Cult@Home
Maud Vanhauwaert: ‘Elke poëziebundel is een wereldje op zich’
Hoe overleven notoire cultuurminnaars thuis hun corona-isolement? Vandaag de tips van dichteres Maud Vanhauwaert.
Hoe gaat het met u?
“Goed, eigenlijk. (lacht) Het is, zoals voor veel mensen, een zoektocht naar wat structuur in de dag. Mijn vriendin werkt fulltime van huis uit, en wij geven ons dochtertje van elf maanden als een speelbal aan elkaar door, zodat we toch elk een aantal uren kunnen werken. Maar we genieten er stiekem ook wel van om met zijn drietjes thuis te zijn.
“Daarnaast zijn het ook spannende dagen, want ik heb zopas mijn boek Het Stad in mij ontvangen. Het is een samenvatting van de voorbije jaren, waarin ik poëzie heb proberen los te weken van het blad papier en naar andere vormen op zoek ben gegaan. De titel krijgt nu wel een andere lading, omdat we de stad niet meer in mogen.”
U heeft ook meegedaan aan het initiatief Dichters van Wacht. Hoe was dat?
“Ja, ik was een beetje de secretaresse van dienst. Als je naar het nummer belde, kreeg je mijn stem te horen. Ik was het keuzemenu. Ik las ook een wachtgedicht voor, kwestie van het wachten een beetje te cultiveren in deze tijden. (lacht)”
Voelde u dat de mensen behoefte hadden aan poëzie?
“Ja, er belden buitengewoon veel mensen, ook mensen die normaal gezien niet naar poëzie grijpen, gaande van dokters die net 24 uur lang op de spoed hadden gewerkt en even tot rust wilden komen met een gedicht, of singles die alleen thuis waren en toch even een stem wilden horen. Poëzie is voor mij dan ook vaak een shortcut naar een wezenlijke ontmoeting, je kan de smalltalk overslaan en meteen iets wezenlijks aanraken.
“Dichters zijn naar mijn gevoel momenteel heel erg nodig. Er is nog een ander project, een initiatief van de huidige dichter des vaderlands, waarbij we gedichten schrijven voor slachtoffers van het virus. De familieleden mogen ons contacteren, en dan schrijven wij een gedicht voor de overleden persoon. Ik heb vorige week zo’n gedicht geschreven, voor een man die ik niet kende, maar na een gesprek met zijn kleindochter ben ik in mijn pen gekropen. Dan voel je dat je iets kan betekenen en dat je niet zomaar poëzie in de lucht schrijft of aan de wilgen hangt.”
Geniet u momenteel ook zelf van goede gedichten?
“Ja, ik zit in de jury van de Poëziedebuutprijs van Theater aan Zee en ik ben nu alle bundels aan het lezen die meedingen. Ik vind het fijn om van de ene wereld in de andere te duikelen. Elke bundel is toch een beetje een wereldje op zich en op die manier kan ik reizend lezen of lezend reizen.”
Wat gaat u meteen doen als de lockdown versoepeld zou worden?
“Wel, op dit eigenste moment is mijn tweelingzus aan het bevallen en ik word meter. Natuurlijk is het ontzettend jammer dat ik straks niet meteen naar haar toe kan, maar ergens is het ook wel bijzonder: ze zal er zeker mee kunnen uitpakken later, als coronakind. (lacht)”