RecensieBoeken
Karina Sainz Borgo geeft in rauwe roman ruimte aan ‘vergeten’ doden
Met het verhaal over twee dode babybroertjes in schoendozen laat de Venezolaanse Karina Sainz Borgo zien hoe de wereld ontmenselijkt als de doden niet meer mogen worden begraven.
Het is een hartverscheurend beeld dat Karina Sainz Borgo (40) oproept in haar tweede roman, Het derde land. Angustias en haar man Salveiro verliezen, op de vlucht voor een epidemie die het geheugen van mensen aanvreet, hun prematuur geboren tweelingzoontjes. Ze dragen hen in schoenendozen met zich mee omdat ze hen niet willen achterlaten in een mortuarium vol naamloze lijken. ‘Ze waren zo klein dat ze samen in één doos pasten, maar dat gaf ons nog niet het recht ze als schoenen bij elkaar te proppen.’
Angustias en Salveiro moeten de besmette ‘oostelijke siërra’ oversteken om in de veilige westelijke te geraken, en komen terecht in het stadje Mezquite, waar ze op zoek gaan naar de mysterieuze Visitación Salazar. Een vrouw wier naam rondzingt, die in kleurrijke leggings met haar rondingen prijkt, altijd wordt omzwermd door een krans van wespen, het leven uitbundig viert - en tegelijk een groot mededogen met de doden praktische invulling geeft door in betwist grensgebied tegen de klippen van geweld op een begraafplaats te bestieren.
Eigen nisje
Het is daar, op ‘Het Derde Land’, dat de babybroertjes liefdevol ingemetseld worden in elk een eigen nisje. En het is daar waar ze hun huwelijk begraven, Angustias en ‘de stomme’ Salveiro. Angustias besluit te blijven en te dansen naar het pijpen van de buitenissige en wispelturige Visitación, na haar door de epidemische ziekte aangetaste man te hebben heengezonden.
Zo raakt Angustias steeds meer betrokken bij de strijd om het terrein in Las Tolvaneras, waarin een corrupte burgemeester pion blijkt van de machtigste man van het grensgebied, die een hang heeft naar hanengevechten. Waarin een pastoor van de heilige kerk een stiekeme bingo wil beginnen. Waarin rebellen met machetes en halfautomatische geweren iedereen naar het leven staan en mensensmokkelaars leven van de drugs-, mensen- en zwarthandel. En waar een sinistere, zwakbegaafde schaduw van de machtigste man een leger van valse honden aanvoert.
In haar debuutroman Nacht in Caracas uit 2020 schreef Sainz Borgo, die sinds 2006 in Madrid woont, over de apocalyps in het land waaraan zij in eigen woorden is ontsnapt. Ze beschreef indringend de dagelijkse realiteit van wantrouwen en hyperinflatie, van demonstraties en bruut geweld. Het boek moest universele zeggingskracht hebben, vond ze, zoals de verdwijningen van mensen in autoritaire systemen.
Je haren verkopen
Daarom ook had ze moeite met de te expliciete Nederlandse titel van wat zij La hija de la española, de dochter van de Spaanse, had genoemd - een klein kritisch terzijde. In Het derde land zijn ze overigens helemaal fictief, de plaatsen als Mezquite en Cucaña, waar wanhopige vrouwen voor een beetje rijst op de markt hun haar verkopen. Je zou de oostelijke siërra kunnen invullen als Venezuela, de westelijke als buurland Colombia, dat worstelt met bijna twee miljoen Venezolaanse immigranten.
Maar de thematiek laat zich ook nu weer evengoed naar elders verplaatsen, benadrukt Sainz Borgo in interviews. De ontheemding van migranten als oud en universeel thema, de elkaar bestrijdende partijen van overal en altijd. En opnieuw geeft Sainz Borgo in dit gelaagde verhaal met korte, keiharde, schrijnende, soms tot tranen roerende hoofdstukken een stem aan de mensen die geen stem hebben in de conflicten die zich over hun hoofden ontvouwen.
Het derde land is Sainz Borgo’s eigentijdse variant op Sofokles’ Antigone, die haar broer Polyneikes niet mag begraven - zoals de Brits-Pakistaanse Kamila Shamsie in 2018 hetzelfde thema behandelde in Home Fire (Huis in brand). Wat rest er aan menselijkheid in een land waar mensen zelfs hun doden niet meer mogen begraven? Angustias vindt troost in het dodenrijk van Las Tolvaneras tot een climax van verzengend vuur - en barensnood waarin levens worden gegeven en genomen.
Met de beelden uit Oekraïne vers in het geheugen, gun je elk betwist gebied een Visitación Salazar. Onverschrokken, de hele dag in de weer met haar doden, eist zij ruimte op voor hén. Al worden haar vijanden talrijker en steeds onontkoombaarder - al wordt zij, ook zij, bang. ‘Ze naaide iedereen en niemand die daarom kon lachen.’