DM ZAPT
Mag er ook wat horror in 'Blue Planet'?
In de dagelijkse rubriek DM ZAPT. zet de redactie van De Morgen de blik op oneindig. Vandaag: Ewoud Ceulemans over de net iets té kindvriendelijke Hollywood-scenario’s in Blue Planet II.
Beeldt u zich even in: een troep zwarte zwaardwalvissen – zwarte, gestroomlijnde onderwaterraketten van dik vier meter lang, met 44 tanden die niet dienen om zeewier te kauwen – achtervolgt een horde tuimelaars – u kent ze wel, die vriendelijk lachende dolfijnen die trucjes kunnen en elkaar eeuwig trouw blijven. Een gruwelijk tafereel dringt zich op: weldra zal die eeuwige glimlach toch verdwijnen, wanneer de zwaardwalvissen hompen dolfijnenvlees naar binnen spelen.
Niet dus. De dolfijnen draaien zich naar hun aanvallers en beginnen ze zowaar met hen te communiceren. “Truly extraordinary”, vertelt David Attenborough op de goddelijke voice-over van Blue Planet II. Het is inderdaad een wonderlijk fenomeen. Maar wanneer krijgen die zwarte zwaardwalvissen nu wat lekkers in hun bek?
Clichés
De laatste weken breng ik, net als vorig jaar, al gapend door. Met open mond staarde ik vorig jaar naar de BBC-reeks Planet Earth II, nu doe ik hetzelfde bij Blue Planet. Dit zijn meer dan zomaar natuurdocumentaires: dit zijn feilloos in beeld gebrachte Hollywood-films, maar dan met de meest wonderlijke diersoorten in de hoofdrol. De dik aangezette soundtrack van The Lion King-componist Hans Zimmer en de subtiel uitgekiende scenario’s met goeieriken en slechteriken zorgen dat je niet alleen iets bijleert, maar ook iets voelt.
Alleen zijn die scenario’s soms nét iets te clichématig en kindvriendelijk om eindeloos te blijven boeien. U herinnert zich vast nog wel de scène uit Planet Earth II waarin in een pasgeboren leguaan ei zo na wist te ontsnappen aan een massa gladde slangen. Of, uit diezelfde reeks: een kudde kariboes die nét een tikkeltje sneller waren dan een roedel wolven, in een heuse achtervolgingssequentie.
Anonieme vleesmassa
Waarom moeten die roofdieren altijd de slechteriken zijn? Waarom wordt, in de tweede aflevering van Blue Planet II, uitgelegd dat de monsterlijke vangtandvissen in verhouding de grootste tanden hebben, maar krijg ik niet te zien hoe ze die tanden gebruiken? Het zijn altijd schattige planteneters met wie ik moet meeleven, en nooit fascinerende carnivoren – die trekken in de scenario’s van David Attenborough altijd aan het kortste eind.
Enkel als de prooi een anonieme vleesmassa is die moet worden opgeruimd - zoals het onherkenbare karkas van een potvis – worden haaien niet als de bad guys getoond, en komt er al eens een druppel bloed in beeld. Ik weet wel beter: niet alle taferelen in onze oceanen zijn geschikt voor alle leeftijden, en laten we eerlijk zijn: soms is het gewoon fucking cool om te zien hoe een woeste haai of een vraatzuchtige orka zich tegoed doet aan een zeehond of dolfijn.
U hebt nog vijf afleveringen de kans, beste meneer Attenborough, om net die wonderlijke taferelen op mijn scherm te toveren. Want naast een portie Disney mag er toch ook een flinke scheut horror in onze natuurfilms?