Zaterdag 25/03/2023

InterviewYves Petry

‘Moordgedachten geven me als schrijver energie en inspiratie’

Yves Petry: ‘Waarom is seksualiteit niet wat vaker een feest?’ Beeld Wouter Van Vooren
Yves Petry: ‘Waarom is seksualiteit niet wat vaker een feest?’Beeld Wouter Van Vooren

In Overal zit mens kruipt Yves Petry (55) in het hoofd van een potentiële moordenaar die zijn daad stijlvol goedpraat. En passant krijgt de menselijke soort menige veeg uit de pan. ‘Het individu is de kleinste en kwetsbaarste minderheid geworden.’

Dirk Leyman

In zijn achtste roman Overal zit mens legt Yves Petry met uitbundig stilistisch vermogen de perfide motieven van bosingenieur Kasper Kind bloot. Dat hyperintelligente heerschap beraamt een moord op zijn ex-lover Max De Man. Petry-liefhebbers zullen ongetwijfeld smullen van Overal zit mens, dat thematisch talloze zijpaadjes inslaat en vol brisantbommetjes schuilt. “Ik hoop vooral dat het een helder boek is, met de nodige humor”, zegt Petry. “Ik ben een auteur van de klare lijn. Ik streef naar muzikaliteit en elegantie in een taal waarin je ook duistere dingen kunt zeggen.”

Praten met Petry is een robbertje mentale acrobatie. Ook omdat de schrijver graag de touwtjes in handen houdt én bulletpoints paraat heeft over wat hij precies in een interview kwijt wil. In zijn rijwoning pronkt op de huiskamerschouw fier de oorkonde van de Libris Literatuurprijs 2011 voor De maagd Marino, maar aan ornamentiek doet Petry verder amper. Hier regeert de geest, niet de materie, en staat alles in functie van de literatuur. “Ik leef uiterst sober, maar het kan nog soberder – misschien moet ik ooit onder de grond gaan zitten? (lacht) Ik heb geen rijbewijs, Ik vlieg niet veel, ik heb weinig bezitterigheid in mij. Er valt dan ook niets te hebben. Hebben is een spookachtige bezigheid. Ik richt me veel liever op het ‘zijn’”, zegt Petry met de milde zelfspot die geregeld rond zijn lippen krult.

In uw vorige roman De geesten sprak u zich expliciet uit over de wereld en de tijdgeest en nam u de humanitaire derdewereldhulp op de slof. ‘Wedden dat mijn volgende boek weer intiemer wordt?’, stelde u toen. Is het zo uitgedraaid?

“Het is een mengeling geworden van iets heel intiems en iets maatschappelijks, denk ik. Mijn hoofdpersonage Kasper Kind is een bosingenieur die een moord beraamt op de publieks­intellectueel Max De Man. Een eerste reden daarvoor is dat Max uitblinkt in ijdelheid verpakt als engagement, en geen sikkepit waarachtigheid bezit. Maar beiden hebben ooit ook een relatie gehad. Dus er zou een passioneel wraakmotief kunnen meespelen, een gevoel van verraad dat twintig jaar lang sluimerde.”

Het boek draagt als ondertitel ‘Een moordfantasie’. Met andere woorden, hoe serieus moeten we die plannen van Kasper nemen? Hij lijkt vooral een immens behagen te scheppen in het filosoferen over zijn potentiële daad.

“Ik schrijf graag over hoe de waanzin zich van iemand meester maakt. En dan liefst in de eerste persoon, om de zinsverbijstering van binnenuit te laten spreken. Dat is een bevredigende manier van schrijven voor me, zoals ik ze ook in De maagd Marino beproefde, waarin een kannibaal centraal stond. Hier is Kasper in eerste instantie een vrij normaal iemand. Ik laat zien hoe zijn gedachten de kracht van een onontkoombare obsessie krijgen.”

