Maandag 05/06/2023

InterviewBoeken

Jennifer Egan: ‘Mensen die het goed bedoelen, brengen soms destructieve dingen voort’

Jennifer Egan: ‘Door de opkomst van de virtuele wereld moeten we begrippen als ‘authenticiteit’, ‘ruimte’ en ‘echt’ opnieuw definiëren.’ Beeld Pieter M. van Hattem
Jennifer Egan: ‘Door de opkomst van de virtuele wereld moeten we begrippen als ‘authenticiteit’, ‘ruimte’ en ‘echt’ opnieuw definiëren.’Beeld Pieter M. van Hattem

Wie in de ban was van haar roman Bezoek van de knokploeg, waarmee ze een Pulitzer won, zal reikhalzend uitkijken naar Het snoephuis. Weer slaat Jennifer Egan (59) duchtig aan het experimenteren, ditmaal met e-mails en tweets. ‘Anders was het gruwelijk saai geworden.’

Hans Bouman

Het was de literaire sensatie van 2011: A Visit from the Goon Squad, in het Nederlands vertaald als Bezoek van de knokploeg. En het betekende de internationale doorbraak van Jennifer Egan: lovende recensies, Pulitzer Prize, National Book Critics Circle Award, bestseller. Best bijzonder voor een nogal experimenteel boek dat het nodige van de lezer vraagt.

Bezoek van de knokploeg telde dertien hoofdstukken met telkens andere hoofdpersonen, gesitueerd in telkens een andere periode en met een ander vertelperspectief. Egan hanteerde daarbij zowel de eerste als de tweede en derde persoon. Het voorlaatste hoofdstuk bestond uit een zeventig pagina’s lange powerpointpresentatie.

BIO * geboren op 7 september 1962 in Chicago, groeide op in San Francisco * vestigde zich in 1987 New York, waar ze o.m. werkte als cateraar bij het World Trade Center * debuteerde in 1995 met de verhalenbundel Emerald City * grote doorbraak: A Visit From the Goon Squad (2011, Bezoek van de knokploeg), dat werd bekroond met de Pulitzer Prize * in 2017 verscheen haar roman Manhattan Beach, nu is er Het snoephuis * Egan publiceert regelmatig in tijdschriften als The New Yorker en The New York Times Magazine * woont met haar echtgenoot in Brooklyn. Het stel heeft twee zoons.

Elf jaar later komt Egan met Het snoephuis (The Candy House), dat ze zelf ‘geen vervolgroman’ noemt, maar waarin veel personages uit Knokploeg terugkeren en waarin vormtechnisch opnieuw uitbundig wordt geëxperimenteerd. Ditmaal krijgt de lezer onder meer hoofdstukken in de vorm van tweets en e-mails voorgeschoteld.

Opnieuw lopen er talloze verhaallijnen door elkaar heen en bestrijken die enkele decennia: van de jaren zestig van de vorige eeuw tot de jaren dertig van de huidige. Technologische ontwikkelingen spelen een hoofdrol. Centraal gegeven is het softwareprogramma ‘Greep op uw Onbewuste’, waarmee je je geheugen kunt uploaden naar een soort harde schijf. Handig: voortaan heb je al je vergeten herinneringen paraat.

Als je dat ‘geëxternaliseerde geheugen’ geheel of gedeeltelijk uploadt naar het ‘Collectief Bewustzijn’, krijg je toegang tot ‘de anonieme gedachten en herinneringen van iedereen ter wereld, dood of levend, die hetzelfde heeft gedaan’. Het wereldwijde gebruik van deze vindingen heeft consequenties waar niet iedereen blij van wordt.

U noemt Het snoephuis een sibling novel, een broertje of zusje van Bezoek van de knokploeg. Waarom wilde u dit boek schrijven?

“Eigenlijk ben ik nooit opgehouden met het schrijven aan Bezoek van de knokploeg. Terwijl ik op tournee was om het te promoten, ging ik gewoon verder met het schrijven van hoofdstukken waarin de personages uit dat boek voorkomen. Daarbij stond wat mij betreft totaal niet vast of die teksten ook zouden worden gepubliceerd. Ik wist meteen dat ik geen vervolg op de Knokploeg wilde schrijven, geen vage echo van dat boek. Een eventueel nieuw boek zou echt anders moeten zijn.”

