PortretNicolas Cage
Nicolas Cage is de hardst werkende acteur in Hollywood. En misschien ook wel de beste
Nicolas Cage (58) werd beschouwd als een van de beste acteurs van zijn generatie, maar is tegenwoordig bekender door de memes die over hem circuleren dan door de films die hij maakt. In The Unbearable Weight of Massive Talent kijkt Cage de karikatuur die hij is geworden in de ogen.
“Ik zie het niet als een carrière. Ik zie het als werk”, zegt een aan lager wal geraakte Hollywood-ster tegen zijn psycholoog in The Unbearable Weight of Massive Talent. “Is daar iets mis mee?”
De naam van de aan lager wal geraakte ster in Massive Talent is Nick Cage. En het personage wordt vertolkt door… Nicolas Cage. Een karakteracteur wier indrukwekkende carrière de laatste twee decennia afkalfde tot een aaneenschakeling van jobs, zo leek het wel. Met een aantal nog uit te komen projecten erbij staat het aantal titels op zijn cv op 110. Daar zitten heel wat klassiekers bij, van de Coen Brothers-komedie Raising Arizona over het karakterdrama Leaving Las Vegas, waarvoor hij een Oscar won, tot de actiefilm Face/Off. Maar er zitten, zeker sinds de eeuwwisseling, ook heel wat stinkers tussen. Denk aan de remake van The Wicker Man, aan de geflopte avonturenfilm Season of the Witch of aan het legendarisch slechte Left Behind.
In promo-interviews voor The Unbearable Weight of Massive Talent heeft Cage keer op keer benadrukt dat hij in niets lijkt op het personage dat hij vertolkt, maar drie jaar geleden zei hij in een interview met The New York Times exact wat zijn karikaturale alter ego tegen zijn psycholoog vertelde. “Ik heb nooit een carrière gehad, alleen werk.”
Bromance met een maffiabaas
Het is een van de grootste sterktes van Massive Talent: de erg dunne lijn tussen de fictieve Cage en de echte Cage. Of beter gezegd: het beeld dat het brede publiek heeft van de echte Cage. Van de uitzinnige acteur die bekend is om zijn overacting. Van de spilzieke Hollywood-ster die vier keer scheidde en zijn jongste zoon Kal-El noemde, naar de geboortenaam van Superman. Van de gekke karikatuur die bij een jong publiek bekender is omwille van YouTube-compilaties als ‘Nicolas Cage Losing His Shit’ en groteske memes.
The Unbearable Weight of Massive Talent speelt daar slim mee. Nick Cage (het personage dus) grijpt, ondanks een doorleefde, spontane auditie op de parking van een restaurant, naast de hoofdrol in de nieuwe film van een gewaardeerde regisseur. Met elke slok whisky die hij neemt, verliest hij meer en meer het respect van zijn dochter en ex-vrouw en lijkt zijn bankrekening leger en leger te worden.
Nick Cage besluit op pensioen te gaan maar eerst nog een miljoen op te strijken door het verjaardagsfeestje van een Spaanse superfan (Pedro Pascal) bij te wonen. Er bloeit een bromance tussen de twee, tot Cage door de CIA wordt ingeschakeld om zijn nieuwe buddy onschadelijk te maken omdat die een machtige maffiabaas blijkt te zijn. Het leest als de plot van een van de dertien-in-een-dozijn-actiefilms die de echte Nicolas Cage met de regelmaat van de klok inblikte. Alleen is deze film van Tom Gormican meer dan dat – net omwille van de slimme manier waarop het imago van Cage een personage op zich wordt. En de manier waarop Cage dat, met zijn massieve talent, invult.
Tweekoppige slang
Nicolas Kim Coppola werd geboren als het neefje van The Godfather-regisseur Francis Ford Coppola: hij speelde in diens Rumble Fish, The Cotton Club en Peggy Sue Got Married, maar veranderde zijn achternaam naar Cage om beschuldigingen van nepotisme te vermijden. Intussen lijkt de link tussen Cage en de hoogdagen van Hollywood heel dun geworden, vanwege de jarenlange dip in zijn carrière. De dagen dat hij een lucratieve filmster was, liggen al ruim twee decennia achter ons. En het fortuin van 150 miljoen dollar dat hij in de jaren 1990 vergaarde met succesfilms als The Rock, Con Air en Face/Off investeerde hij onder meer in een bizarre collectie huisdieren, waaronder twee cobra’s en een tweekoppige slang, die hij nadien wegschonk aan een dierentuin omdat de twee koppen elkaar aanvielen wanneer hij de slang trachtte te voederen.
