InterviewReinhard Kleist
‘In dit verhaal vecht de homo terug, waarna de tragedie begint’: stripbiograaf Reinhard Kleist over bokser Emile Griffith
‘Een zwarte flikker van een bokser die in damesmode doet. Mij blijft ook niks bespaard.’ Aldus de trainer van meervoudig wereldkampioen boksen Emile Griffith nadat hij hem betrapt met zijn vriend. In Knock Out! vertelt auteur Reinhard Kleist het bijna onwezenlijke, gevoelige verhaal van de naïeve zwarte jongen die liever dameshoeden ontwierp dan dat hij bokste. Een gesprek.
Elvis, Fidel Castro, Johnny Cash en Nick Cave. Het oeuvre van de Duitse Reinhard Kleist oogt indrukwekkend. Met zijn stripbiografieën scoorde hij internationaal hoge ogen, tot in de Arabische wereld toe. Nu is er een beeldroman over Emile Griffith (1938-2013) – buiten de bokswereld zo goed als onbekend. Kleist had echter persoonlijke redenen om dit verhaal te brengen. “Ik had genoeg van films en verhalen over homo- of lesbische personages die altijd het slachtoffer waren en uiteindelijk stierven. In dit verhaal vecht de homo terug. En daar begint de tragedie.”
Te vaak worden lgbtq-personages stereotiep afgebeeld, meent hij. “Wat ik zo leuk vond aan Emile is dat hij dat net níét is. Eerst was hij een homoseksuele bokser, nadien ontwierp hij vrouwenhoeden, vermoordde hij iemand in de ring en was hij ook zanger. In welke la je hem ook zou willen stoppen: hij past nergens in.”
Te aardig
Zoals steeds liet Kleist (50) zich gaan in research. In het Schomburg Center for Research in Black Culture in New York stootte hij op talloze artikelen over Griffith. Zelf had hij ook veel aan de film Ring of Fire, waarin Griffiths vrienden herinneringen ophalen. Maar de beste bron bleek Ron Ross. “Dat was een goede vriend van Emile die het boek Nine... Ten... and Out! over hem schreef. Hij hielp me met mijn meer gedetailleerde vragen. Helaas overleed hij in april aan Covid-19.”
Opvallend is hoe naïef Griffith zich in Knock Out! gedraagt. Hij lijkt wel een open boek tegenover de media en ziet zijn geaardheid nooit als een probleem.
“In alles wat ik over hem zag of las, merkte ik dat hij zacht, maar ook naïef was. Zelfs wanneer hij misbruikt werd, zoals familieleden die zijn geld stalen, wilde hij mensen een goed gevoel geven. Ik denk dat dat patroon geldt bij veel homo’s. Ze hebben vaak het gevoel dat ze aardig moeten zijn zodat niemand hen kan kwetsen of hun positie in de maatschappij onderuit kan stampen. Ik merk dat zelfs bij mezelf. Wanneer het toch gebeurde, vroeg ik me af hoe dat in godsnaam kon gebeuren. En waarom? Want ik ben toch een goed persoon? (zuinig lachje)
“En onmiddellijk nadien bevind je je terug in de slachtofferrol. Je moet als homo zelfverzekerder worden om daar over te geraken en de kracht in jezelf te vinden. Ik heb het gevoel dat Emile Griffith achter die façade, waarbij het leek of hij alles juist deed, niet erg zeker was over zichzelf.”
Maricon
Op 24 maart 1962 vond er een rematch plaats tussen Benny Paret en Emile Griffith in Madison Square Garden. Auteur Kleist besteedt 20 pagina’s aan dat gevecht in New York. “Het is een van de meest beruchte wedstrijden in de bokswereld en had een enorme impact op Emiles leven. Ik wilde de kamp in al zijn wreedheid en tragedie uitbeelden.
“Als je het einde van de wedstrijd ziet, is het moeilijk om dat te associëren met Emiles zachte karakter. Hij was een van de meest briljante en succesvolle boksers in de geschiedenis, maar wilde nooit iemand pijn doen. Ik wilde laten zien wat leidde tot dit vreselijke gevecht. Paret beledigde hem voor het gevecht met ‘maricon’, Spaans voor flikker. Ik stel me voor dat Emile, die nooit iemand een slecht woord toewierp, zich diep gekwetst voelde. Dus vocht hij terug. Gedrevener dan ooit. En toen kwam die ene vuistslag...”
Het is ook die Paret die doorheen deze beeldroman als een geest door de pagina’s waart. En aan wie Griffith zijn hele leven openbaart. Maar waarom precies Paret? “Nadat Emile in de jaren negentig in elkaar werd geslagen nabij een New Yorkse homobar, begon hij tekenen van dementie te vertonen. Ik heb dat moment in zijn leven gebruikt om Paret te laten opduiken en hem hulp te laten bieden. Griffith had zich toen al laten ontvallen dat hij Paret vaak zag in zijn spiegel of aan het uiteinde van zijn bed.
“Het gesprek tussen de twee gaat over alles wat er is gebeurd voor en na het fatale incident. Het leek me de perfecte invalshoek voor deze bio. Ik kies altijd een vorm van vertelling waarbij de verteller een belangrijk onderdeel van het verhaal is; in dit geval dus Emile zelf.”
Minder alleen
Kleist beseft dat zijn hoofdpersonage minder over de tongen zal gaan dan zijn bio’s van internationale artiesten. Toch ijvert hij ervoor om het ook in ‘moeilijke’ landen uit te brengen. “Er zijn al vertalingen in het Engels en Frans, en de eerste vertaling was een Turkse. Het stemt me blij dat Emiles verhaal bekender wordt. Hopelijk verschijnt het ook in landen als Polen, dat net een volledig homofobe president heeft herkozen. Lgbtq’ers in dergelijke landen of in een onderdrukkende sociale omgeving hebben enige steun nodig van dit soort verhalen. Toen ik voor het eerst een homofilm zag – Coming Out van Heiner Carow –, had dat een enorme impact op mij. Ook al was het een dramatische film, plots voelde ik me niet meer zo alleen.”
Reinhard Kleist, Knock Out!, Scratchbooks, 160 p., 24,90 euro.