De titel Het snoephuis verwijst naar het huisje van de heks in Hans en Grietje. Het is verleidelijk ervan te snoepen, maar dat heeft gevolgen. Het snoepgoed in uw boek zijn de freebies op internet, die je krijgt in ruil voor informatie over jezelf. Is Het snoephuis een roman over de gevaren van hedendaagse technologie?

“Ik zie technologie niet als positief of negatief. Het is gewoon een onvermijdelijk onderdeel van het bestaan. Zolang er mensen zijn, zullen ze uitvindingen doen die weer tot andere uitvindingen leiden en we zullen nooit de consequenties daarvan kunnen overzien.

“Toen internet breed beschikbaar kwam en er een programma als Napster werd uitgevonden, betekende dat in een paar jaar tijd de ineenstorting van de muziekindustrie. Dat had niemand voorzien. In Het snoephuis vindt een jonge IT-specialist, door gebruik te maken van andermans ontdekkingen, het Collectief Bewustzijn uit dat hij later als een gruwelijk monster gaat beschouwen.”

U snijdt daarmee een probleem aan waar ook collega’s als Dave Eggers (De cirkel, Het alles) en DBC Pierre (Ondertussen in Dopamine City) over schreven. Ook in De cirkel krijgt een van de bedenkers van de nieuwe technologieën spijt en probeert het bedrijf te saboteren.

“Mijn boek heeft nadrukkelijk parallellen met de werkelijkheid. Er zijn verschillende verhalen bekend van uitvinders van technologieën, waar ze vervolgens hun eigen kinderen voor proberen af te schermen.

“Veel van deze uitvinders doen hun werk in de overtuiging dat ze de wereld verrijken. Wij zijn achteraf vaak geneigd hen negatieve bedoelingen toe te dichten, omdat we dan de negatieve gevolgen van die uitvindingen zien. Het is interessant om te zien dat juist mensen met goede bedoelingen soms destructieve zaken in het leven roepen.

“Collectief Bewustzijn, de technologische uitvinding die een cruciale rol speelt in Het snoephuis, heeft dan ook een hele reeks positieve effecten: het bestrijdt alzheimer en dementie, lost misdaden op, doet kinderporno zo goed als verdwijnen, conserveert talen die met uitsterven worden bedreigd, spoort vermiste personen op en bevordert wereldwijd de empathie.”

Maar dat gaat wel ten koste van zaken als privacy en authenticiteit, zoals sommige van uw personages hartstochtelijk benadrukken.

“Ik denk dat we ‘authenticiteit’, maar ook ‘ruimte’ en ‘echt’ misschien opnieuw moeten definiëren. Door de opkomst van de virtuele wereld hebben die woorden niet meer dezelfde betekenis.

‘In de cyclus van mijn boek eindig ik positief. Dat is mijn antwoord op de jaren van Trump en de pandemie.’ Beeld Pieter M Van Hattem
‘In de cyclus van mijn boek eindig ik positief. Dat is mijn antwoord op de jaren van Trump en de pandemie.’Beeld Pieter M Van Hattem

“Toen wij elf jaar geleden met elkaar spraken over Bezoek van de knokploeg, was dat in een ruimte in een Amsterdams hotel. Nu zien en spreken wij elkaar elk in onze eigen kamer via Zoom. Wat betekent dat voor begrippen als ‘ruimte’ en ‘echt’? Ik heb daar geen klare theorie over, maar ben wel erg geïnteresseerd in deze thematiek.”

Klopt het dat u uw eerste versies altijd met de hand schrijft?

“Ja. De eerste, improviserende fase van het schrijfproces werkt bij mij het beste via verbonden schrijven. Lopend, verbonden of ‘schuin’, schrijven wordt tegenwoordig niet eens meer geleerd op school, maar ik vind het erg meditatief en het ontlokt mij het interessantste materiaal.

“Ik zou geen verhaal kunnen verzinnen achter een beeldscherm. Pas als een tekst klaar is, typ ik hem uit. Een ook een getypte en uitgeprinte tekst bewerk ik vervolgens met de hand. Dan ontstaat er vaak weer nieuw materiaal dat niet zou komen als ik de tekst op de computer zou bewerken.”

Hebt u een vaste werkroutine?

