Donderdag 01/06/2023

InterviewCharlotte Adigéry & Bolis Pupul

‘In New York kende iedereen onze muziek: nog voor we één noot gespeeld hadden, ontplofte de zaal al’

Charlotte Adigéry en Boris Pupul. Beeld Camille Vivier
Charlotte Adigéry en Boris Pupul.Beeld Camille Vivier

Ze komen uit Gent en vliegen onder de vleugels van Stephen en David Dewaele. Charlotte Adigéry (32) en Bolis Pupul (36) heten ze, en hun debuut ‘Topical Dancer’ wordt tot ver buiten onze contreien naar waarde geschat. ‘Dat we in Amerika eigen shows hebben, dat die uitverkocht raken, en dat daar niet alleen Belgische expats staan: hoe speciaal is dát?’

Jurgen Beckers

Ons interview was eigenlijk een week eerder in de drukke agenda van het duo ingepland, maar Rocco, het een jaar en drie maanden oude zoontje van Adigéry, had een oorontsteking – de derde in korte tijd. Omdat ook haar schoonmoeder ziek was, heeft mama Charlotte de hele week in haar pyjama thuisgezeten. “Dit is de eerste keer dat ik weer buitenkom.”

Die buitenkomst vindt plaats in de Minardschouwburg in Gent en in Bar Bidon, op een steenworp van het hoofdkwartier van hun label DEEWEE – Stephen Dewaele komt halverwege het interview een koffie halen en goedendag zeggen. Daar leggen Charlotte Adigéry en Bolis Pupul alias Boris Zeebroek hun hart op tafel aangaande het waanzinnige afgelopen jaar.

Omdat ik vanochtend op weg naar mijn auto ongewild op een huisjesslak ben gaan staan, heb ik om het geluid van die daad te verstommen een nieuwe openingsvraag verzonnen.

Wanneer heb je voor het laatst per ongeluk een dier gedood?

Charlotte Adigéry: “Oei, mag het ook met opzet zijn? Eergisteren, de labrador van de buren (lacht). Grapje, hè. Nee… (Denkt na) Een spin?”

Boris Zeebroek: “Ik denk aan een geval van onrechtstreekse doodslag. Onlangs op vakantie in Italië, met een poesje dat op de balustrade van mijn hotelterras zat.”

Adigéry: “O nee. Stop, please!”

Zeebroek: “Ik wilde het redden, maar uit angst sprong dat katje naar beneden. Ik heb het zien vallen, zwevend met haar pootjes uit elkaar, en dan krák, tegen de grond.”

Adigéry: (met open mond luisterend) “Je hebt me dat nooit verteld.”

Zeebroek: “Misschien om een goede reden.

“Ik rende naar beneden en vond het poesje miauwend achter een struik. Ik heb de mensen aan de balie van het hotel verwittigd, en zij hebben het naar de dierenarts gebracht. Ik ken de afloop niet, maar ik veronderstel dat het de dood tot gevolg heeft gehad.”

Adigéry: “Wow. Sorry, maar… Ik vind dat…”

Zeebroek: “Misschien leeft het nog, maar ik heb er wel een schuldgevoel aan overgehouden.”

Adigéry: “Allee, tof, de toon is gezet.

“Ik denk dat ik nog nooit per ongeluk een dier heb gedood. Met opzet: heel veel insecten. Een gigantische spin in de wastafel – ik ben doodsbang van spinnen en ze was veel te groot om door te spoelen – heb ik eens met kokend water overgoten. Dat leek me de meest, euh, menselijke methode. Die spin gaat meteen in shock, hè. Maar toen ik het tegen Boris vertelde, keek hij me heel bedenkelijk aan. Ik zal hier wel reacties op krijgen, maar sorry, hoor: mensen eten kreeft.”

Wat is jullie plaat van het jaar?

Zeebroek: “Ik heb het meest geluisterd naar de laatste van St. Vincent – ik sluit niet uit dat die van vorig jaar dateert (‘Daddy’s Home’ verscheen in mei 2021, red.). Veel dingen trekken me aan in haar, andere houden me weg. Haar muziek is heel cerebraal, ze weet hoe ze een popsong moet schrijven, met de juiste arrangementen en melodieën en akkoordenwissels, waardoor ik een zekere gemaaktheid voel. Een gebrek aan spontaniteit. De eerste keer dat ik die plaat hoorde, dacht ik: nah. Toen ik het een tweede keer probeerde, vond ik een paar nummers zo goed dat ik ze uiteindelijk heel vaak heb opgezet.”

