AchtergrondExpositie
‘Mash Up’ toont een even speelse als utopische nieuwe wereld
Minder hokjesdenken, meer Mash Up, predikt de Britse kunstenares Anthea Hamilton in haar eerste, spannende overzichtstentoonstelling, nu in het M HKA. Haar kritische zin en rijke verbeelding levert een speels en eigenzinnig universum op.
Anthea Hamilton (44) weet op relatief jonge leeftijd al behoorlijk wat adelbrieven voor te leggen. In 2016 was ze een van de vier genomineerde kunstenaars voor de prestigieuze Turner Prize. In 2017 was ze de eerste zwarte vrouw die gevraagd werd om werk te maken in de Duveen Galleries van Tate Britain. Maar toch is de expo in het M HKA pas haar eerste overzichtstentoonstelling wereldwijd. De tentoonstelling omvat bijna twintig jaar aan werk, van haar allereerste video tot werk dat speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt werd.
In haar werk neemt Hamilton vaak elementen uit mode, kunst, design en popcultuur en herschikt die om al te voor de hand liggende, dominante of uitgeputte betekenissen te omzeilen. Een mash-up dus, als methode en als motto. Want de klassieke beeldcultuur is volgens Hamilton perte totale en aan vernieuwing toe. Clichés aangaande gender, seksualiteit en identiteit moeten weer vloeiende begrippen worden.
“De meeste mensen kennen het begrip mash-up uit de muziek, waar het staat voor het door elkaar draaien van verschillende nummers, maar ik ken het vooral uit het Jamaicaanse patois: ben je helemaal uitgeput of kapot dan ben je mash up”, zegt Anthea Hamilton. “Tegelijkertijd is er een positieve connotatie: mash up betekent ook ‘iets volledig beheersen’: zoals wanneer je de dj bent op een geweldig feest en iedereen is aan het dansen. Ik hou van die verschillende betekenissen.”
Disco
In een centrale zone in het Antwerpse museum heeft Hamilton naast eigen sculpturen een aantal elementen uit de heersende beeldcultuur geplaatst, die aanleiding vormen tot pertinente vragen aangaande representatie.
“Eén van de eerste beelden in mijn werk was dat van een jonge John Travolta, toch een toonvoorbeeld van klassieke schoonheid”, legt ze uit. “Met zijn sterke kin en uitgesproken kaaklijn doet hij denken aan een Grieks-Romeins standbeeld. Wat mij vooral interesseerde was hoe Travolta in de jaren 70 plots hét icoon van de discocultuur werd, terwijl disco toch ontstaan was in de zwarte homogemeenschap. Toen disco eenmaal populair werd, gingen Travolta en Hollywood met de eer lopen. Met dit soort beelden wil ik mensen doen nadenken. Zo’n iconisch beeld zuigt aan, het is een sfinx, maar dan wel een zwijgende sfinx die de waarheid achterhoudt.”
Hamilton ziet zichzelf niet als beeldhouwster, maar soms maakt ze heel eigen versies van alledaagse voorwerpen, zoals kleren of meubels, die zich als sculpturen gaan gedragen. “Ik hou van het idee van het bijna-functionele. Mijn reeks leg chairs zijn stoelen, maar tegelijkertijd zijn het geen echte stoelen. Je kan er niet op zitten. Voor mij zijn ze als een canvas, een sjabloon waarop ik verschillende zaken kan uittesten. Ik kan helemaal geobsedeerd geraken door bepaalde materialen en hun gave om te verleiden. Zo’n sjabloon laat mij toe om daarmee te spelen.”
Kimono
Andere sjablonen in deze tentoonstelling zijn haar reeks laarzen (“Ik deed een tentoonstelling in New York en de curator vroeg me om alsjeblieft niets meer met benen te maken, waarop ik zei: ‘Euh… laarzen dan?’”) of haar kimono’s, die onder Hamiltons handen ophouden herkenbare gebruiksobjecten te zijn maar sculpturale kwaliteiten krijgen.
Hamilton: “De kimono is voor mij een vrije ruimte. Hij heeft zijn eigen kracht, wat mij in staat stelt om er verschillende zaken op uit te proberen. Ik probeer mij helemaal niets toe te eigenen, maar zoek op deze manier iets te leren kennen en er de eigenheid van in te zien. Wat ook zo is: ik ben slechtziend, waardoor ik voortdurend kimono’s zie waar er geen zijn. Dan zit ik in de verte te turen: ‘is dat nu een kimono of…?’ Ik word een beetje zoals een groente, ik zuig alles rond me op als voedsel voor mijn eigen obsessies.”
Eén van de hoogtepunten in de tentoonstelling is de installatie The Squash, eerder te zien in Tate Britain. Wekelijks zullen op zaterdag vier performers in door Hamilton ontworpen kostuums, met kalebasvormige helmen op het hoofd, zich proberen in te beelden hoe het is om een pompoen te zijn. Een andere indrukwekkende installatie is Executive room, een futuristisch uitziende verbeelding van het kantoor van een CEO (“ik zou niet weten hoe zo’n kamer eruitziet, want ik heb er nooit een vanbinnen gezien”). De kamer is aangekleed met een door Hamilton ontworpen ruitjespatroon, naar de patronen die de Schotse clans van de Highlands droegen om zich van elkaar te onderscheiden.
“Toen heel wat mensen van Europa naar Noord-Amerika verhuisden, overheerste er bij velen een gevoel van ontworteling. Enkele charlatans roken geld. Zij gingen op zoek naar makkelijke slachtoffers en zeiden dan: MacDougal? Dit is het patroon van jouw clan. Hamilton? Dit is het jouwe. In werkelijkheid zogen ze al die patronen uit hun duim. Ze profiteerden van mensen die zich wanhopig aan hun gevoel van identiteit wilden vastklampen.”
Hamiltons kritische zin en tegelijkertijd rijke verbeelding levert een speels en eigenzinnig, vrolijk en kleurrijk universum op, waarin heel wat zaken bien étonnés de se trouver ensemble zijn. Het is spannend, complex werk, waarbij oude denkbeelden in vraag worden gesteld en een utopische nieuwe wereld wordt verbeeld.
Anthea Hamilton – Mash Up, nog tot 15 mei in M HKA, Antwerpen.