FotografieDe blik van Blancquaert
Lieve Blancquaert over haar beeld van de week: ‘Dat grote warme dier en die twee mannen, vel tegen vel, heerlijk’
Fotografe Lieve Blancquaert licht een beeld uit dat haar bijblijft, ontroert en/of intrigeert.
Cowboys associeer ik doorgaans met conservatieve machomannen. Ze dragen geruite hemden en op hun heupen wiebelen twee pistolen. Ze zijn zwijgzaam, temmen vrouw en paard en knallen zonder te verpinken hier en daar wat mensen neer. Natuurlijk zijn het de cowboyfilms die mij dat plaatje in het hoofd hebben gestoken.
Als ik dan bots op deze foto van fotograaf en filmmaker Luke Gilford blijf ik er ook aan hangen. We zien twee naakte cowboys op een al even naakt paard en dat raakt me. Ik weet niet hoe het voelt om zo met blote billen paard te rijden zonder een zadel, maar je kan de warmte voelen. Dat grote warme dier en dan die twee mannen liefdevol dicht bij elkaar, vel tegen vel, heerlijk. Aandoenlijk is ook hoe cowboy twee liefdevol het buikje vastneemt (verbergt?) van de cowboy vooraan.
Dit tafereel hebben zowel zij als wij te danken aan de International Gay Rodeo Association. De organisatie heeft als doel lgbtq+-cowboys en -cowgirls een veilige plek te bieden. Luke Gilford is zelf ook deel van die gemeenschap en dat voel je aan zijn foto’s. Ze zijn persoonlijk en poëtisch. Ook de naam die hij aan de foto gaf, is grappig: ‘National Anthem’.
---
Ik kijk met droeve ogen naar de vele foto’s van Russische vrouwen die protesteren tegen de mobilisatie van hun mannen en zonen om ergens een even smerige als zinloze oorlog te gaan uitvechten. Ze brengen me terug bij dit beeld van Magnum-fotograaf Marc Riboud. Zijn iconische beeld kreeg als titel ‘Flowering Rifle’.
We zien hier de toen 17-jarige Jan Rose Kasmir die een bloem richt naar de bajonetten van de Nationale Garde voor het Pentagon. Ze was op 21 oktober 1967 een van de bijna 100.000 mensen die naar Washington DC trokken om daar te demonstreren tegen een andere smerige en zinloze oorlog, namelijk die in Vietnam. Ook toen werden jonge mannen als willoos kanonnenvlees naar een plek gezonden waar ze eigenlijk helemaal niets te zoeken hadden.
Dit onvergetelijke beeld staat nog steeds symbool voor de moed en de kracht van vreedzaam protest, en ik hoor mezelf zuchten en murmelen: les histoires se répètent.
---
Op het wereldwijde web zijn heel wat foto’s te vinden van ultraorthodoxe joden, maar de strafste zijn gemaakt door AFP-fotograaf Menahem Kahana. Ze geven ons een toegang tot hun bijzondere, haast hermetisch afgesloten wereld. We zien ze wel eens lopen, die mannen met pijpenkrullen en lange zwarte jassen in de zevende wijk in Antwerpen. Ook hun vrouwen in zwarte rokken, met dichte kousen en pruiken die haastig kinderwagens voortduwen, komen we tegen in de straten van de stationsbuurt. Zelf kan ik het dan nooit laten om iets te nieuwsgierig naar hen te kijken en mij steeds weer af te vragen hoe hun wereld eruitziet achter die gesloten deuren.
Weinig fotografen slagen erin het vertrouwen te krijgen, maar in een interview met de fotograaf lees ik dat de ‘charedim’ het helemaal niet zo erg vinden om gefotografeerd te worden en dat ze zelf ook fotoalbums bijhouden van de belangrijke gebeurtenissen in hun leven. Ik vraag me dan wel af of die foto met de twee slapende dronken jongens het familiealbum zou halen.
---
De absurde fotoreeks van de Italiaanse fotograaf Gabriele Cecconi met de titel TiàWùK bestaat uit beelden die hij maakte in de rijke bubbel van Koeweit. Cecconi vertelt op zijn site over deze foto’s alsof hij ze op een andere planeet gemaakt heeft, “ver weg van Moeder Aarde maar toch nog dicht genoeg bij ons melkwegstelsel”. Dat gevoel van naar buitenaardse wezens te kijken herken ik. Koeweit bestaat ook echt uit twee werelden. Aan de ene kant heb je een kleine groep (30 procent) rijke Koeweiti, aan de andere kant zijn er de gastarbeiders die, slechtbetaald en in moeilijke leefomstandigheden, voor die happy few werken.
De reeks beelden vat het bubbelleven van deze steenrijke oliemannen perfect samen. Mocht het niet zijn dat hun oliebronnen de hele wereld aan de rand van de afgrond brengen, we zouden er goedmoedig mee lachen. Dit door onmetelijke rijkdom ontwrichte volk nam in feite nog niet zo lang geleden die hoge economische vlucht. Met al die massa’s vrije tijd en al dat spotgoedkope werkvolk lijken ze zich stierlijk te vervelen. Auto’s verzamelen wordt dan plots een recreatieve bezigheid.
---
Wanneer de aarde in een vuilnisbelt verandert, en studenten van de kunstacademie van Kinshasa beslissen om kunst te maken met al het afval dat ze volop kunnen vinden in hun eigen omgeving, dan is dit het resultaat. Het lijkt eerst grappig maar de ‘homo detritus’ of afvalmens is niet langer die mens van vlees en bloed die leeft van wat de aarde geeft, maar een groteske aardling van autobanden, gsm’s, plastic flessen, elektrische draden, stekkers en alle rotzooi die nooit of te nimmer weer in de aarde verdwijnen kan. Of er zou al een jaar of duizend overheen moeten gaan. In de sloppenwijken van Kinshasa is het dikwijls een kwestie van overleven op de mondiale vuilnisbelt en het bijgeleverde onrecht van de wereld.
---
Het leven van fotograaf Toyo Miyatake (1885-1979) leest als een film. In de Tweede Wereldoorlog werd hij met zijn vrouw en vier kinderen opgesloten in Manzanar, een interneringskamp voor Japanse Amerikanen – die na Pearl Harbor als staatsgevaarlijk werden beschouwd. Miyatake wist een lens het kamp binnen te smokkelen en bouwde van hout een heuse camerabody. Zo nam hij – eerst in het geheim – waardevolle beelden van het leven in het kamp.
Later kreeg hij de toestemming van de kampoverste om de officiële kampfotograaf te worden. De voorwaarde was wel dat hij zelf nooit op de ontspanknop zou drukken. Dat kon enkel door een witte Amerikaan gedaan worden. Miyatake zette alles klaar, maakte het kader, besliste over de instellingen, om dan de druk op de knop door te geven aan een ‘echte’ Amerikaan.
Dit heerlijk onverwachte, absurde beeld met Japanse majorettes is tegelijk een zoveelste bewijs dat foto’s ook keihard in je gezicht kunnen liegen. Mocht je niet weten dat deze mooie jonge vrouwen opgesloten zitten in een vreselijk onrecht, dan kun je toch enkel denken dat ze zich kostelijk amuseren en lekker gelukkig in het leven staan?
---
Dit foto-essay van de Japanse fotograaf Takako Kido draagt de mooie titel Skinship. Kinship in het Engels is ‘verwantschap’, zegt Google Translate. Maar skinship in de Japanse cultuur slaat op fysieke bonding door huid-op-huidcontact tussen geliefden en/of familieleden.
Velleke-velleke, zoals wij het in Vlaanderen zeggen.
