InterviewLukas Lelie
Lukas Lelie: ‘Mijn stage op de set van ‘Aspe’ kwam erop neer dat ik de charcuterie op de cateringtafel moest leggen’
In de komische reeks ‘Doe zo voort’ richt Lukas Lelie de spot op het lager onderwijs. Met zichzelf in de rol van uitgebluste leerkracht die tijdens het oudercontact vanop een veel te klein stoeltje een stoet bemoeizuchtige ouders moet trotseren.
“Misschien wel de mooiste periode van mijn leven”, zegt Lukas Lelie wanneer we naar zijn lagere schooltijd vragen. “Ik hoefde me geen vragen te stellen over hoe de dag, de week of zelfs het jaar verder zou verlopen. Alles werd door andere mensen voor me uitgetekend. Een ongelooflijke luxe waar ik zelfs nu nog naar kan verlangen.” Omdat hij het er zo leuk vond bleef Lelie zelfs twee jaar in het tweede leerjaar plakken. “Uiteraard was dat, toen al, met het oog op deze reeks. Ik wilde alle nuances van dat prachtige leerjaar in me opnemen.”
Dat zijn allereerste televisiereeks zich afspeelt op de schoolbanken heeft niet alleen met die rozige jeugdherinneringen te maken. “Ik ben een fan van het onderwijs”, vertelt Lelie. Iets genetisch waarschijnlijk, want zowel de moeder als de zus van de comedian verdienen hun boterham voor het – ondertussen digitale – schoolbord. “Ik wist bovendien dat rond dat onderwijs een spanningsveld hangt. Bij De ideale wereld zijn sketches rond onderwijs meestal degene die de comments doen ontploffen. Het onderwijs blijkt een groot aantal voorstanders en minstens evenveel fanatieke tegenstanders te hebben die graag met elkaar in discussie gaan. Daarbij durft het woord ‘vakantie’ al eens te vallen. (lacht) Maar hoe groot de tegenstellingen ook zijn, er is één moment waarop beide partijen wel met elkaar aan tafel moeten gaan zitten: het oudercontact.”
Een vredesoverleg dat meestal plaatsvindt in een erg ongemakkelijke setting; op veel te kleine stoeltjes aan een veel te lage tafel.
“Dat is precies hetgene wat de meeste mensen met zo’n oudercontact associëren. Terwijl dat eigenlijk een heel vreemd gegeven is. Hoeveel moeite kan het zijn om een echte tafel en een paar volwassen stoelen in zo’n lokaal te zetten? Maar net omdat het zo herkenbaar is, wou ik dat de acteurs tijdens de opnames voor Doe zo voort ook op van die lage stoeltjes gingen zitten. Een beetje zoals James Cameron de opnames voor Titanic ook per se in ijskoud water wou laten doen. Alleen was ikzelf het grootste slachtoffer van die aanpak. Wanneer ik me in zo’n stoeltje wring, wordt de bloedstroom naar mijn ledematen zo goed als volledig afgesloten. Na elke opname moest ik mijn benen weer tot leven wekken en opnieuw leren lopen.”
Waar vond u inspiratie voor de sketches in Doe zo voort?
“Bijna iedereen heeft ooit weleens aan één van beide kanten van zo’n kleine tafel gezeten. De verhalen kwamen spontaan op me af. Er zijn ook heel veel leraars. En die leggen nogal graag dingen uit. We hebben de reeks aan een uitgebreid testpubliek van leraars laten zien. Eigenlijk wilden we bij hen gewoon de herkenbaarheid testen, maar we kregen er gratis en voor niks een hele reeks anekdotes bij.”
Wat vonden die leraars van het beeld dat u in de reeks van het onderwijs schetst?
“De reeks maakt het misschien niet helemaal duidelijk, maar ik sta wel degelijk aan de pro-kant wanneer het over onderwijs gaat. Alleen heb ik ervoor gekozen een luie, wat twijfelachtige leraar op te voeren. Gewoon omdat die voor tv nu eenmaal interessanter is dan een plichtsbewust model-exemplaar.”
“Met die luiheid had ons testpubliek het wel wat lastig. In een van de afleveringen komt bijvoorbeeld een imker aanbieden om een gastles te geven. In het programma wijs ik die man meteen de deur. Dat begrepen de aanwezige leraars niet. Maar ik ben voor het hoofdpersonage heel dicht bij mezelf gebleven. En ik heb een grondige hekel aan praktisch geregel. Waarom zou je een imker langs laten komen – met alle mails over parkeerplaats, tijdstip en lesmateriaal die daarbij horen – wanneer je evengoed een documentaire over de bij op kan zetten?”