“Ik werk graag aan twee boeken tegelijk, in elk geval in de eerste fase, waarin ik materiaal aan het genereren ben. Normaliter schrijf ik dan dagelijks vijf pagina’s aan elk boek. Ik heb een paar jaar tegelijk aan Bezoek van de knokploeg en Manhattan Beach gewerkt en vervolgens een paar jaar tegelijk aan Manhattan Beach en Het snoephuis. Op een gegeven moment moet ik dan kiezen met welk project ik de ‘typfase’ in ga. Ook op dit moment werk ik aan twee boeken, maar ik heb nog geen idee of dat uiteindelijk tot iets zal leiden.

“Over dat schrijfproces gesproken: binnenkort gaat er een nieuwe versie van mijn website online, waarop je van elk hoofdstuk van Het snoephuis de laatste pagina te zien krijgt. Die kun je dan als het ware uitvegen, waarna je de eerste getypte versie ziet. Die kun je dan ook weer uitvegen, waarna de eerste handgeschreven pagina verschijnt. Je krijgt er ook info bij over de dag waarop de tekst werd geschreven, de tijd die dat kostte en andere zaken. Een kijkje achter de schermen dus. Wie mijn handschrift kan lezen, zal constateren dat die eerste versie vaak verschrikkelijk slecht is.”

Het snoephuis gaat over technologische verworvenheden, maar is vooral een pleidooi voor de grenzeloze kracht van de literatuur.

“Zeker in de Verenigde Staten wordt literatuur bedreigd door de wereld van het beeld. Beelden zijn gemakkelijker. Mensen die met beelden werken, worden er steeds beter in om het innerlijke leven te simuleren.

“Een voorbeeld is het steeds populairdere ­online kijken naar mensen die een game spelen, waarbij ze jou hun scherm laten zien. Zij doen er alles aan om jou het gevoel te geven dat jij je in hun brein bevindt. Je ziet wat zij zien en hoort wat zij denken. Ik snap wat daar zo aantrekkelijk aan is. Maar tegelijk zie ik het als een bedreiging van een genre – de roman – dat al sinds de 17de eeuw een wezenlijk onderdeel is van de menselijke culturele ervaring. Ja, ik geef het ruiterlijk toe: Het snoephuis is een roman met een agenda.”

Tegelijk geeft u de beperkingen aan van de vermeende rijkdom die het Collectief Bewustzijn ons biedt: uiteindelijk is het niet meer dan een ongeorganiseerde hoeveelheid data. Pas wanneer uit die informatie een verhaal wordt ­gecomponeerd, krijgt het betekenis.

“Data kunnen erg nuttig zijn, maar hebben hun beperkingen. Ze zijn niet zo voorspellend als we vaak hopen. Ze hielpen ons niet om 9/11 te zien aankomen, om de verkiezing van Trump te voorspellen. De data waren er wel, maar het ontbrak aan een accurate interpretatie. Het vertellen van verhalen is op alle niveaus essentieel. Het zijn niet de dataverzamelaars die ons vertellen wat er gaat gebeuren, maar de verhalenvertellers.”

Veel schrijvers laten tijdens het schrijven hun partner meelezen Maar u hebt een hele leesgroep die uw werk onder ogen krijgt.

“Ja, ik heb Het snoephuis aan hen opgedragen. Ik ben een nogal eenzelvig persoon en schrijven is een eenzaam proces, maar ik heb tegelijk de behoefte om al schrijvend met mensen samen te werken. Ik vind het belangrijk dat lezers plezier aan mijn werk beleven en wil zeker weten dat mijn bedoelingen overkomen. Wanneer ik mijn werk aan mijn leesgroep laat lezen, vraag ik ze niet om mij te vertellen wat ik moet doen, want dat weet ik – denk ik. Maar ik wil dat ze me vertellen waar ik mee bezig ben. Leeft mijn tekst? Sprankelt hij? Is hij interessant? Want soms doe ik als schrijver niet wat ik wíl doen.

“Bij Manhattan Beach vond mijn leesgroep de vertelstem bijvoorbeeld hoogst irritant. Ik had een verteller die samen met de lezer een pact had: dit is een historische roman, we gaan samen terug in de tijd. De leesgroep zei: je hoeft ons er niet steeds aan te herinneren dat het niet 1932 is. Dat is neerbuigend, we zijn niet simpel!”

