Pukkelpop
Nicolas Jaar op Pukkelpop: zoeken, tasten, vinden
Het concert van Nicolas Jaar in de Marquee beleefde je alsof je met een blinddoek om in een labyrint werd gedropt. Alleen wie geduld opbracht om écht te luisteren, vond de uitweg. Want: space is only noise if you can see.
Een kwartier: zo lang duurde het voor Nicolas Jaar een eerste beat liet horen. Voordien had hij ons al blindelings gedropt tussen basdreunen, orgelachtige klanken, ritselende geluidjes en spookachtig gekraak. Het effect? Verveling bij de enen, onthaasting bij de anderen. De eersten gingen elders feesten, de laatsten werden door de Amerikaanse Chileen langzaam meegenomen naar waar hij ze wilde hebben.
Jaar mikte niet op de snelle climax, de extase of de euforie. Dance is voor hem ook politieke muziek, en dat laatste aspect hoorden we op Pukkelpop tijdens ‘Three Sides of Nazareth’, waarin hij met een diepe stem bromde: “I found my broken bones by the side of the road” – een verwijzing naar de gruwelen die in Chili plaatsvonden onder dictator Augusto Pinochet.
Zachte roes
Ook in ‘No’ stak de turbulente historie van het thuisland van zijn ouders de kop op: nee was de uitslag van een referendum waardoor Pinochet uiteindelijk het veld moest ruimen. Hier verbond Jaar het politieke met het persoonlijke: het individu dat nee zegt en zo de loop van de geschiedenis kan bepalen.
Maar moest je dat allemaal weten om van Jaar te genieten? Nee. Wie zich concentreerde op het uiterst verfijnde geluid, kwam evengoed in een zachte roes terecht. Al moest je wel tegen wat bochtenwerk kunnen. Zoals aan het eind een lange lichtstaaf langzaam voor het podium kantelde, zo veranderde Jaar voortdurend van sfeer en tempo.
Nu eens hoorden we in het duister tastende jazz of druppelende dub, en dan weer abstracte soulsamples of complexe, maar opzwepende Zuid-Amerikaanse ritmes. Wie zijn aandacht éven liet verslappen, kon zich plots in een heel andere wereld bevinden.
Extreme close-ups
En wat een rijkdom aan details hoorden we. Jaar leek voortdurend andere laagjes uit zijn geluid te filteren, isoleren en manipuleren. Een soort van extreme close-ups, net zoals de beelden op de zijschermen plots inzoomden op zijn gezicht, neus of ogen.
Makkelijk was Jaars set in de Marquee nooit – soms voelde het aan alsof we ineens braille moesten lezen zonder enige voorkennis – maar die feestelijke opstootjes, met het briljante ‘Space Is Only Noise’ als hoogtepunt, zullen we niet licht vergeten.