InterviewBoeken
Illustrator Nora Krug: ‘Pleeg verzet. Kijk elkaar in de ogen. Maak een praatje met mensen die door iedereen worden uitgesloten’
Illustrator Nora Krug maakt ernstige strips: Heimat over het naziverleden van haar grootouders, Over tirannie naar het boek van Timothy Snyder. ‘We moeten beelden gebruiken om iets positiefs in gang te zetten.’
Tegenwoordig leeft Nora Krug in twee werelden. Twintig jaar geleden kwam ze naar New York. De wereld van de striptekenaars, het publiek: ze zijn er groter dan in haar geboorteland Duitsland. In Amerika realiseerde ze zich wat dat betekent, Duits zijn. Een accent hebben. Een betekenisvolle stilte horen voordat mensen onmiddellijk over de oorlog beginnen.
Krug groeide op in de jaren 1980. Áls de Tweede Wereldoorlog ter sprake kwam, dan ging het over collectieve schuld. In haar familie, op school, in de media. Altijd wogen de schaamte en het verantwoordelijkheidsgevoel voor de verschrikkingen van het naziregime zwaarder dan persoonlijke verhalen of individuele perspectieven.
Haar nationaliteit zorgt in de VS nog altijd voor ongemak en gêne, zegt Krug tijdens ons Zoomgesprek. Om meteen te nuanceren: “Het hangt er erg van af waar ik ben. Ga ik voor lezingen naar de Midwest, dan word ik hartelijk ontvangen juist omdát ik Duits ben.” In dat deel van het land wonen veel Duitsers en hun nazaten. Mensen die meteen na de oorlog emigreerden en niet de rigoureuze afrekening met het verleden meemaakten. Of mensen die al eind negentiende eeuw waren gekomen en de oorlog van een afstand hebben bekeken. “Hoe dan ook voelen veel mensen er nog een diepe band met Duitsland.”
BIO
geboren in 1977 in Karslruhe • studeerde in Liverpool, Berlijn en New York • trouwde met een Joodse man • interesse in haar Duitse familiegeschiedenis leidde tot Heimat: Terug naar het land van herkomst (2018) • publiceert in o.m. The New York Times en The Guardian • maakte met historicus Timothy Snyder Over tirannie (2022) • werkt als docent illustratie aan de Parsons School of Design (New York)
In Brooklyn, waar Krug met man en kind woont, is dat anders. “Nog steeds overkomt het me dat ik door een park loop, aan de telefoon met een Duits familielid, en dan een chassidische man op een bankje passeer. En me dan heel gespannen voel.” Vertelt ze dit in Duitsland, dan is het: ‘hoezo dan?’, zegt Krug. “Maar hier, als buitenstaander in Brooklyn, ben ik me ervan bewust dat mijn grootvader in theorie de grootvader van de man op het bankje kan hebben gedood. Het lijkt me vreemd als je dit soort ongemak níét zou voelen.”
Juist dat ongemak spoorde haar aan tot het maken van Heimat. Hoe kun je weten wie je bent als je niet begrijpt waar je vandaan komt? Die vraag vormt het startpunt voor een persoonlijk onderzoek naar haar familiegeschiedenis. Met tekeningen, foto’s, collages, rommelmarktparafernalia en observaties over ‘typisch’ Duitse objecten als Leitz-ordners en de warmwaterkruik, stapt Krug op kousenvoeten de geschiedenis in. Ze stuit op nazisympathieën en verscheurde familiebanden. Met zachte blik reflecteert ze ook over een cultuur die haar bekend is en tegelijkertijd op steeds meer afstand staat.
Het boek versterkte haar band met Duitsland, zegt ze. En hielp haar om te gaan met de historische schuldlast. “Door de confrontatie aan te gaan met het verleden realiseer ik me wat ik in het heden kan doen. Opstaan, deelnemen. Verzet plegen tegen racisme of hedendaags antisemitisme. Sensitief zijn, stilstaan bij stereotiepe ideeën die ik heb.”
Schuld erkennen is belangrijk. Het maakt ook kwetsbaar, denkt u niet? Het kan ook leiden tot zelfmedelijden.
