CultuurStrips
Nieuw Asterix-album is anders dan de rest: ‘Dit is onze ‘Kuifje in Tibet’’
In hun nieuwe strip trekken Asterix en Obelix naar Rusland, en om die voor te stellen organiseerde de uitgever een grootse maar vooral ook streng beveiligde voorstelling. ‘Logisch toch, voor Europa’s beste verkopende stripreeks’, klonk het. Verslag vanop de eerste rij en een interview met scenarist Ferri.
“En dan neem ik uiteraard uw smartphone in beslag, dat spreekt.” Het is dat ene opmerkelijke zinnetje aan het begin van de persconferentie dat die maandagmorgen, in de aula van de Parijse uitgeverij Hachette, de toon zet. We schrijven 11 oktober. Pas over tien dagen liggen de vijf miljoen exemplaren van de nieuwe Asterix in de rekken, maar eerst wordt een leger aan Europese media uitgenodigd om een blik op te vangen van de eerste tekeningen en verhaallijn van het nieuwe album.
Covid-pas? Check. Door de redactie ondertekende geheimhoudingsclausule? Check. Naam op de lijst? Check. We zijn binnen. De regels zijn even duidelijk als strikt. Eerst de persconferentie volgen, nadien het langverwachte album lezen. In een afgesloten ruimte. In aanwezigheid van security. En - dat spreekt - zonder smartphone. De angst dat er andere beelden lekken dan dewelke vandaag worden getoond, is groot.
In de hoek van de perszaal staat een metershoge griffioen in namaaksteen, terwijl op de flatscreens rondom ons de eerste beelden worden vrijgegeven. Daarop sneeuw, amazones, yurts en natuurlijk: de griffioen, hoofdrolspeler in dit 39ste album.
Tekenaar Didier Conrad is ziek, dus staat de Franse scenarist Ferri er alleen voor. Al doen ook Sylvie en Anne, de dochters van respectievelijk Uderzo en Goscinny, hun duit in het zakje. De eerste benadrukt dat het haar vader, die anderhalf jaar eerder overleed, voor het eerst ontbreekt bij zo’n persrelease. De tweede neemt ongevraagd het woord wanneer een journalist de recente boekverbranding in Canada ter sprake brengt waar ook Europese strips, zoals Asterix, in de fik werden gezet. Dat haar vader zou gruwen van zo’n enge visie, zegt ze stellig.
Cijfers halen we later bij CEO Céleste Suruque (50). Of al de moeite rond de release niet wat trop is? “Een nieuwe Asterix is een exceptioneel evenement. Het is geen marketingtruc, de fans verwachten iets als dit. We spreken over 385 miljoen exemplaren sinds 1959. In Frankrijk groeit de verkoop met 25 procent. In Spanje 11 procent, in Duitsland 8 procent en in Nederland en Vlaanderen 7 à 8 procent. Niet weinig. Dus dit mag een feestje zijn.”
Sneeuw
De soep wordt uiteindelijk minder heet gegeten. Op de vierde etage van Hachette, de Asterix-verdieping, mogen we het album lezen mét de smartphones in onze broekzak. Persattachée Laurence plaatst zich enkel strategisch in onze buurt om een oogje in het zeil te houden.
Vanachter zijn tafel, beaamt even later een doodmoeë scenarist Jean-Yves Ferri (61) wat eerder die dag diverse malen werd geponeerd: Asterix en de griffioen is ‘onze Kuifje in Tibet’. “Net zoals dat Kuifje-album verschilde van alle andere in de reeks, is dat ook zo met Asterix en de griffioen. Ons witte album. Ik wist op voorhand dat ik deze keer de regels wilde buigen.”
Album 39 mag dan alle ingrediënten hebben van een traditioneel Asterix-album, toch zegt de Fransman dat je niet alle karakteristieken van de reeks kunt blijven herhalen. “Bij elk album verwacht iedereen bijvoorbeeld dat Asterix en Obelix gaan reizen in een Europees land. Wel, voor dit album zochten we het verder. De bestemming is minder belangrijk dan de expeditie naar de griffioen.”
Ontbreekt evenzeer: stereotypen van een bepaald ras. Hoewel talloze landen al decennia klagen over de stereotype benaderingen, willen ze maar al te graag het decor zijn in Asterix. Via toeristische diensten blijven ze aan de mouw trekken van zowel uitgevers als auteurs. “Bij elke promo-tour in Portugal wordt er naar gevraagd,” zucht Ferri. “Ik blijf herhalen: ‘Waarom niet? Maar we hebben eerst en vooral een goed verhaal nodig.”
Ook Nederland in ongeduldig, zegt hij. Net als China, “waar ze de Asterix-films konden pruimen”. Rusland, de hoofdlocatie in dit 39ste album, vroeg dan weer niets.
De vraag waarom er nu zo weinig karikaturen opdraven, begrijpt hij wel. “In de hoofden van mensen leek het systematisch te gebeuren, maar Uderzo en Goscinny maakten slechts enkele albums met karikaturen. Soms zag je inderdaad een peloton aan acteurs, musici of sportlui voorbij razen. In andere albums vind je er niet één.”
In Asterix en de griffioen valt slechts één echte karikatuur van een bekend figuur op: Michel Houellebecq. Onder de naam Ondecjeplecjus fungeert hij als geograaf van Caesar en leidt hij de expeditie naar de griffioen. Waarom Houellebecq? “We hadden een intellectueel nodig. Bovendien heeft hij een opvallende fysiek, en is hij een van die Franse schrijvers die in vele landen herkenning oproept.”
Dat ’s mans reputatie hem voorafgaat, erkent Ferri. “Maar in dit album komt zijn karakter niet aan bod, enkel zijn uiterlijk. Het klopt dat hij in Frankrijk en daarbuiten voor polemiek zorgt en een enge visie verkondigt over hoe een maatschappij er moet uitzien. Maar als karikatuur heeft hij vooral een grappige kop.” (Minzaam lachje). Maar weet je, dat verwachtingspatroon... Iedereen verwacht ook altijd piraten. Of maatschappijkritiek. Laten we Asterix vooral verrassend houden.”