ExpoEuropalia
Met Monet en Spilliaert de treincoupé in: expo schetst geschiedenis van het spoor
Europalia focust dit jaar eens niet op een land, maar op de omvangrijke wereld van de trein. Met kunstwerken van onder meer Monet, Spilliaert, Delvaux en De Chirico kaderen de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België op imposante wijze de geschiedenis van het spoor.
Een schets van bedelende paarden en verkommerde koetsen, schilderijen van stoomtreinen afgebeeld als draken en duivels in een desolaat landschap. Als je enkele kunstwerken uit de 19de eeuw mag geloven dan lag het einde der tijden al in ons verleden. En dat had vooral te maken met de komst van de trein in België in 1835, het symbool voor de snel opkomende industriële wereld. De manier waarop treinen toen afgebeeld werden in kunstwerken weerspiegelde de tijd en de gevoeligheden van die periode.
“Herkenbaar, vind je niet?” knikt artistiek directeur van Europalia Dirk Vermaelen terwijl we een apocalyptische ets van Ensor monsteren. “De spoorwegen waren voor de 19de eeuw wat het internet en de informaticarevolutie voor de 21ste eeuw zijn. De nieuwe perspectieven van het reizen per trein zorgden voor een ware revolutie. Met de komst van de stoomlocomotief kon de mens voor het eerst in de geschiedenis sneller reizen dan met natuurkrachten als water en wind of met behulp van trekkracht van dieren. En zoals dat gaat met vooruitgang, heb je er voorstanders van, maar ook felle tegenstanders.”
Toen geloofden de mensen dat wanneer ze een voet op die eerste trein zouden zetten hun gezicht van hun hoofd zou afvliegen. Ook waren ze ervan overtuigd dat de koeien in de weide waar de trein langsreed plots geen melk meer zouden geven. Het waren angsten die gepaard gingen met de opkomende industrialisatie. Onder kunstenaars was er die tijd dan ook een grote fascinatie voor de trein en de reacties die erop volgden.
In 1835 nam België een voortrekkersrol in als eerste land op het Europese continent met een openbare spoorlijn. Leopold I, die zich door de prille onafhankelijkheid van zijn land moest bewijzen, geloofde heel sterk in het spoor. De revolutie had dan ook grote economische gevolgen. Vervoer over land kostte een pak minder, onbereikbare regio’s werden voor het eerst met elkaar verbonden en overal doken nieuwe activiteiten op. Het werd de start van een culturele bloeiperiode van de Belgische steden. Spoorwegstations rezen op als paddenstoelen uit de grond. En nu theaters, musea en concertzalen per trein bereikbaar waren, kon het brede publiek er ook eindelijk terecht.
“De komst van de trein zorgde ook voor democratisering”, vertelt Vermaelen. “Voor het eerst kwamen mensen van alle klassen, hoewel strikt gescheiden in de trein, bij elkaar samen. En omdat elke stad toen een eigen klokkentoren had met een verschillend uur kwam er ook een gelijklopende tijd waar iedereen zich aan moest houden. De trein bracht structuur en die structuur bracht nieuwe regels. Het treinstation van William Powell Frith is een mooi voorbeeld van die aanpassing. Zesentachtig figuren zijn er te zien: van het pasgetrouwde stel tot de crimineel, het burgerlijke gezin, de immigrant en de bedelaar. Honden worden aan de leiband gebonden, boeven opgepakt. Het tafereel leerde het volk hoe je je hoorde te gedragen in en rond het station.”
Het spoor vormde een bron van inspiratie. Impressionisten als Claude Monet en Henri Ottmann zakten eind 19de eeuw af naar Parijs en verkenden motieven als stoomwolken, bewegende treinen en wisselende seinlichten. In diezelfde periode ontwikkelden film en fotografie zich die zich op hun beurt toespitsten op de industrialisatie. De iconische film L’arrivée d’un train en gare de La Ciotat van de gebroeders Lumière bestaat zo uit een scène waarin een stoomtrein op het station van La Ciotat aankomt. “Het verhaal gaat dat tijdens de eerste vertoningen het publiek in paniek wegdeinsde”, aldus Vermaelen. “Er zou zelfs een massahysterie zijn ontstaan, maar dat klopt natuurlijk niet. Mensen wisten toen best al waar ze aan toe waren. Het werd louter ter publiciteit opgeklopt.”
Psychologie
“Tijd en Ruimte zijn gisteren gestorven”, schrijft Filippo Tommaso Marinetti in 1909 in zijn Manifest van het Futurisme. “De moderne maatschappij draait om Snelheid”. Niet veel later ontwierp de Italiaanse futurist Umberto Boccioni zijn indrukwekkende Gemoedstoestanden, drie houtsnedes waarin hij ruimte, beweging met psychologie verbindt. “Je ziet hier de invloed van Sigmund Freud binnensijpelen”, stelt Vermaelen. “Ook de surrealisten benaderden de trein vanuit psychologisch standpunt. Voor hen was het verband tussen beweging en gevoel van belang. De trein groeide uit tot een instrument om het onderbewuste te onderzoeken en de burgerlijke maatschappij te bekritiseren. Enkele schetsen van Max Ernst duiken zo de coupé in waarin angst, dreiging en geweld heerst, voor De Chirico staat de trein voor de vlucht van de oorlog.”
De tentoonstelling slingert van -isme naar -isme, met af en toe een aftakking die dieper ingaat op een bepaald thema. Ze eindigt bij het heden met een miniatuurlandschap van de Nederlandse kunstenaar Fiona Tan. Industrialisatie komt vandaag vooral uit ecologische overwegingen op de voorgrond. In 1 to 87 laat Tan een uitgestrekt miniatuurspoorweglandschap zien. Nostalgisch en frivool, maar al gauw merk je dat de trein rondtuft in een landschap vol natuurrampen. Tan zet een spiegel voor en stelt zich de vraag waar de wereld vandaag naartoe gaat.
Sporen van moderniteit loopt tot 13.02 in KMSKB.