Zaterdag 10/06/2023

AchtergrondPretparken

Massa’s mensen vallen nog steeds voor de nostalgie van de Efteling. Wat is het geheim?

De Efteling in Het Noordbrabants Museum. Beeld Wiosna van Bon
De Efteling in Het Noordbrabants Museum.Beeld Wiosna van Bon

De Efteling viert zijn 70-jarig bestaan met een tentoonstelling over zijn geschiedenis. Hoe evolueerde het oud-Hollandse sprookjespark, waar alles schots en scheef moest zijn, tot een eigentijds en politiek correct pretpark?

Rutger Pontzen

Het begin: Sneeuwwitje per lijkwagen

Ere wie ere toekomt. Niet burgemeester Reinier van der Heijden, noch cineast en technisch vernuft Peter Reijnders of tekenaar Anton Pieck, maar ‘de vrouw van’ stond aan de wieg van sprookjesbos de Efteling. In 1950 lanceerde Elizabeth Margaretha Maria (Betty) Van der Heijden-Perquin, de echtgenote van de burgemeester, op een avond aan de eettafel het idee om een nieuw attractiepark met een originele publiciteitsstunt van start te laten gaan: “Wat dacht je van een tuin vol sprookjes, schat?”

Inmiddels hebben, sinds de opening twee jaar later, meer dan 100 miljoen sprookjesliefhebbers en jeugdige waaghalzen het park in het Brabantse Kaatsheuvel bezocht. Dit jaar wordt de 70ste verjaardag in het Noordbrabants Museum gevierd met Efteling: de tentoonstelling waar u een kijkje achter de schermen en in de geschiedenis wordt gegund.

Het gebied rond Kaatsheuvel was in de jaren dertig ronduit armoedig. Voor de schoenmakers in de leerindustrie was er weinig vertier. Twee katholieke geestelijken, kapelaan Rietra en pastoor De Klijn, bedachten in 1933 ter verpozing een sportpark, dat door burgervader Van der Heijden werd uitgebreid met tennisbanen, een kanovijver, restaurant en ponyweide. Plus dus een sprookjesbos – met dank aan zijn vrouw.

Doornroosje werd persoonlijk door Anton Pieck naar het nieuwe bos begeleid. Beeld Wiosna van Bon
Doornroosje werd persoonlijk door Anton Pieck naar het nieuwe bos begeleid.Beeld Wiosna van Bon

Ingevlogen werden Peter Reijnders, cineast en uitvinder, en Anton Pieck, tekenaar met een voorliefde voor Nederlandse rookworstgezelligheid. In een paar maanden tijd werd het bos met kastelen en kronkelweggetjes uit de Brabantse zandgrond gestampt. Doornroosje werd persoonlijk door Pieck naar het nieuwe bos gereden, de glazen kist met Sneeuwwitje per lijkwagen aangevoerd.

De combinatie van verhalende sprookjes, spanning en vertier, bestemd voor jong en oud bleek een geslaagde. In het openingsjaar trok de rondgang langs de eerste tien sprookjes al meer dan 200.000 bezoekers en vier jaar later 700.000, mede dankzij bezienswaardigheden als Langnek, De rode schoentjes, De Stoomcarrousel en een pratende afvalbak (‘Papier hier’).

De ontwerpers: knibbel-knabbel-knuisjehuisstijl

Wie Efteling zegt, zegt Anton Pieck (1895-1987). Pieck was van huis uit kunstschilder, tekenaar en graficus, maar meer nog een volbloed romanticus, type Pieter Bruegel meets Charles Dickens. In Nederland vermaard om zijn overvolle stadsgezichten met afgebladderde winkelpandjes, vermolmde bruggetjes en ijspret op de grachten.

Pieck werd eind 1951 voor de Efteling benaderd mede omdat hij de sprookjes van Hans Christian Andersen en de gebroeders Grimm had geïllustreerd. De knibbel-knabbel-knuisjestijl van de tekenaar paste goed bij een nostalgisch sprookjesbos waarin geen muurtje recht moest staan, ramen uit hun sponning hingen en daken doorzakten.