Uitgerekend in het doorgaans wat afstandelijke en koele Japan zijn de beoefenaars van skinship ook in de minderheid. Zij zijn ervan overtuigd dat door dit heel dichte en liefdevolle huidcontact de band tussen moeder, vader en kind sterker wordt, en dat jongeren zo leren om voor anderen te zorgen.
In een interview met de fotograaf, die ook in dit milieu is opgegroeid, lees ik dat ze ooit in New York gearresteerd werd omwille van zulke heel intieme foto’s, die als pedoseksueel werden bestempeld. Pas daar en dan realiseerde ze zich hoe volkomen evident een beeld als dit voor haar voelde, maar hoe uitzonderlijk en schokkend het blijkbaar kan zijn voor andere mensen.
Ik wil graag aan de kijker en lezer overlaten wie hier de bal volledig misslaat, maar iedereen kan zien hoe warm en liefdevol deze stille, tedere foto is. Voor mij is dit enkel schoonheid en liefde. Niets anders.
En een jongen die de moederborst deelt met zijn knuffelbeest, geef toe dat het grappig is bovendien.
--
De stilte na de storm, dat lees ik op het eerste gezicht in de beelden van Peter Caton die hij maakte tijdens de overstromingen in Zuid-Soedan in december 2020. Die foto’s stralen een soort van serene rust uit. Zoals hier deze moeder die, met haar kind in een emmer op haar hoofd, bijna lijkt te poseren voor zijn lens. Het zijn de kleuren, de plek, het licht. Het voelt als een perfect georganiseerde harmonie.
Wat we hier niet zien, en waarvan we ons nauwelijks bewust zijn, is dat die strijd om te overleven in het wassende water maar een fractie van de ellende is waar dit onfortuinlijke volk mee te kampen heeft. Er is ook nog de droogte, hongersnood, kindersterfte, malaria, de eindeloze gewapende conflicten waarbij al vele doden zijn gevallen, en ga zo maar door. Meer dan 1,8 miljoen mensen zijn inmiddels in eigen land op de vlucht.
Wanneer ik met die kennis opnieuw kijk naar dit haast Bijbelse tafereel van moeder en kind, dan lees ik in haar ogen enkel nog wanhoop.
--
Dit machtige, mysterieuze beeld is misschien niet makkelijk te ontcijferen. Vogelaars zullen het waarschijnlijk direct herkennen, maar voor mij was het een ontdekking. Dit is wat ze noemen een murmuratie, het verschijnsel bij spreeuwen die rond zonsondergang in grote groepen met en rond elkaar lijken te dansen. Hoe mooi ook, dat het woord ‘murmuratie’ is afgeleid van het Franse ‘murmurer’, dat fluisteren betekent.
De Spaanse natuurfotograaf Xavi Bou is ondertussen wereldberoemd met zijn fotografische ornithografieën of vogelbeschrijvingen, en flaneert met deze bijzondere foto’s tussen kunst en wetenschap.
Voor mij is het ook pure poëzie. Door het gebruik van een heel lange sluitertijd slaagt de fotograaf erin om de beweging van deze vogels te vatten, als het ware het vroeger, het nu en de toekomst vast te leggen in één beeld.
Wanneer ik nu nog ergens boven een veld een zwerm vogels met elkaar zie fluisteren, dan blijf ik een tijd stilstaan. Ik wil ze horen murmureren.
Xavi Bou, Ornithographies, 55 euro. Het boek kunt u bestellen via xavibou.com.
--
Als je op haar website door de beelden van fotograaf Lissa Rivera scrolt, word je vanzelf een beetje stil. In drie fotoreeksen onder de titel Beautiful Boy toont de Amerikaanse de vrouwelijke kant van haar geliefde BJ Lillis, die zichzelf omschrijft als ‘genderqueer’. De beelden zijn doordacht, de aankleding precies gekozen, en het decor, de ruimtes bepalen voor een groot deel het eindresultaat. Kijkend naar deze foto’s zitten we ergens lang geleden en tegelijk volop in het nu.
De vrouwelijkheid van het mannelijke model is zijn kracht, en fotografie bewijst hier dat mannelijke uitingen van vrouwelijkheid ons als kijker toch doen nadenken - nakijken als het ware. De beelden houden ons oog vast, we moeten ze proberen te lezen, begrijpen, voelen.
Waarom worden mannelijke mannen en vrouwelijke vrouwen als de norm gezien? Wie heeft dat ooit beslist? Hoe en waar is dat begonnen? Op welk moment heeft de mens gedacht dat vrouwelijke primaten dan maar beter een rok dragen en mannelijke een broek? Dat mannen korte nagels moeten hebben en vrouwen lange nagels kunnen dragen? Dat mannen op hakken geen echte mannen zouden zijn, terwijl vrouwen hun benen met stelten moeten verlengen met het risico ze te breken? Waarom?
--
Deze nieuwe horizonten aan zee geven mij een driedubbel gevoel. Vind ik deze windmolens wel kunnen, best mooi of juist heel storend? Voor sommige kustbewoners blijft het ‘visuele vervuiling’, maar deze foto van Simone Tramonte geeft mij een gevoel van hoop en vooruitgang: een toekomst voor mijn nageslacht en deze planeet.
Zijn we met z’n allen klaar om onze o zo mooie, eindeloze, rustgevende einders op te geven voor meer zuurstof en minder CO₂ in de atmosfeer? Kunnen we verder kijken dan onze neus lang is, en voorbij het uitzicht vanuit onze tweede verblijven aan zee? Deze zwemmers aan het Kopenhaagse Amager Strand wel. De windboerderij kwam er in nauw overleg met de lokale gemeenschap. Denemarken wil zo snel mogelijk voor 100 procent op groene energie draaien. Vandaag zit het land al aan 60 procent.
Ik lees dat tegen 2030 ook bij ons ruim zes miljoen gezinnen stroom zullen betrekken van de reuzenmolenwieken op zee. Dank u, Knokke, Blankenberge en bij uitbreiding onze volledige kust. Dat we ook hier kunnen komen baden met een duurzame toekomst op de achtergrond.
--
Deze vier mannen horen allemaal tot het gerespecteerde en bewonderde Nigeriaanse voetbalteam dat zich The Special Eagles noemt. ‘Speciaal’, omdat alle spelers een amputatie ondergingen.
Deze bijzondere foto van de Londense fotograaf Jack Lawson toont hen tijdens een training aan de Zuid-Atlantische Oceaan. Gezien vanaf de rug, maar toch mis ik op geen enkele manier de nodige expressie om hun onderlinge kracht en verbondenheid te lezen.
Amputaties komen in Nigeria vaak voor bij jonge mannen. De belangrijkste oorzaken zijn suikerziekte en verkeersongevallen.
Deze kerels laten zich door een been meer of minder wel duidelijk niet tegenhouden in hun ambitie om topspelers te worden. Het zijn winnaars. Kijk naar die krachtige, trotse ruggen. Ze vliegen.
--
De Roma zouden in Europa met 10 tot 12 miljoen zijn. Studies tonen aan dat 80 procent van hen het risico loopt in grote armoede terecht te komen. Hoewel ze de grootste minderheidsgroep in Europa zijn, worden ze meer gediscrimineerd dan andere volkeren.
De Italiaanse fotograaf met de prachtige naam Selene Magnolia kon in Stolipinovo in Bulgarije, het grootste Roma-getto in Europa, het vertrouwen winnen van een grote groep die tot de Sinti-stam behoort. Haar foto’s bewijzen dat ze een zo goed als onzichtbare fotograaf is.
Ook op dit beeld voel je dat ze als het ware deel van de groep is geworden. In het midden van dit beeld schittert een parel voor één dag, een bruid, op weg naar haar geliefde. Rond haar zien we de harde realiteit van afval, slechte huizen en roestige satellietschotels, maar ook twee fotografen en een videoman. Vandaag is haar dag, en als een filmster straalt deze vrouw los door alles heen.
