InterviewTcha Limberger en Lisaboa Houbrechts
‘In onze gemeenschap wordt nauwelijks over de genocide gesproken’
Honderdduizenden Roma werden tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord. In de familie van Manoesj-muzikant Tcha Limberger werd er nauwelijks iets over verteld, maar in de muzikale voorstelling I Silenti staat de vergeten genocide wel centraal. ‘Voor Manoesjen is het verleden iets dat je best zo snel mogelijk vergeet.’
“Ik hoor de rivier in het grote groene bos / Ik zie de bloemen die verwelken in het grote groene bos / Goede God, geef mij de kans / Om mijn mensen terug te zien.” Zo gaat de tekst van het Manoejs-lied dat centraal staat in I Silenti. “Het is erg summier”, zegt Manoesj-muzikant Tcha Limberger (43). “Er wordt niet gezongen over de bezetting of over wat er precies gebeurd is. Het is bijna een melancholisch gebed: laat me degenen die ik ben kwijtgeraakt ooit weer terugvinden.”
Het lied is een van de weinige herinneringen aan de vele Manoesjen en Roma die tijdens de Tweede Wereldoorlog het slachtoffer werden van de nazi’s. Het is onduidelijk aan hoeveel Manoesjen en Roma de genocide het leven kostte – de schattingen variëren van 750.000 tot ruim anderhalf miljoen. Die geschiedenis, en het hierboven geciteerde lied, staan centraal in I Silenti, de muzikale voorstelling waarin Limberger musiceert en die Lisaboa Houbrechts (29) regisseert.
Limberger is de zoon van een Vlaamse moeder en een Manoesj-vader. “Wij noemen ons al vele honderden jaren Manoesj”, legt Limberger uit. “Onze families wonen al honderden jaren in West-Europa, in België, Frankrijk, Duitsland en Nederland. We spreken wel Romanes, maar we zijn geen Roma: zij hebben een ander dialect en andere tradities.”
Het is een gesloten gemeenschap, duidt Limberger. En daardoor dreigt de genocide uit de Tweede Wereldoorlog een beetje vergeten te worden. “De Joodse gemeenschap heeft, gelukkig voor hen, manieren gevonden om een stem te geven aan de verschrikking van de Holocaust. Maar in onze gemeenschap wordt er heel weinig over gesproken. Er is ook heel weinig documentatie over, omdat de meeste Manoesjen niet lezen en schrijven, en omdat ze een vreemde verhouding hebben met het verleden: het verleden is iets dat je best zo snel mogelijk vergeet.”
Lisaboa Houbrechts ontdekte dat verleden dankzij Fabrizio Cassol, die de muziek voor I Silenti componeert en dat eerder deed voor Alain Platels Requiem pour L., waarbij Houbrechts stage liep. “In 2018, voor de première in Berlijn, ging ik met Fabrizio naar het Holocaustmonument. Daar was een ruimte waarin allemaal brieven werden tentoongesteld, brieven waarop mensen de belangrijkste woorden van hun leven hadden geschreven: een afscheid, toen ze werden gearresteerd of in de kampen verbleven. Dat ontroerde me heel erg. Niet alleen de woorden, maar vooral de fragiliteit van het briefpapier zelf. Verfrommelde papiertjes, een servetje, een oude kaart. Schrijf je laatste woorden maar eens in enkele seconden op het dichtstbij gelegen papier.
“Nadien vroeg Fabrizio mij: ‘Ben je je ervan bewust hoeveel brieven er niet geschreven zijn? Hoeveel getuigenissen er niet zijn overgeleverd?’ Toen vertelde hij mij over Tcha, en over Tcha’s familie.”
Limberger: “Mijn grootmoeder heeft misschien ooit twee zinnen uitgesproken die met de Tweede Wereldoorlog of de nazi’s te maken hadden. Alle familieleden van mijn grootmoeder zijn verdwenen in de oorlog. Van de familie van mijn grootvader weet ik het zelfs niet. Er is niemand in geslaagd om de muur rond die geschiedenis weg te hakken. En nu zijn er geen overlevenden meer die het kunnen navertellen.”
Het hierboven geciteerde lied moet dat – een beetje – verhelpen. “Door nu het lied van Tcha in I Silenti te ondertitelen, kunnen we die orale traditie toch een beetje neerschrijven”, zegt Houbrechts.
Zo probeert I Silenti een stem te geven aan zij die al die jaren hebben gezwegen. Fabrizio Cassol – “hij heeft dit bedacht en gecomponeerd”, zegt Limberger – verweeft de Manoesj-liederen met de laat-16de-eeuwse Madrigalen van Monteverdi. “Die gaan ook over oorlog en liefde”, vertelt Houbrechts. “Fabrizio behandelt de Madrigalen als de nooit geschreven brieven over de verhalen van de Roma-gemeenschap in de Tweede Wereldoorlog.” Limberger: “Hij heeft die verschillende soorten muziek heel mooi in elkaar verweven en is er zo in geslaagd om een eigen, nieuwe wereld te creëren.”
Het maakt het wel moeilijk om I Silenti te definiëren. Het is geen theater in de strikte zin van het woord – er zijn geen acteurs en geen gesproken tekst – maar het is meer dan zomaar een concert. “Ik denk er zelf soms over na als een soort opera”, zegt Limberger. “Omdat de Madrigalen de aanzet voor de eerste opera waren. Al heeft I Silenti geen echte verhaallijn, geen vertelling.”
Houbrechts: “Het was erg zoeken. We hebben een soort libretto opgesteld, een opeenvolging van liederen. Daar zit wel een zekere muzikale logica in: als regisseur was het mijn opdracht om dat leesbaar te maken voor een publiek. Ik ben op zoek gegaan naar getuigenissen van de Roma-genocide in onze beeldcultuur. Die projecties – foto’s en zwart-witbeelden die we via musea zoals de Dossinkazerne hebben verkregen – vertellen wel een verhaal. Het zijn flarden van mogelijke verhalen en mogelijke geschiedenissen die verschijnen en weer verdwijnen.”
Of er ook veel Manoesjen naar I Silenti komen kijken, durft Limberger niet te zeggen. “Ik zou het zeker interessant vinden als zij het zouden zien, maar de meeste Manoesjen die ik ken, wonen in Nederland. Mijn vader woont in Brugge, maar hij is niet echt een reiziger. Ik weet niet of ik hem naar Antwerpen zal kunnen lokken. Ik hoop van wel. Ik zou graag hebben dat hij het ziet.”
29 en 30 juni in Toneelhuis, Antwerpen. Vanaf februari op tournee.