Strips
Jommeke wordt balletdanser, maar zo ver reikt zijn grand jeté niet
Jommeke gaat in zijn volgende album op balletles. Is de genderrevolutie ook in de stripwereld aanbeland? Helaas. “Nog altijd gaan de mannen op avontuur en blijven de vrouwen thuis.”
De lokale balletschool in Zonnedorp viert haar honderdjarige verjaardag met een opvoering van Tsjaikovski’s Zwanenmeer, er loopt vanalles mis en uiteindelijk redt Jommeke de meubelen met een grand jeté: dat is in een notendop de plot van Balletkoorts, het nieuwe album van Jommeke volgend jaar uitkomt.
Het idee is om “stereotiepe genderpatroon rond ballet helpen te doorbreken”, zo klinkt het bij Stéphanie Lauwers van uitgeverij Ballon Media. En ook al is Jommeke is een traditionele familiestrip: “Het is de bedoeling om dit soort dingen in de toekomst te blijven doen.”
Opmerkelijk is het wel, vindt Merho, de man achter Kiekeboe. “Ik schrok toen ik het zag. Ik juich het zeker toe, maar ik stel me de vraag of het onder Jef Neys (de inmiddels overleden bezieler van Jommeke, LB) gekund had. Hij was heel voorzichtig met zulke dingen.”
In Jommeke was het traditionele rollenpatroon dan ook nooit veraf. Akkoord, er is De supervrouw, een album uit 1979. Daarin is Marie, de moeder van Jommeke, ongelukkig als huisvrouw. Dankzij medicijnen van professor Gobelijn wordt ze even topvoetballer, minister en zelfs president van Europa. Tot de pillen op zijn en ze weer thuis in de keuken belandt.
Ook de Miekes, de tweeling Annemieke en Rozemieke, hingen er veelal maar wat bij en bleven vaak thuis terwijl de jongens op avontuur gingen. “Je moet weten dat de reeks begonnen is in de jaren 50 in het parochieblad, en later in de krant Het Volk gepubliceerd werd”, verklaart Merho die traditionele inslag. Zelf lanceerde hij Kiekeboe in Het Laatste Nieuws, destijds uitgesproken liberale krant. “Er kon al wat meer.”
Vrouwen blijven thuis
Dat Jommeke nu ook een minder rigide beeld schetst van hoe een jongen hoort te zijn, betekent evenwel niet dat de stripwereld op dat vlak in volle evolutie is. “De meeste stripkinderen gedragen zich niet uitgesproken jongens- of meisjesachtig”, zegt Tom Bouden, tekenaar van onder meer de strips van FC De Kampioenen. “Suske en Wiske zijn ook geen stereotiepe jongen en meisje, al heeft Wiske wel een jaloerse trek meegekregen.”
Maar, zegt Bouden ook, voorts is het rollenpatroon in de sector nog springlevend. “Het zijn toch vooral de mannen die op avontuur vertrekken en de vrouwen die thuisblijven.” Bieke Purnelle van Rosa vzw, het Kenniscentrum voor Gender en Feminisme, ziet het ook: “Nog erg vaak moeten vrouwen gered worden en schieten de mannen hen ter hulp. En als het omgekeerd is, dan zijn de vrouwen heel uitgesproken macho heldinnen.”
Hoe dat komt? Bouden zegt dat de meeste striptekenaars nog altijd mannen zijn, en vaak wat ouder. “Toch zeker bij de traditionele, langlopende, reeksen.” Purnelle: “Omdat het debat de jongste jaren zoveel onder de aandacht komt, zijn we geneigd te denken dat andere genderrollen inmiddels algemeen aanvaard zijn. Dat is niet helemaal niet zo.”
Merho wijst opnieuw naar het verleden. “De Belgische strip is altijd in conservatieve handen geweest.” Hij denkt dan aan uitgeverij Dupuis of de strips van Hergé. “Daar komen nauwelijks vrouwen in voor, en als ze al opduiken, dan zijn het van die tante Sidonia- of madam Pijp-types.”
Zelf begon Merho in de jaren 70 toen de tijdsgeest al wat progressiever was. “Toen kon het wel: een jonge, sexy vrouw als Fanny, die voor zichzelf opkwam.” In Kiekeboe liet hij toen ook een homo opdraven, al heeft hij nu spijt van de stereotiepe trekjes die die meekreeg. Begin jaren 90 tekende hij ook een transseksueel, en een paar jaar terug liet hij twee homo’s trouwen, onder wie een zwarte profvoetballer.
Evident in deze tijden? Geenszins. Bouden tekende ooit strips voor W817 en Basta, twee tv-reeksen voor kinderen met daarin homoseksuele relaties. “Het is me nooit uitdrukkelijk zo gezegd, maar ik voelde wel dat het van de uitgeverij echt niet zo expliciet moest.”