InterviewNina Polak
Nina Polak over haar roman ‘Buitenleven’: ‘De leegte van het platteland heeft iets benauwends’
Hoewel Nina Polak haar roman Buitenleven al voor de pandemie aanvatte, verleende die haar plattelandspastiche annex liefdesverhaal extra urgentie. Terugkeren naar de natuur is een trend die zich op verschillende maatschappelijke domeinen doortrekt. Maar dat de plattelandsrealiteit vaak weerbarstiger is, ontdekken ook Polaks hoofdpersonages.
‘Ik ben Rivka niet”, benadrukt Nina Polak (35) bij het begin van ons gesprek, daarbij verwijzend naar het hoofdpersonage van haar derde, net verschenen roman over een lesbisch koppel, Rivka en Esse, dat op het platteland een minder gejaagd leven wil opbouwen.
Maar de inspiratie voor deze constellatie was wél autobiografisch. Voor de pandemie speelden Polak en haar vriendin, illustrator Loes Faber, namelijk met het idee om van Amsterdam naar het noorden van Nederland te verhuizen.
“Tot een paar jaar geleden kwam ik daar amper, maar dan verhuisde mijn moeder en vervolgens ook mijn beste vriend erheen. Toen werd ik ook nog eens verliefd op Loes, die uit Groningen komt.
“De leegte van het landschap daar is indrukwekkend. Toen we ontdekten dat daar best veel te koop stond, leek het ons wel wat om goedkoop iets aan te schaffen. Zo zouden we minder hard hoeven te werken.”
Maar dan kwam covid. Plots wilde iedereen een huis op het platteland, wat de prijzen omhoogstuwde. “Net als zovelen hebben wij de vastgoedboot gemist”, zegt Polak.
Toch voelde de schrijver ook enige opluchting. “Mijn vriendin is erg verbonden met het Groningse landschap, maar voor mij heeft die leegte ook iets benauwends. Volgens mij programmeert het landschap waarin je bent opgegroeid – in mijn geval de Randstad, dicht bij de zee – onbewust toch een zekere voorkeur.”
Herwaardering
Hoe groter, ingewikkelder, maar ook gevaarlijker onze wereld werd, hoe meer we gingen verlangen naar het kleine, simpele, veilige leven. Die trend is al even aan de gang maar raakte door de pandemie, en vervolgens ook de huidige kerndreiging, in een stroomversnelling.
In Nederland houdt de oververhitte vastgoedmarkt van Amsterdam nu ook het platteland in haar greep. In Frankrijk hebben ze zelfs al een woord voor alle uitgeweken stedelingen: néo-ruraux. In België wil een op de twee burgers ‘op de buiten’ wonen, bleek uit een recente rondvraag van de Confederatie Bouw. Mensen zijn op zoek naar rust, ruimte.
Dat boeken en tijdschriften ons om de oren slaan met verhalen over hoe goed de natuur voor ons is, draagt uiteraard alleen maar bij aan die hang naar het groene. Zo zou het gefluit van vogels de cortisol verlagen, zou een aanblik op een weidse, lege horizon kalmerend werken, en zouden wandelingen de creativiteit bevorderen.
Die maatschappelijk toegenomen aandacht voor ecologie heeft zich ook in de therapie doorgezet, weet Nina Polak, aangezien zij de voorbije jaren voor De Correspondent veel over geestelijke gezondheidszorg schreef.
“Er worden allerlei nieuwe behandelingen bedacht om mensen met behulp van de natuur beter te maken. Hoewel ik daar best sceptisch tegenover sta, zit er wel iets in de idee om niet alleen naar de sociale omgeving en achtergrond van de patiënt te kijken, maar ook naar zijn natuurlijke omgeving. Over de precieze invloed die het landschap waarin je leeft op je heeft, bestaat vooralsnog weinig kennis.”
Maar dat al die rust en stilte wel degelijk iets met je geestelijke gesteldheid doen, ervoer Polak toen ze zelf in Noord-Nederland verbleef.
“Ik voelde er een dreiging die ik niet helemaal kon vatten, net zoals mijn hoofdpersonage Rivka. Misschien door de fysieke leegte van het landschap, misschien omdat ze er niet thuishoort. Haar door depressies geplaagde vriendin Esse daarentegen knapt er echt van op. Zij ontdekt op het platteland juist dat ze niet gemaakt is om in de stad te leven.”
Ook in de literatuur, die vaak de tijdgeest probeert te vangen, indien niet te verwerken, is die herwaardering van de natuur zichtbaar. Zo is Polaks Buitenleven niet de enige roman over het rurale leven die dezer dagen in de boekhandel ligt.
