Vrijdag 24/03/2023

InterviewIsabel Allende

‘Mijn moeder was een speciaal iemand, maar haar leven was niet bijzonder’

Isabel Allende: ‘Mannen op leeftijd lezen mij niet of nauwelijks.  Maar ik denk daar niet aan als ik schrijf. 
Evenmin aan recensies of verkoopcijfers.’ Beeld Lori Barra
Isabel Allende: ‘Mannen op leeftijd lezen mij niet of nauwelijks. Maar ik denk daar niet aan als ik schrijf. Evenmin aan recensies of verkoopcijfers.’Beeld Lori Barra

Isabel Allende (79) begint nooit op een andere dag dan 8 januari aan een nieuw boek. Bron van inspiratie voor haar nieuwe roman Violeta was haar onlangs overleden moeder: ‘Elke avond schreef ik haar en dat mis ik nu ontzettend.’

Maarten Steenmeijer

Deze zomer wordt Isabel Allende 80. Ze barst nog van de levenslust. Er is geen kraakje in haar stem te horen en haar ogen stralen als ze over haar werk praat. Haar romans zijn met de jaren alleen maar beter geworden en haar productiviteit lijkt eerder toe dan af te nemen. De afgelopen paar jaar verschenen er maar liefst drie nieuwe boeken van haar: de mooie roman Bloemblad van zee (2019); een boek over de belangrijke vrouwen in haar leven met de titel Wat wij willen – Mijn leven als moeder, vrouw, feminist (2020) en nu, op de kop af veertig jaar na haar internationale doorbraak met Het huis met de geesten, de roman Violeta.

Daarin vertelt een Chileense vrouw, Violeta del Valle, het verhaal van haar lange leven. Ze werd in 1920 geboren, toen de Spaanse griep miljoenen doden eiste. Precies een eeuw later, als een andere pandemie de wereld in zijn greep krijgt, blaast Violeta haar laatste adem uit.

Violeta’s levensverhaal is verweven met onder meer de beurskrach van 1929, de Tweede Wereldoorlog, de Cubaanse Revolutie, de militaire dictaturen in Chili en Argentinië en met de recente politieke ontwikkelingen in Chili. Ze is geen militante feministe, maar van jongs af aan weet ze dat ze niet het treurige en benepen bestaan wil leiden van haar moeder en van de tantes die bij haar in huis wonen.

En daar handelt ze ook naar. Zo is ze de nogal saaie man met wie ze trouwt niet trouw, ontwikkelt ze zich tegen de mores van haar tijd in tot een zeer succesvolle zakenvrouw en richt ze op latere leeftijd een stichting op die slachtoffers van huiselijk geweld bijstaat. Als moeder heeft ze, zo vindt ze zelf, nogal wat steken laten vallen.

Hoe slaagt u erin om in zo’n hoog tempo te blijven schrijven?

“Schrijven is zo ongeveer het enige dat ik doe en daar heeft de pandemie me wel een handje bij geholpen. Ik kon niet meer reizen, geen lezingen meer houden; ik had veel stilte, veel eenzaamheid en veel tijd om te schrijven.”

Hoe houdt u zich lichamelijk in vorm?

“Ik doe wat oefeningen, drink veel koffie en heb twee honden.”

Als u aan een nieuwe roman begint, is dat altijd op 8 januari. Waarom?

‘Die datum heeft een symbolische waarde voor mij omdat ik op die dag in 1981 mijn eerste roman Het huis met de geesten begon te schrijven. Dat boek deed het heel goed. Uit bijgeloof begon ik mijn tweede roman daarom ook op die datum. En daarna kon ik dat natuurlijk niet meer veranderen. Zo’n vaste datum helpt me bovendien bij mijn planning. Ik heb een druk en ingewikkeld leven met allerlei verplichtingen – reizen, lezingen, interviews – maar iedereen in mijn directe omgeving weet dat ik vanaf die dag niet meer beschikbaar ben. Zo kan ik me terugtrekken om in alle rust te kunnen schrijven.”

Hebt u als u begint te schrijven de research voor het boek al afgerond?

“Voor een historische roman wel, maar zeker niet uitputtend, want het verhaal verandert voortdurend terwijl ik aan het schrijven ben. In het geval van Violeta, dat wel historische elementen bevat maar geen historische roman is, had ik zelfs helemaal geen idee wat ik zou schrijven. Ik had nog niks toen ik op 8 januari begon… Ik had mijn moeder in gedachten, dat was alles. Mijn moeder was twintig jaar ouder dan ik, dus de meeste historische gebeurtenissen die zij had meegemaakt, kende ik uit eigen ervaring. Ik hoefde daarom geen grondige research te doen voor dit boek.”