--
Deze foto uit 1995 van de bekende Magnum-fotograaf Martin Parr dateert uit een tijd dat je in Oekraïne nog een normaal leven kon leiden, en ook ongeremd met gebronsde huid en een héél, héél klein zwembroekje langs de kust kon flaneren. Parr ziet stranden als ’s werelds grootste gelijkmakers. Alle grenzen vallen daar weg, samen met de kleren, en mensen tonen zich zoals ze echt zijn. Dat klopt misschien deels, maar tegelijk zien we op stranden dan weer een andere competitie.
Als de kleren niet meer kunnen concurreren, dan gaat het over buikspieren, cellulitis, gladde huid of toch weer dat perfect passende badpak, al is dat dan hier een ‘ballenknijper’. Deze twee gladgeschoren jongens hebben er duidelijk alle tijd in gestoken om ‘beach ready’ te zijn.
Wat deze onbezorgde kerels anno maart 2023 aan het doen zijn, blijft een vraag die me bezighoudt. Zijn ze ergens in een koude, grijze, harde loopgraaf aan het vechten, of zijn ze met hun hele hebben en houden op de vlucht voor al het geweld? Wat het ook mag zijn, ik wens hen gauw opnieuw lange warme zomers op het strand.
--
Zo goed als alle foto’s van de Amerikaanse fotograaf Joseph-Philippe Bevillard weten mij te raken, maar dit beeld van een paard dat in die gebroken spiegel kijkt – uit zijn fotoreeks Vital Impacts – doet bij mij iets wat ik moeilijk kan beschrijven. Is het de ontroering omdat we hier met z’n allen kunnen zien dat paarden en bij uitbreiding dieren in het algemeen dichter bij ons staan dan we durven te denken? Dat ook zij ijdel zijn?
Dit indringende, prachtige paardenoog dat ons blijft aankijken, lijkt ons iets te vragen. Ik gok op ‘vind je me mooi?’ of ‘laat je mij eens wild en vrij lopen in groene weiden en velden?’ Misschien voelt dit paard zich eenzaam en denkt het dat zijn spiegelbeeld een ander paard is, een mogelijke vriend. Misschien groeit de ergernis omdat zijn compagnon niet dezelfde warmte weet uit te stralen, maar steeds opnieuw koudweg terugkijkt, zonder ooit die eerste stap richting echt aanraken te ondernemen.
En dan blijf ik ook gefascineerd door het idee dat Bevillard begon te tekenen en te fotograferen nadat hij (op zijn derde) doof werd. Klank lijkt hier inderdaad niet aanwezig, en hoe schoon is die stilte niet?
--
Hoe absurd dit beeld ook is, je kunt er ook naar kijken als naar een modern sprookje, een klein liefdesverhaal. Dit van kop tot teen ingepakte Chinese koppel in het treinstation van Jinan is volledig gewapend tegen het gevaarlijke covidvirus. Dat ze bang zijn, is zeker. Ook zeker is dat ze op avontuur gaan, op reis vertrekken. Alle mensen rond hen zijn een bedreiging maar hun liefde is sterk genoeg en samen zijn ze vastberaden om ondanks alles de wereld te ontdekken.
Misschien kijken ze nu alvast naar foto’s van het paradijs waar ze heen trekken. Elke centimeter van hun huid is verpakt maar ze kruipen heel dicht bij elkaar. De stoelen naast hen blijven onbezet. Samen kunnen en zullen ze het overleven. Waar hun reis naartoe gaat is giswerk. In mijn fantasie zie ik hoe ze elkaar bij aankomst afpellen tot op het vel om dan helemaal naakt in een veld vol bloemen te gaan rollebollen.
--
Ramak Bamzar is een Iraans-Australische fotografe en kostuumontwerpster en de titel die ze koos voor de reeks waaruit deze foto komt, is letterlijk vertaald ‘Vrouwen met snorren en meisjes met een neuscorrectie’. Er is veel aan deze foto waar ik gefascineerd blijf naar kijken. Die Frida Kahlo-achtige ‘unibrow’-wenkbrauwen, die korte rok en de blote ronde knieën, de navel van deze jonge vrouw die tegen het doorzichtige kanten topje drukt, en dan ook nog het te kleine schapenvelletje waarop ze ligt.
Het vecht en botst allemaal bij deze shisha rokende vrouw, maar als je dan leest dat de foto een experiment is, een statement, een onderzoek naar de kracht en impact van geloof, cultuur en geschiedenis op de identiteit en eigenwaarde bij vrouwen in de hedendaagse cultuur van het Midden-Oosten, dan valt de puzzel min of meer in elkaar. Dan vertelt dit beeld plots zo veel over de heftige druk van die op mannen gerichte cultuur en hoe vrouwen zich onder dat zware patriarchale systeem in het Midden-Oosten meer en meer onderwerpen aan plastische chirurgie en alle mogelijke vormen van lichaamsmanipulatie.
--
Wat weinig mensen weten is dat de Amerikaanse Linda Eastman voor haar huwelijk met Paul McCartney en voor ze de bekende Linda McCartney werd, al een getalenteerde fotografe was, naast ook muzikante en dierenrechtenactiviste.
Natuurlijk had ze het niet weinig te benijden voorrecht om in de intieme kringen van de Fab Four te vertoeven. In haar oeuvre zijn het ook die beelden die ons het meest bijblijven. Bij dit sublieme familiekiekje stel ik mij dan ook de vraag of deze foto even fascinerend zou zijn indien het niet over de familie McCartney zou gaan, maar over de familie Janssens uit Erps-Kwerps.
Toch blijf ik er lang naar kijken en steeds bij terugkomen. Als we het beeld even loskoppelen van de grote ster, zien we ook een vader in kamerjas op zijn pantoffels balanceren op een omheining ergens in Schotland. Een kleine jongen in pyjama hangt bevroren in de lucht alsof hij zijn schaduw wil gaan vangen. Een meisje zoekt of vindt iets in het gras. Ze kijkt naar iets in haar hand en het is geen smartphone. Misschien blaft de hond. Maar misschien ook niet. Dat is moeilijk vast te stellen.
Zeker weet ik het niet, maar voor mij is dit een gelukkig moment, iedereen apart en toch verbonden met elkaar. Een zondagmorgen waarop alles even stilstaat, minstens voor de duur van Linda Eastmans klik. Heerlijk.
--
Ik lees meteen een vorm van protest in deze foto. Dit is niet toevallig een meisje in een groene djellaba met een skateboard in de hand op een dak in Marokko. Ze staat letterlijk ‘on top of things’, haar blik recht in de lens. Door die schijnbaar kleine details voel je haar kracht. Misschien ook wel door het wapen in haar hand: het skateboard.
De titel van de fotoreeks liegt er niet om: Shred the Patriarchy, ‘Versnipper het patriarchaat’. Voor dit project volgde de Italiaanse Chantal Pinzi een groep vrouwen in Marokko die ondanks alle vooroordelen, protesten en consequenties besloten om te gaan skaten.
Het zijn jonge vrouwen die tegen de regels vechten die hen vaak nog een gelijke behandeling ontzeggen. Dit gaat hier niet enkel over skaten, maar ook over hoe ze hun voet zetten, om te kunnen deelnemen aan het economische en politieke leven.
Sterk en schrijnend is het beeld. Of hoe een eenvoudige plank met vier wielen het symbool van verzet kan zijn voor zoveel vrouwen. Laat ons samen deze hoge hindernissen op rennen, om er vervolgens met indrukwekkende vaart en straffe capriolen weer af te komen rollen.
