Woensdag 07/06/2023

DubbelinterviewKoen en Hilde Vanmechelen

Koen en Hilde Vanmechelen: ‘Wij hadden allemaal broedkasten op onze slaapkamer’

Koen en Hilde: ‘Wij hadden als kind allemaal broedkasten op onze slaapkamer.’ Beeld bob van mol
Koen en Hilde: ‘Wij hadden als kind allemaal broedkasten op onze slaapkamer.’Beeld bob van mol

De jongste is 57 en kunstenaar die wereldfaam verwierf met zijn Cosmopolitan Chicken Project, een onderzoek naar biodiversiteit. In eigen land huist hij in Labiomista, zijn studio in Genk. De oudste is 63 en directeur-uitgever bij LannooCampus. Koen en Hilde Vanmechelen, broer en zus.

Sophie Pycke

Koen

“Hilde heeft altijd op mij gelet. Dat doet ze nog steeds. Het jongste en oudste kind verhouden zich vaak op een unieke manier. De oudste is degene die het strengst wordt opgevoed en helpt zorgen voor de rest van het kroost. De jongste moet zich bewijzen ten opzichte van de oudste en aantonen dat ook hij kan deelnemen aan het grotere debat. Middelste kinderen voelen dat spanningsveld doorgaans minder goed. Misschien maakt dat onze band zo sterk.

“Hilde en ik zijn allebei werkers. We voelen een gelijkaardige hevigheid voor de passies in ons leven, en wellicht is ons werk onze grootste passie. Bij mij nog meer dan bij Hilde. Ik heb geen kinderen en dus ook geen kleinkinderen. Als ze me dingen vraagt over dat aspect van haar leven, kan ik haar niet altijd antwoorden. Wat niet betekent dat ze niet bij mij terechtkan. Onze band is onvoorwaardelijk. Zij is een van de weinige mensen die mij onmiddellijk begrijpen. Ik moet niet echt spreken om mezelf verstaanbaar te maken. Onze broers vatten ons ook, maar toch, die klik is anders.

“Ik heb als jongste kind geen oorlog gevoerd met mijn ouders, maar ik voelde wel de drang om regels te doorbreken. Niet uit kwade wil, maar omdat het in mijn natuur ligt. Ik deed autostop, ging met vrienden op reis en liet nauwelijks weten waar ik uithing. Ik heb als puber meermaals de zon zien opgaan, wetende dat moeder en vader misschien al wakker waren als ik naar huis ging. Maar ze hadden vertrouwen. Bij momenten misschien iets té veel vertrouwen. (lacht)

“Op mijn achttiende moest ik het eindwerk van mijn koksopleiding afdrukken, in kleur. Ik moest ervoor met de auto van Sint-Truiden naar Hasselt rijden. Na een tijdje bollen begon mijn Citroën Dyane te roken. Een paar seconden later vloog het kleine autootje in brand. De radio die ik zelf gemaakt had, smolt over mijn eindwerk en beschermde het tegen de vlammen. De auto was weg, maar die uiteenzetting over Belgische bieren en wijnen had ik toch nog. (lacht) Met de brandweerwagen raakte ik weer thuis. Mijn moeder zei enkel: ‘Ah, zijde terug? En waarom met de brandweer?’ Het verhaal typeert de gerustheid waarmee we zijn opgegroeid.

Koen en Hilde als kind. Hilde: ‘Er is geen rem ingebouwd in dat kind’, zeiden mama en papa vroeger over Koen.’  Beeld RV
Koen en Hilde als kind. Hilde: ‘Er is geen rem ingebouwd in dat kind’, zeiden mama en papa vroeger over Koen.’Beeld RV

“Hilde en ik zijn allebei in de kunsten blijven hangen. Zij vanuit het academische perspectief, ze studeerde kunstwetenschappen, en ik als kunstenaar. Onze ouders hebben daarin een geweldig grote invloed gehad. Mama is de esthetica. Ze leerde ons dat niet alles lelijk hoeft te zijn. Papa is een begenadigd kunstenaar. Hij is altijd een sterke voorstander geweest van een klassieke opleiding en daar ben ik hem nog altijd dankbaar om.

“Ik vond thuis alle ingrediënten om een identiteit als kunstenaar op te bouwen: het atelier, de gigantische keramiek­oven, de liefde voor taal en geschiedenis... Vader is ook een filosoof. Hij leerde ons om met een visie in het leven te staan. We hebben thuis altijd gediscussieerd. Maar zonder pretentie of de illusie het beter te weten. Zowel Hilde als ik kan daarom onmogelijk géén mening hebben.”

