InterviewMoby
Moby brengt een deprimerende documentaire over zichzelf uit: ‘Er zit een zelfdestructieknop in mijn brein’
Moby herwerkte zijn bekendste songs met een symfonisch orkest voor het prestigieuze klassieke label Deutsche Grammophon. Eind deze week verschijnt ook een autobiografische documentaire, die zich laat bekijken als een ouroboros van gitzwarte shit.
Gaat het wel zo lekker met Moby vandaag? Eind deze week verschijnt een documentaire over zijn carrière, waarin de 55-jarige muzikant een ronduit deprimerende lezing van zijn leven geeft. Zelfmoord, alcoholisme en een gekreupeld zelfbeeld worden daarin gebracht als een soort tragikomedie. Of als een therapeutische sessie, zo u wil. Die laatste wordt trouwens ook als een sketch opgevoerd in de docu, waarin de therapeut de diagnose stelt van “a sad, broken, human being”.
Elders voert Richard Melville Hall, zoals hij echt heet, een re-enactment op van zijn jeugd, met een afwezige moeder die jong sterft en een vader die onder invloed verongelukt met zijn wagen wanneer Moby amper twee jaar oud is. Dat doet hij dan weer met een poppenshow. Je wíl er wel de humor van inzien, maar het blijft slikken. Ook wanneer hij vertelt over de gevaren van alcoholgebruik in zijn eigen leven, waarbij hij na een rondje bezopen groepsseks wakker wordt met de uitwerpselen van een anonieme partner over zijn vege lijf. “Daar is níéts roemrijks of spannends aan”, grinnikt Moby wanneer we hem aan de lijn krijgen. “Maar ik wil ook tonen dat die excessen in mijn leven vaak deerniswekkend waren. Ik nam me wel voor om de enige persoon te zijn die ik bewust voor de bus gooi in de documentaire. Ik heb in mijn donkerste dagen vast ook anderen in mijn val meegesleurd, maar die namen noem ik nu natuurlijk niet. Alleen mezelf voer ik op ter publiek vermaak.”
Eminem
Kritiek en zelfspot zijn inderdaad nooit ver weg in de documentaire, maar beschimping en afkeuring zijn Moby natuurlijk al langer niet vreemd. De voorbije jaren zat hij zelfs meer dan ooit op de schopstoel. Was dat niet bij zijn voormalige nemesis Eminem, dan wel bij vlijmscherpe recensenten of ongenadige klavierridders op sociale media. Toen hij onlangs tweette dat er in een wereld vol veganisten geen kans op een pandemie was geweest, kwam hem dat zowel op hoongelach als ongefilterde woede te staan. “Ik sta nog steeds achter mijn woorden”, zegt hij vandaag. “Maar ik moet leren om wat vaker mijn grote mond te houden. Om die reden werd ik in het verleden niet altijd even geweldig afgeschilderd in de pers. Meestal vond ik dat niet terecht. Maar ik kan evenmin ontkennen dat er een soort zelfdestructieknop in mijn brein zit. Als het ineens heel goed gaat in mijn leven, druk ik daar al eens op.”
Uit masochistisch leedvermaak? Of naïeve onwetendheid? Misschien wel omdat hij sowieso altijd wat sociaal onaangepast was, sinds zijn jeugd? “Ik geloof dat je geen van de drie voornoemde pistes kan uitsluiten,” grinnikt hij ongemakkelijk. “Ik voelde me altijd een elfdeklasser als burger. Niet eens tweedeklas, néé, nog een paar divisies lager speelde ik mee in de samenleving. Dan lonkt de Absolute Leegte. Ik heb nooit gedacht dat ik een knip voor de neus waard zou bevonden worden, en daarom verweerde ik me niet wanneer dat zwarte gat me dreigde op te slokken.”
Dat zelfdestructieve kantje heeft hij nog steeds niet helemaal in de hand. In zijn memoires Then It Fell Apart (2019) grossierde hij al in ranzige bekentenissen over zijn seksleven, een ongebreidelde verslaving en dito depressie, maar daarnaast beweert Melville in deze autobiografie ook nogal onkies dat de “bloedmooie actrice Natalie Portman” hem op een date vroeg toen zij twintig was, en hij een dertiger. Daar gaf Portman zelf een andere lezing aan. “Ik was verrast om te horen dat hij de erg korte periode waarin ik hem kende, bestempelt als daten”, schreef ze in een publieke verklaring. “Zelf herinner ik mij een veel oudere man die zich creepy gedroeg, toen ik net mijn middelbare school had afgerond. Hij schrijft dat ik twintig was. Dat was absoluut niet zo. Ik was een tiener. Net achttien.”
Aanvankelijk bleef Moby vasthouden aan zijn verhaal, en staafde hij zijn beweringen lomp met een snapshot waar beide samen poseren, en zij met een ongemakkelijke glimlach in de lens kijkt. De put die hij voor zichzelf had gegraven, werd er alleen maar groter op. Uiteindelijk besefte Moby dat hij beter door het stof kon gaan. Maar zijn publieke verontschuldigingen waren too little, too late in deze tijden. Moby was verbrand.