Daarnaast kocht Cage de ene woonst na de andere, waaronder het LaLaurie-huis in New Orleans, dat volgens de overlevering behekst is, en kastelen in Duitsland, Engeland en de States. Volgens de filmster was vastgoed de beste investering die hij destijds kon doen – tot de huizenmarkt crashte. “Het leeuwendeel van alles wat ik had verdiend werd zo ongeveer weggevaagd”, herinnerde hij zich in The New York Times. Cage was de Amerikaanse belastingdienst 14 miljoen dollar verschuldigd, terwijl zijn financiële gloriejaren in Hollywood al achter zich lagen. Films als The Sorcerer’s Apprentice en Season of the Witch flopten en Cage verhuisde naar Las Vegas, omdat je in Nevada geen staatstaks betaalt.
Ondertussen probeerde hij zijn schuld af te lossen door te werken. Door films te maken. Véél films te maken. “Wat ik niet ging doen, was het faillissement aanvragen. Ik voelde een soort trots om mij hieruit te werken”, aldus Cage. “In elke andere business is hard werk iets om naar op te kijken. Waarom niet in filmperformance?”
Het antwoord op die vraag, is: omdat je dan veel slechte films maakt. Dat hij nog steeds buitenissige aankopen deed, zoals de schedel van een tyrannosaurus rex die hij achteraf moest afstaan omdat de verkoper het fossiel illegaal uit Mongolië had gesmokkeld, droeg alleen maar bij aan zijn reputatie van een has-been die de pedalen kwijt is. In Massive Talent wordt er naar Cages vermeende spilzucht geknipoogd wanneer hij een levensgroot wassenbeeld van zichzelf ziet. “Het is grotesk. Hoeveel heb je hiervoor betaald?” Wanneer de eigenaar “6000 dollar” antwoordt, schiet Cage meteen terug: “Ik geef je er 20.000 voor.”
Over the top
Toch is het een “misvatting”, zegt Cage steevast, dat hij alleen naar de set gaat voor een loonbrief. “Toen ik vier films per jaar deed”, oreerde hij recent in het mannenblad GQ, “moest ik nog steeds iets vinden om me volledig te kunnen geven. Sommige waren geweldig, zoals Mandy, maar andere werkten niet. But I never phoned it in.”
De hallucinogene wraakfilm Mandy illustreert misschien wel het best dat Cage ook in deze fase van zijn carrière nog steeds een briljant acteur is. Als hij een regisseur of schrijver vindt die bereid is even ver over the top te gaan als hijzelf, zo lijkt het wel, kent Cage nog steeds zijn gelijke niet. Niet toevallig schitterde hij als een gekke scenarist in Adaptation van de al even gekke Charlie Kaufman, en niet toevallig was hij op zijn best in Bad Lieutenant van de notoir krankzinnige cineast Werner Herzog. Net zoals de surrealistische David Lynch hem ruim dertig jaar geleden een uitstekende prestatie ontlokte in Wild at Heart, toen Cage nog de lieveling van de Amerikaanse auteurscinema was. Als alle flops bewezen dat hij de hardst werkende acteur in Hollywood was, dan bewezen de occasionele hits – ook Joe en het recente Pig vallen daaronder – dat hij nog steeds een van de beste acteurs in Hollywood is.
Picasso
Dat vinden zijn collega’s overigens ook. Lynch omschreef hem als “de jazzmuzikant van het Amerikaanse acteren”, en de lof van Ethan Hawke, die naast Cage speelde in Lord of War, is nog groter. “Hij is de enige acteur sinds Marlon Brando die iets nieuws heeft gedaan met de acteerkunst”, stelde Hawke negen jaar geleden, omdat hij “ons heeft weggetrokken van een obsessie met naturalisme”. Daar valt iets voor te zeggen. Doorgaans worden acteerprestaties gelauwerd als de acteur lijkt te verdwijnen in zijn personage: heel wat Oscars gaan niet toevallig naar sterren die helemaal opgaan in een beroemdheid, zoals Meryl Streep als Margaret Thatcher of Daniel Day-Lewis als Abraham Lincoln. Maar Nicolas Cage is altijd Nicolas Cage. En dat wil zeggen: larger than life.
“Ik ben Picasso niet”, vertelde Cage onlangs in een interview met Vanity Fair, “en ik voel een grote aarzeling om mezelf in dezelfde zin te vernoemen als Picasso. Maar als de zoon van een vader die professor was en geïnteresseerd was in kunst, stelde ik vragen als: ‘Papa, waarom maakt hij portretten van mensen met hun twee ogen aan dezelfde kant van hun gezicht?’ En hij zei: ‘Wel, dat was zijn visie.’ Ik zei: ‘Wel, kan hij ook gewone mensen tekenen?’ Waarop hij: ‘Wel, natuurlijk kan hij dat. Hij heeft zichzelf bevrijd.’ Ik vroeg me af: kun je dat ook met filmperformances doen?”
