Film
"Nu ik erover nadenk: dit is een onnozele film"
Paterson gaat over een buschauffeur die gedichten schrijft en na zijn werkuren gaat wandelen met zijn hond. Het was de bewuste intentie van Jim Jarmusch om een film te maken waarin werkelijk niets gebeurde. En toch is Paterson een fascinerende prent.
Jarmusch heeft nooit veel nodig gehad om te boeien. Je zou zijn films bijna kleurloos kunnen noemen. Net als dat witgrijze haar, dat heeft hij al van toen hij jong was. Geen kleurspoeling. Op een dag verdween om de ene of andere reden de kleur uit zijn haar.
Jarmusch maakte zijn doorbraak met Stranger than Paradise, een zwart-witfilm waar alles wat trager ging dan we gewoon waren. Ook zijn volgende Down by Law was in zwart-wit, en al even traag. En hoewel zijn films sindsdien meestal in kleur zijn, ze zijn anders dan andere films. "Ik ga in tegen de verwachtingen, blijf weg van de mainstream, dat is nog altijd de punker in mij. Ik zet me af van alles wat een systeem is", laat hij optekenen in een suite van het veel te sjieke Pavilion de la Reine, op de Place des Vosges in Parijs.
New Yorkse school
"Ik wil me meteen excuseren", zegt hij nog voor hij een vraag beantwoord heeft. "Ik praat te veel en ik zeg weinig interessants." De monotone baritonstem waarmee hij spreekt zou slaapverwekkend zijn, mocht ze niet van zo'n fascinerende man zijn. Maar inderdaad, hij praat te veel. "Als je me gaat vragen of Paterson mijn meest persoonlijke film is, kan ik al zeggen dat ik niet weet wat ik daar op kan zeggen. Want dat zeiden de critici ook al na mijn vorige Only Lovers Left Alive. En destijds bij Broken Flowers was het ook al van dat. 'Zijn meest persoonlijke film', toeterden ze."
Persoonlijk of niet, de interesse voor poëzie deelt hij in ieder geval met zijn hoofdpersonage, bekent hij. "Toen ik uit Akron, Ohio wegtrok, waar ik geboren en getogen ben, kwam ik in New York terecht en daar was ik al vlug gefascineerd door de New Yorkse school van dichters. Ze nemen zichzelf niet te serieus. Hun gedichten waren vaak grappig en heel exuberant, en ze richtten zich niet tot de wereld, maar tot één welbepaalde persoon."
En dat doet hij ook als filmmaker, zegt hij. "We mikken niet op een bepaalde doelgroep en we trachten ook niet om een zo breed mogelijk publiek te bereiken. We maken gewoon iets wat we zelf zouden willen zien."
Hij spreekt over "wij" omdat hij dan wel zelf zijn scripts schrijft, maar vindt dat film een groepswerk is. "Toen we Stranger than Paradise maakten, deden we dat echt alleen voor onszelf. We dachten: dit is leuk, maar niemand zal dit zien en hierna zullen we nooit meer een film maken. Maar kijk, hier ben ik nog. En ik maak nog altijd de films die ik zelf wil zien."
Al geeft hij toe dat het moeilijker geworden is. Tegenwoordig moet hij zijn werk laten financieren door het Amerikaanse internetbedrijf Amazon. En was zijn naam "Buddy Billinsky of een andere naam zonder faam en ging ik bij Amazon met het script van Paterson aankloppen, dan hadden ze me waarschijnlijk lachend de deur gewezen. 'Wat? Een film over een buschauffeur die poëzie schrijft in New Jersey? Komaan!'"
Ouderwetse jongen
Ironisch eigenlijk dat Amazon een film financiert over een figuur die zich net afzet tegen alles wat digitaal en modern is. Paterson lijkt een figuur uit een vervlogen tijd. Hij gaat nog met de brooddoos naar het werk, heeft geen gsm en je ziet hem ook niet voor de computer. Maar daar moeten we volgens Jarmusch geen statement in lezen.
"Je moet helemaal niets lezen in de film. Niets heeft een betekenis. Maar ik kan je wel zeggen dat de computer en de mobiele telefoon me af en toe van pas komen, maar dat ik er mijn leven niet door laat leiden. Evenmin ben ik nostalgisch naar de tijd zonder gsm's, maar ik ben echt wel die phonezombies beu die op straat keer op keer tegen je opbotsen, omdat ze niet met hun voeten in het leven staan. Voor de rest vind ik de digitale apparatuur best wel handig. Ik monteer al digitaal sinds 1996. En tegelijk schrijf ik nog altijd met pen en papier, net als Paterson.
"Maar Paterson is gewoon een ouderwetse jongen. Hij leeft in zijn eigen wereld. Hij gaat naar zijn stamcafé omdat het voor hem een klein theater is. Daar kijkt hij toe op de kleine dingen die in andermans leven gebeuren. Eigenlijk is het een onnozele film, nu ik erover nadenk. De voornaamste premisse is dat de hond zijn poëzie opeet. Redelijk belachelijk."