--
Ik moet meteen denken aan De aardappeleters van Vincent van Gogh. Het schilderij dateert van 1885 en toont ons een boerenfamilie zittend aan een tafel en, ja natuurlijk, ze eten enkel aardappelen. Ze leven sober. In armoede.
Deze twee vrouwen en het etende kind zitten ook aan een tafel van een boerderij, maar dan vandaag, ergens in Georgië. De foto van Christian Bobst vertelt ons welsprekend dat het boerenleven in het kleine dorp Mirashkani ook geen lachertje is. Georgië gaat gebukt onder de armoede en de beelden die uit die regio terugkomen voelen dikwijls aan alsof de lucht daar zo zwaar en grijs is dat hij amper omhoog kan blijven hangen. Dat de woningen er het vocht uit de grond opzuigen om zo ook in de knoken van hun bewoners naar boven te kruipen.
Er is in deze kamer duidelijk geen overschot voor veel liflafjes. Enkel de bloemen op het tafeldoek brengen wat frivoliteit naar binnen. Het is moeilijk om te horen waar de vrouwen het over hebben. Eén ding weet ik wel zeker. Ze hebben het niet over wat er dit seizoen nu precies in de mode zal zijn, korte of lange rokken. Toch vind ik het een prachtig beeld.
Ik denk – nee, ik weet wel zeker – dat het met het licht te maken heeft, het daglicht wat bij Van Goghs boerenfamilie totaal ontbreekt. Niets is mooier dan tegenlicht.
--
In het zuiden van Peru, op een hoogte van meer dan 5.000 meter in de Andes, staat Alina Surquiscca te balanceren op een rots met in haar armen een alpacaveulentje. Door haar positie in dat machtige landschap, maar ook door haar gesloten ogen, voelt het aan als een religieus tafereel, een soort van ‘Lam Gods’ van de mensen daar hoog in de bergen.
Zoals de gebroeders Van Eyck het lam hebben afgebeeld als een personificatie van Jezus, die zijn leven offert om zo de mensheid te bevrijden van haar zonden, zo is deze foto misschien wel een ultieme poging van de alpacaboeren om de mensheid tot inkeer te brengen en hun wereld te redden.
Zo voelt het als ik ernaar kijk, en zo leest het ook als ik op de site van de Italiaanse fotograaf Alessandro Cinque lees dat Alina’s familie al drie generaties leeft van de alpacawol, maar dat door de klimaatopwarming de gletsjers razendsnel smelten en de grond waarop de schapen grazen zo goed als onvruchtbaar is geworden. Hun bron van inkomsten is in gevaar – en onze zijdezachte warme trui ook.
--
Van het meisje met beertje dat tegen de muur leunt en recht in de lens kijkt, zijn het de afgezakte sokken die meteen mijn aandacht trekken. Het is alsof ik mezelf zie staan in mijn kindertijd. De Britse fotograaf Harold Chapman gaf deze foto de welgemikte titel ‘One Man Band’. Hij maakte de foto in 1953 in het kustplaatsje Deal in Kent.
Auteur Ian McEwan schreef over Chapman dat hij fotografeerde alsof hij ademhaalde. Ik denk dat hij daarmee bedoelde dat hij een rustige, onzichtbare fotograaf was. Straatfotografie is dan ook heel erg moeilijk. Het zijn de plaatsen waarvan je nooit weet welke kant het zal opgaan. Ben je er welkom of ziet men de fotograaf eerder als een indringer of vijand? Die twijfel kan een fotograaf de nodige angst bezorgen: haal je je camera wel of niet boven? Het gevoel is mij helemaal niet vreemd. Maar je moet er altijd voor durven te gaan. Het kan immers – zoals hier – een prachtig tijdsdocument opleveren.
Als je lang naar deze foto kijkt, dan hoor je ook de muziek, ruik je de straat en voel je ergens dat zachte zeebriesje aan die Engelse kust.
--
Mijn maag keert om bij het zien van deze foto. Niet alleen omdat het hier de Noord-Koreaanse leider en dictator Kim Jong-un betreft, die een officieel bezoek brengt aan de School van de Revolutie in de hoofdstad Pyongyang. Hij is zeker niet de sympathiekste, maar kijk eens naar de angst en de afkeer op het gezicht van de jongen, die de kus van zijn ‘Geweldige Leider’ helemaal niet wil. Iedereen rond hem lacht en applaudisseert noodgedwongen, maar hij krimpt in elkaar. Hij liegt niet, het is sterker dan hemzelf.
Vreemd genoeg komt er ook een oude, verdrongen en onaangename herinnering bij mij naar boven. Hoe dikwijls word je als kind niet door onbekende nonkels en tantes op de schoot getrokken, geknuffeld en gekust? Steeds weer werd ik dan overvallen door dat intrieste gevoel van onmacht, gevolgd door een golf van woede. Kinderen kun je, net als grote mensen, nooit zomaar vastgrijpen en kussen. Ook niet als je je oppermachtig waant.
--
Deze foto leest als een Siberisch sprookje. Een roodkapje dreigt in het ijskoude water te vallen omdat het eeuwenoude permafrost-ijs onder haar rode laarsjes in een razend tempo aan het wegsmelten is. Een boze of brave wolf zal haar opeten of redden van zodra haar kleine eilandje volledig is verdwenen. Gelukkig lijkt het eerder het tweede scenario.
Fotografe Evgenia Arbugaeva is geboren in Tiksi, de meest noordelijke havenstad van Rusland. Ze verhuisde als kind naar het Siberische Jakoetsk, studeerde in New York en keerde jaren later terug naar haar geboorteplek Tiksi om er de herinneringen en beelden uit haar kinderjaren vast te leggen.
Op de foto zien we Tanya, ze had haar lange haren gevlochten en wou in deze jurk gefotografeerd worden. Onderweg werden ze gevolgd door een zwerfhond. Het beeld is bijna tien jaar oud en de maakster zegt erover dat ze er nostalgisch en triest van wordt als ze ernaar kijkt. Nostalgisch naar haar kinderjaren en triest omdat ze ziet hoe het noordpoolgebied pijnlijk snel blijft veranderen. Het eilandje onder Tanya’s voeten is na tien jaar al zeker en vast verdwenen.
--
Dit beeld van de Iraanse kunstenares Gohar Dashti is er een uit haar reeks Stateless. Ik weet ondertussen dat dit een artistieke installatie is, en toch raakt het beeld mij alsof het over een echte piëta van rauw verlies gaat. De titel van deze reeks dwingt ons tot dieper nadenken over de betekenis van dit tafereel. We zien monumentale rotsen in de woestijn. Een kleine gesluierde moeder met op haar schoot haar volwassen dode zoon.
In alle uithoeken van de wereld zoeken mensen een uitweg, een oplossing voor oorlogsellende of honger. Miljoenen jonge mannen zijn op de vlucht en daardoor kwetsbaar. Evenveel ongeruste moeders wachten, hopen en bidden voor het beste.
Deze ‘Piëta’ vertegenwoordigt voor mij al die bange moeders van kinderen op zoek naar een nieuwe thuis, een plek waar ze veilig en welkom zijn. Het raakt me om te weten dat als ze de gevaarlijke tocht al overleven, ze al te dikwijls eindigen op de koude stoep van Het Klein Kasteeltje om daar te wachten, te hopen en te dromen van een nieuw leven.
Ik lees op Wikipedia dat piëta komt van het Italiaans, dat naast piëteit vooral compassie betekent.
--
Overal in de wereld dromen hele kuddes meisjes ervan om een paard of pony te bezitten. In de realiteit is die droom slechts voor enkelen weggelegd. Zo’n dier houden is duur en niet meteen praktisch in een appartement. Vandaar deze prachtige en hoogst betaalbare oplossing.