Adigéry: (intussen bezig op haar telefoon) “Ik ben aan het checken waarnaar ik heb geluisterd.”

Zeebroek: “‘Soothing Sounds for Baby’ van Raymond Scott?”

Adigéry: (lacht) “’t Is waar. Een plaat uit de jaren 60, synthmuziek, wetenschappelijk onderbouwd, om kinderen rustig te krijgen en in slaap te wiegen.”

En, werkt het?

Adigéry: “Niet voor moeders. Soothing for babies, hoogst enerverend for parents (lacht).

“Maar wat was nu mijn favoriete plaat? (scrolt verder) Hier: ‘Ants from Up There’ van Black Country, New Road vond ik wel… interessant.”

Zeebroek: “‘Interessant’: wat een diplomatisch antwoord.”

Adigéry: “Ik vind het cool dat er weer iets psychedelisch, folky’s en jazzy’s wordt gemaakt door een echte band waarvan geen enkel lid als popster naar voren wordt geduwd. Gewoon jonge mensen die iets maken zonder dat het hip hoeft te zijn. Naar Beyoncé heb ik ook veel geluisterd: vree empowering.”

Zeebroek: “SAULT vond ik ook heel goed. Ze hebben het afgelopen jaar meerdere platen uitgebracht, de laatste heet ‘11’.”

3 KOFFERS, 3 UUR SLAAP

Zullen we het eens over jullie concertjaar hebben? Jullie hebben onder meer op Pukkelpop, Rock Werchter, Lowlands, Lokerse Feesten, Dour en Glastonbury gestaan, en op iconische plekken als de Hollywood Bowl in Los Angeles en de Bowery Ballroom in New York. En laten we jullie passage in de AB en bij ‘Later... with Jools Holland’ op de BBC ook maar niet vergeten.

Zeebroek: “Toen we aan Jools Holland werden voorgesteld, was hij zijn haar aan het wassen in de kleedkamer (lacht). Een heel lieve man.”

Adigéry: “Om niet te vergeten hoe speciaal het allemaal is, hebben we vóór elke show een klein ritueeltje. Dan zeggen we: ‘Hey, we zijn in puntjepuntje, let’s go.’ Het is bijna absurd waar we overal hebben gestaan. Alleen al dat we in Amerika eigen shows hebben, dat die uitverkocht raken, en dat daar niet alleen Belgische expats staan...”

Zeebroek: “Vóór corona tourden we nog meer en was het veel hectischer, van hot naar her: Australië, Japan, China, Europa, Amerika… We maalden in minder tijd veel meer kilometers af.”

Adigéry: “Supervermoeiend, maar daardoor kunnen we nu beter inschatten wat we nodig hebben.”

Zeebroek: “Een beetje comfort vooral. Precorona reisden we vaak alleen met z’n tweetjes, soms zelfs zonder geluidstechnicus. We hadden bouwlampen die we zelf opstelden, een projectiescherm, een projector, twee synths… Alles in drie koffers. Omdat we op alles moesten besparen, namen we vaak de goedkoopste vluchten. Meer dan eens lagen we pas om drie uur in ons bed en moesten we er om zes uur weer uit.”

Adigéry: “Onderweg merk je niet hoe moe je bent. Het is een rush, hè, een flow, én een verslaving.”

Zeebroek: “Pas toen corona arriveerde, merkte ik: ik ben werkelijk doodop.”

Adigéry: “Het afgelopen jaar was op een andere manier vermoeiend. Ik was moeder geworden, en Rocco is altijd en overal meegekomen. Over twee weken gaan we naar Mexico, drie shows in vijf dagen, en daar kijk ik enorm naar uit. Dan zal hij voor het eerst niet meegaan. Slapen in het vliegtuig: zalig! Maar mijn moederhart bloedt nu al.”

Heb je overwogen om je carrière even on hold te zetten toen je zwanger werd?

