Concertverslag
J. Bernardt in Werchter: de triomf van een woesteling
"Hij is fantastisch", waren de profetische woorden van presentator Otto-Jan Ham. En verdorie, hij had gelijk. J. Bernardt wervelde als een woesteling door Klub C.
"Rock Werchter!", merkte Jinte Deprez juist op. Hij rechtte de rug, aanschouwde de massa, en zag dat het goed was. Die smerige grijns van 'm sprak boekdelen. Hij was hier niet voor een zaterdagswandeling.
Met 'On Fire' schoot J. Bernardt voorzichtig uit de startblokken. Het is zo'n song die ongevaarlijk oogt, maar voor je het weet, kruipen lome, stompende beats onder je vel. Het is overigens geen geheim dat de Kortrijkzaan weet hoe je een popsong in elkaar moet timmeren. Dat bewees hij in het verleden al bij Balthazar.
Jinte Deprez bracht in Klub C een swingende soundtrack voor druilerige dagen. 'Calm Down' had niet misstaan in de set van James Blake en SOHN, ‘The Question’ koppelde oriëntaalse disco aan moderne beats, en 'Running Days' was een valse ballad die krioelde van synths die beurtelings warm en koud aanvoelden.
Burgemeester
Hij hield de tent in een wurggreep met een moedige, simpele aanpak. J. Bernardt bracht slechts zes songs, maar het waren wel zes rake schoten. En dan was er nog de charismatische stunteligheid waarmee hij over het podium slenterde en zijn armen in de lucht wierp. Je kon moeilijk niét van hem houden.
“Het is vroeg, maar laat jullie gewoon gaan”, beval de zanger voor ‘Wicked Streets’. Het tot dan stokstijve publiek veranderde in een kudde losgelagen dieren. De euforie gierde door de tent, de grijns van Deprez werd groter, zijn band – met Adriaan ‘Pomrad’ Van de Velde aan de toetsen en Klaas De Somer achter de drums – schakelde een versnelling hoger.
J. Bernardt speelde zaterdagmiddag de rol van de burgemeester van een imaginaire stad, waar de huizen pastelkleurig zijn en de bewoners weemoedig. Waar kunnen we een verblijfsvergunning aanvragen?