Uw medelijden vragen we niet, maar podiumrecensent zijn is ook niet altijd eenvoudig. Neem nu Every Word Was Once an Animal, de nieuwe voorstelling van Ontroerend Goed. De grootste kracht van dit stuk zit in de bevreemdende slotscène, dus daar zouden we graag een paragraaf of twee over doorbomen. Maar de scène boet ook aan kracht in als u er van tevoren te veel over weet, dus houden we het hierbij: het van de hak op de tak springende parcours dat de vijfkoppige cast in een uur aflegt, schrijdt glorieus over de eindmeet en laat het publiek verward maar voldaan achter.
In Every Word Was Once an Animal binden Karolien De Bleser, Charlotte De Bruyne, Aaron J. Gordon, Shôn Dale-Jones en Bas Vandendriessche de strijd aan met het idee van ‘De Waarheid’. Zo speelt het Gentse collectief opnieuw met de conventies van theater, een medium dat doorgaans steunt op de willing suspension of disbelief van de toeschouwers: zij moeten wat er op de bühne gebeurt voor waar aannemen, ook al weten ze dat het in scène is gezet.
Al in de absurde openingsscène wordt die standaard onderuitgehaald door De Bleser, die doodleuk komt vertellen dat dit “niet de openingsscène” is. Zo komt elke acteur afwisselend een scène spelen, waarin hij of zij zich ondertussen luidop afvraagt of die scène al dan niet klopt. Er worden brieven en mails voorgelezen van off-stage-personages, die vanuit het verleden of de toekomst schrijven. Als u dat wil geloven, tenminste.
Of, zoals de goochelende Vandendriessche ons herhaaldelijk op het hart drukt: “Trust me.” Maar wie een goochelaar vertrouwt, wordt bedot. Zo is het ook in deze voorstelling.
Every Word Was Once an Animal – zelfs de correcte uitspraak van de titel wordt overigens in vraag gesteld – wordt gespeeld op een quasi lege scène, met enkel drie rode toneelgordijnen, een staande microfoon. Occasioneel wordt er een maquette van het podium gebruikt: een kopie van het ‘echte’ podium, voor zo ver een toneelpodium ‘echt’ kan zijn. Zo stelt Ontroerend Goed een uur lang constant de vraag: wat is waar, en wat niet?
Wij weten het ook niet goed. Maar wat we, na die slotscène, wel zeker weten: Ontroerend Goed weet na meer dan twintig jaar zijn publiek nog steeds te verrassen.
Tot 29 augustus op Bijloke Wonderland. Vanaf oktober op tournee.