In eigen land werken Bart Van Loo en Koen Broucke momenteel samen voor de nieuwe editie van Felix Timmermans’ Boerenpsalm. En vorig jaar verscheen de vertaling van Tamsin Calidas’ bestseller Ik ben een eiland, over haar verhuizing van Londen naar een Schots eiland om daar schapen te houden. Overigens geen louter succesverhaal: Calidas’ relatie liep er op de klippen en de eilandbewoners waren bijzonder vijandig.
Boomerangers
‘Was dit de mestgeur, variërend van vaag tot penetrant, waarin ze haar dagen zou doorbrengen? Ook de stilte had ze zich anders voorgesteld. Die werd doorboord door mysterieuze machinerieën die de velden doorkruisten.’ (uit ‘Buitenleven’)
“De eerste hoofdstukken van het boek gaan erg over dat verlangen om je met de natuur te verbinden, maar eigenlijk niet over de handvatten te beschikken om dat te kunnen doen”, zegt Polak.
‘Boomerangers’ noemen Engelstalige media stedelingen die naar het platteland verhuizen om uiteindelijk toch met de staart tussen de benen weer te vertrekken. Want te eenzaam, te stil, of te conservatief.
In Buitenleven ontdekken ook Rivka en Esse dat niet iedereen verheugd is met hun komst. ‘Potten’, wordt met verf dwars over de voorruit van hun auto gespoten terwijl ze op bezoek zijn bij de van televisie bekende psychiater Eva Alta, die ook in de streek woont.
Polak: “Ik wilde in het midden laten of die dreiging vanuit de dorpsgemeenschap er echt is, of dat het eerder om kwajongensstreken gaat en die angst vooral in Esses eigen hoofd zit.”
Eenmaal gesetteld op het platteland besluit Esse, aangemoedigd door Eva Alta, haar antidepressiva af te bouwen, wat spanningen met haar partner oplevert.
“Er zijn talloze theorieën over wat een depressie nu juist is”, zegt Polak. “Veel bekende Vlaamse psychiaters vinden dat we in een maatschappij leven die ons ziek maakt, en benadrukken dat depressie een ziekte van de samenleving is. Daar zit veel in. Maar depressie is complex. Ik denk dat biologische aanleg meespeelt, net zoals trauma, gezondheid, en zelfs natuurlijke omgeving.”
Die diverse opvattingen worden door de hoofdpersonages vertegenwoordigd. Zo denkt de rationele Rivka dat een depressie overwinnen een kwestie van wilskracht is, terwijl de door somberte geplaagde Esse juist verlichting vindt bij Eva Alta’s ecologische ideeën over mentale gezondheid.
‘Eva vertrouwde Esse toe dat haar nieuwe boek Virulent zou gaan heten. Het verweefde de geschiedenis van riolering in steden met een pleidooi voor mentale hygiëne in deze tijd waarin iedereen zichzelf en elkaar voortdurend op de lip zat, zowel fysiek als geestelijk. Een overdaad aan prikkels klotste als vervuild water door onze levens en we hadden een afwateringssysteem nodig. Ruimte nemen, een verbinding aangaan met de natuurlijke wereld zouden je weerstand verhogen tegen infectieuze en destructieve ideeën.’ (uit ‘Buitenleven’)
Ergens is Buitenleven ook een plattelandspastiche, vindt de schrijver zelf. Weliswaar zonder door te slaan naar satire, want ze wil nog steeds raken. Maar de figuur van tv-psychiater Eva Alta is wel degelijk een afspiegeling van een bepaald type non-fictieschrijver.
“Zo iemand die pontificaal achter z’n ideeën staat over hoe te leven, en met die ideeën schaamteloos de boer opgaat”, zegt Polak. “Ik vind dat iets heel wonderlijks − jaloersmakend zelfs.”
Opsmuk
“Als ik voor De Correspondent over het moderne leven schrijf, vind ik het eigenlijk interessanter om te kijken waarom dingen aantrekkelijk zijn in plaats van ze te verwerpen. Met dit boek wilde ik hetzelfde doen.”
Waar Polaks vorige romans best onstuimig waren qua stijl en opbouw, schreef ze ditmaal een klassiekere roman. Ze wilde zich bewust niet verschuilen achter ‘intellectualisme’.
“Het gebeurde namelijk weleens dat een lezer me zei dat hij het een mooi verhaal vond, maar veel niet begrepen had”, verklaart ze. “Dat is toch blijven hangen.”
“Terwijl ik vroeger nog dacht: dan neem je er maar een woordenboek bij, ben ik door de jaren, vermoedelijk ook door mijn journalistieke werk, meer waarde gaan hechten aan helderheid. Dat is trouwens ook moeilijker: elk woord moet kloppen.”
Alle literaire opsmuk en intellectuele reflecties die zich in eerdere versies van Buitenleven bevonden, schrapte ze. “Die eenvoud vond ik wel bij het thema passen. Tegelijk voelt het daardoor ook erg naakt. Kwetsbaar.”