InterviewMilo Rau en Édouard Louis
Milo Rau en Édouard Louis wilden met ‘The Interrogation’ geen vrijblijvend theater maken: ‘De meeste kunst is laf’
Voor ‘The Interrogation’ slaat NTGent-directeur Milo Rau de handen ineen met Édouard Louis, het wonderkind van de Franse literatuur. De twee vinden elkaar in hun ambitie om met het theater de wereld te veranderen, maar hun samenwerking dreigde heel even op een mislukking uit te draaien. ‘Onze vriendschap is alleen maar dieper geworden.’
“Je bent gek. Je kunt niet weglopen van een project met Milo Rau.” Dat zei de beroemde Franse actrice Isabelle Huppert tegen de jonge, succesvolle schrijver Édouard Louis (30), toen die overwoog om uit Raus voorstelling The Interrogation te stappen. “We waren al enkele maanden aan het samenwerken toen Édouard me een e-mail stuurde”, herinnert Rau (45) zich. Louis vult aan: “Om te zeggen dat ik uiteindelijk niet zeker was of ik dit project wel wilde doen, dat hij misschien beter een stuk maakte zonder mij.”
Het is zondag 2 mei 2021, en aan de andere kant van onze Zoom-link zitten Milo Rau, de beruchte Zwitserse theatermaker en NTGent-directeur, en Édouard Louis, de jonge Franse succesauteur van romans als Weg met Eddy Bellegueule (2014) en Geschiedenis van geweld (2016). We spreken elkaar in het licht van de nakende première van The Interrogation, een door Rau geregisseerde voorstelling waarvoor Louis niet enkel de tekst leverde, maar ook op scène zou staan.
Twee dagen voor de première verschijnt in plaats van een interview met hen een kort nieuwsbericht in deze krant: de première van The Interrogation op het Brusselse Kunstenfestivaldesarts wordt uitgesteld. “We zijn momenteel in gesprek met de artiesten, en zullen kijken naar nieuwe data voor het project”, zegt Kunstenfestivaldesarts in een mededeling. Er doen geruchten over artistieke meningsverschillen de ronde, maar die wuift Milo Rau vandaag weg. “We hebben gewoon ontdekt dat het stuk niet werkte als Édouard zelf op scène stond. We wilden wel, maar het lukte niet. We zaten vast, en we vonden geen uitweg. We zijn er op dat moment gewoon mee gestopt, want time was running out. Dus hebben we gezegd: we zien later wel hoe het verder moet.”
Volgende week kent The Interrogation eindelijk zijn Belgische première, in “good old Ghent”, zoals Rau opmerkt. “We hebben er inmiddels wel al een redelijk grote internationale tournee op zitten. We zijn in maart in première gegaan in Amsterdam, we hebben een lange reeks gespeeld in Parijs, en daarna hebben we nog Kroatië en Duitsland gedaan. Maar het is fijn om nu te landen in Gent. Eindelijk kunnen we deze voorstelling in België spelen.”
Het is een première zonder Édouard Louis. Of toch: zonder Édouard Louis in levenden lijve. De auteur-acteur is wel, als zichzelf, te zien op het grote scherm, terwijl acteur (en Louis-lookalike) Arne De Tremerie hem vertolkt op de bühne. Zodra die beslissing werd genomen, “is het heel snel gegaan”, zegt Rau. “Ik moet bekennen dat deze aanpak, met een andere acteur die Édouard speelt, eigenlijk veel interessanter is. Édouard zit er wel nog in op video: dat spiegeleffect voegt een extra laag toe, het is veel logischer dan de schizofrene, verwarrende aanpak die we eerst in gedachten hadden. Als je het mij vraagt, houdt het nu veel meer steek.”
Directe impact
Het mag dan wel op vraag van Kunstenfestivaldesarts zijn gebeurd, maar eigenlijk is het niet meer dan logisch dat de Zwitser en de Fransman twee jaar geleden de handen ineensloegen: ze bewonderen elkaars werk, en ze hebben een soortgelijke filosofie als het op kunst aankomt. Louis’ boeken zijn autobiografisch en van een zelden geziene eerlijkheid: in Weg met Eddy Bellegueule beschrijft hij zijn jeugd in een armoedig arbeidersgezin uit een dorpje in Picardië, waar de jonge Eddy Bellegueule, zoals Louis vroeger heette, het slachtoffer wordt van pesterijen en homofobie; in Geschiedenis van geweld beschrijft hij hoe hij in zijn Parijse flat werd verkracht en bijna werd vermoord. De naakte kwetsbaarheid waarmee Louis zichzelf opvoert in zijn werk, is eindeloos fascinerend, maar vaak ook ongemakkelijk.