Wat op deze foto van fotograaf Bego Antón lijkt op een simpel spel van een huppelend meisje met haar speelgoedpaard ergens op een parking, staat voor iets veel groters. Voor maar liefst 10.000 Finnen is hobbyhorsing een vrijetijdsbesteding die ze behoorlijk ernstig nemen. Voor de stokpaardrijders is het een echte sport zoals zwemmen of voetbal en er zijn ook echte wedstrijden met prijzen en medailles. Belangrijk daar is naar het schijnt dat de mensenbenen zo goed mogelijk het paard imiteren en dat het bovenlichaam mooi rechtop blijft, als een ruiter in een dressuurconcours.
Het wereldrecord stokpaardspringen staat op 1,41 meter. Misschien zijn veel paarden blij met deze oplossing.
--
Deze berg West-Afrikaanse vluchtelingen werd op het nippertje gered van een zinkende rubberboot. Het woord ‘berg’ gebruiken voelt lastig, maar dat is wat er gebeurt met mensen op de vlucht. Bij hun vertrek dragen ze hun beste kleren. Ze gaan op weg naar geluk en willen er goed uitzien als ze zullen aankomen op de plaats waar hun dromen liggen. Onderweg raken echter hun koffers zoek, worden ze monochroom moe en vuil en verdwijnen de zolen onder hun schoenen. Al hun waardigheid hebben ze samen met hun laatste spullen moeten achterlaten.
In onze ogen worden ze dan al snel tot een kluit sukkelaars, een berg van miserie. Langer kijken naar deze foto is dan goed en noodzakelijk. Elk gezicht, elke voet en hand observeren. Weten en beseffen dat dit allemaal kinderen zijn met moeders, vaders, zussen en broers, met wakkere hoop en grote dromen. Met een bad, een bed en een eenvoudig setje propere kleren kunnen ze weer ‘herkenbare’ mensen worden, die meer op ons lijken dan we soms willen weten. Zo simpel kan het zijn.
--
In haar heerlijke fotoboek Witness to Beauty voert fotograaf Sage Sohier haar eigen moeder op als protagonist. In haar jonge jaren was die voor een korte periode fotomodel; ze prijkte onder andere op de cover van Life Magazine en werd door wereldberoemde fotografen als Richard Avedon en Irving Penn in het ontwikkelbad gestopt.
Sage groeide op met het beeld van haar mooie moeder, maar ze zag ook hoe die uren kritisch in de spiegel naar zichzelf kon staren. Ze besliste al snel dat een fysieke competitie met haar moeder niet haalbaar en misschien ook niet wenselijk zou zijn. Aan de andere kant van de lens staan voelde voor haar veel comfortabeler: een succesvolle fotografe was geboren.
Witness to Beauty gaat over de tol van de tijd en hoe moeilijk het soms is om die onstuitbare vorm van verval te aanvaarden. Het is een strijd die we niet kunnen winnen, en toch hebben we er van alles voor over om het hele proces mordicus te proberen vertragen, bijvoorbeeld door in een bad vol cederenzymen te gaan zitten, omdat het een spectaculaire huidverjonging belooft. Eerlijk is heerlijk: mocht morgen blijken dat een bad vol kamelenkak me twintig jaar jonger zou maken, dan koop ik nu alvast twee kamelen met een gezonde stoelgang.
--
Het lijkt een detail uit de bekende kruisafneming van Rogier van der Weyden, maar we kijken naar een foto van vandaag. Toch komt het bij mij naar binnen als een oud religieus tafereel. Het textiel en de textuur van de stoffen vertellen mij dat ze omringd is door andere vrouwen. Die ene liefdevolle hand op haar hart leert me dat mensen van haar houden.
Dit beeld werd gemaakt door nieuwsfotograaf Akhtar Soomro, in de nasleep van de overstromingen in Pakistan. Deze jonge vrouw is een van de vele slachtoffers en wacht op medische hulp in Sehwan, een historische stad aan de oever van de Indus.
Meer dan 2.000 mensen zijn gestorven, lees ik, en ruim 33 miljoen mensen hebben niks meer.
Shehbaz Sharif, de eerste minister, zegt dat Pakistan niet langer wil bedelen voor de minstens 30 miljard dollar aan schade in zijn land, maar vraagt ‘Climate Justice’ aan alle landen verantwoordelijk voor de overstroming. Wie zal de hand durven op te steken?
--
In Edirne, in het westen van Turkije, wordt al 661 jaar, elk jaar opnieuw, meer dan drieduizend liter olijfolie vergoten voor het grote Kirkpinar-olieworsteltoernooi. Het spel is eenvoudig en lijkt mij heerlijk glibberig om te spelen. Twee vechters komen tegenover elkaar uit. Ze dragen niets anders dan een leren broek (kispet) en smeren zich van kop tot teen met olijfolie in. De wedstrijd kan op twee manieren beslist worden: de tegenstander met beide schouders op de grond drukken, of met de hand tussen zijn broek optillen en het gladde lichaam drie stappen verder neerzetten.
Op het eerste gezicht lijkt deze jonge blinkende worstelaar, een van de bijna 2.500 deelnemers aan het toernooi, zich niet bewust van de aanwezigheid van fotograaf Ozan Koze, maar als je beter kijkt dan zie je bijna hoe hij zijn adem inhoudt om zo zijn prachtige gespannen buikspieren beter te laten uitkomen.
--
Dit grappige beeld maakte de Japanse fotografe Ariko Inaoka in IJsland. We zien de dansende benen van de identieke tweeling Erna (adelaar) en Raven (raaf). Ariko volgde de tweeling zeven zomers lang, van hun negende tot hun zestiende, en maakte foto’s die de harmonie tussen de zussen helemaal onderstrepen.
Identieke tweelingen zijn altijd al een inspiratiebron voor fotografen geweest. We kijken graag naar hen en zoeken de verschillen als bij een ‘zoek de 10 verschillen’-tekening in de krant. We vragen ons af hoe het moet zijn om je zo verbonden te voelen en naar jezelf te kunnen kijken, terwijl je kijkt naar je andere zelf. Dromen ze hetzelfde? Denken ze hetzelfde? Zijn ze buiten de baarmoeder nog steeds de eenheid die ze daarbinnen waren?
Hier verstoppen ze zich listig achter een paard, en misschien is dit er wel de beste illustratie van dat we het nooit zullen weten, nooit zullen kunnen bevatten wat het is om identiek te zijn... aan jezelf.
--
Het lijkt op het eerste gezicht een grap of een vreemdsoortige performance, maar in deze doodskist ligt clown Chispita, oftewel de jonge 29-jarige vrouw Joselin Chacon. Ze werd, samen met haar man, de clown Charquito, vermoord toen ze na een optreden voor gedetineerden in een gevangenis in Guatemala in handen kwamen van een bende. Charquito zou in 2018 zelf in de cel hebben gezeten wegens vermeende banden met een bende. De twee werden gevonden in een graf op een clandestien kerkhof. Ze waren twee maanden vermist geweest. De drie jonge kinderen van het koppel worden in huis genomen door de moeder van Chispita.
De foto hakt er bij mij nogal in. We kennen natuurlijk het beeld van de trieste clown, maar deze man met rode neus toont het soort verdriet waar geen mens om kan lachen. Het zijn niet die gouden engelen op de kist, maar dat rode neusje en alle liefdevolle boodschappen van gemis die mijn aandacht vasthouden.
--
Dat schoonheid, in welke vorm dan ook, ons kan optillen als een ballerina, bewijst voor mij deze foto van fotograaf Mauro Pimentel. We zijn hier in een van de ruigste favela’s van Rio de Janeiro. Al deze meisjes zijn opgegroeid met het geluid van geweld en politiesirenes. Geweerschoten van bendes die elkaar bevechten zijn er dagelijkse kost. De angst om zelf gekwetst te worden is altijd een deel van hun leven. De Manguinhos-balletschool geeft hen een ander geluid en de kracht om midden in de straat te durven worden wie ze zijn. Prachtige jonge vrouwen.