“Dat is zeker gebeurd, meteen na de oorlog al. Duitsers die zich eerst schuldig voelden en vervolgens doorschakelden naar ‘Hitler heeft ons dit aangedaan’. Met Heimat wilde ik een eerlijk verhaal vertellen vanuit Duits perspectief, over de emotionele impact van de oorlog op ons.
“Mijn generatie mocht niet spreken over verlies, dat was ongepast. En toch: wat doe je met het verdriet van families om het verlies van een zoon aan het front? Wat doe je met persoonlijke pijn? Die kun je niet onder het tapijt vegen.
“Het moeilijkste was: hoe blijf ik weg van slachtofferschap, hoe vermijd ik sentimentaliteit? Heimat gaat over trauma, maar wel zelf toegebracht trauma. In Duitse extreemrechtse kringen bezigt men wel de term Schuldkult: ‘Waarom moeten wij ons altijd schuldig voelen? Waarom steeds weer beginnen over de Holocaust? Dat was een korte episode in eeuwen geschiedenis.’ Iets vergelijkbaars zie je nu in de VS op de politieke rechterflank: ‘Wij hebben geen zin meer om de witte bad guy te zijn. White lives matter. Het helpt ons niet vooruit.’”
Krugs zelfonderzoek was misschien wel de ideale opmaat naar Over tirannie. De Amerikaanse historicus Timothy Snyder vroeg Krug een geïllustreerde versie te maken van het boek dat hij had geschreven na de verkiezing van Donald Trump. In ‘twintig lessen uit de twintigste eeuw’ spoort hij aan zorgvuldig en waakzaam om te gaan met democratische waarden, verantwoordelijkheid te nemen voor het beschermen ervan. Lessen als ‘geloof in de waarheid’, ‘let op gevaarlijke woorden’, ‘bewaak de beroepsethiek’.
Over tirannie is een stevig boek over de gevaren van totalitaire regimes, tegelijkertijd heeft het net als Heimat een menselijke, warme toon. Lag het voor de hand dat jullie dit boek samen zouden maken?
“Eerst was ik een beetje geïntimideerd door Timothy Snyders verzoek. Het is een conceptueel boek over ideeën, zonder verhaallijn. Totdat ik me realiseerde dat ik met mijn persoonlijke, poëtische manier van werken juist een laag kon toevoegen.
“Dat is altijd de rol van illustraties geweest: ze verlichten tekst, brengen die emotioneel dichterbij. Beeld heeft de neiging je naar zich toe te trekken. Niet voor niets heeft de christelijke kerk altijd veel beeld gebruikt. Niet alleen omdat mensen niet konden lezen, ook om het verhaal van Jezus emotioneel over te brengen, en mensen te gidsen. Dit boek is een gids. Beeld kan tegelijk wat afstand creëren, met ruimte voor reflectie. Hier bijvoorbeeld... (houdt de bladzijde omhoog over opkomend fascisme in de jaren 1930 in Roemenië, waar theaterschrijver Ionesco over schreef) Een tekening onderbreekt de tekst, en je kunt ze omdraaien. Zo minder je als lezer een beetje vaart. Sterker nog: met dat omdraaien ben je fysiek heel even betrokken bij de overgang van democratie naar tirannie. Dat is wat beeld kan doen.”
Het boek leest als de twintig geboden voor sociaal en politiek geëngageerde mensen. Ziet u het zo?
“Zoiets ja, geboden voor niet-religieuzen. Ook voor religieuzen trouwens. Het zijn richtlijnen voor hoe je een betere burger kunt zijn. Wat ik er zo sterk aan vind, is dat het niet alleen gaat over wat we op grote schaal kunnen doen, maar ook op kleine, in ons eigen leven. Pleeg verzet. Ja, dat kan betekenen je leven riskeren, de meest radicale, meest dappere vorm van verzet. Snyder noemt ook subtiele manieren om verzet te plegen. Elkaar in de ogen kijken. Een praatje maken, buren groeten die door anderen worden uitgesloten. Dit is iets wat iedereen kan doen, iedere dag. En dit heeft politieke consequenties, onderschat dat niet.”
Beeld gebruiken voor maatschappelijk engagement, is dat de reden dat u illustrator wilde worden?
