InterviewNiccolò Ammaniti
‘Ik heb iets met België. Ik zou in dat prachtige zwarte land, het postindustriële landschap rond Charleroi, graag een film draaien’
Het intieme leven, de nieuwe roman van Niccolò Ammaniti (56), begint als een satire op politiek en sociale media, met de vrouw van de Italiaanse premier in een glansrol. Maar dan duikt er een seksvideo op en loopt het uit de hand. ‘Ik werd verliefd op mijn hoofdpersonage.’
We waren het al bijna vergeten, maar Niccolò Ammaniti was de eerste hedendaagse Italiaanse schrijver die internationaal potten brak. Jaren voor er sprake was van een Italiaanse golf schreef hij met titels als Ik haal je op, ik neem je mee (1999) en Ik ben niet bang (2001) onvervalste bestsellers. In zijn kielzog kwamen de anderen: Sandro Veronesi met Kalme chaos (2005), Roberto Saviano met Gomorra (2006), Paolo Giordano met De eenzaamheid van de priemgetallen (2008), Silvia Avallone met Staal (2010), Paolo Cognetti met De acht bergen (2016).
Een nieuw boek van Ammaniti lijkt zelden op het vorige, maar de basisingrediënten blijven altijd dezelfde, als in een klassieker uit de Italiaanse keuken: seks, geweld en sardonische humor. Vanwege zijn verbeeldingskracht wordt hij vergeleken met Federico Fellini, vanwege zijn buitensporigheid met Quentin Tarantino. “Ik zoek altijd het slechtste in de mens”, zei hij eens in een interview, waarna hij in lachen uitbarstte.
De jongste jaren heeft Ammaniti meer tv-series geregisseerd dan boeken geschreven. De meest memorabele was Il miracolo (2018), een achtdelige reeks die ook op Canvas te zien was: bij een vermoorde maffiabaas wordt een Mariabeeld aangetroffen dat negen liter menselijk bloed per uur huilt. De politiek, de wetenschap en de kerk – in de persoon van een seksverslaafde priester – buigen zich in het grootste geheim over de kwestie; de afloop laat zich nog steeds streamen.
Het hoofdpersonage van Ammaniti’s nieuwe roman is andermaal een beeld van een vrouw: de onbereikbaar mooie Maria Cristina Palma, tevens de echtgenote van de Italiaanse premier. In Het intieme leven wordt ze een vrouw van vlees en bloed, die heerlijk botst met het protocol en met de tijdgeest, en triomfeert op het moment dat ze ten onder dreigt te gaan.
Onze Zoommeeting is al begonnen, maar de schrijver laat op zich wachten. Zijn literair agente in Milaan begrijpt er niks van, ze heeft hem vanmorgen nog aan de afspraak herinnerd. We doden de wachttijd met een praatje over de verkoop van Het intieme leven in Italië. Het gaat hard. Al twee maanden staat de nieuwe Ammaniti bovenaan in alle bestsellerslijsten, op de tweede plaats. Alleen Reserve van prins Harry, de memoires van een échte sprookjesfiguur, doet beter.
“Scusi!”, zegt een schorre stem buiten beeld. Even later verschijnt hij op mijn scherm. Niccolò Ammaniti draagt een beige T-shirt, een baard van vier dagen, en hij ligt achterover − op zijn bed of op de bank, dat is niet duidelijk. “Scusi, ik heb me verslapen”, zegt hij, geeuwend. “Ik was even gaan liggen in de overtuiging dat ik na een halfuurtje wel wakker zou worden. Minchia, ik heb anderhalf uur diep geslapen. Waar ben ik?”
Ja, waar bent u?
(rekt zich uit) “Thuis in Rome, denk ik. (lacht) Ik woon aan de noordzijde van het Villa Borghese-park, tussen de wijken Parioli en Prati. Weet u waar dat is?”
De chique buurt.
“Ik heb al op alle mogelijke plekken in Rome gewoond. Ik ben niet kieskeurig, ik hanteer slechts één criterium: er moet een park in de buurt zijn waar ik met mijn honden kan wandelen. Mijn vorig adres was bij het Villa Ada-park. Dat is een belangrijke locatie geworden in Laat het feest beginnen (zijn roman uit 2009, red.). Maar hier zit ik ideaal: vlak bij Borghese, maar ook vlak bij het centrum, bij Piazza del Popolo en Piazza di Spagna. Een strook platteland in het midden van de stad, zeg maar.”