U hebt niet alleen de sketches geschreven, u speelt ook zelf de hoofdrol. Was dat meteen het plan?
“Ja, ik acteer heel graag. En ik hoop dat ik het kan. Zij het dan binnen bepaalde grenzen. Ik herken me wat dat betreft in de Amerikaanse komiek Jerry Seinfeld. Die omschrijft zichzelf als een acteur met een bewegingsmarge van 5 procent in elke richting. Ik heb dat ook. Ik kan een beetje blij, een beetje boos of een beetje verdrietig spelen. Maar veel gekker moet het niet worden. Wat betekent dat ik enkel personages aankan die behoorlijk dicht bij mezelf staan. Dan is het wel nog zo handig dat ik zelf mijn eigen rollen schrijf.”
“Eigenlijk heb ik mijn eigen acteerkamp georganiseerd. Ik ging achter mijn te kleine tafeltje zitten en om de drie uur kwam er een nieuw paar topacteurs bij me aanschuiven. In die zin maak ik graag de vergelijking met Extras (komische BBC-reeks van en met Ricky Gervais, PD), zonder te willen beweren dat Doe zo voort op hetzelfde niveau staat. Maar de insteek is een beetje dezelfde. Je hebt een redelijk normaal, zij het enigszins gefrustreerd hoofdpersonage dat een hele dag door allerhande zotten tegen het lijf loopt.”
Geen spijt dat u film en televisie hebt gestudeerd in plaats van een acteeropleiding te volgen?
“Helemaal niet. Terwijl al die acteurs op werk zitten te wachten kan ik een eigen serie schrijven en mezelf daar de hoofdrol in geven. Ideaal toch? Ik weet ook niet of het echte acteursbestaan iets voor mij zou zijn. Om op zo’n podium te gaan staan mag je geen schaamte hebben. En laat dat nu net iets zijn waar ik een overdosis van heb.”
U werkt ook voor het Canvas-programma De ideale wereld. Een programma waar ze momenteel een nieuwe presentator zoeken. Hebt u uw cv al ingestuurd?
“Neen, ik doe heel graag wat ik nu bij De ideale wereld doe. Sketches bedenken, erin meespelen en af en toe eens in de studio gaan zitten. Dat valt perfect met mijn andere bezigheden te combineren. Als presentator zou dat een stuk moeilijker zijn.”
Jan Jaap van der Wal, die het programma nog tot volgende maand presenteert, gaf aan dat een van de redenen voor zijn vertrek de wat mager uitvallende kijkcijfers zijn. De ideale wereld moet het gemiddeld met zo’n 125.000 kijkers stellen. Is dat ook voor u een bron van frustratie?
“Ik snap wel wat Jan Jaap bedoelt. Het grote probleem is dat het programma geen vast uitzenduur heet. De ene keer wordt het om halftwaalf uitgezonden, de volgende keer om elf uur en als ze bij Canvas eens gek willen doen soms ook een heel stuk vroeger. Dat is frustrerend voor trouwe kijkers. Mijn oma die altijd probeert te kijken naar De ideale wereld kan enorm vloeken op het voetbal. Dat zo’n match wordt uitgezonden kan ze nog begrijpen. Maar dat daar achteraf ook nog uitgebreid over nagepraat moet worden, dat gaat er bij haar niet in.”
“Die kijkcijfers vertellen natuurlijk maar een deel van het verhaal. Op het internet halen we met onze filmpjes een veel groter bereik. Eigenlijk is dat een geweldig cadeau. De geniale filmpjes gaan viraal en blijven in het collectief geheugen hangen. De extreem zeldzame, ietwat minder geniale filmpjes bereiken een veel kleiner publiek en verdwijnen in de vergetelheid. Zo ontstaat een publiek dat ons programma enkel kent van de virals die we scoren.”
Ook Sarah Vandeursen trok onlangs de deur van de redactie achter zich dicht. Zij vond het lastig om elke dag opnieuw moppen over de actualiteit te maken. Herkenbaar?
“Tuurlijk. Zaken als de coronacrisis maar ook de brexit hebben maandenlang het nieuws gedomineerd. Dan is het moeilijk om telkens een nieuwe invalshoek te zoeken. Soms wordt het ook gewoon te veel. Mocht ik niet bij De ideale wereld werken, dan had ik tijdens de coronacrisis mijn nieuwsconsumptie drastisch teruggeschroefd. Maar een paar keer per week naar Het journaal kijken bijvoorbeeld en enkel in het weekend nog de krant lezen. Maar nu ging dat natuurlijk niet. Daarom ook dat het fijn was om met Doe zo voort eens iets te kunnen doen dat helemaal los stond van de actualiteit.”
