Pukkelpop
Mumford & Sons op Pukkelpop: middelmaat als rode draad
Jammer dat de artiestennaam al bezet is: BadBadNotGood zou beter bij Mumford & Sons passen.
Waarom staan Mumford & Sons, zeven jaar na hun enige noemenswaardige plaat, nog zo hoog op de affiche? We hoopten het mysterie zaterdagavond te ontrafelen, maar helaas, het is ons niet gelukt.
We zijn er - met maar liefst dertien stuks - wél in geslaagd het wereldrecord ‘geeuwen in één minuut’ te verbreken. Met dank aan ‘Ghosts We Know’, de meest slaapverwekkende song die dit weekend voet aan grond zette in Kiewit.
Mumford & Sons namen in 2009 een hoge vlucht na het succes van hitsingles ‘Little Lion Man’ en ‘The Cave’. En het waren niet toevallig die twee songs die zaterdagavond voor zeldzame opflakkering zorgden. Dat het na debuutplaat Sigh No More bergaf ging, vertaalde zich helaas ook naar het optreden. Middelmaat was de rode draad doorheen de set van de Britse band.
Schoolkameraden
Ze begonnen nochtans aardig met ‘Little Lion Man’ en ‘Holland Road’. Het voelde als een fijn weerzien met oude schoolkameraden, maar we ontdekten meteen daarna waarom die vrienden niet veel later uit ons leven zijn verdwenen. Mumford & Sons kozen na het succes een weg uit die naar arena’s leidt, en wij verkiezen kleine clubs.
Vroeger waren ze sympathieke tooghangers, vandaag blijft er nog weinig van die vlotte dorpsmentaliteit over. Wanneer je Mumford 2.0 fileert, krijg je tonnen pathos, behapbare refreinen en weidse melodieën. Ideaal voor een headliner zou je denken, met het verschil dat deze songs zelden bleven hangen.
'Lover of the Light', 'Tompkins Square Park' of 'Believe' waren nummers waar je niet naar zou omkijken wanneer ze op een doordeweekse dag je pad kruisen, en daar lag het probleem van Mumford & Sons. Ze hadden confetti nodig om de aandacht te trekken, daar waar net de muziek die taak zou moeten invullen.
Mouwvegen
In de categorie mouwvegen scoorden Mumford & Sons wél goede punten. “Dit is ons favoriete festival”, slijmde zanger Marcus Mumford. We wilden het bijna geloven, zij het niet dat hij in 2015 dezelfde woorden gebruikte om Rock Werchter in zijn binnenzak te steken.
Het lukte hem evenwel niet om de weide in te pakken. Enkel de eerste tien rijen warmden zich op aan de goedkope stadionfolk, de rest mopperde. “Is dit het?”, zuchtte een twintiger, vooraleer af te druipen. En dat is zonde, omdat ‘The Cave’ toonde dat ze een neus hebben voor ingenieuze, verslavende folk.
Met ‘The Cave’, ‘Little Lion Man’, ‘I Will Wait’ en ‘The Wolf’ waren er vier bewijzen dat Mumford & Sons vooral goed is wanneer ze authenticiteit boven kitsch verkiezen. Binnenkort volgt er een nieuwe plaat. We hopen oprecht dat ze terug naar de basis keren. Of ze zien ons niet meer.