Het is een typische Cage-metafoor: een beetje omstandig en voorzien van een cultureel verantwoorde referentie – zo verkiest hij zelf niet de term ‘acteur’, maar de term ‘thespiaan’, die zijn oorsprong vindt bij Thespis, de eerste acteur in het oud-Griekse theater. Maar het vat wel de essentie van Cages acteerstijl. Hij is niet geïnteresseerd in een waarheidsgetrouwe performance. Hij wil een nieuwe werkelijkheid scheppen, zoals Picasso. Of misschien nog accurater: zoals Edvard Munch. Als Nicolas Cage een schilderij was, dan zou hij De schreeuw zijn: grotesk, expressionistisch, vol van grote emoties die overdreven, zelfs een tikje kinderachtig lijken, maar tegelijk niemand onberoerd laten.
Cage Rage
Cage zelf omschrijft zijn acteerstijl, niet geheel gespeend van pretentie, als “nouveau shamanic” of “western Kabuki”, verwijzend naar een oude Japanse danstheatertraditie. Hij weigert acteren te zien als “overtuigend liegen”, legde hij uit in The New York Times. “Waarom niet experimenteren? ‘Western Kabuki’ betekende voor mij: laten we all the way out gaan. ‘Nouveau shamanic’ is niets anders dan proberen om je verbeelding te verhogen om te kunnen performen zonder het te moeten faken.”
Ook in Massive Talent wordt voortdurend geknipoogd naar termen als ‘nouveau shamanic’ en naar zijn voorliefde voor highbrowcultuur. Een van de titels die daarbij het vaakst terugkomt, is die van Das Cabinet des Dr. Caligari: een ruim honderd jaar oude stille Duitse film die wordt gezien als het toppunt van de Duits-expressionistische cinema. Ook de liefde voor zulke films heeft Cage te danken aan zijn vader. “Ik keek films als Das Cabinet des Dr. Caligari en Nosferatu en Fellini’s Giulietta degli spiriti toen ik vijf jaar oud was”, stelde hij in 2013 in The Guardian. “Ik dacht: oké, kan ik dat vandaag ook doen? Als je naar Vampire’s Kiss kijkt, draait dat allemaal om de herinnering aan Nosferatu: die Duitse, expressionistische acteerstijl.”
Vampire’s Kiss is een ietwat obscure horrorkomedie uit 1988, over een uitgever die denkt een vampier te zijn. Dat de film toch een reputatie heeft, is te danken aan de extatische rol van Cage – en aan het internet. Een freeze frame van de acteur met wijd opengesperde ogen en het bijschrift ‘You don’t say?’ werd een beroemde meme. En een fragment waarin Cages personage al tierend beschrijft hoe je documenten op alfabetische volgorde moet klasseren werd een hit op YouTube, een voorbeeld van de zogenaamde ‘Cage Rage’. De ooit zo gelauwerde thespiaan vergaarde meer succes op het net dan in de bioscoop.
‘Niet gek’
Cage heeft een ambivalente houding ten opzichte van zijn uit de context gerukte populariteit op het wereldwijde web. “Het houdt me relevant voor een generatie die helemaal om YouTube draait”, erkende hij in The Guardian, al heeft hij het niet zo begrepen op de memes van zijn gezicht. “Ik begrijp nog altijd niet volledig waarin de fascinatie schuilt met mijn gezicht of mijn gezichtsuitdrukking in die memes”, vertelde hij aan GQ. Al vertelde hij er ook bij dat Massive Talent een manier is “om te omarmen wat met mij is gebeurd”.
We kunnen alleen maar hopen dat ook het bioscooppubliek en Hollywood Cage nu weer durven te omarmen. En dat zijn occasionele uitspattingen buiten zijn werk worden ondergesneeuwd door de rollen die hij vertolkt. “Dat ik gek ben is een misvatting die mensen blijkbaar leuk vinden, dat ik een madman ben”, stelde hij nog in GQ. “Maar je kunt geen 43 jaar overleven in Hollywood of meespelen in meer dan 120 films als je gek bent. Dan word je niet gecontracteerd. Dan gaan ze niet meer met je werken.” Om er nadien nog aan toe te voegen: “Ik ga me nu focussen op kieskeurig zijn, zo kieskeurig als ik maar kan zijn. Ik zou nu graag elke film maken alsof het mijn laatste is.”
The Unbearable Weight of Massive Talent (★★★☆☆) speelt nu in de bioscoop.