--
Deze man met cowboyhoed is niet Tommy Lee Jones, maar wel Marty. Hij zit op de veranda van zijn huis in Adelaide (Australië). “Marty zit daar vaak te kijken naar de wereld die voorbijkomt, of hij maakt er een praatje met bekenden”, zegt Karen Waller, de fotografe. Zij woont in dezelfde stad. “Ik had hem al een paar keer zien zitten en hij leek me wel een boeiende kerel.”
Terwijl ze foto’s van hem nam, vertelde Marty haar zijn levensverhaal. “Op het moment van dit beeld had hij het over het verlies van een dierbare. Hij schaamde zich er helemaal niet voor dat hij zo emotioneel werd.
“Met dit portret wilde ik Marty’s menselijkheid en kwetsbaarheid laten zien, trekken die misschien niet stroken met het beeld dat je op het eerste gezicht van hem hebt.”
Dat begrijp ik helemaal. Het zijn de dikke tranen in de ogen en op de wangen van Marty die mijn blik vasthouden. Een volwassen man die zijn tranen toont aan de wereld en zijn blik onverstoorbaar recht naar de camera richt, dat zie je bijna nooit. “Boys don’t cry”, gaat door mijn hoofd. Mannen huilen niet, en cowboys al helemaal niet. Maar hoe verdrietig is dat, dat zo’n beeld bijna uniek is?
--
Het was in 2003 dat ik samen met journaliste Annemie Struyf naar Afghanistan trok om daar in een huis van Moeders voor Vrede met vrouwen en meisjes te praten over hun leven onder de bezetting van de taliban. Er was toen hoop op beterschap, na die vele donkere jaren waarin hen alle rechten ontnomen werden.
Nu, twintig jaar later, lijkt alle moeite voor niets geweest. Kleine meisjes worden weer gedwongen te huwen met oudere mannen in ruil voor een bruidsschat. Extreme armoede en schulden draaien vaders de arm om, en ze kiezen dan maar de gemakkelijke weg in de verkoop van hun dochters. Het zijn altijd weer vrouwen die de rekening betalen voor de spelletjes van geld en machtsvertoon tussen mannen. We zijn de helft van de bevolking, de andere helft is uit een vrouw geboren, waarom is het soms zo moeilijk elkaar te vinden?
Ik weet nog goed dat deze vrouw, die Turpekai heette, niet eens kon zeggen hoe oud ze was. ‘Ik weet ook niet hoe oud ik was toen ik moest trouwen. Maar ik was heel jong. Drie van mijn kinderen stierven voor hun eerste levensjaar. Alleen mijn jongste zoon is in leven. Mijn man is arts en hij verdraagt niet dat iemand mijn gezicht ziet, laat staan fotografeert. Hij is heel strikt met mij en ik ben bang voor hem.’
--
Voor hun boek Happy Pills trokken fotograaf Paolo Woods en schrijver Arnaud Robert de wereld rond om ons te tonen hoe big pharma zich heeft ingezet om wondermiddelen te bieden voor onze eeuwige problemen zoals het Indiase complex van ‘veel te smalle schouders’. Je zou dat niet zo meteen denken, maar India blijkt het land van de bodybuilders. Of dan toch vooral het land waar de farmaceutische industrie grof geld verdient met het bedienen van mannen die er alles voor over hebben om hun spieren tot extreme proporties te laten groeien, helaas met als neveneffect dat hun piemels krimpen en impotentie toeslaat. Voor een goed begrip, ik heb dat uit lectuur, niet uit persoonlijke ervaring. Ik vind het wel een even geinig als geniaal opzet, deze foto van Indiase ‘body-builders’. Net als dit gebouw in Mumbai zijn deze stoere kerels in minislip ‘onder constructie’, en in wankel evenwicht.
--
De Australiër Matty Smith is zeker een van de strafste onderwaterfotografen op deze waterige planeet. Veel van zijn foto’s zijn op een bepaalde manier lieftallig en de immer aanwezige waterlijn zorgt ervoor dat die onderwaterdieren dichter bij ons lijken te staan. Bij de mens naast het water. Zelf heb ik een behoorlijk grote schrik gepakt van diep donker water. Dat is allemaal de schuld van Steven Spielberg en zijn Jaws. Zodra ik van een bootje spring, voel ik die witte reuzenhaaien onder mij loeren en verlangen naar een verse brok. Jaws heeft dus heel wat van mijn zwemplezier verpest. Deze grote witte haai daarentegen ontroert me. Misschien is het die rare neus vol littekens, die wat onnozele glimlach of dat slecht onderhouden gebit dat hem wat kwetsbaar en bijna toegankelijk maakt. Hij lijkt ook wel eenzaam en op zoek naar wat gezelschap daar in die grote koude plas.
--
Gravelines, Frankrijk. Als je maar lang genoeg naar dit beeld kijkt, is het niet langer de zoveelste foto van een rubberbootje dat via de Noord-Franse kust het beloofde ‘Engel land’ probeert te bereiken, maar zie je al die levens, die struggles, die eindeloze drang om te leven… Een man die zijn kleine persoonlijke bezit probeert droog te houden, een eenzame vergeten rugzak op het water en in het midden van de boot en van de compositie: één mooie jonge blonde vrouw. Ik blijf eraan hangen. Heel even denk ik: is ze Zweeds? Is ze Nederlands? Wat doet deze vrouw in die boot en op die foto, ze lijkt er niet thuis te horen. Alsof er in het Zuiden geen blonde vrouwen wonen.
--
Wie van documentaire fotografie houdt moet zeker de website van Joseph-Philippe Bevillard bekijken. Deze foto komt uit zijn boek Mincéirs. Mincéirs zijn een Ierse inheemse groep nomaden van wie de leden een reeks sterke tradities behouden. Ze kiezen voor een leven buiten de maatschappij en worden, net zoals de Roma, gediscrimineerd. In de foto’s van Bevillard lezen we hun bruisende geest, maar ook hun vertrouwen in de fotograaf. We zien hier de drie broers Donoghue tijdens het beoefenen van hun favoriete sport: boksen met blote vuisten. Grote kampioenen werden blijkbaar al geboren uit dit immer wandelende volk. Zeker de kleine man rechts lijkt mij er eentje in wording.
--
Andy Hann fotografeerde drie jaar lang bij zonsopgang en -ondergang het leven op misschien wel het vreemdste stukje straat van de hele wereld: Hollywood Boulevard in Los Angeles. Zijn foto’s tonen ons een schaduwzijde van de American dream maar deze foto raakt ook ergens diep mijn kinderhart. In dit vroege ochtendlicht lijkt het wel alsof Minnie Mouse finaal gedumpt is door Micky. Ze stond al bijna honderd jaar in zijn schaduw maar hier is haar eenzaamheid zo voelbaar. Waar moet ze nu naartoe? In welk sprookje kan die meisjesmuis nu nog terecht?
--
Deze Rhopilema nomadica, naar ik lees een soort migrerende ‘trekkwal’, afkomstig uit de Indische Oceaan , blijkt definitief een zeer aanwezige bewoner van de Middellands Zee te zijn geworden. Door de opwarming van de aarde kunnen ze blijkbaar al te gemakkelijk door het Suezkanaal zwemmen en zich vervolgens massaal voortplanten. Respect voor Ibrahim Chalhoub, de fotograaf van deze fotogenieke kwal. De ontmoeting onder water met dit bijzondere wezen lijkt mij nog behapbaar, maar de harde realiteit is dat er vandaag miljoenen van deze dieren (diameter 40 à 60 centimeter gemiddeld, maar 90 centimeter kan ook; gewicht kan oplopen tot 10 kilo) op de foute plek gearriveerd zijn, waardoor ze amper vijanden hebben en het ecosysteem van de zee volledig ontwricht wordt. Vandaag zwemmen deze kwallen nog in de Middellandse Zee, maar als we de soep blijven opwarmen zoals we bezig zijn, verwacht ik ze binnenkort ergens te ontmoeten in Oostende. En alles wat ik over hen lees, is allesbehalve fijn.