Ik dacht dat de schrijvers en de kunstenaars tegenwoordig in Pigneto woonden.
“Ik háát Pigneto! Daar lopen alleen maar gelukkige jonge mensen rond die niks anders te doen hebben dan feesten en uitgaan. Ik ben een misantroop, een donkere ziel. Ik verkies het gezelschap van mijn honden boven dat van mensen. Ik zit liever eenzaam en ongelukkig thuis!” (lacht uitbundig)
Esquilino, de wijk bezuiden het station Roma Termini, is blijkbaar ook een nieuwe culturele hotspot.
“Esquilino: nog zo’n vreselijke buurt! Daar mengen de grote schrijvers en de beroemde mensen zich onder de arme luizen, in de hoop dat de geest van Pier Paolo Pasolini in hen zal varen. (met gespeelde ernst) Tegen uw lezers die een citytrip naar Rome overwegen, zou ik willen zeggen: mijd de plekken waar de hipsters en de schrijvers samenscholen! Blijf weg uit Pigneto, Trastevere en al die andere wijken die in uw reisgids als ‘cool’ worden omschreven.”
Genoeg toeristische informatie, laten we het over Het intieme leven hebben. Wat heeft u ertoe aangezet een boek te schrijven met de vrouw van de Italiaanse premier in de hoofdrol?
“Als u zich afvraagt of mijn Maria Cristina Palma misschien gebaseerd is op een reëel bestaand personage, dan moet ik u ontgoochelen...”
Dat was inderdaad het eerste wat ik me afvroeg: wie heeft model gestaan? Carla Bruni, Melania Trump, of een Italiaanse WAG die ik niet ken?
“Nee, zo is het echt niet gegaan. (denkt na) Het is ingewikkeld. Aanvankelijk wist ik zelf niet goed wie Maria Cristina was. Ik wist alleen dat ze heel mooi en heel beroemd was. Maar gaandeweg, naarmate het schrijven vorderde, leerde ik ook haar binnenkant kennen. Haar gevoelsleven werd almaar rijker en interessanter. Maria Cristina bleek niet alleen ongenaakbaar mooi te zijn, ze werd ook een onweerstaanbaar kwetsbaar wezen, onzeker en verlegen, met een diepe kern van tristesse.
“En ja, het onvermijdelijke gebeurde: ik werd verliefd op haar. Misschien is ze mijn ideale vrouw. (lacht) Carla Bruni met de gekwelde ziel van prinses Diana: mooi en ongelukkig.’
Wat ik me nog meer afvroeg is wie haar echtgenoot is: Domenico Mascagni, de rijke topadvocaat die het tot premier van Italië schopt. Naar wiens evenbeeld hebt u hem geschapen? Naar dat van Romano Prodi of Matteo Renzi, Giuseppe Conte of Mario Draghi?
(lacht hard) “Als hij een mix van Renzi en Conte is, is hij waarlijk een opportunistisch monster! In elk geval is mijn premier een personage dat uiterst zeldzaam is, een diersoort die niet voorkomt in de vrije natuur, maar die wel met enige regelmaat in de Italiaanse politiek opduikt. Als onze politieke partijen niet meer weten van welk hout pijlen te maken, roepen ze iemand als Domenico Mascagni ter hulp: conservatief noch progressief, links noch rechts, hard noch zacht, vis noch vlees. De ultieme consensuspoliticus. Hij doet het niet voor het geld, want hij heeft al een succesvolle carrière in de financiële wereld achter de rug, nee, hij doet het voor het land! En voor de eer, natuurlijk, voor een vermelding in de geschiedenisboeken.
“Ik herinner me nog de dag dat Giuseppe Conte van de Vijfsterrenbeweging als premier naar voren werd geschoven. Met een smile van oor tot oor verscheen hij op het toneel. O wat voelde hij zich slim, belangrijk, uitverkoren! Conte heeft één ding goed gedaan in zijn ambtstermijn: na die verschrikkelijke coviduitbraak in Noord-Italië, in maart 2020, heeft hij de totale lockdown afgekondigd en het land op slot gedaan. Voor de rest heeft hij helemaal niks voor elkaar gekregen. Maar hij is premier geweest en ik niet.” (lacht)
In Het intieme leven is er één figuur die nog machtiger is dan de premier: de spindoctor van de premier. De mysterieuze, onzichtbare, onbereikbare nerd Bruco. Had u Steve Bannon, de strateeg van Trump, in gedachten toen u deze Darth Vader van de Italiaanse politiek creëerde? Die heeft zich een tijdlang in Italië schuilgehouden.
