Jeroen Olyslaegers: "Ja, er staan dt-fouten in mijn boek"

Zowel Op de Beeck als Olyslaegers maken in hun boek gebruik van de 'gij-vorm', en voor die vorm zijn de dt-regels minder gekend. Daar komt in de verleden tijd immers een extra t bij, met ietwat vreemd uitziende vervoegingen als 'gij vondt' en 'gij hadt' tot gevolg. Heel wat lezers tikten Op de Beeck op de vingers, onterecht.

Ook Jeroen Olyslaegers gebruikt in het vorig jaar gepubliceerde Wil de gij-vorm, maar zonder zich iets van de bijhorende dt-regel aan te trekken, zo blijkt. "Ik ben mij bewust van die passages", reageert Olyslaegers, die benadrukt dat het om een bewuste keuze ging om de lezer niet onnodig te verwarren.

"Ook ik kreeg reacties van lezers die me op die fouten wezen. Niet op een agressieve toon: het waren vriendelijke mails van bezorgde mensen. Maar eigenlijk was het bij mij een bewuste keuze. Ik heb geprobeerd om de meer exotisch ogende varianten van de dt-regel te vermijden, maar nu ik erop terugblik, denk ik: ge hadt dat beter anders gedaan."

Mocht het tot een herdruk komen van Wil, zullen de dt-fouten niet worden aangepast. "Maar ik heb me wel voorgenomen om het in mijn volgende roman consequent juist te doen. Die zal zich afspelen in het Antwerpen van de 16de eeuw, dus daar zal het nog beter passen."