Ingelijst: Nicolas en Paula, Isabel Allendes kinderen, en haar moeder in haar jonge jaren. Beeld Lori Barra
Ingelijst: Nicolas en Paula, Isabel Allendes kinderen, en haar moeder in haar jonge jaren.Beeld Lori Barra

Doet u de research zelf of hebt u een ­assistent?

“Ik doe dat zelf, want ik weet niet waarnaar ik precies op zoek ben. Terwijl ik research doe, ontdek ik materiaal dat me helpt bij het bedenken en het schrijven van het verhaal. Ik zou niet weten wat ik aan een assistent zou moeten vragen om op te zoeken. Het enige wat ik delegeer zijn details, zoals welk type boten er in 1905 tussen Italië en New York voeren.”

Aan wie laat u het manuscript lezen?

“Dat is problematisch, in mijn geval. In tegenstelling tot hun collega’s in de Verenigde Staten corrigeren Spaanse uitgevers de teksten van hun auteurs niet. Ze accepteren het manuscript of niet, dat is het. Maar mijn broer Juan, die in Atlanta woont, en een schrijfster met wie ik bevriend ben, lezen het manuscript. En sinds kort heb ik een literair agente in Amerika die Spaans leest.”

Spelen uw vertalers nog een rol hierin? Sommigen van hen werken immers met een versie die nog niet is gepubliceerd.

“Zeker, vertalers en met name de Duitse, de Italiaanse en de Nederlandse vissen detailfouten uit de tekst van het type: ‘op pagina 160 zegt u dit en op pagina 320 zegt u iets anders’.”

Hebt u bij het schrijven een bepaalde lezer voor ogen?

“Nee. Ik weet min of meer wie mijn lezers zijn, voor het merendeel zijn dat vrouwen tussen de 22 en 55 jaar maar ook wel jonge mannen en oudere vrouwen. Mannen op leeftijd daarentegen lezen mij niet of nauwelijks. Maar ik denk daar niet aan als ik schrijf. Ik denk ook niet aan hoeveel boeken er zullen worden verkocht of wat de critici zullen zeggen.”

U bent een gedisciplineerde schrijver. Hoe werkt dat bij u? Een vast aantal woorden dat u per dag moet schrijven? Een vast aantal uren?

“Ik schrijf alle dagen van de week behalve zondag, dan probeer ik mijn zinnen te verzetten. Want ik denk alleen maar aan het verhaal dat ik aan het schrijven ben: als ik inslaap, als ik wakker word, als ik eet, als ik de honden uitlaat… Vroeger schreef ik tien uur per dag, dat red ik niet meer, nu doe ik dat ’s ochtends zo’n vier uur en ’s middags pakweg drie uur. (lachend) Totdat mijn man – ik ben twee jaar geleden hertrouwd – thuiskomt. Dan wil, nee dan móét ik bij hem zijn.”

Waarom wilde u Violeta schrijven?

“Vlak voordat de pandemie uitbrak, stierf mijn moeder. Veel mensen die haar kenden en die wisten van onze innige band, zeiden dat ik een boek over haar moest schrijven. Op 8 januari 2020 probeerde ik daaraan te beginnen en dat lukte aanvankelijk niet zo goed. Mijn moeder was een heel speciaal iemand, maar haar leven was niet bijzonder. Dat kwam onder andere doordat zij zich niet zelf kon onderhouden. Eerst was ze afhankelijk van haar vader, daarna van haar eerste echtgenoot, toen van haar tweede echtgenoot en ten slotte van mij. Daarom was zij nooit in de gelegenheid om haar talenten, haar persoonlijkheid en haar ambities ten volle te ontwikkelen. Als personage was ze daarom niet zo geschikt.

“Dus bedacht ik iemand die net als mijn moeder uit een conservatieve, katholieke en patriarchale familie uit Santiago de Chile kwam en wier leven net als dat van haar bijna de hele twintigste eeuw omvatte, maar heel anders verliep. Want in tegenstelling tot mijn moeder weet Violeta zich aan haar afkomst en omstandigheden te ontworstelen.

'De brieven van mijn moeder zijn fundamenteel voor mijn leven geweest.' Beeld Lori Barra
'De brieven van mijn moeder zijn fundamenteel voor mijn leven geweest.'Beeld Lori Barra

“Een andere constante in haar leven is dat de dingen die haar overkomen haar manier van denken en haar manier van zijn veranderen. Zo interesseert Violeta zich eerst niet voor politiek, totdat haar zoon te maken krijgt met de repressie van de militaire dictatuur van Pinochet. Dan ontdekt ze een wereld die zij eerst niet wilde zien. Op vergelijkbare wijze wordt ze zich bewust van de sociale ongelijkheid, de armoede, het geweld.”