“Nee, daar had ik Bannon niet voor nodig. In de politiek wemelt het van de spindoctors, woordvoerders, socialemediamanagers, conversation marketeers en hoe ze voorts ook mogen heten. In de regel zijn het saaie bollebozen op witte sneakers, compleet oninteressante types die allemaal hetzelfde zeggen maar doen alsof ze het warm water hebben uitgevonden.
“Mijn Bruco is tenminste een gevaarlijke gek. Hij leeft in een camper met een roedel straathonden en hij gelooft in de complottheorieën die hij zelf heeft verzonnen, is bang voor zijn eigen schaduw. Hij draagt altijd een zwarte integraalhelm zodat zeker geen magnetische stralen tot zijn hersenpan kunnen doordringen. Niemand weet wie hij is, niemand weet hoe hij eruitziet. De confrontatie tussen Maria Cristina, de mooiste vrouw ter wereld, en Bruco, de morsige idioot die zich een genie waant, vind ik zelf de grappigste passage uit mijn boek. Hij geeft haar het slechtste advies dat ze kon krijgen: ‘Laat die seksvideo maar uitlekken!’”
Zouden we daar, ter wille van de leespret, niet beter over zwijgen?
“U hebt gelijk. Maar het is wel een veelzeggend moment. Spektakelmaatschappij next level. En méér dan een frivoliteit van mijn kant. Want ik zal u zeggen waar de inspiratie voor Bruco vandaan komt: van de Lega, de rechts-populistische partij van vicepremier Matteo Salvini. De socialemediakanalen van die partij worden aangestuurd door een geheim softwarepakket met de codenaam The Beast. Dat is het instrument waarmee de stemming onder de Italiaanse bevolking continu wordt gepeild. Op basis daarvan wordt bepaald op welke thema’s de Lega zich profileert en welke boodschappen ze achterlaat op sociale media. Het meesterbrein van de Lega is dus niet partijleider Salvini met zijn staf, maar... een set van algoritmes.
“De Vijfsterrenbeweging functioneert niet anders; die is ontstaan uit de blog van de komiek Beppe Grillo. Onze politiek wordt met andere woorden geregeerd door digitale spoken. De politici varen er blind op. De ene dag zeggen ze dit, de andere dag zeggen ze het tegenovergestelde. Als sprekende poppen, als Siri met stemmingswisselingen. Het vriendelijkste wat je voor de politici van vandaag kunt doen, is ze uitlachen.”
En toch is Het intieme leven geen satirische roman. In feite hebt u iets zeer vermetels gedaan: diepte gegeven aan een vrouw die door iedereen voor vlak wordt aangezien, een hol vat, een lege huls.
(grijnst) “Ja, je begint te lezen en je denkt: dit is satire. Maria Cristina die de dienstwagen van de premier onderkotst, alsook de premier zelf, nadat ze zich lazarus heeft gezopen op een officiële receptie waar haar aanwezigheid vereist was. Lachen! Maar dan duikt die seksvideo op. Dat is het kantelpunt. Dan verandert Maria Cristina van een vrouw die wanhopig haar best doet, en die probeert weg te kijken van wat er allemaal rond haar gebeurt − het gekonkel, de valsheid, de haat en nijd −, in een wandelende tijdbom.
“In haar zoektocht naar een uitweg, in haar verlangen om een authentieke, vrije mens te zijn in plaats van louter verschijning, uithangbord, nationaal symbool, gevangene van de georganiseerde perceptie, blijkt ze bereid om werkelijk álles op het spel te zetten.
(met pretoogjes) “Het was geweldig om een jaar lang te kunnen rondwoelen in de geest van dit personage. De roman is een verslag van mijn poging om tot de dramatische kern van die bange, gereserveerde vrouw door te dringen. Ik wist: als ik haar trauma’s te vroeg in het verhaal breng, zal elke lezer bij zichzelf denken: rotverwend, omhooggevallen nest. Daarom is Maria Cristina aanvankelijk een personage met wie je je maar moeilijk kunt identificeren. Maar met wat geduld kom je erachter dat haar leven een opeenvolging van tragedies is geweest. Zoals veel levens, zoals onze levens.