Hilde

“Als klein menneke ging Koen bij Truiense boeren langs om eieren van kippen en fazanten te vragen. Al snel hadden ze door: ‘Met die kleine moeten we praten. Die weet er precies veel van.’ Wim, Jan, Koen en ik: we hadden allemaal broedkasten op onze slaapkamer. Ik was niet zo’n dierenvriend, maar goed, ik kreeg ook zo’n kast. (lacht)

“Ik herinner me dat de kast van Koen een vreemd zoemend geluid maakte en het licht te pas en te onpas aanschoot, ook ’s nachts. Midden in de nacht liep hij rond om te kijken naar kuikens die uit het ei kwamen. Onze broer Jan had dan weer een gigantisch aquarium waarin hij maanvissen kweekte. Er zwom ook een haaitje. Dat haaitje nam stelselmatig de grootte van de tank aan. Uiteindelijk hebben we het dier naar de zoo gebracht waar nu Labiomista huist. Voor onze ouders moet dat een ellende zijn ­geweest. (lacht) Maar het toont wel aan hoe ­belangrijk experiment altijd geweest is in de ­familie.

“Koen heeft de − ongeschreven − regels altijd proberen te omzeilen. En zeker de regels die ik als oudste kind had geïmplementeerd. Ik fietste supergraag. Op warme zomeravonden mocht ik urenlang wegblijven. Ik fietste door de velden tot de zon onderging. Wanneer ik thuiskwam vroeg niemand waar ik was geweest. Zes jaar later besloot Koen dat idee over te nemen. Alleen reed hij niet tussen de velden, maar tot aan de cafés. Hij bleef plakken tot 2 uur ’s nachts, waarop mijn vader in een colère schoot en ik samen met hem in de auto stapte om Koen te zoeken. Zodra ik zijn rode damesfiets aan een café zag staan, zei ik: ‘Papa, blijf jij maar even zitten.’ (lacht)

“Als kind kregen we bijzonder veel vrijheid en vertrouwen, maar boven dat alles lag een solide laag bezorgdheid, en die laag is tot op vandaag intact. Onze vader is de meest overbezorgde man die je je maar kunt voorstellen. Toen Koen een opkomend kunstenaar was, stelde hij exact dezelfde vragen als vandaag: kan hij er wel van leven? Hoe doet hij dat ­allemaal? Kan zijn gezondheid dat werktempo dragen?

“‘Er is geen rem ingebouwd in dat kind’, zeiden mama en papa vroeger. ‘Vergeten in het fabricageproces.’ Ze zijn ook altijd bezorgd geweest of Koen wel een partner zou vinden die hem begreep en genoeg vrijheid kon geven. Maar zowel met Inge, zijn echtgenote die drie jaar geleden overleed, als met Chido, zijn huidige vriendin, heeft hij zijn eigen geluk gemaakt.

Koen over Hilde: 'Zij is een van de weinige mensen die mij onmiddellijk begrijpen.' Beeld bob van mol
Koen over Hilde: 'Zij is een van de weinige mensen die mij onmiddellijk begrijpen.'Beeld bob van mol

“We vinden elkaar in eenzelfde gevoeligheid. Kleine hartjes voelen veel empathie. Koen detecteert het meteen als er iets scheefzit. Na een feestje trekt hij aan mijn mouw: ‘Hilde, scheelt er nu eigenlijk iets?’

“Hoewel ik kinderen heb en Koen niet, hebben we een gelijkaardige kijk op de wereld. We zitten niet graag vast in systemen. Het is uit verandering dat we leren. Onze broers hebben een ander soort leven. Ook onze ouders begrijpen ons niet altijd even goed. Mama iets beter omdat zij is opgegroeid in Antwerpen. Ze heeft een stukje vrijgevochtenheid meegenomen naar Sint-Truiden.

“Mensen vragen me soms waarom ik geen kunst maak. Ik heb altijd aan de andere kant gestaan. Niet te midden van het maakproces, maar observerend aan de zijlijn. Als kind vroeg mijn vader me vaak mee naar zijn atelier. Ik was toen al zeer direct: ‘Waarom heb je dat gemaakt? Dit is goed, dat moet weg.’ Dan kreeg ik een parlee waarom dat volgens hem net het beste werk ter wereld was. Een maand nadien was het dan toch weg. (lacht)

“Koen heeft die commentaar ook nodig. Die input is niet altijd even vleiend en evenmin altijd juist, maar dat hoeft ook niet. Ze ontstaat uit liefde en dat is wat telt.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234