Het leven van Violeta is niet alleen een ­leerschool der liefde, om de titel van een van Flauberts romans te citeren, maar ook een politieke, sociale, economische en seksuele leerschool.

“Zo had ik het nog niet bekeken, maar inderdaad, dat klopt.”

Wat mij opviel was Violeta’s afhankelijkheid van Julián Bravo, de man met wie ze haar echtgenoot bedriegt en aan wie ze zich jarenlang onderwerpt. Hoe valt dit te rijmen met haar rebelse aard, met het feit dat zij van jongs af aan haar eigen plan trok?

“Violeta wordt smoorverliefd op Julián en voelt zich seksueel enorm tot hem aangetrokken, maar ze heeft niet in de gaten hoezeer hij haar misbruikt en mishandelt. Pas wanneer ze ziet hoe een andere vrouw – de echtgenote van een politieagent – wordt geslagen en bijna wordt vermoord, bedenkt ze: dit heb ik ook meegemaakt en ik zag het niet. Ze had het nooit voor zichzelf benoemd. Ergens in de roman zegt ze dat ze zich ervoor schaamde dat hij haar sloeg, maar dat ze zich nog meer schaamde voor al die keren dat ze zich daarna weer met hem verzoende.

“Dat overkomt veel vrouwen. Ik zie dat ook bij de slachtoffers van huiselijk geweld die worden geholpen door de stichting die ik ruim vijfentwintig jaar geleden heb opgericht, de Fundación Isabel Allende. Na een intensief traject bij ons gaan zij toch vaak weer terug naar hun man omdat ze emotioneel afhankelijk van hem zijn. Dat gaat zelfs op voor een vrijgevochten vrouw als Violeta, totdat haar hormonen wat tot bedaren komen.”

Wat voegt Violeta toe aan uw andere romans?

“Dat weet ik niet. Ik analyseer niet wat ik schrijf, dat laat ik over aan de lezers, de critici, de docenten die een roman van mij behandelen. Wat ik doe, is vertellen, dat is mijn werk, al voelt het niet als werk.”

U schreef elke dag met uw moeder, die in Chili is blijven wonen. Hebben haar brieven een rol gespeeld in het verhaal van Violeta, dat weliswaar geen brievenboek is maar wel op brieven is gebaseerd?

“De brieven van mijn moeder zijn fundamenteel voor mijn leven geweest. Het zijn er duizenden en ik heb ze allemaal bewaard, samen met de brieven die ik haar heb geschreven. Elke avond schreef ik haar en dat mis ik ontzettend. Elke dag werd zo een apart verhaal, maar nu ik niets meer vastleg aan het eind van de dag versmelten de dagen zich met elkaar en vliegt de tijd voorbij. Maar voor Violeta heb ik niet geput uit mijn moeders brieven. Wel komen er elementen uit haar leven terug in het boek. De dood van Violeta bijvoorbeeld, dat is precies zoals het bij mijn moeder is gegaan.”

In de roman komen opvallend veel door­leefde sterfscènes voor. Hoe stelt u zich uw eigen dood voor, als ik dat mag vragen?

“Ja hoor, dat mag. Ik hoop te sterven zoals mijn moeder is gestorven: gelukkig en nieuwsgierig naar de dood, naar wat er daarna komt, áls er al iets komt. Ik ben niet religieus, ik ben verstoken van de troost van het geloof dat de engelen in de hemel op mij wachten, of de duivel in de hel. Ik ben niet bang voor de dood, want mijn dochter Paula is in mijn armen gestorven, mijn ouders zijn in mijn armen gestorven. Ik denk dat de dood een natuurlijke overgang is.

“Waar ik wel bang voor ben, is de aftakeling door de ouderdom. Ik ben oud maar niet gebrekkig, maar mijn moeder kon aan het eind van haar leven niet meer alleen naar de wc en mijn vader was dement. De laatste acht jaar van zijn leven was hij als een klein kind. Ik hoop dat dat mij bespaard zal blijven, of dat ik in elk geval helder van geest zal blijven, zoals mijn moeder.”

Isabel Allende, 'Violeta', Wereldbibliotheek, 382 p., 24,99 euro. Uit het Spaans vertaald door Rikkie Degenaar. Beeld AP
Isabel Allende, 'Violeta', Wereldbibliotheek, 382 p., 24,99 euro. Uit het Spaans vertaald door Rikkie Degenaar.Beeld AP

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234