Maandag 29/05/2023

AchtergrondBoeken

Nieuw boek zoomt in op weduwen wereldwijd: van sterven met je echtgenoot tot rituele reiniging

Een Indiase vrouw wordt getroost nadat haar man omkwam bij een aardbeving in 2015. Beeld AFP
Een Indiase vrouw wordt getroost nadat haar man omkwam bij een aardbeving in 2015.Beeld AFP

In een patriarchale samenleving kun je maar beter geen vrouw zijn, dat is bekend. Maar helemaal te mijden is: weduwe worden. Literatuurwetenschapper Mineke Schipper schreef een boek over het lot van alleen achtergebleven vrouwen, van Queen ­Victoria tot kindbruidjes in Malawi.

Marnix Verplancke

Hoe is het Eva eigenlijk vergaan nadat Adam het tijdelijke voor het eeuwige had ingeruild? In de Bijbel moet je geen antwoord zoeken op die vraag, maar er bestaan wel een aantal apocriefe verhalen over. Zo zou Adam zijn vrouw op zijn sterfbed opgedragen hebben de kinderen en kleinkinderen nogmaals uit te leggen wie er schuld aan had dat zij uit de tuin van Eden waren verjaagd en dus sterfelijk waren geworden. Daarna zou hij zijn laatste adem uitgeblazen hebben en in de hemel opgenomen zijn, Eva alleen achterlatend, rijp voor de vergetelheid. Zo gaan bijna al die verhalen – behalve een uit Jemen, waarin Adam en Eva samen sterven en opgehaald worden door de engel Gabriël.

Volgens Mineke Schipper, emeritus hoogleraar interculturele literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden, typeert dit de wijze waarop we tot de dag van vandaag naar weduwen kijken. Of eerder hoe we er niet naar kijken, want over het algemeen acht men hen amper een blik waardig. Net daarom schreef Schipper er een boek over, en ook wel omdat er 258 miljoen weduwen op aarde zijn en tien procent van hen in extreme armoede leeft.

De redenen daarvoor zijn divers maar komen vaak op hetzelfde neer: men gelooft dat de ­weduwe besmet is door de dood van haar man, misschien is ze er zelfs schuldig aan, en vaak kan ze maar beter van het toneel verdwijnen omdat de familie van de gestorvene diens bezittingen wil inpalmen.

In Weduwen. Een nooit vertelde geschiedenis heeft Schipper het over de manieren waarop in verschillende culturen met weduwschap omgesprongen wordt, welke eisen op het vlak van rouw en seksuele onthouding van weduwen verlangd worden en hoe deze zich soms verplicht zien om samen met de ­gestorvene in vlammen op te gaan.

Nee, toont Schipper ook, dit is niet louter een verhaal van India en Afrika, het gaat ook over onze streken. De bekendste weduwe is bijvoorbeeld de Britse Queen Victoria, die veertig jaar rouwde om haar Albert, ’s avonds een kom heet water naar haar kamer liet brengen zodat haar gestorven echtgenoot zich zou kunnen scheren en zijn kleren liet klaarleggen voor de ochtend nadien.

En ook in Noord-Holland en Zeeland kon je tot een halve eeuw geleden nog vrouwen zien die jarenlang in de rouw bleven en hun hoofd verborgen voor de wereld.

Verplicht luidkeels jammeren

In sommige culturen wordt van weduwen verlangd dat ze lang en luid jammeren om de gemeenschap te tonen hoeveel verdriet ze hebben. Op de Trobriandeilanden in Papoea-Nieuw-­Guinea begint de zwaarste huwelijkstaak daarom pas na de dood van de echtgenoot. Van de weduwe wordt verwacht dat zij maanden- of soms zelfs jarenlang in een hut luidkeels zit te jammeren, en dit onder het constant toeziende oog van de achterdochtige familie van de gestorven man. Iedere verflauwing van het gejammer wordt automatisch aanzien als een schending van de familie-eer.

Tot aan de begrafenis staan anderen haar bij in de rouw. Eens die achter de rug, wordt ze in een kleine kooi in haar huis opgesloten en aan de strengste taboes onderworpen. Zo mag ze nooit naar buiten, ook niet om haar behoefte te doen. Haar lichaam wordt dik ingesmeerd met roet en vet. Ze kan alleen fluisteren en mag geen voedsel of drank aanraken met haar handen. Alleen wat anderen in haar mond stoppen is toegelaten. Pas na zes maanden tot twee jaar komt hieraan een einde. Dan mag ze luidop spreken en eten met haar eigen handen. Ze mag de kooi uit, wordt gewassen en na een ceremonie wordt ze rijp verklaard voor een nieuw huwelijk.

Waartoe dient dit alles, kunnen we ons afvragen. Volgens Mineke Schipper is het antwoord daarop veelzijdig. Enerzijds moet de weduwe aan de familie van de gestorvene bewijzen dat ze altijd een goede echtgenote is geweest, dat ze veel om haar man gaf en dus zeker niet verantwoordelijk was voor zijn dood. Maatschappelijk gezien is de functie dubbel. De weduwe wordt heel erg in de gaten gehouden, zodat ze niet in een ‘wilde’ staat vervalt, maar tezelfdertijd geeft dit ritueel vrouwen ook een bevoorrechte rol in de omgang met de dood, en daardoor een bijzondere sociale ­positie. Mannen jammeren immers niet.