De naam Natalie Portman laten we bewust niet vallen tijdens het interview. We spreken hem via de telefoon, en het zou niet de eerste keer zijn dat een beroemdheid plots een technische storing op de lijn veinst om de hete kolen te vermijden. Indirect verwijzen we wel naar het incident, omwille van een opmerkelijke scène in de documentaire. Daarin vertelt hij over een hotel waar hij zichzelf op een donkere nacht uit het raam wil storten. In diezelfde anekdote vertelt hij gespeeld nonchalant over alle grote sterren die op dat ogenblik op dezelfde etage sliepen. Zowel in zijn memoires als in de documentaire maakt hij haast een erezaak van narcistisch namedroppen. “Ik begrijp waarom je dat zo ziet. Maar ik ben heus niet zoals een Donald Trump, die aan schaamteloze self-aggrandizement doet. In het verleden heb ik me wel vaker bezondigd aan pochen, maar dat kwam voortdurend uit een gevoel van onzekerheid. Als je weinig liefde voor jezelf kan opbrengen, heb je de rest van de wereld nodig om je te vertellen dat je meetelt. Mogelijk was dat wel het grootste sluipende gif in mijn geest.”
David Bowie als buur
“Misschien had ik er in het verleden beter aan gedaan om wat vaker bewust uit de spotlights te verdwijnen,” voegt hij daar schroomvallig aan toe. “Toen Play in 1999 uitkwam, en na een trage start plots tien miljoen exemplaren verkocht, belandde ik op de A-lijst van celebrity’s. Een van mijn bekendste vrienden was mijn buurman David Bowie, de grootste sterren toonden interesse. In theorie had ik alles voorhanden om mezelf het gevoel te geven dat ik op de top van de wereld stond. Maar net toen ging ik mentaal helemaal ten onder. Ik werd steeds afhankelijker van drugs en alcohol, terwijl de feesten ook steeds wilder en exuberanter werden. Al herinner ik me daar niet meer zoveel van. Het enige waarvan ik overtuigd ben, is dat ik me voortdurend heb aangesteld als een zelfzuchtige flurk. Dat is niet zelden de collateral damage van alcoholmisbruik: je gaat niet ineens bedachtzamer om met de gevoelens van vrienden, familie of geliefden. Integendeel.”
Op zijn 43ste verjaardag, in 2008, kon je als toerist of toevallige voorbijganger de muzikale ster bewusteloos aantreffen op de trappen buiten zijn appartement in New York. Bedekt onder zijn eigen braaksel na een legendarische slemppartij. Daarna ging het snel in een neerwaartse spiraal. Een maand later probeerde hij zich van het leven te beroven. “Maar zelfs dáár mislukte ik deerlijk in. Ik keek in de spiegel en zag mezelf als rockbottom: láger kon een dieptepunt zich niet aandienen. Op papier had ik alles wat ik maar wilde in mijn leven, maar ik lag nu eens te creperen als een zwerver in mijn eigen kots, dan probeerde ik op een andere manier dood te gaan. Depressie is verschrikkelijk, maar drank is dan écht de baarlijke duivel. Zoals ik eerder in mijn boek getuigde, kreeg ik het gevoel dat ik mijn DNA vergiftigde met alcohol. Het was alsof ik een pasgeboren kind aan benzine liet lurken.”
Zo voelden we ons eerlijk gezegd ook na het bekijken van de documentaire. “Ik vind het misschien minder donker”, lacht hij. “Omdat ik me vandaag zo’n beetje voel als Bilbo uit The Lord of the Rings, die uitkijkt over een kalme zee en een frisse kelk water drinkt. Op dit eigenste moment bel je me terwijl ik op een terras zit aan mijn villa in Zuid-Californië, met een heerlijk theetje. Daar zou ik ook een documentaire of memoires over kunnen maken, voor de volledigheid. Maar dat verhaal zou zo vervelend vredig zijn dat geen kat er aandacht aan zou besteden. Elke dag is exact dezelfde, en ik ben daar perfect tevreden mee. Maar er zijn geen goeie verhalen meer te rapen bij mij.”
Wel bij zijn muziek dan? Omdat recyclage milieuvriendelijk is, herwerkte de ecologisch bewuste Moby zijn hits met een symfonisch orkest voor het prestigieuze label Deutsche Grammophon. Voor een artiest die al jaren rock, punk, disco en dance aan elkaar lijmt op de grote zomerfestivals klinkt dat misschien wat zonevreemd. Maar wie de artiest al sinds de beginjaren volgt, merkte zijn voorliefde voor klassieke muziek al op zijn doorbraakalbum Everything is Wrong (1995). “Bovendien was mijn moeder pianiste, en mijn overgrootmoeder gaf les in klassieke compositie. Zelf speelde ik klassiek en jazz tot mijn dertiende, en mijn muziekleraar hoopte zelfs dat ik een soort wonderkind kon worden. Maar toen besefte ik ineens dat punkcovers rammen in een garage veel geiniger was. (lacht) De eeuwige puber in mij moest nu dan ook de angst overwinnen om met zo’n orkest van 140 man op het podium te staan. Ben ik dit wel waard? Het was wonderlijk, maar tegelijk was ik me voortdurend bewust van het feit dat ik de minst getalenteerde persoon op dat podium was. (denkt na) Wie weet had je daarnet wel gelijk. Misschien probeer ik zo groots mogelijk te denken, omdat ik mezelf vaak zo klein voel. Maar zolang daar op zijn minst iets moois uit voortvloeit, doe ik vast wel íéts goed?”
Reprise verschijnt bij Deutsche Grammophon op 28/5, samen met een documentaire die online verschijnt.