Opera
Jean-Philippe Clarac & Olivier Deloeuil over hun Mozart-trilogie: ‘Mozart was een feminist’
En u dacht dat #MeToo iets van deze eeuw was? Jean-Philippe Clarac en Olivier Deloeuil van het collectief C&D le lab in Bordeaux bewijzen iets anders in hun bewerking van drie opera’s die Mozart met Da Ponte schreef.
Hun eerste opera voor de Munt, Mitridate van dezelfde Mozart, situeerden Clarac en Deloeuil drie jaar geleden bij de Europese instellingen. Ook nu weer gingen ze in Brussel op zoek naar referentiepunten, maar vooral naar een gemeenschappelijke rode draad. De drie opera’s gaan over de liefde, of toch over de verhouding tussen vrouwen en mannen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat Le Nozze di Figaro een vrouwelijke blik heeft en Così fan tutte een mannelijke. Maar daar zijn ze het niet mee eens.
Jean-Philippe Clarac: “Wij geloven dat het alle drie vrouwenopera’s zijn. Mozart was een protofeminist die al op het einde van de achttiende eeuw, honderd jaar voor het feminisme als politieke beweging ontstond, toonde dat vrouwen subtieler, sluwer, intelligenter en psychologisch diepgaander zijn dan mannen. Così fan tutte lijkt uit te gaan van de mannelijke blik, die van de oude filosoof Don Alfonso. Zoals vele filosofen uit die tijd gelooft hij dat vrouwen structureel wispelturig, ontrouw en bedrieglijk zijn, mannen daarentegen naïef en gemaakt om zich te laten verleiden door de vrouw. Dat kun je nu niet meer maken. Dus maken we van Alfonso een genderfluïde personage. Plots worden al de stereotypen van Così fan tutte in vraag gesteld.”
Is die feministische blik ook politiek?
Clarac: “In de jaren zeventig van de vorige eeuw was er een slogan: La politique, c’est dans ton slip (“politiek zit in je broek”). Dat betekent: seksueel gedrag en seksuele positionering zijn politieke keuzes en hebben een politieke impact. Maar dat was al in Mozarts tijd bedacht door de Markies de Sade. Nu zijn seksuele kwesties opnieuw sterk gepolitiseerd, denk maar aan het homohuwelijk of de genderidentiteit. Het is fascinerend dat dit alles begint op het einde van de achttiende eeuw met de bevestiging van het individu en van de seksualiteit als politiek expressiemiddel. Neem de seksuele intimidatie. In de achttiende eeuw noemt men dat het ius primae noctis of herenrecht, dat is het recht van een machtig man om met een vrouw te slapen op de dag van haar huwelijk. Dat is het onderwerp van Le Nozze di Figaro. Wat is dat anders dan wat de #MeToo- beweging nu aanklaagt: ‘Waarom moet ik, een vrouw die tegenover u in een ondergeschikte positie sta, toestaan dat u uw seksualiteit aan mij opdringt?’”
En wat met de verkrachter Don Giovanni?
Deloeuil: “Don Giovanni gaat over het einde van de liefde, zoals Eva Illouz dat beschrijft in haar boek Waarom liefde eindigt. We leven in een maatschappij waar de seksualiteit alomtegenwoordig maar ook in toenemende mate virtueel is. Je ziet allerlei alternatieve vormen van seksualiteit: bondage, partnerruil, seksclubs, cuckolding… Dat heeft altijd bestaan maar het is nooit zo zichtbaar en bijgevolg zo aantrekkelijk geweest als nu. Betekent dat het einde van de hoofse liefde, zoals men op het einde van de jaren tachtig sprak over het einde van de geschiedenis?”
Clarac: “In Don Giovanni worden de grenzen van de seksualiteit wel erg opgerekt, tot aan de verkrachting toe, maar ook naar alternatieve vormen bij andere personages. De vraag is dus: naar welke vormen van liefde evolueren wij als gevolg van de seksuele omwentelingen die we in onze maatschappij zien? Gaan we naar de klote door het feit dat voor sommigen mensen de seksualiteit volledig losstaat van liefde? Of ontstaan daaruit nieuwe vormen van sociale relaties? Binnen twintig, dertig jaar zullen de sociologen en historici het ons zeggen.”
Uw werk gaat altijd over een concrete sociale en politieke situatie van nu op een bepaalde plaats. Hoe heeft u dat in Brussel gedaan?
Clarac: “Brussel is ideaal voor onze aanpak. Als je met een camera door Brussel trekt – en we hebben voor de video in deze voorstelling op een twintigtal plaatsen gedraaid – zie je een dynamische en complexe samenleving. Je mag nooit de complexiteit afwijzen, integendeel.
Deloeuil: In Nozze di Figaro zijn we in Brussel bij een familie Spaanse diplomaten. Graaf Almaviva werkt voor de Spaanse regering. Hij heeft een #MeToo-affaire die zich tegen hem keert: hij moet zijn kantoor op de ambassade verlaten. Hetzelfde procédé in Don Giovanni: Zerlina is een Brusselse van Arabische afkomst, tweede of derde generatie, erg modern, zoals je er hier veel ziet. Ze werkt in een modewinkel in de Koningsgalerij, waar ook Despina (uit Così) aan de slag is. Zerlina gaat trouwen met een jonge Belgische hipster, een tatoeëerder uit de Sint-Katelijnebuurt… Die Brusselse smeltkroes willen we weergeven: sociale klassen bestaan nog maar ze komen elkaar meer tegen. We tonen werkende mensen, zoals Elvira in Don Giovanni, die bij ons een oogarts is, terwijl anderen zoals de gravin uit Nozze of de meisjes uit Così – twee YouTube-sterren – geprivilegieerden zijn, die niks doen. Dergelijke klassenverschillen vinden wij niet uit, ze zijn er net zo bij Mozart en Da Ponte.”
Premières in de Munt in Brussel op 18.2 (Le Nozze di Figaro), 20.2 (Così fan tutte) en 22.2 (Don Giovanni); daarna voorstellingen tot 28.3.