BIO

• geboren in Tongeren op 26 juli 1967 • studeerde filosofie en wiskunde • kernredacteur van tijdschrift DW B • schrijver en essayist • publiceerde o.m. Het jaar van de man, De laatste woorden van Leo Wekeman, De achterblijver, De maagd Marino (Libris Literatuurprijs), Liefde bij wijze van spreken en De geesten

Doet ie of doet ie het niet?, zo lijkt u de lezer te teasen. Toch is Overal zit mens geen thriller. Daarvoor wordt er te veel nagedacht.

“Kasper vindt het belangrijk dat zijn actie geen anonieme terroristische moord is, geen dwaze schietpartij, geen bloedbad van dertien in een dozijn. Het gaat om een afrekening van man tot man. Hij wil zijn slachtoffer dat ook duidelijk maken. Maar hoe doe je dat? Dat vraagt om een grondige voorbereiding. Je kunt niet zomaar drie minuten een exposé staan geven voor de neus van iemand die je neerschiet.” (lacht)

Er komen steeds weer figuren met geweld­dadige trekjes én uitbarstingen voor in uw romans. ­Vanwaar die fascinatie voor radicaliserende witte ­mannen?

“Laat ik duidelijk stellen dat mijn personages geen spreekbuis zijn van mezelf. Moordgedachten geven me als schrijver wél energie en inspiratie. (grinnikt) Radicaliseren is trouwens geen kinderspel. Er komt veel bij kijken. Dat doelgerichte isolement, die concentratie en volharding. Het is niet zomaar domweg je haatgevoelens achternalopen. Hier gaat het om een behoorlijk intelligent personage dat eerlijk worstelt met zijn motieven. De doorsneeterrorist in de reële wereld, die is wellicht veel armer van geest. En van gevoel.”

Overal zit mens, de krachtige titel van dit boek, blijft je bij én laat Petry toe met stilistische wellust en rondspokende geestigheid te freewheelen over de geldingsdrang van onze soort. De mens drukt overal zijn stempel op, is omnipresent in de biosfeer. ‘Geen stukje mos, geen druppel uit de zee, geen staaltje van de bodem of de eeuwige sneeuw zonder dat het miljoenen moleculen mens ­bevat.’

Maar Overal zit mens handelt ook over het feit dat de collectiviteit het individu bijna vergruizelt én opslorpt. Niet op een communistische manier, maar: ‘Het zijn de miljoenen die ons fascineren, niet het individu. Wereldveranderaars van allerlei slag – ondernemers, politici, journalisten, publicisten en activisten – zien het steevast grootschalig en wijden hun krachten aan het beheer van de massa’s.’ En: ‘Velen voelen zich inmiddels zelfs meer bedrukt door de mogelijkheid van een planetaire catastrofe dan door de zekerheid van de eigen dood’, staat er ook. ‘Aan de delicate uniciteit van het ik hechten we geen belang of geloof meer’, aldus de in zijn hoofd orerende Kasper.

“Dat is geen nieuwe vaststelling”, doceert Petry. “Talloze filosofen maakten ze al vanaf het begin van de industriële revolutie of in de Duitse romantiek. Er is ook die befaamde zin van Heidegger: ‘Ieder is de ander, en niemand is zichzelf’, uit Sein und Zeit, dat intussen bijna honderd jaar oud is. Hoe actueel: op sociale media ben je niets meer zonder de bevestiging of goedkeuring van anderen. Of zoals Kasper het in een van zijn vurige oprispingen formuleert: ‘We zijn gedegenereerd tot een ras van gebrainwashte papegaaien en gefotoshopte poseurs. Ons innerlijk leven afgevlakt tot een laagje pixels.’”

'Sommige mensen blijven hangen aan hun ouders. Ik heb meer respect voor wie tijdig afstand neemt.' Beeld Wouter Van Vooren
'Sommige mensen blijven hangen aan hun ouders. Ik heb meer respect voor wie tijdig afstand neemt.'Beeld Wouter Van Vooren

En dan is er de klimaatopwarming en de milieuproblematiek die u toch een behoorlijk opvallende rol schenkt. Het bos Mirandel staat bijna symbool voor de aftakeling van een idyllische ruimte. U munt er zelfs een mooie, nieuwe term voor: Waldschmerz.