Een rouwende weduwe in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Beeld Photo News
Een rouwende weduwe in de Centraal-Afrikaanse Republiek.Beeld Photo News

In sommige Indiase hindoeculturen werd van weduwen geëist dat ze samen met hun dode man zouden sterven – of verder leven, zoals dat dan meestal werd gezegd. De sati, zoals die weduwe werd genoemd, wat staat voor ‘de ideale echtgenote’, werd dan verondersteld naast de dode op een brandstapel te gaan liggen, waarna hun oudste zoon die in brand moest steken. Een weigering werd niet getolereerd, en zou ook voor de weduwe in kwestie ongelukkig uitpakken, wist men, want alleen zij die netjes mee met hun man in de vlammen opgingen maakten kans om in een volgend leven niet opnieuw een vrouw te zijn.

De Britse koloniale overheid had het moeilijk met deze culturele traditie. Enerzijds hanteerde zij een politiek van indirect rule en probeerde ze zich afzijdig te houden. Anderzijds kwam deze weduweverbranding ook regelmatig ter sprake in het Lagerhuis en kwam men steeds tot dezelfde conclusie: dat iedereen ertegen was en hoopte dat ze zo gauw mogelijk zou verdwijnen. In feite waren ook veel hindoes ertegen en was de praktijk illegaal sinds 1829. Maar zoals het wel vaker gaat met discriminatie tegen weduwen gebeurde er weinig wanneer de wet werd overtreden. Zo was er in 1987 nog een weduweverbranding die de wereldpers haalde, en weet men dat ze in arme en afgelegen streken in Noord- en Midden-­India nog steeds voorkomen.

Bij het woord ‘weduwe’ denken wij bijna automatisch aan een oude vrouw, maar het Child Widows Report van 2018 schat dat wereldwijd 1,36 miljoen weduwen jonger dan 18 zijn. In Afrika ten zuiden van de Sahara is het aantal kindhuwelijken het grootst. In Niger trouwt 76 procent van de meisjes voor hun 18de, 28 procent zelfs voor ze 15 jaar zijn. In feite zijn kindhuwelijken wereldwijd verboden, maar in de strijd tussen lokale culturen en internationale wetgeving winnen steevast de ­eerste.

Klassiek is dat oudere mannen met geld een meisje willen huwen en haar vaak arme familie daar dan makkelijk mee instemt. In veel culturen zijn dochters immers een blok aan het been omdat het een schande is wanneer ze niet trouwen en ze een financiële put achterlaten wanneer ze dat wel doen – de bruidsschat moet immers nog jarenlang afbetaald worden. Dan is zo’n ouwe rijkaard een mooie oplossing, zij het dat die natuurlijk ook snel sterft en de schuld daarvoor steevast in de schoenen van het meisje wordt geschoven. De dood van de man is een teken dat het meisje in een vorig leven zwaar heeft gezondigd, zegt men bijvoorbeeld in India.

Het lot van een kindweduwe is niet benijdenswaardig. Zij wordt de verantwoordelijkheid van haar schoonfamilie, die haar bijna altijd wil laten boeten. Ze krijgt weinig eten, moet sjofele kleren dragen en mag geen feesten bijwonen omdat ze ongeluk brengt. En als ze echt pech heeft, wordt ze verstoten en komt ze in een kindertehuis tussen andere kindweduwen ­terecht.

Rituele reiniging

In bepaalde culturen in Kenia, Tanzania, Malawi, Zambia en Zimbabwe heerst het geloof dat de dood van de man de weduwe verontreinigt. Er is daardoor nood aan een rituele reiniging die neerkomt op seks met een familielid van de gestorvene, of een beroepsreiniger. Bij de Keniase Luo trekt deze laatste van dorp naar dorp en biedt zijn diensten aan, die naast een aantal dagen seks ook hulp bij het ploegen en zaaien van het land en reparaties in huis inhouden – al worden deze laatste steeds vaker verwaarloosd. Aan het einde van de ceremonie, die tot een week lang kan duren, worden de onreine kleren van de weduwe verbrand, scheert de beroepsreiniger haar hoofd kaal, wordt een kip geslacht en is de vrouw klaar voor een nieuw leven. Of de dood natuurlijk, want nogal wat beroepsreinigers zijn dragers van hiv, en condooms zijn tijdens het reinigingsritueel uit den boze.

Omwille van hiv en andere soa’s stapt men steeds meer over op symbolische ­reiniging, waarbij de borst van de weduwe met wonderolie of maïsmeel wordt ingewreven of waarbij met geneeskrachtige kruiden wordt gewerkt die de weduwe zelf moet verzamelen.

Net zoals ongeveer overal zien we ook hier dat het lot van weduwen er minder wreed op wordt – al doet het dit vaak wel heel erg traag. Zo is het in veel Afrikaanse culturen nog steeds vanzelfsprekend dat een vrouw die weduwe wordt niet alleen haar man, maar ook haar kinderen verliest; die worden automatisch eigendom van de familie van de overledene. Vorig jaar nog had Schipper daar op een congres in de Tanzaniaanse hoofdstad Dar es Salaam een gesprek over met een Afrikaanse collega, vertelt ze in haar boek. “Natuurlijk gaan de kinderen naar de man,” merkte hij half als grap, maar duidelijk ook half gemeend op, “die ligt immers bovenaan wanneer ze gemaakt worden.”

Mineke Schipper, Weduwen. Een nooit vertelde geschiedenis, Prometheus, 248 p., 22,50 euro

null Beeld RV
Beeld RV

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234