--
De jonge Congolese fotograaf Gosette Lubundo is een rijzende ster. Ze neemt ons mee in de geschiedenis van haar land door verlaten gebouwen met een koloniaal verleden in te palmen, en daar vervolgens imaginaire personages in te ensceneren. In de serie Imaginary Trip I gebruikt ze daar onder meer een oude ontmantelde treinwagon voor, in het station van Kinshasa. Lubundo’s denkbeeldige reizen doen ons naar onszelf kijken, als waren ze een spiegel in de tijd, en zijn een uitnodiging om aan onze eigen denkbeeldige reis te beginnen.
--
Als bij een toevallige puzzel vallen de stukjes hier samen tot een totaal nieuw verhaal. Hoe sterk ook dat fotograaf Alan Burles dit zag en op dat moment ook nog daar op de knop wist te drukken. Voor mij is dat echt kijken en je perfecte perspectief zoeken. Hij ziet en schiet als een jager zijn prooi. Mooi ook hoe de twee kebabverkopers achter de toog, die zich er niet van bewust zijn dat ze in elkaar vloeien en nu ook een rokje dragen, charmant naar de schoolmeisjes lachen.
--
Heel veel vragen stel ik me, wanneer ik dit beeld bekijk. Weet deze sigaarrokende man met bolle blote buik dat die haan op zijn hoed zit? Is die haan er parmantig eventjes gaan zitten? Of zit die er altijd? Zijn ze vrienden en is dit hun circusact, een plaatje van dubbel haantjesgedrag? Proberen hanen zich ook eens boven aan de voedselketen te plaatsen? Het kan van alles zijn. Ik heb het fotograaf Nikos Economopoulos in elk geval nooit kunnen vragen. En hem ook nooit kunnen complimenteren met deze schitterende foto in prachtig Cubaans avondlicht, van een haan en een man, en een schaduw die hen beiden pas helemaal tot stripfiguren maakt. Zo eenvoudig, zo mooi, zo veel vragen.
--
Plaatsvervangende schaamte overvalt me bij het bekijken van dit meesterlijke drieluik uit 1964. Het is dan ook een gevoel dat me volkomen vreemd is: de hysterische aanbidding van een popster, zoals in dit Beatlemania-beeld van achter de frontlijn, als het ware. Dagelijks achtervolgd worden door hele zwermen jonge meisjes lijkt misschien wel een natte droom voor velen, maar als het nooit stopt, moet het op den duur wel erg beangstigend worden. Dat kunnen we lezen in de ogen van Ringo Starr, die zich blijkbaar verstopt heeft achter de deur van zijn treincoupé. Bij het zien van deze foto van de legendarische David Hurn begon plotseling de soundtrack van ‘A Hard Day’s Night’ in mijn hoofd te spelen. En ik voel waar liedjes als ‘Help’ vandaan gekomen zijn. Of ‘Get Back’ (... to where you once belonged).
--
Ik had geen flauw idee waar ik precies naar keek, toen deze foto van een mooie horizontale man in zwembroek op het scherm verscheen, maar ik bleef er wel heel erg lang naar staren. Het bleek de Jamaicaan Yona Knight-Wisdom (goeie naam ook) te zijn, op de finale van het recente WK schoonspringen (duiken) van de eenmeterplank in Boedapest. Het beeld legt een fractie van een seconde van die sprong vast, maar ik zie veel. Veel spieren, veel vreugde en veel kracht, een luchtdans en een heel klein fluo zwembroekje. Ik kan lang naar dit beeld kijken, naar hoe massief een dij kan zijn, bijvoorbeeld. Maar vooral, dat je dit allemaal kunt doen met een lichaam op amper een meter boven het wateroppervlak, dat wist ik niet. Die springplank helpt, maar toch. Ik bedank mijn collega-fotograaf Atilla (ook een goede naam) om het moment zo heerlijk te bevriezen.
--
Het is de absolute leegte van deze foto die mij zo’n vuistslag in het gezicht bezorgt. Ook al lijkt het allemaal ver weg, zowel in tijd als in afstand, al zes jaar blijft de oorlog in Jemen aanhouden, tussen de door Iran gesteunde Houthi-rebellen en regeringstroepen die ondersteund worden door een vanuit Saoedi-Arabië geleide militaire coalitie. Het lijkt een uitzichtloos conflict - twintig miljoen van de bijna dertig miljoen Jemenieten zijn van noodhulp afhankelijk. Voor wie of wat er gevochten wordt, is mij al lang niet meer duidelijk, maar de gevolgen zijn haarscherp afgebeeld op deze brutaal eenvoudige foto. Twee kleine, uitgehongerde lichamen die slap en stil met holle ogen in de leegte kijken. Een moeder van wie we het gezicht niet zien, maar desondanks is haar blinde machteloosheid leesbaar in haar omhulde lichaamstaal.
---
Hoe emotioneel en dramatisch het ook is om naar een stierengevecht te kijken, het blijft een vergezochte dans tussen een machomannetje in een veel te spannend glitterpak met roze sokken, en anderzijds een zwoegende, uitgeputte, collectief gek gemaakte stier. Deze torero in Jaén, Spanje, de in stierenvechterslanden vermaarde José Tomás (46), doodt op een namiddag gemakkelijk een stier of vier. Heel zelden wordt een stierenvechter getroffen door de hoorns van zijn tegenstander. Als toeschouwer heb je het valse idee dat er een gelijke strijd kan zijn, dat ‘het beest’ ook kan winnen. De statistieken bewijzen het tegendeel. De stier verliest altijd. En het plaatje blijft altijd een guilty pleasure om naar te kijken.
---
Gefascineerd blijf ik kijken naar de lichamen van deze vrouwen. Die lange, geoliede spieren waar elke spat vet van is geschraapt maken iets los in mij. Op slag ga ik weer twijfelen: moet ik misschien toch zo’n ‘all-in’ fitnessabonnement nemen, inclusief personal coach? Geen grammetje vet te veel zit er aan deze lijven, en vooral die krachtige lichamen trekken me aan. Maar als ik langer kijk, zie ik ook die geforceerde grijns op hun gezichten, en hun nummertje als bij de veeverkoop. Misschien doet het ook wel pijn? Of zijn het gewoon die veel te hoge hakken? Ik kan er niet aan doen: heel soms wil ik ook zo’n strakke bodybuildster in flashy bikini zijn... Ik herhaal: héééééél soms.
--
Als je de internationale beeldbanken afspeurt, kun je bijna elke dag een foto vinden van een dode jonge Palestijn gewikkeld in de Palestijnse vlag. Steeds opnieuw worden ze opgetild en boven de hoofden van een massa mensen gedragen. Jaar in jaar uit, en onder het vlijtig wegkijkend oog van de hele wereld, blijft Israël dit volk even onrechtmatig als ongestraft land en eigendommen ontnemen, samen met hun bewegingsvrijheid, het recht op nationaliteit en burgerschap, en ja ook de levens van vele jonge mannen. In deze strijd tegen een nieuw soort apartheid blijven de slachtoffers maar komen.
Ik kan alleen maar kijken naar de gesloten ogen van dat jonge leven dat wordt weggedragen, naar die dwarse muur met deuropening, met daarnaast die vrouw die met de hand voor haar mond haar schreeuw onderdrukt. Is het zijn moeder?