Adigéry: “Nee. De plaat was klaar voor de release toen ik ongepland zwanger werd, en ik had niet het gevoel dat ik kon zeggen: ‘We gaan nog een jaar wachten.’ Maar nu ik erop terugkijk, denk ik wel: dat doe ik nooit meer (lacht). Rocco die na een show om twee uur ’s nachts wakker wordt en twee uur wakker blíjft, terwijl je om zes uur alweer je koffers moet pakken voor de volgende show. Spijt heb ik er niet van, ik ben trots op mezelf. En dankbaar voor Boris, die me zó hard heeft gesteund. Ik heb zeker tien breakdowns gehad, en hij heeft me er bij momenten echt door getrokken.

“Ik ben nog altijd een beetje in fight or flight-modus. Als alles oké is, denk ik: wat zal het volgende zijn? Slaapt Rocco, dan is het: hij zal vannacht niet slapen! (lacht) Maar ik voel dat het langzaam wegebt. Heel langzaam.”

null Beeld Camille Vivier
Beeld Camille Vivier

Wat heb je nodig om voor een optreden de switch van moeder naar popster te maken?

Adigéry: “Een heel goeie concealer (lacht).

“Onze eerste show na de bevalling was in Londen, toen Rocco drie maanden oud was. Mijn lijf was nog totaal niet hersteld. Om vijf uur ’s ochtends opgestaan om alle babyspullen in te pakken, aangekomen, alles uitgepakt, nog snel Rocco te slapen gelegd, me in het donker opgemaakt, op kousenvoeten de kamer uitgeslopen – Rocco bleef bij mijn man – en dan naar de venue gespurt, zonder iets te hebben gegeten.

“Ik kwam maar net op tijd aan. Ineens stond ik op dat podium en dacht: wow, wat is dit?! Ik wist niet meer wat mijn moves waren, voelde me heel kwetsbaar in mijn lichaam. Dat was de enige keer dat het mij niet is gelukt om de switch te maken. Volgens mij heb ik dat zelfs tegen het publiek gezegd.”

Zeebroek: “Je hebt dat heel goed gedaan, Charlotte.”

NEHEHS NUMMER

Wat was, los van Rocco, de zotste show die je hebt gespeeld?

Zeebroek: “Mogen het er twee zijn? Ik herinner me twee keer dat ik gepakt was door het moment: in Manchester en New York. In Manchester – The Pink Room, een zaal voor 250 man – zong iedereen zo hard mee dat ik mezelf niet meer kon horen. En geloof me: mijn monitors staan hárd, op het randje van feedback. Charlotte en ik keken elkaar aan met tranen in de ogen. We speelden ‘Blenda’, en van die tekst kun je je afvragen of je hem wel mág meezingen. ‘Go back to your country where you belong’ uit de collectieve mond van een uitzinnige zaal: haal die beelden uit hun context en er komt een hoop protest van. Maar voor ons was het een bevestiging: ‘Oh my God, ze begrijpen het! Ze snappen de ironie.’

“Hetzelfde gebeurde in de Bowery Ballroom in New York. Iedereen kende onze muziek door en door: nog voor we één noot gespeeld hadden, ontplofte de zaal al. Hij was tot de nok gevuld en het publiek was pico bello uitgedost en heel divers: jong, oud, hetero, gay, wit, zwart, geel, alles. Zo’n bonte groep mensen die blijkbaar een connectie ervaren met wat wij doen: het bezorgt me een ongelofelijk gevoel. Zeker in een stad als New York, waar elke avond zoveel te doen is.”

Adigéry: “Ik herbeleef het terwijl Boris het vertelt, en weer heb ik kippenvel. Het is raar om voor mensen te staan die – typisch Amerikaans wel – bijna in zwijm vallen als ze je om een handtekening komen vragen, en een uur later in je hotelkamer te zitten en – pruik af, naar het toilet geweest – weer voor Rocco te zorgen.”

Op de achterkant van je telefoon zag ik een crewsticker van de Hollywood Bowl, Charlotte: nog een hoogtepunt?

Adigéry: “Een geweldige venue – genesteld tegen de Hollywood Hills – maar voor ons niet de leukste show. Al tijdens de soundcheck wilden een paar crewleden ons laten voelen: ‘You ain’t worth shit.’ We verzorgden het voorprogramma van het voorprogramma: eerst wij, dan Chvrches, dan Grace Jones als headliner. Voor een zittend publiek, dat tijdens onze set nog aan het eten was. Ik denk dat het voor Grace Jones toffer was dan voor ons (lacht).”

