TentoonstellingKunst
Nieuwe ‘Kunstuur’-expo vertelt verhaal van gestolen Ensor: ‘Gevonden in de duinen’
Op de nieuwe Kunstuur-expo vertelt voetballer Radja Nainggolan naast het James Ensor-schilderij Mijn dode moeder over de tatoeage ter ere van zijn eigen moeder. Maar nog opmerkelijker is het verhaal van Christa Verledens, die een gestolen werk van Ensor terugvond in de duinen.
“Dit is de allereerste keer dat ik dit verhaal vertel.” Op de vierde tentoonstelling van het Kunstuur in Mechelen, georganiseerd door Hans en Joost Bourlon, delen (bekende) Vlamingen persoonlijke herinneringen bij beroemde schilderijen. Een van de werken, Gezicht op Mariakerke, toont de kerk van Mariakerke, waar Ensor ligt begraven, en de duinen, die op aandringen van de kunstenaar werden beschermd als natuurgebied.
Het zijn die duinen waar Christa Verledens in de zomer van 1980 met haar kinderen kwam. “We hadden schopjes en emmertjes bij, en ik begon een put te maken. Tot ik op iets hard stootte: een plastic zak, met de naam ‘Ensor’ erop. We bleven graven tot het schilderij bovenkwam. We hebben het in een deken gewikkeld en zijn ermee naar de rijkswacht in Oostende getrokken.”
Vindersloon
Het schilderij bleek het beroemde Zelfportret met bloemenhoed, dat twee jaar eerder werd gestolen uit het museum van Oostende. “We hebben er een vindersloon voor gekregen”, herinnert Verledens zich. “We hadden een huis in aanbouw en hebben er een terras mee aangelegd.”
Een van de andere drie Ensor-schilderijen die in 1978 werden geroofd, is ook op het Kunstuur te zien. Het gaat om Mijn dode moeder. “De dieven geraakten na een nachtelijke klimpartij met een touw binnen en sneden de schilderijen uit hun lijsten. De kunstroof wordt als een van de belangrijkste van de vorige eeuw beschouwd”, vertelt een voormalig undercoveragent. “Er werd een poging ondernomen om losgeld te droppen met een vliegtuig, op een plek die met lichtsignalen van beneden werd aangeduid.”
Uiteindelijk werd het terugbezorgd aan het parket van Brugge. Tegenwoordig hangt het in het Oostendse Mu.ZEE, maar dat gaf het, net als Gezicht op Mariakerke, in bruikleen aan het Kunstuur. Samen met 28 andere werken, van onder meer René Magritte, Léon Spilliaert en Eugeen Van Mieghem. Journaliste Phara de Aguirre vertelt bij een werk van Victor Leclercq dan weer over haar vader, die voor de Spaanse Burgeroorlog vluchtte. Voetballer Radja Nainggolan koos voor Mijn dode moeder. Omdat hij op zijn rug ook een kunstwerk ter ere van zijn overleden moeder draagt: een immense tatoeage. “Het is een kunstwerk dat nooit gestolen zal worden.”
Het Kunstuur 4, van 16 mei tot 30 november in de Heilige Geestkapel in Mechelen.