--
Hoe wonderlijk is het om kleine mensen met hun extreem wisselende emoties te mogen vastleggen. Ik denk terug aan onze eigen kinderen. Hoe ze het ene moment over de grond rolden van het lachen om vervolgens een seconde later, om welke onverklaarbare reden dan ook, te huilen met de dikste tranen en opengesperde monden, brullend van ontroostbaar verdriet dat vervolgens dan toch nog wel te troosten bleek. Daarna ‘groot’ moeten worden, betekent ook vooral al onze hevigste emoties keihard onder controle leren houden. Het voelt vaak als een groot en spijtig verlies, dat verstandige volwassen worden. Maar hoe vreemd zou men opkijken mocht ik mij plots luid huilend op de grond gooien in de supermarkt, omdat de asperges uitverkocht zijn? Deze reeks maakte ik in opdracht van i-mens voor een kinderdagverblijf in Halle.
--
Deze verbluffende foto van Uros Fink werd genomen boven op de berg Mangart in de Julische Alpen, Slovenië. Daarmee werd hij een van de genomineerden voor de titel ‘Melkwegfotograaf 2022’. Nooit eerder hoorde ik van het bestaan van deze prijs, maar nu begrijp ik de zoektocht naar een hemelse foto als deze nog net iets meer. Wat een spektakel, en hoe klein kan een mens zich voelen bij zo een melkwegboog van 180 graden aan rondvliegende meteoren en ander ruimtestof? Wie zijn wij dan wel om ons in onze verpletterende nietigheid toch soms amechtig boven alles en iedereen in het heelal te durven plaatsen?
--
De Amerikaanse Barbara Peacock fotografeert mensen op hun meest intieme en kwetsbare plek, daar waar we slapen. Zo vertelt ze ons hoe we van elkaar verschillen, maar toch ook hoe gelijk we allemaal zijn. Deze foto van Becky en Dave, twee geliefden op leeftijd (65), brengt een gevoel van herkenning teweeg. Er is al heel wat tijd achter hen, de haren grijs en de huid gepigmenteerd van het leven en het licht. Samen zijn ze veilig, vrij, en in het hoofd voor altijd jong.
--
De maakster van deze beelden, de Turkse fotografe Sabiha Çimen, was zelf 12 jaar toen ze in deze girls only Koranschool les kreeg en de 6.236 verzen van het heilige boek uit het hoofd leerde. Jaren later keerde ze er als selfmade fotograaf terug om met haar Hasselblad-camera haar herinneringen van toen vast te leggen. Deze foto’s (uit het boek Hafiz van Sabiha Çimen, die inmiddels lid is van het Magnum-collectief) roepen misschien in de eerste plaats een gevoel op van een kille plek, waar meisjes gedwongen worden om met de discipline van een robot de Koran van buiten te leren. Maar in een interview met de fotografe lees ik dat het voor haar ook een warme plek vol leven was, met sterke, straffe en slimme meisjes. Hoe heerlijk is het om via foto’s een wereld binnen te mogen stappen die ons enerzijds totaal vreemd is, maar die tegelijk ook zo herkenbaar is. Deze jonge meisjes hinkelen, schommelen, hebben pukkeltjes, knuffelen en houden bovenal van roze.
--
Als een prinses werd ze op haar grote feestdag aangekleed. Een gouden kroon werd op haar kleine hoofd gezet. Het beloofde een prachtige dag te worden voor de kleine Salsa in Gorontalo, Indonesië. Wat ze niet kon voorzien, is dat daar op dat moment van die foto, in een fractie van een seconde, haar leven als meisje en vrouw er voor altijd anders uit zou zien. Omwille van de traditie en de ‘zuiverheid’ ondergaan meer dan 200 miljoen meisjes vandaag nog altijd deze behandeling waarvan je de pijn op deze foto bijna kan voelen. De mentale gevolgen nog niet. Toch lijkt genitale verminking maar niet te stoppen.
--
Volgens de eeuwenoude traditie in Mongolië wordt de kunst van het jagen via een adelaar doorgegeven van vader op zoon. Hier zien we geen zoon maar een dochter, die poseert met haar gevleugelde en geblinddoekte compagnon. Dit feest van licht en kleur toont vele prachtige structuren van pels, geborduurd textiel, wol, veren en leder. Het koude blauwe noorderlicht op het gezicht van het meisje doet mij vermoeden dat er buiten sneeuw ligt. Binnen in haar joert is het decor tijdloos. Niets wijst ons op of naar het jaar 2022. Of misschien toch: een meisje dat jaagt, emancipatie bij de Kazachen in Mongolië?
--
Ik twijfel bij de keuze. Niet omdat ik de foto, een van de winnaars van de Portrait of Humanity-prijs dit jaar, niet mooi of krachtig vind, maar eerder in een reflex om de mens op de foto te beschermen. In China worden transgender personen door de medische autoriteiten nog steeds gezien als geesteszieken. Ze voelen zich vrouw, en in de beslotenheid van hun eigen kamer kunnen ze misschien wel make-up aanbrengen en een zachte zijden jurk dragen. Maar eens voorbij die veilige muren is het risico op represailles heel erg groot. Dit anonieme portret straalt even grote kwetsbaarheid als kracht uit. Die moed om jezelf te durven tonen is op zich al een publicatie waard.
--
Een Syrische familietent in de Turkse stad Edirne, dicht bij de Griekse grens. De afgelopen jaren vluchtten al meer dan 6,5 miljoen Syriërs voor het geweld in hun land. De helft van hen zijn kinderen. Als ze niet verdrinken laten we ze leven, doch vaak in de meest erbarmelijke omstandigheden. Deze familietent van doorschijnend plastic kan niets verbergen. Wat mij meteen opvalt, is een tas met een Franse vlag en ook nog eens – ter verduidelijking – ‘France’ er op. Als een glanzend merk. Is het een boodschap? Het verlangen naar Europa? Naar veiligheid? Warmte? Een croissant? Deze kinderen krijgen in Fort Europa amper voet aan de grond. Is het omwille van hun uiterlijk? Hun geloof? Niet elk kind heeft gelijke rechten, maar elk kind weet wel hoe het voelt om te spelen. Of dansen ze? Kibbelen ze? We kennen ze niet. We vragen het hen niet.
--
De verhoudingen, het monumentale, de plooien in het marmeren beeld en in de soutane van paus Franciscus. Alles valt hier perfect op zijn plaats. Deze foto lijkt op het eerste gezicht tijdloos, maar het mondmasker van de biechtvader vertelt ons dat het een heel recente opname is. En dat blijkbaar ook de paus dus af en toe te biechten moet gaan. Los van dit grootse beeld stel ik mij meteen de vraag wat zijn biecht inhoudt. Heeft hij iets uitgespookt? Iets doms gezegd? Zijn macht misbruikt? De overbevolking van de planeet veroorzaakt door anticonceptie te blijven tegengaan? Enkel de biechtvader zal het ooit weten. En moet Franciscus nu ook, zoals ik vroeger, één onzevader en drie weesgegroetjes bidden om het goed te maken met God?
--
Spanje 2019. Hoe schoon is het om één te worden, te versmelten met de natuur. Het lichaam van dit meisje lijkt gebroken door het bewegende wateroppervlak. Maar daaronder is er enkel kracht en leven. Een jeugdigheid van lange adem en zomervakanties. Misschien is het wel geluk. Het is Ophelia lang voor haar overlijden, toen ze nog wou watertrappen. Ik ben jaloers. Ik wil ook gewichtloos zwemmen met de ogen open, weg van het geluid. Dit tijdloze beeld, geschilderd als het ware met een camera, doet mij verlangen naar mijn jeugd, maar nog veel meer naar stilte.