“En op het einde blijkt dat niet Maria Cristina de lege huls is, maar haar man, de premier. Hij is van hun tweeën de parasiet en de schijtlaars. Hij is degene die haar gebruikt als een kandelaar, om licht te brengen in zijn grijze bestaan. (aarzelt) Hebt u enige sympathie kunnen opbrengen voor mijn Maria Cristina?”
Ik ben voor haar gevallen toen ze overging tot dat onstuimige potje wraakseks met haar jeugdvriend Nicola Sarti.
(lacht) “Die dekselse Sarti! Ik was zo jaloers op hem, dat ik net voor die seksscène nog even tussenbeide ben gekomen als verteller, met een totaal overbodige flashback naar mijn eigen jeugd. Gewoon omdat het me zwaar viel haar vrijpartij met dat zwijn te moeten beschrijven. Aan de lezers die zich daaraan storen, bied ik bij deze mijn excuses aan.”
Bent u al beschuldigd geworden van oneigenlijke toe-eigening van de vrouwelijke ziel?
“Voorlopig niet. Integendeel: tal van jonge, vrouwelijke schrijvers hebben me al gefeliciteerd. Ik ben vereerd. Ik hoor dat veel vrouwen zich herkennen in Maria Cristina’s uitzichtloze gevecht met het schoonheidsideaal en met de zaken die van haar worden verwacht. Zij nadert de middelbare leeftijd, ze begint van haar pluimen te verliezen. Elke dag krijgt ze er een rimpel bij, elke dag wordt het een beetje moeilijker de mooiste vrouw ter wereld te zijn.
“Als man ben je geneigd dat probleem te bagatelliseren, te denken dat alleen domme, oppervlakkige vrouwen eronder gebukt gaan. Wie mij erg geholpen heeft de ernst van de situatie onder ogen te zien, is mijn eigen vrouw (de actrice Lorenza Indovina, red.). Zij heeft de ontwikkeling van Maria Cristina als personage op de voet gevolgd en ervoor gezorgd dat ik bij de les bleef. Toen het boek af was, zei ze: ‘Een fictief vrouwelijk karakter verzinnen, dat kun jij wel, maar in het echte leven begrijp je nog altijd niks van vrouwen.’” (lacht)
In wezen gaat uw boek over leven in het tijdperk van sociale media.
“Zelf beschouw ik Het intieme leven niet als een maatschappijkritische roman, maar ja, dat is het decor waartegen het verhaal zich afspeelt. Het digitale tijdperk, deze zieke tijd, die schizofrene, bipolaire mensen van ons maakt...”
Hoezo?
“Wat doen we op sociale media? We etaleren er onze betere ‘ik’. Het is een volkomen fake constructie, een dubbele persoonlijkheid, die we voortdurend aanpassen, reconstrueren en perfectioneren, op basis van de feedback die we krijgen. Tot er een wezen ontstaat, een geheel van uiterlijke kenmerken, overtuigingen en smaken, dat nauwelijks nog overeenkomsten vertoont met onze ware ‘ik’.
“En dan komt er onvermijdelijk een moment dat we niet meer kunnen leven met de persoon die we echt zijn. Omdat we die niet meer herkennen, of willen kennen. Onze oorspronkelijke persoonlijkheid, ons intieme leven, wordt dan ons grootste geheim, dat nooit aan het licht mag komen! Dat is het grote dilemma van Maria Cristina. Bent u actief op sociale media?”
Steeds minder, merk ik. En vrijwel uitsluitend voor professionele doeleinden.
“Zoals ik. Ik navigeer met een aantal nepaccounts, onder een schuilnaam, om te kunnen volgen wat er gebeurt. Ik word niet goed van de georkestreerde vrolijkheid: iedereen is mooi, overal schijnt de zon, de pasta met inktvis is succulent en de feestjes in Dubai duren tot de ochtend. Geen wonder dat veel mensen de confrontatie met de werkelijkheid niet aankunnen. Dat ze liever seks hebben aan een computerscherm dan met een levende partner, bij wie hun imperfecties aan het licht dreigen te komen.
“We stellen ons bloot aan honderden contacten en duizenden volgers, maar in feite vormen we een contactgestoorde maatschappij.”