Werkt u met een schema?

“Ja, bij alle boeken, maar pas na de eerste intuïtieve, handgeschreven versie. Als die af is, maak ik lange, getypte samenvattingen van wat ik van plan ben, aanvankelijk wel vijftig pagina’s lang, gaandeweg korter. Dat zijn mijn marsorders.”

U bent dol op het literaire experiment en schrijft naast hoofdstukken in de eerste en ­derde persoon ook vanuit de tweede persoon, in de wij-vorm, in e-mails, een soort spionnenhandleiding-in-tweets, een powerpoint­presentatie, enzovoort.

“Ik mag in mijn werk graag elementen uit genrefictie opnemen: gothic in De burcht, noir in Manhattan Beach, de thriller in Het snoephuis. En ik beleef ontzettend veel plezier in het gebruik van minder courante technieken. Als ik denk dat een bepaalde technologische vinding, zoals Twitter, literaire mogelijkheden biedt, gebruik ik die. Het is ook een eerbetoon aan de geweldige schrijvers uit de beginperiode van de roman, die hun inspiratie overal vandaan haalden, van gerechtelijke documenten tot grafische zaken, zoals de zwarte pagina in Tristram Shandy van Laurence Sterne.

‘De mens zal altijd uitvindingen doen die weer tot andere uitvindingen leiden en we zullen nooit de consequenties daarvan kunnen overzien.’ Beeld Pieter M Van Hattem
‘De mens zal altijd uitvindingen doen die weer tot andere uitvindingen leiden en we zullen nooit de consequenties daarvan kunnen overzien.’Beeld Pieter M Van Hattem

“Ik gebruik die meer radicale experimentele technieken alleen als ik vind dat zij de enige manier vormen om een verhaal te vertellen. Het hoofdstuk ‘Lulu de spion’ in Het snoephuis bestaat uit een reeks instructies in de vorm van tweets. Als ik dat hoofdstuk in een conventionele vorm had geschreven, was het een gruwelijk saai, met clichés doordrenkt spionageverhaal geworden. Het powerpointhoofdstuk uit Knokploeg zou in conventionele vorm een onnozel en sentimenteel familieverhaal zijn waarin niets gebeurt.”

Hoe zou u uw stijl omschrijven?

“Ik loop altijd het risico om mijn lezers teleur te stellen, want je kunt niet van mij op aan. Ik zou mijn stijl open en flexibel willen noemen, maar ook humoristisch. Misschien beschrijf ik daarmee niet zozeer een stijl als wel een esthetica.

“Ik ben zeer opportunistisch waar het stijl betreft, maar mijn doelen zijn heel consistent, namelijk: mensen wegvoeren uit hun eigen leven en hun eigen brein, en vooral om ze veel genoegen te laten beleven. Dat laatste is het belangrijkste van allemaal. Dat stelt een aantal eisen: er moet intellectueel lef in zitten, het moet gaan over interessante mensen bij wie je betrokken raakt, het moet de complexiteit van het leven in zich dragen.”

Het snoephuis bestaat uit vier delen: Bouw-Sloop-Dump-Bouw (Build-Break-Drop-Build). Dat klinkt optimistisch, zoals veel verhaallijnen in uw boek ook positief eindigen.

“De termen build-break-drop komen uit de ­wereld van electronic dance. Ze vormen een knipoog naar Bezoek van de knokploeg. Dat was opgebouwd als een conceptalbum, met een A-kant en een B-kant. Het organisatieprincipe van electronic dance is dat je naar één bepaald ritmisch concept luistert, waarna je in een totaal ander ritme, een totaal andere song belandt. De break is waar je van het ene ritme naar het andere gaat. Het is een beetje als een portal: ineens beland je in een andere sonische wereld. En daarna bouwt dat zich weer op, als een cyclus.

“In de cyclus van mijn boek eindig ik positief. Dat is mijn antwoord op de jaren van Trump en de pandemie. Er is veel pessimisme in de literaire wereld. Ik wilde daar iets tegenover stellen.”

Jennifer Egan, Het snoephuis. Vertaling Arjaan en Thijs van Nimwegen, Arbeiderspers; 368 p., 24,99 euro.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234