Op een gelijkaardige manier verwerkt Rau de biografieën van zijn acteurs in zijn stukken: Familie (2020) werd gevoed door het gezinsleven van acteurs An Miller en Filip Peeters en hun twee dochters, in Orestes in Mosul (2018) injecteerde hij de Griekse tragedie met de levensverhalen van Iraakse acteurs die leefden in de door IS vernietigde stad Mosoel. “We hadden duidelijk gemeenschappelijke interesses”, vertelde Rau ons tijdens het interview in 2021. “We delen dezelfde strijd, we hebben dezelfde waarden, we kennen veel dezelfde mensen”, vulde Louis toen aan. “Bij Kunstenfestivaldesarts voelden ze blijkbaar dat we veel gemeenschappelijk hadden.”
Ook in The Interrogation loopt Louis’ persoonlijke geschiedenis als een rode draad door het stuk. “Édouard en ik houden van de vorm van een getuigenis, ook al is die altijd een beetje artificieel”, legt Rau uit. “We houden ervan om literatuur of theater te brengen zonder fictie. We hebben een aantal elementen uit zijn biografie genomen, zoals zijn hoop om van naam te veranderen, om zijn achtergrond te veranderen, om literatuur in theater te veranderen.”
Op die manier ‘bevragen’ de twee makers de wereld waarin ze leven – vandaar de titel. Bovenal stellen ze ook de vraag of kunst die wereld kan veranderen. “Het is een stuk over kwetsbaarheid. In alles wat we doen, investeren we al onze kennis en heel onze persoonlijkheid, maar we blijven altijd twijfelen aan de mogelijkheid om door kunst bevrijd te worden”, zegt Rau. “Dat loopt als een rode draad door het stuk.”
Voor beiden is één ding duidelijk: hun werk, of het nu op papier gedrukt of op de planken gebracht wordt, mag niet vrijblijvend zijn. “Veel kunst, ook die van mij soms, is laf, en toont simpelweg de wereld. Maar dat is niet voldoende om de wereld te veranderen”, vindt Louis. “Ik denk dat Milo op dat vlak een breuk vormt in de kunstgeschiedenis. Hij gaat verder, hij creëert kunst die een directe impact heeft op het leven van mensen. Zijn werk verandert het leven van mensen, nog voor het af is. Hij heeft Orestes in Mosul gemaakt ín Mosoel, met kinderen wier theaterschool was vernietigd door IS. Door met die mensen theater te maken, verandert hij hun leven. En voor The New Gospel heeft hij niet gewoon sociale activisten gefilmd: hij heeft met hen een sociale beweging gecreëerd terwijl hij zijn film maakte.
“Bij Milo’s werk voel ik dat ik ter verantwoording word geroepen, ik voel bijna schaamte voor mezelf. Hetzelfde ervaar ik als ik een film van de broers Dardenne zie: die film bezwaart mijn geweten, ik voel me beschaamd. Ik vind het heel gek dat mensen een film van de Dardennes of van Ken Loach kunnen zien en nadien, na al dat geweld en al die armoede, gewoon verder kunnen gaan met hun leven. Dat is een vraag die we ons allebei stellen, en proberen te beantwoorden, hij in het theater en ik in de literatuur: hoe kunnen we een directe impact hebben?”
Hij geeft een voorbeeld. “Als ik een boek publiceer, schuilt het succes niet in de verkoopcijfers of in goede recensies. Het zit in de mensen die me vertellen dat ze hun naam hebben veranderd of hun homoseksualiteit hebben omarmd na mijn boek gelezen te hebben. In Madrid hebben ze een stichting opgericht, de Fundación Eddy, die appartementen voorziet voor jonge lgbtq+-mensen die door hun familie verstoten zijn. Dat is wat ik zoek als ik schrijf: een manier om concreet het leven van de mensen te veranderen.”
Ingebeeld geluk
De vraag is of ook Louis met zijn werk zijn eigen leven kan veranderen. In The Interrogation beschrijft Louis, bij monde van De Tremerie, hoe hij hoopt in het schrijvers- en acteursleven een vorm van bevrijding te vinden, een ontsnapping uit de beknellende wereld waarin hij opgroeide. In het slot van Weg met Eddy Bellegueule beschrijft de auteur hoe hij een acteeropleiding ging volgen in Amiens en zo voor het eerst wegtrok uit Hallencourt, het kleingeestige arbeidersdorpje waar hij woonde, en dat relaas loopt ook door de voorstelling.