Tekening van Langnek, door Anton Pieck. Beeld Wiosna van Bon
Tekening van Langnek, door Anton Pieck.Beeld Wiosna van Bon

Sindsdien is de oudmodische sfeer van Piecks ontwerpen - hij maakte maar liefst 1.500 schetsen - de huisstijl van de Efteling gebleven, ook na zijn dood. En dus ook onder andere tekenaars en ontwerpers zoals zijn belangrijkste opvolger, Ton van de Ven. Met behoud van de ‘Pieckeriaanse’ kleuren natuurlijk: Pieck-blauw, Pieck-rood en Pieck-geel, vale tinten die een beschimmelde indruk maken.

Door de naamsbekendheid van Pieck bleef die van Peter Reijnders (1900-1974) onderbelicht. Begrijpelijk maar onterecht: Reijnders zorgde voor de enscenering van de sprookjes en de techniek die grotendeels aan het oog zijn onttrokken. Alles wat beweegt en geluid maakt, heeft hij bedacht: de ademende borst van Doornroosje en vliegende fakir, de muzikale paddenstoelen en afvalvretende Holle Bolle Gijs.

null Beeld Wiosna van Bon
Beeld Wiosna van Bon

Ook belangrijk: het was Reijnders die Pieck benaderde om het Sprookjesbos te ontwerpen. Pieck aarzelde. Hij had het druk genoeg en dacht dat alles in de Efteling uit papier-maché zou worden opgetrokken. Toen Reijnders hem verzekerde dat er echte stenen en dakpannen aan te pas kwamen, ging hij overstag. Pieck streefde echtheid na, en eeuwigheidswaarde. Hij kreeg er 3.000 gulden voor.

Overigens zijn er wel degelijk pogingen gedaan de Efteling-stijl van Pieck te moderniseren. Door de (korte) samenwerking met Geesink Studio, bekend van de Nederlandse reclamemascotte Loeki de Leeuw. Door de disneyficatie van het uiterlijk van mascottes Pardoes en Pardijn. Door wrede sprookjes kindvriendelijker te maken: het sprookje van De Rode Schoentjes werd minder bloederig, Langnek kreeg een mildere uitstraling; alles conform het Efteling-devies uit 1953: ‘U vertoeft er in een blijde wereld’.

Pardoes en Pardijn. Beeld Wiosna van Bon
Pardoes en Pardijn.Beeld Wiosna van Bon

De vernieuwing: vier ‘loops’ in de Python

Stilstand is achteruitgang, moet de Efteling-directie hebben gedacht. Reden waarom na het Sprookjesbos gezocht werd naar expansie. Geen gemakkelijke opgave. Aansprekende sprookjes waren er niet in overvloed, terwijl het loslaten ervan een stijlbreuk zou betekenen.

Bouw van de Python, 1981.
 Beeld NoordBrabants Museum
Bouw van de Python, 1981.Beeld NoordBrabants Museum

Niettemin werd voor de laatste optie gekozen: attracties met een sprookjesachtige sfeer, maar zonder duidelijk verhaal. Eerste proeve: De Indische Waterlelies, gebaseerd op het boek De Twaalf Wonderlijke Sprookjes. Schrijver dezes: de Belgische koningin Fabiola. De wervelende show met opengaande waterlelies en dansende ‘sterrenkinderen’, blauwig maanlicht, jazzy muziek en een onvermijdelijke heks bleek een instantsucces.

Het opende de weg naar meer. Zoals het Spookslot met zijn vermaarde gele viool waarop de Danse Macabre van Camille Saint-Saëns wordt gespeeld tussen swingende grafzerken en levende geraamten. Geen sprookje, weinig verhaal, wel veel sfeer en nog meer gegriezel. Ter promotie van het gotische gruwelkasteel nam de al even gothic ogende Kate Bush er een video op van haar eigen debuutalbum The Kick Inside. Ze liet er speciaal een eigen grafsteen voor beitelen (nu in Den Bosch te zien). De kasteelruïne groeide in 44 jaar uit tot een publiekslieveling.

null Beeld Wiosna van Bon
Beeld Wiosna van Bon

Bij de vorig jaar aangekondigde afbraak van het slot bleef protest dan ook niet uit. Maar volgens Efteling-directeur Fons Jurgens was het slot “als we heel eerlijk zijn, misschien tien jaar geleden al niet meer van deze tijd”.