“Ik ben zelf een groot bos- en natuurliefhebber en Mirandel is geboetseerd naar het Meerdaalwoud ten zuiden van Leuven, waar ik graag ga wandelen en fietsen. Ik kan de neergang helaas met eigen ogen vaststellen. De ene rampzalig droge zomer na de andere zorgt ervoor dat de bomen beginnen af te sterven. De kruinen komen niet meer vol. Een boswachter vertelde me dat we van de grote beuken op onze breedtegraad stilaan afscheid moeten nemen.”

Niettemin hekelt u bij monde van uw personages ook de zogenaamde ‘klimaathysterie’? Wat verstaat u daaronder?

“Vooreerst: ik schat de situatie ernstig in, geloof me. De klimaatopwarming gaat bij wijze van spreken niet zomaar weg als we dakisolatie aanleggen. Maar het is ook niet zo dat als het klimaat onder controle is gebracht, we niet meer zouden sterven, hè. Er wordt enig vals sentiment rond verspreid.

“We gaan ons eigen leven, de eigenheid van ons individuele bestaan, niet redden door de klimaatobjectieven te vrijwaren. Daarvoor hebben we eerder iets als kunst nodig. Alleen maar aan de toekomst denken maakt het heden op zich nog niet waardevol. Op den duur wordt dat een soort afleidings­maneuver om te verhullen dat we vaak niet goed weten wat we met onze individualiteit moeten aanvangen.”

Kortom, u bent niet bang van hogere ­zeewaterstanden?

“In Antwerpen mag je al ongerust worden, in Leuven duurt het een tikje langer voor we aan de beurt zijn. (lacht) De natuur zal zich trouwens wel redden, dat is niet het einde van het biologische leven. Maar goed, het zal voor veel mensen uitdraaien op een catastrofe. Bovendien is de wereldorde nu wel heel fragiel. We zullen nog meer de schijn van humanisme en universalisme moeten afleggen. Het handhaven van ons welvaartspeil zal een strakker beleid vergen. De houding tegenover vluchtelingen zal wellicht verharden. En het ‘ieder voor zich’ zal toenemen.”

Nog zo’n terugkerend element is die soms afgronddiepe, existentiële verweesdheid van de hoofdfiguren. In Liefde bij wijze van spreken waren de ouders van Jasper en Kristien ­Fielinckx bij een bizar auto-ongeluk om het ­leven gekomen. Hier zijn de ouders van Kasper en Eva verongelukt bij een ramp met een luchtballon.

“Er lopen inderdaad in al mijn romans ouderloze hoofdpersonages rond. Het symboliseert hun mentale filosofische thuisloosheid. Maar tegelijk laat ik familieverhoudingen altijd wringen.” Ook dat is geen persoonlijk verhaal, zegt Petry. “Afstand nemen van de ouders is van alle tijden. Familie is gewoon iets waar je jezelf van moet lospeuteren. Sommige mensen blijven hangen aan hun ouders. Ik heb meer respect voor wie tijdig afstand neemt.

“Ik kom uit een laaggeschoolde familie en toen ik wiskunde en filosofie begon te studeren aan de universiteit, schiep dat automatisch enige afstand. Dat heeft iets spijtigs, zeer zeker, tegenover je ouders die je het beste gunnen. Maar ik heb ook altijd een verbondenheid behouden. Mijn vader is over­leden maar ik zal mijn moeder nooit verloochenen.”

Ook Céline, de dochter van Eva, lijkt te kampen met een verregaande ontheemding. “Klopt, maar ik wilde haar toch ook tot een toonbeeld maken van een bewuste jongere, die niet zo goed raad weet met haar toekomst in een wereld die zelf geen toekomst lijkt te hebben. Dat is stukken acuter dan in de doemjaren tachtig, waarin het klimaatthema minder prangend was. Ik stop allerlei actuele dilemma’s in het personage van Céline, ja.”

Zo wordt er stevig geworsteld met die identitaire manier van praten over lichaam, lijfelijkheid en seks. We lezen dat ‘lgbtq+ haar geschikter leek om te verwijzen naar een of ander raar object uit een ver sterrenstelsel dan naar een reëel menselijk iets. Alsof er geen seksualiteit kon bestaan zonder etiket! (…) Geloofden die seksactivisten echt dat zij dat minderheden­geleuter nodig had om zichzelf te zijn?’