Louis: “Ik heb de typische geschiedenis van een gay jongen op school beleefd: ik had niet veel vrienden, omdat niemand wilde spelen met een ‘pédé’, en thuis was het net hetzelfde als op school. Mijn ouders schaamden zich voor mij, omdat ik verwijfd was, niet mannelijk genoeg. En toen ik klein was, zocht ik manieren om toch door anderen geaccepteerd en gewaardeerd te worden. Ik schreef me op school in bij alle clubs: die voor strips, die voor kalligrafie, die voor schaken, omdat ik zocht naar een plaats waar ik aanvaard zou worden door de anderen, waar ik iets kon vinden waarin ik beter was dan de anderen, als een vorm van revanche op de uitsluiting.
“Ik heb me ook ingeschreven bij de club voor theater. Als ik voor de anderen speelde, was dat de eerste keer dat ik me aanvaard voelde. De eerste keer dat ik applaus kreeg, leek het alsof dat applaus eindelijk het geluid van alle beledigingen overstemde. Voor de eerste keer kon ik ademen. Sindsdien wilde ik theater spelen.”
The Interrogation draait deels rond Louis’ vaststelling dat hij in het theater niet de bevrijding vond die hij zocht. Net dat deed hem ook twijfelen, voor Isabelle Huppert tussenbeide kwam, om een samenwerking met Milo Rau aan te gaan. “Toen ik Qui a tué mon père? speelde met Thomas Ostermeier – wat een heel mooie ervaring was – had ik me ingebeeld dat het acteursleven een manier was om te ontsnappen aan de zwaarte van het schrijversleven, en de eenzaamheid ervan. Maar ik had me het geluk van een acteur blijkbaar ingebeeld. Ik ga altijd opnieuw op zoek naar geluk, maar elke keer slaag ik er niet echt in om het te vinden.
“Toen ik naar het lyceum ging dacht ik dat ik gelukkig zou worden door daar te studeren en een diploma te halen, dat ik in de stad een nieuw leven kon opbouwen. Daarna dacht ik dat ik gelukkig zou worden als ik een boek schreef en me op die manier kon bewijzen tegenover de wereld. Daarna heb ik een tweede boek geschreven, maar dan nog vond ik geen geluk. En toen ik de kans kreeg om te acteren, stootte ik opnieuw op die frustratie.”
Falen
Vandaag vertelt Rau hoe toepasselijk het maakproces van The Interrogation, een voorstelling over ‘de mislukking van de artistieke bevrijding’ is gebleken. “Ik vond het een heel interessant proces, want ik maakte een voorstelling over falen, en ik heb zelf gefaald.” Tegelijk benadrukt hij dat zoiets niet uitzonderlijk is. “Nu maak ik een film met Isabelle Huppert, een halve documentaire, eigenlijk. Maar na enkele maanden hebben we ontdekt dat dat eigenlijk niet werkt. Dus we gaan later opnieuw beginnen en het als fictiefilm aanpakken. Dat is normaal.”
Op die zondagnamiddag in 2021 vertelde de regisseur hoe blij hij was dat Louis, na de tournee van Qui a tué mon père?, het acteren nog een kans wilde geven. “Ik ben erg onder de indruk van Édouards présence op de scène, van het charisma dat hij heeft, van zijn naturel. Hij wordt helemaal niet nerveus. Jij en ik zouden nerveus zijn, maar Édouard niet. Hij is een geboren acteur.”
Anderhalf jaar later is hij die mening nog steeds toegedaan. “De vriendschap tussen Édouard en mezelf is alleen maar dieper geworden. Ik wilde die niet op het spel zetten. Uiteindelijk bleek hij ook gelijk te hebben: de voorstelling werkt beter nu hij niet op scène staat. Hij zag dat we de juiste vorm nog niet gevonden hadden, en ik zag dat niet. Maar natuurlijk was ik wel teleurgesteld, droevig, toen het vastliep. Want ik hield van het stuk, en Édouard is een heel goede acteur. Ik zag geen reden om dat in twijfel te trekken. Misschien was die voorstelling met Thomas Ostermeier voor hem ook een soort teleurstelling. Want na het geluk van de première moet je die voorstelling elke avond herhalen. Daarom ben ik altijd zo onder de indruk van theateracteurs, omdat ze elke avond hetzelfde kunnen doen. Dat vraagt een speciaal soort talent. Ik zou het zelf nooit kunnen doen.”
Als het van Rau afhangt, is de acteercarrière van Édouard Louis dan ook nog niet meteen ten einde. “Ik moet bekennen dat ik in mijn volgende film een kleine rol voor hem heb. Maar een filmrol is anders dan een theaterrol, wanneer je elke avond hetzelfde moet spelen. Ik vind het al crazy dat hij dat voor Thomas heeft gedaan. Maar nogmaals: hij is een heel goede acteur. We moeten hem gewoon redden van de eindeloze herhaling.”
The Interrogation, van 6 tot 8 januari bij NTGent.