Zeebroek: “Ter plekke was het moeilijk om te voelen of er een klik was, maar je speelt daar wel voor 18.000 mensen, en op de digitale kanalen waren er achteraf toch best veel positieve reacties. En we hebben Grace Jones zien optreden: haar band vond ik niet zo bijzonder, maar zij draagt moeiteloos in haar eentje de hele show. Ze was ongelofelijk goed.”

Welke ontmoeting heeft de meeste indruk op jullie gemaakt?

Adigéry: “Neneh Cherry vond ik heel inspirerend toen we met haar op tournee waren in 2019. Nu ik mama ben, denk ik daar vaak aan terug. Bij haar eerste plaat was ze ook zwanger, en het label had haar afgeraden om te touren. Maar ze zei: ‘Fuck you. Ik doe wat goed voelt voor míj.’

“Ze heeft me haar nummer gegeven – als ik ooit Notting Hill Carnival in Londen wilde komen meevieren, moest ik het maar laten weten. Ik heb haar een berichtje gestuurd om haar te bedanken dat ze ons had meegenomen op tournee, en om te zeggen dat ze als moeder in de muziekbusiness een grote invloed op me heeft gehad. Ze heeft nooit geantwoord (lacht hard).

“Jij, Boris?”

Zeebroek: “Goh, ik ben mezelf een paar keer tegengekomen, en dat vond ik best interessante ontmoetingen. Mijn leven is de voorbije vier jaar erg veranderd. Ik heb beslissingen genomen waardoor ik mezelf veel beter heb leren kennen. Ik vind het belangrijk om een paar mensen te hebben – vrienden, desgewenst een psycholoog – die je erop kunnen wijzen dat je soms dingen verkeerd doet. Dat je altijd weer in dezelfde val trapt.”

Over welke dingen gaat het dan?

Zeebroek: “Nice try, maar zo goed kennen we elkaar nog niet!”

Ga je in het vliegtuig het gesprek aan met de passagier die naast je zit?

Adigéry: “Ik niet vaak, maar Boris wel.”

Zeebroek: “Onlangs zat ik naast Brenda, een sympathieke vrouw op leeftijd uit L.A. Ze werkte in de plastische chirurgie, had zelf ook het één en ander laten doen. Aan haar gezicht kon je onmogelijk haar leeftijd aflezen, maar aan haar handen zag je dat ze in de 70 moest zijn. Ik heb haar gevraagd wat ze aan mij zou veranderen, en ze zei: ‘Ik zou je tanden bleachen.’ (lacht)”

VADERLIEFDE

Een grappig filmpje op jullie beider Instagram-accounts vond ik dat waarin jullie allerhande exuberante kleren aan het passen zijn.

Zeebroek: “Een fitting bij Charlotte thuis.”

Wat is een fitting?

Zeebroek: “Kleren passen voor shows. Dan komt een stiliste langs met een hele lading kleren en bekijken wij wat we willen meenemen voor de komende concerten. Het leek ons wel een leuk filmpje om te posten.”

Adigéry: “De mensen reageren daar méér op dan wanneer we een nieuwe single aankondigen. Ze willen je huis zien, kunnen inzoomen op je zetel, zien wat er op de salontafel ligt. ‘Aha, díé maxicosi gebruikt ze!’ (lacht)”

Jullie werken dus met een stiliste?

Adigéry: “We hebben lang naar een goeie gezocht, en naar een stijl die bij ons past. Een stijl die het showelement in de verf zet, en die een deel van het verhaal kan vertellen. We werken nu met een heel coole madam, Eveline Briand. Ze weet wat wij willen en waar we ons comfortabel bij voelen. Ik omschrijf onze stijl altijd als campy glamorous. Een beetje humoristisch, af en toe luxueus.”

Zeebroek: “Kostuums zijn tof, maar het wordt ook snel wat te stijf. Ik vind het fijn om een persoonlijke toets toe te voegen: een gek hemd, schoenen of een accessoire om te contrasteren.”

Hoort bij een nieuwe plaat ook een nieuwe garderobe?

Zeebroek: “Bij elke shów hoort een nieuwe garderobe.”

Adigéry: “Superleuk, toch? ‘Wie zullen we vandaag eens zijn?’ Boris staat er ook voor open om dingen te proberen, en bijvoorbeeld androgyne spullen te dragen. En het is fijn om als duo complementair te zijn. De mensen naar wie wij opkijken doen dat ook.”