Hoe denkt u er zelf over?

“Ik vind dat het nu soms wat doorslaat. Historisch en geografisch gezien leven we qua seksualiteit in een van de meest vrije samenlevingen die ooit hebben bestaan. Met vrijheid in sociaal, cultureel en juridisch opzicht. Waarom dan zoveel bits- en bitterheid? Er is veel onvrijheid gekomen in het spreken over gender. Dat identitaire denken verziekt de geesten eerder dan ze te bevrijden. Vroeger waren er twee hokjes – man/vrouw, dat was wel eng, toegegeven – maar ga je dat te lijf door steeds meer hokjes bij te bouwen?

“Seksualiteit is nu eenmaal een bron van chaos, dat weten we al millennia. Waarom is seksualiteit niet wat vaker een feest? Waarom moeten geslacht en seks zo gepolitiseerd worden? Altijd maar weer die taal van het trauma, de onderdrukking en het slachtofferschap. Saai, hoor.

'In het diepst van onze gedachten zijn we iets intrigerenders dan een man of een vrouw. Zijn dat uiteindelijk geen oppervlakkigheden?' Beeld Wouter Van Vooren
'In het diepst van onze gedachten zijn we iets intrigerenders dan een man of een vrouw. Zijn dat uiteindelijk geen oppervlakkigheden?'Beeld Wouter Van Vooren

“Nog iets wat ik niet goed begrijp: je hebt activisten die beweren het binaire denkkader te doorbreken. Bijvoorbeeld door zichzelf non-binair te verklaren. Tegelijk lijken ze in hun identiteitsvorming als geen ander geobsedeerd door het binaire genderdenken, dat heen en weer pingpongt tussen man en vrouw. Alsof dat de fundamentele polen in het menselijk leven zouden zijn. Niets is minder waar, volgens mij. In het diepst van onze gedachten zijn we iets intrigerenders dan een man of een vrouw. Zijn dat uiteindelijk geen oppervlakkigheden?”

U staat bekend als een hooggestemd verdediger van de literatuur, als domein bij uitstek waar je dergelijke thema’s kunt exploreren. Is het meer dan ooit een bedreigde branche aan het worden? En hebt u die vrijheid nog voldoende, vindt u?

“Ik zou alleszins willen dat literatuur – welke schrijver wil dat nu niet? – een grotere plaats kreeg in de publieke sfeer. Het wordt lang niet meer beschouwd als een bovenal artistieke activiteit. Ook niet in de literaire wereld zelf, hoor. Het draait om de verkoop of het entertainmentgehalte, of ja, literatuur wordt geacht ten dienste te staan van een betere wereld, van inclusie of diversiteit. Ik vind dat literatuur helemaal niks moet. Met engagement en activisme, daar moeten anderen zich maar mee bezighouden.”

U cultiveert ontegensprekelijk een soort ­einzelgängerschap. En uw vaak weinig ­aaibare personages laten zich evenmin ­makkelijk etiketteren.

“Het individu is de kleinste en kwetsbaarste van alle minderheden. En literatuur moet daarvoor strijden én opkomen. Door het in bescherming te nemen én er iets moois en belangrijks van te maken, op een esthetische manier. Ik voel me zelf een individu dankzij het lezen van uiteenlopende schrijvers als bijvoorbeeld Vladimir Nabokov of Samuel Beckett. Schrijvers die je het idee geven: wat kan het een geweldig avontuur zijn om fixaties te hebben, een hoogstpersoonlijke smaak en levensgevoel te cultiveren, een bloedeigen waarheid te bezitten. En dat vervolgens zo precies mogelijk onder woorden brengen. Heerlijk!”

Yves Petry, 'Overal zit mens', Das Mag, 250 p., 22,99 euro.

 Beeld rv
Yves Petry, 'Overal zit mens', Das Mag, 250 p., 22,99 euro.Beeld rv

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234