Portret
Met Pete Shelley verliest de Britse popgeschiedenis een van haar sleutelfiguren
Met de donderdag overleden Pete Shelley verliest de Britse popgeschiedenis een van haar sleutelfiguren. De Sex Pistols braken de Britse popwereld in 1976 open met hun punksingles ‘Anarchy In The UK’ en ‘God Save The Queen’. The Clash was de eerste punkband die het in Amerika wist te maken, maar het waren de Buzzcocks uit Manchester die vanaf 1977 het best de muzikale agressie van de punk wist te koppelen aan tijdloze melodieën.
Pete Shelley (echte naam Pete McNeish) was zanger, voorman en belangrijkste liedjesschrijver van de Buzzcocks. Hij overleed donderdag op 63-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartaanval.
Wat de Buzzcocks tussen 1977 en 1980 legendarisch maakte, was niet slechts een onovertroffen reeks singles (qua zeggingskracht vergelijkbaar met die van The Beatles, The Rolling Stones en The Kinks vóór hen en Madness, The Smiths en Pet Shop Boys na hen). De Buzzcocks was ook de eerste band die volledig werkte volgens het aan punk gekoppelde Do It Yourself-adagium. Hun eerste wapenfeit, de ep Spiral Scratch, kwam zonder medewerking van een platenmaatschappij tot stand. De ep staat te boek als de eerste echte ‘indie-release’. Er bestonden destijds wel onafhankelijke platenlabels (indies), maar die waren voor hun distributie aan grotere maatschappijen verbonden.
De Buzzcocks namen de ep met vier liedjes, waaronder het door een geweldige gitaarsolo van Shelley gedragen Boredom, zelf op, gingen ermee naar een perserij en brachten de plaatjes zelf naar de platenzaken. Shelley en zijn band lieten zien dat je als muzikant alles zelf kon doen.
Het waren ook Shelley en Howard Devoto, de aanvankelijke zanger van de Buzzcocks, die er eigenhandig voor zorgden dat de Sex Pistols in 1976 in Manchester kwamen optreden. Concerten die zouden leiden tot het ontstaan van een toonaangevende popscene in die stad met bands als Joy Division en The Fall.
De Buzzcocks hadden om deze redenen een cruciale rol in het verloop van de Britse popgeschiedenis, maar het belangrijkste blijft toch hun muziek. Wat de door Shelley geschreven en gezongen liedjes als ‘Orgasm Addict’, ‘What Do I Get’, ‘Everybody’s Happy Nowadays’ en het bekendste nummer ‘Ever Fallen In Love (With Someone You Shouldn’t’ve?)’ onsterfelijk maakte, waren de hemelbestormende melodieën gekoppeld aan Shelleys gepassioneerde zang.
Ook in Buzzcocks’ massieve gitaarmuren behield zijn stem altijd iets kwetsbaars. De Buzzcocks klonken verbeten en fel maar nooit boosaardig. En terwijl de meeste punkbands over maatschappelijke onvrede zongen, ging het bij Shelley vooral over liefde en seks - of het gebrek daaraan.
Na drie sterke lp’s en acht meesterlijke singles (die samen de eerste kant van de compilatie Singles Going Steady vulden) was het in 1980 eigenlijk gedaan.
Shelley ging solo, maakte in 1981 het aardige synthipop album Homosapien, maar zou nooit meer zijn oude niveau halen. Ook niet met de in 1989 herenigde Buzzcocks, die tot zijn dood bleven optreden voor een publiek dat geen genoeg kon krijgen van de liedjes die hij tussen 1976 en 1980 schreef.