“Ik ben op een muziekschool begonnen, deed toen een opleiding performance design in Liverpool en studeerde af met een documentaire over Sarajevo, aan het einde van de Balkanoorlog. Steeds meer kwam ik terecht bij visuele non-fictie. En bij oorlog. Ik ben geïnteresseerd in de impact van oorlog op het dagelijks leven van mensen, de trauma’s die aan volgende generaties worden doorgegeven.
“Bij het uitbreken van de oorlog in Oekraïne ben ik meteen begonnen aan Oorlogsdagboeken. Wekelijks heb ik contact met een Russische kunstenaar en een Oekraïense journaliste, in een tekening met tekst laat ik zien wat ze hebben verteld. De Volkskrant heeft ze een tijdlang gepubliceerd, nu staan ze in de Los Angeles Times. Ik wil er het eerste jaar van de oorlog mee vastleggen – het is triest te bedenken dat het einde voorlopig nog niet in zicht is.”
In uw werk komen allerlei visuele stijlen samen. Hoe kiest u die?
“Ik ben voorzichtig met het woord stijl, het klinkt als iets wat je ergens oplegt. De keuze hangt af van het onderwerp, van wat ik wil vertellen. De feitelijke gebeurtenissen in het leven van mijn grootouders bijvoorbeeld, in Heimat, vertel ik in stripvorm: helder en goed leesbaar.
“Voor emotionele momenten maak ik de tekeningen omfloerster, ambiguer. En ik gebruik veel foto’s. Bij ieder bezoek aan Duitsland ga ik naar vlooienmarkten om dingen te vinden die me een fysieke indruk van het verleden geven. Ik heb een enorm archief.
(houdt een exemplaar van ‘Heimat’ voor de camera) “Kijk, bijvoorbeeld dit moment, waarop Duitse burgers net na de overgave door de geallieerden worden gedwongen om in de concentratiekampen te kijken. Ik was zo geraakt door de gezichten van deze mensen: het is een moment van grote desillusie, een moment waarop de Duitse resetknop werd ingedrukt. Hoe zag dat moment eruit? Je ziet het op deze gezichten. De foto’s zijn zo direct, zo primair: ik zie niet waarom ik die zou natekenen.”
U bent werkzaam als docent illustratie. Wat leert u studenten?
“Ieder beeld dat we creëren zegt iets over wie we zijn, waar we zijn opgegroeid, wat onze kijk op de wereld is. Beelden kunnen onnadenkend of ongevoelig zijn. Beeld kan voor propaganda worden gebruikt. Als illustrator hebben we de opdracht verantwoord met beeld om te gaan én gebruik te maken van de macht om positieve dingen in gang te zetten. Een lezer opener van geest, empathischer te maken. Het is mooi dat visuele boeken nu serieus worden genomen, ook commercieel. Er zijn nu zoveel graphic memoirs, graphic novels, visuele autobiografieën.”
Uw professionele hart ligt in de Verenigde Staten. Tegelijkertijd heeft Heimat uw band met Duitsland versterkt. Trekt Europa aan u?
“Ik ben niet meer dezelfde Duitse als toen ik vertrok. De zomers breng ik gewoonlijk in Berlijn door en iedere keer vind ik het moeilijk me weer aan te passen aan wat ik ben ontwend. Toch zou ik mijn leven hier soms iets Duitser willen. Met mijn dochter spreek ik Duits en ik indoctrineer haar met Duitse kinderliedjes, haha. En ik lees voor uit Europese boeken waar ik zelf mee ben opgegroeid, van Astrid Lindgren bijvoorbeeld. Sinds ik een kind heb voel ik me meer Duits. Vroeger ging ik hier Duitsers uit de weg, nu heb ik veel contact met andere Duitse ouders.”
Uw werk is ernstig. Ben u optimistisch over de tijd waarin we leven?
“Er is veel reden tot zorg, over ecologie en politiek. Maar een pessimist ben ik niet. We moeten hoopvol blijven. En bedenken wat we kunnen doen, individueel en collectief, voor een empathischer wereld. Voor vrede. Dat klinkt als een cliché, hè. Maar ja, iedere keer is het ook weer ontroerend om ‘Imagine’ van John Lennon te horen, toch? Waarom zouden we niet geloven in een betere wereld?”
Timothy Snyder & Nora Krug, Over tirannie. Twintig lessen uit de twintigste eeuw, 128 p., 19,95 euro.