Doet u dat ook niet met uw nieuwe zaalshow Kwestie van smaak die in oktober in première gaat? Of mogen we daar, ondanks de titel, toch vooral bespiegelingen over corona en de oorlog in Oekraïne verwachten?
“Neen, de titel dekt volledig de lading. Kwestie van smaak gaat, net zoals mijn vorige show trouwens, over eten. Ik vind dat een heel fascinerend onderwerp. En iedereen eet drie keer per dag, dus het is iets wat heel herkenbaar is. Waarom zou ik het niet nog eens over eten mogen hebben? In de muziek gaat het toch ook bijna altijd over de liefde? Niemand die daar een probleem van maakt.”
“Dat stand-uppen is voor mij de ideale combinatie met mijn werk bij De ideale wereld. Zo’n optreden is volledig mijn eigen ding. Er komt geen hele ploeg bij kijken. Ik hoef dus niet te brainstormen met andere mensen of te argumenteren waarom ik iets op een bepaalde manier wil doen. Er is iets heerlijk simpels aan in mijn Toyota Yaris stappen, naar een optreden rijden, daar op het podium gaan staan en gewoon wat moppen tappen.”
Komt er aan die zaalshows dan geen regisseur of coach te pas?
“Neen. Ik heb wel wat collega’s die af en toe eens komen kijken en me dan zeggen wat ze shit vonden en wat niet. Maar daar blijft het bij. Mijn shows zijn sowieso eerder een verzameling losse jokes. Ik werk niet met een verhaallijn of allerhande objecten op het podium. Het Amerikaanse model van comedy specials vind ik het beste. Een klein uurtje grappen vertellen en dan mogen comedian en publiek naar huis. Dan kunnen beide partijen tenminste nog wat van hun avond maken.”
Hoe bent u destijds als film- en televisiestudent bij comedy terechtgekomen? Ik dacht dat iedereen in die richting van een langspeelfilm droomde?
“Dat was nooit mijn ambitie. Ik heb altijd al grappige dingen willen doen. Na mijn studies was ik de sfeer op film-en televisiesets een beetje beu. Ook al omdat mijn stage op de set van Aspe er in de praktijk op neerkwam dat ik de charcuterie op de juiste plaats moest leggen op de cateringtafel. Soms kreeg ik meer verantwoordelijke taken zoals rondrijden met het koffiebusje. Toen ik daar eens verkeerd mee reed weigerden de mannen van de elektro aan de slag te gaan. Ze wilden eerst koffie. Dat heeft me toen bijna een hartverzakking gekost. En dat voor 50 euro per dag.”
“Om dat soort situaties te vermijden, ben ik uiteindelijk halftijds aan de slag gegaan bij de Louis Delhaize in De Pinte. Ik heb wat dat betreft nog een wist-je-datje voor de lezer. De winkels van Louis Delhaize maken namelijk geen deel uit van de Delhaize-groep. Bonnetjes van Delhaize kan je dus niet inwisselen bij Louis Delhaize. Als mensen één iets onthouden uit dit interview, laat het dat dan zijn. Want ik heb heel veel bonnetjes moeten weigeren.”
“Ik ben in die periode met stand-up begonnen. Aanvankelijk met de bedoeling dat met mijn werk in de supermarkt te combineren. Maar eerst won ik een prijs in Gent, daarna Humo’s Comedy Cup, plots had ik een manager en ineens kwam de vraag of ik niet eens bij De ideale wereld wou komen meedraaien. Waanzinnig eigenlijk.”
Hebt u tips voor jong comedytalent dat hoopt op een gelijkaardig scenario?
“Beginnende comedians komen me heel vaak vragen wat ze moeten doen om binnen te raken bij De ideale wereld. Mijn antwoord is altijd hetzelfde: laat zien wat je kan. Lees ’s morgens de krant, schrijf daar wat jokes over of draai een sketch en stuur die door. Maar meestal krijg ik dan een paar dagen laten een mail met in bijlage een schokkerige opname van hun set ergens in een café in West-Vlaanderen. Zo lukt het niet natuurlijk. Eigenlijk is het simpel. Maak dingen die grappig zijn en geloof me, vroeg of laat word je opgepikt.”
Doe zo voort, vanaf 1 april op Streamz.
BIO
• geboren in 1990
• studeerde regie aan het RICTS
• won in 2014 Humo’s Comedy Cup
• ging kort daarna aan de slag bij het Canvas-programma De ideale wereld
• toerde Vlaanderen rond met zijn eerste zaalshow Ik doe mijn best
• gaat in oktober in première met opvolger Kwestie van smaak
• is host van de op YouTube populaire koekenrubriek Standaard Koekhandel