Hoe dan ook, met het Spookslot had het park afscheid van de sprookjes genomen. Nieuwe projecten als Droomvlucht, Symbolica en Baron 1898 volgden; allemaal even spectaculair en avontuurlijk als wonderlijk en feeëriek. Grote uitzondering was de Python. De duizelingwekkende achtbaan, geopend in 1981, betekende een trendbreuk met het nostalgische imago van de Efteling. De stalen constructie was met zijn vier loops alleen nog maar angstaanjagend, héél angstaanjagend, en daardoor juist weer aantrekkelijk voor jongere bezoekers.

Protest van milieuactivisten tegen de verwachte geluidsoverlast legde de bouw van de Python aanvankelijk stil. Na tegenprotest van het Efteling-personeel en de lokale middenstand ging die weer door. Toch kreeg de achtbaan geen vervolg: de Efteling wilde zijn unique sellingpoint – de sprookjessfeer – niet verliezen en op andere pretparken gaan lijken.

De merchandising: Langnek-ijstaart

Romantiek en techniek: het blijkt een gouden combinatie. Het park trekt jaarlijks rond de vijf miljoen bezoekers.

Er zijn inmiddels 555 Efteling-pins. Beeld Wiosna van Bon
Er zijn inmiddels 555 Efteling-pins.Beeld Wiosna van Bon

De kunst is om die bezoekers bij het park betrokken te houden, ook als ze thuis zijn. De oplossing: merchandising. Was het al mogelijk om ‘Volk van Laaf’-bier te drinken of een lp met de sprookjesmuziek te kopen, nu kan iedereen ook met kerst Langnek-ballen in de boom hangen, ’s morgens Langnek-sloffen aantrekken, een Langnek-stropdas strikken, fruitsap drinken door een Langnek-rietje en als toetje een Langnek-ijstaart eten. Het verzamelen en op ruilbeurzen verhandelen van de inmiddels 555 officiële Efteling-pins bleek al even verslavend.

De liefde die bezoekers voor het park aan de dag leggen schijnt aan het extreme te grenzen. Zo waren de Brabanthallen in Den Bosch vorig jaar moeiteloos driemaal uitverkocht voor Efteling in concert, met een speciale suite “waarin de muziek van de Efteling voor iedere bezoeker op majestueuze wijze tot leven komt”.

Puzzels, sleutelhangers, stropdassen, ijstaarten, concerten en het park zelf natuurlijk: ze beantwoorden, buiten financieel gewin voor de Efteling, ook aan een sterk verlangen naar vroeger, verstrooiing, geborgenheid en een behoefte om aan de hedendaagse realiteit te ontkomen. Wat tachtig jaar geleden begon met een katholiek sportpark en twee geestelijken die de armlastige schoenmakers rond Kaatsheuvel ontspanning en vertier wilden bieden, is uitgegroeid tot een succesvol businessmodel, geschoeid op nostalgische idealen.

null Beeld Wiosna van Bon
Beeld Wiosna van Bon

Overigens kan ook de Efteling de eigentijdse ontwikkelingen niet buiten de deur houden, inclusief de racismediscussie. In Droomvlucht krijgen de elfjes verschillende huidskleuren. In het najaar van 2021 moest Monsieur Cannibale na 33 jaar de deuren sluiten: de donkere figuur met pollepel door de neus, dikke lippen en vooruitstekende tanden was als stereotiepe karikatuur niet meer van deze tijd. Droomwereld of niet, ook sprookjes zijn niet gevrijwaard van realiteitszin.

Efteling: de tentoonstelling. Noordbrabants Museum, Den Bosch. t.e.m. 21 mei.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234