Aan het einde bevrijdt Maria Cristina Palma zich in het openbaar van haar publiek personage. De oplossing is simpel, lijkt u te suggereren: zeg de onverbloemde waarheid, gooi dat socialemediamasker af.
“Ja, maar dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want wat moet die arme Maria Cristina allemaal doen om tot dat punt te komen? Haar angsten overwinnen, haar demonen in de ogen kijken, haar remmingen laten varen, haar echtgenoot verloochenen en zich in de armen storten van een andere man, die ze ook niet helemaal vertrouwt. Bérgen moet ze beklimmen, stormen moet ze trotseren! Tot op het laatste moment aarzelt ze om de harde waarheid te vertellen: dat ze niet is wie ze lijkt te zijn, wie ze pretendeerde te zijn, wie ze zelf dácht te zijn.”
‘Ik hoop dat er in Italië vroeg of laat een vrouw premier wordt’, laat u Maria Cristina zeggen na haar grote ontboezeming. ‘Dan zal haar man ontdekken wat het betekent om first gentleman te zijn en te leven met de angst om verkeerde of ongepaste dingen te zeggen.’ Italië heeft sinds vorig jaar een vrouwelijke premier, de extreemrechtse Giorgia Meloni. Nu tevreden?
“Tevreden is niet het juiste woord. Ik ben blij dat we eindelijk een vrouwelijke premier hebben. Maar ik ben net iets minder blij met wie die premier is en waar ze voor staat (haar partij, Fratelli d’Italia, is in het neofascisme geworteld, red.). Toen Meloni de eed ging afleggen bij president Sergio Mattarella, heb ik op haar man gelet. Hij zag er blij en trots uit. Hij schreed door de gangen als Clint Eastwood in een film van Sergio Leone. Molto buffo! Maar daarna heeft hij zich nauwelijks nog in het openbaar vertoond aan haar zijde. Dus ik denk dat hij een slimme vent is.” (lacht)
Er duikt ook een Belgische politicus op in uw boek: Wim Claes. Die naam doet een belletje rinkelen.
“Haha, kent u hem?”
Wie kent hem niet? Willy Claes: legendarische socialist, gewezen minister van Buitenlandse Zaken en secretaris-generaal van de NAVO, moest ontslag nemen omdat hij verdacht werd van corruptie bij de aankoop van Agusta-helikopters door het Belgisch leger. Italiaanse helikopters! Hij leeft nog, hij is inmiddels 84 jaar.
“Ik heb zijn politieke biografie een beetje aangepast. In mijn verhaal is hij een conservatieve minister van Handel die zich verzet tegen immigratie en die België uit de Europese Unie wil halen.”
Maar de uiterlijke kenmerken die hem typeren hebt u behouden: ‘Zijn donkere haar is met een of ander smerig goedje vastgeplakt op zijn glimmende voorhoofd. Hij draagt een bril met een zwaar montuur die zó ouderwets is dat hij in de mode is. Hij lijkt wel een Sovjetminister uit de jaren zeventig.’
(lacht smakelijk) “Ik heb iets met België. Mijn tv-serie Il miracolo heb ik ook deels in België gedraaid. In... hoe heet die stad ook alweer, in het gebied waar vroeger de steenkoolmijnen en de staalfabrieken gevestigd waren? (denkt na) Charleroi! Het zwarte land! In de toekomst zou ik in dat prachtige postindustriële landschap graag een film draaien. Ik moet hem alleen nog schrijven.”
Op de soundtrack van uw tv-reeks Il miracolo staat ook een nummer van een Belgische band: ‘Quatre mains’ van dEUS...
“Tom Barman! Ik ken ’m goed. Hij komt vaak naar Rome. Hij is bevriend met Leonardo Colombati (auteur van onder meer een boek over Bruce Springsteen, waarvoor Ennio Morricone het voorwoord schreef, red.): goeie schrijver, geschikte vent.”
Barman gaat graag cocktails drinken in de bar van Hotel Locarno, vlak bij Piazza del Popolo.
“Ik weet het, dat is op driehonderd meter van mijn deur. Dus als je nog eens in Rome bent: bel mij, dan spreken we daar af. Kom ik nog eens onder de hippe mensen.” (lacht)
Niccolò Ammaniti, Het intieme leven, Lebowski, 336 p., 22,99 euro. Vertaling Etta Maris.