Zeebroek: “Het is gewoon een extra element waar we graag mee spelen. Het kleurt ook je muziek, net zoals pakweg de hoes van een plaat. The Cure met Robert Smith als kantoorklerk: dat zou heel anders overkomen, hè.”

null Beeld Camille Vivier
Beeld Camille Vivier

Jullie muziek is dansbaar, behandelt sociale thema’s en bevat humor, maar wat ik er niet in aantref, is melancholie. Ik denk nu aan ‘When Doves Cry’ van Prince of ‘Listening Wind’ van Talking Heads, een song die Boris ooit één van zijn favorieten noemde.

Zeebroek: “Melancholie stroomt absoluut door mijn aderen, en Charlotte kent die emotie ook, maar in onze muziek hebben we ze nog niet veel opgezocht. Geen idee waarom.”

Adigéry: “Ik moet nu denken aan een nummer dat niet op ‘Topical Dancer’ is beland, over mijn papa en zijn ziekte. Hij heeft alzheimer.”

Hoe is het met hem?

Adigéry: “Ik ben geneigd om te zeggen: ça va. Maar hij gaat onvermijdelijk achteruit. Een gesprek is niet meer mogelijk. Hij zegt dingen, ik zeg dingen terug, maar dat zijn gewoon woorden, klanken haast, waarmee we liefde overbrengen.

“Ik wilde een nummer schrijven over mijn verdriet, maar ’t is me niet gelukt. Boris heeft dan vanuit zijn standpunt beschreven hoe hij het zag. Dat raakte me enorm – zo’n mooie uiting van zijn vriendschap en zijn liefde voor mij en mijn vader. Maar zelf heb ik het nog altijd niet van me af kunnen schrijven. De moeder van mijn goeie vriendin Joëlle Dubois, de kunstenares die het artwork van onze ep ‘Zandoli’ heeft geschilderd, lijdt ook aan dementie. Joëlle heeft er een heel mooie expo over lopen in Keteleer Gallery in Antwerpen (‘Forget Me Not’, red.). Zij is er wel in geslaagd om het in haar werk te vatten.”

Maar de song van Boris is niet op ‘Topical Dancer’ beland.

Adigéry: “Omdat ik vond dat we muzikaal nog niet de juiste toon hadden gevonden.”

Zeebroek: “Ik ben nu een soloplaat aan het schrijven als ode aan mijn moeder, die in 2008 is overleden bij een fietsongeval. Voor het eerst ben ik teruggekeerd naar Hongkong, waar ze vandaan komt. Onder impuls van Steph en Dave heb ik er elke dag iets opgenomen: een melodie, een ritme, straatgeluiden, wat dan ook.

“Deze week ben ik bezig geweest met een cassette met stemopnamen van haar die ik heb teruggevonden. Ik was het al meer dan een jaar aan het uitstellen, en ik ben er nog niet helemaal doorheen, maar ik voel dat daar de sleutel ligt om mijn plaat af te werken.

“Doordat ik haar stem heb teruggehoord, ben ik nu al drie dagen uit mijn lood geslagen. Het besef dat ze er niet meer is, dat ze nog zoveel mooie dingen in het verschiet had, doet nog altijd veel pijn. Op die soloplaat zal dat melancholische kantje ongetwijfeld naar boven komen.”

Een vrolijke slotvraag om af te ronden. Stel, je mag voor de mensen die ‘Topical Dancer’ nog niet kennen de platen kiezen die ze net ervoor en net erna moeten opzetten: welke worden het?

Zeebroek: “Twee heel slechte platen? (lacht)”

Adigéry: “Vorige week speelden we in het Magic Robin Hood Resort in Benidorm – een soort Center Parcs met Robin Hood als thema – en na onze show hoorde ik uit één van de bungalows ESG komen. Dat vond ik wel passend. Heel rudimentair, maar meer hoeft ook niet: het zit vol funk, speelsheid, humor en punk.

“Doe jij een opener, Boris?”

Zeebroek: “Goh, dat vind ik een moeilijke.”

Adigéry: “Talking Heads? Of is dat te cliché?”

Zeebroek: “Welja, doe Talking Heads maar: ‘Remain in Light’. (Lacht) Dan is de melancholie al gepasseerd voor wij beginnen.”

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234