Woensdag 29/03/2023

InterviewJan Swerts

‘Ik heb de indruk dat mensen nog nooit zo bang waren voor de dood als nu’

Muzikant Jan Swerts brengt een muzikale ode aan kerkhoven in zijn nieuwste plaat. Beeld Thomas Sweertvaegher
Muzikant Jan Swerts brengt een muzikale ode aan kerkhoven in zijn nieuwste plaat.Beeld Thomas Sweertvaegher

De stilte die er hangt, de spreuken op de zerken: muzikant Jan Swerts is al lang gefascineerd door begraafplaatsen. En nu heeft hij er een plaat over gemaakt. ‘Alles is tevergeefs. Maar dat maakt het leven net heel rijk en acuut.’

Sofie Mulders

Onze plaats van afspraak kampt met een overdaad aan symboliek. Het miezert. De monumentale oude beuken verliezen hun blad. De meeste grafzerken zijn onleesbaar geworden, met klimop bedekt of half in de grond gezakt. Op deze stille plek van leven en dood spelen tijdelijkheid en eeuwigheid voortdurend haasje-over. Dat is precies waar muzikant Jan Swerts van houdt. En waarover hij een nieuwe plaat gemaakt heeft. Een ‘kerkhofplaat’, zo noemt hij Oud zeer zelf, en dus hebben we afgesproken op het Oud Kerkhof in Hasselt.

Op deze 19de-eeuwse begraafplaats worden sinds 1930 geen nieuwe graven meer bijgezet, maar er werd ook niets afgebroken. Men laat de tijd zijn gang gaan hier, en zo werd het een rustpunt in de stad, vol vergane glorie en voorbije levens. Swerts kent deze plaats al langer. Nadat hij in 2010 zijn debuutalbum Weg uitbracht, begon hij tamelijk fanatiek begraafplaatsen te bezoeken in binnen- en buitenland. Hij legde zelfs een databank aan van mooie graven en bijzondere grafteksten. “Vergankelijkheid en afscheid nemen is een thema dat ik altijd al heb opgezocht”, vertelt hij vandaag. “En op kerkhoven en begraafplaatsen vind ik wat amper nog aanwezig is in onze volgebouwde maatschappij: stilte.”

Swerts noemt begraafplaatsen “een welkome erosie van het ego”. We leven in een tijdperk dat eeuwigheid lijkt te beloven, zegt hij. “Van elke scheet die we laten wordt een foto genomen, en al die foto’s blijven bewaard in onze eigen cloud die nooit zal verdwijnen. Ook onze meningen en ambities zijn extreem belangrijk en moeten overal worden gedeeld. Het ego is zo groot dezer dagen. De gedachte dat je maar een stuk vlees bent dat er binnenkort niet meer zal zijn, lijkt helemaal verdwenen.”

Lawaai

Oud zeer is tijdens de pandemie tot stand gekomen en de stilte die corona met zich meebracht, was een godsgeschenk voor Swerts. Ineens voelde hij zich geen buitenbeentje meer, iets wat hem zelden overkomt, zo lacht hij. “In 2020 was de wereld een plek geworden waarin ik weer wilde bewegen. Vroeger bleef ik vaak binnen, omdat er te veel drukte en lawaai was. Maar ineens lagen de straten erbij zoals wanneer er een WK voetbal wordt gespeeld: stil, verlaten, leeg, slechts hier en daar een mens. Heerlijk vond ik het. Ik heb in die periode nog meer dan vroeger kerkhoven bezocht. Ik was zo naïef om te denken dat de stilte nadien wel mainstream zou worden. Dat mensen wat minder zelfvoldaan zouden worden na een pandemie, omdat ze zo hard met hun eigen sterfelijkheid geconfronteerd waren geweest. Dat ze de rust meer zouden koesteren en de ratrace zouden loslaten.

“Maar dat is niet gebeurd. Integendeel, er is een inhaalbeweging gaande, met nog meer lawaai dan vroeger. Ik heb de indruk dat mensen nog nooit zo als de dood geweest zijn voor de dood als nu, na corona. Mensen lijken in een overwinningsroes te zitten: we hebben het gehaald, en dat moet met alle mogelijke middelen worden gevierd. Mijn plaat zal dus niet het gevoel van de grote massa aanboren, maar ach, dat ben ik ondertussen gewoon (lacht).”

Drie keer sterven

Hubertine, Leon, Virginie, Josephine, Alda, Philomena, Alfons, August, Hubert: de namen op de zerken van het Oud Kerkhof zijn de levenloze getuigen van een tijdperk dat onherroepelijk voorbij is. Aan de buitenste rand van het kerkhof, vlak tegen de muren die deze plek omzomen, liggen de kinderen. Martha, Gabrielle, Paula, Jean-Louis, Jeanne. ‘Voor ons lief dochtertje Valentina.’ ‘Voor ons zoontje Theo’. Sommige zijn hooguit enkele maanden oud geworden, anderen een paar jaar.

Swerts neemt me mee naar een half verroeste grafplaat die ergens tussen het mos ligt en die als inspiratie heeft gediend voor zijn nummer ‘Dezen killen grond’. “Slaap zacht, o moeder lief, in dezen killen grond”, hij moet nog steeds glimlachen om de tristesse en de rauwheid van de tekst.

“Elk leed, hoe groot ook, verliest op zeker ogenblik aan hevigheid, omdat de tijd het overwoekerd heeft”, zegt hij. “Dat vind ik een heel fijn besef. Het is ook waar Oud zeer over gaat. Voor bijna elk graf hier in Hasselt geldt dat niemand nog hartverscheurend zal lijden om de mens die onder de zoden ligt.”

Swerts legt uit hoe mensen volgens hem drie keer sterven. “De eerste keer creëert een heel acuut gevoel van pijn en rouw voor de omgeving. De tweede dood vindt plaats wanneer de laatste getuige van de gestorven persoon er niet meer is, en het leed dus voorgoed vergaan is. De derde dood gebeurt wanneer ook de bladwijzer verdwijnt die de persoon heeft nagelaten. Als je graf in de grond zinkt. Als je boeken niet meer worden gelezen, of niemand nog naar je platen luistert. Het symboliseert de eindigheid van alles. Niet alleen van ons ego en onze ambities, maar ook van pijn en smart. Ik vind dat heel troostend.”

Soelaas

De meeste titels van de nummers op Oud zeer verwijzen naar grafspreuken die Swerts ooit vond. Maar ook de literatuur was een inspiratiebron. In 1861 schreef Guido Gezelle deze troostende gedachte over de dood: “Tot wederzien, tot wederzien, al waar het moge wezen, na lang- of korten tijd, misschien, in ’t ongekend nadezen.” Een optimistische visie die in Swerts’ nummer ‘Het ongekend nadezen’ vecht met de bittere realiteit in ‘The Raven’ van Edgar Allen Poe (1845). In dat meesterlijke gedicht zegt Poe: koester geen hoop om een geliefde overledene ooit weer te zien, want het zal nevermore, nimmermeer, gebeuren.

“Wat Poe beweert, biedt voor mij minstens evenveel soelaas als de boodschap van Gezelle. Alles is tevergeefs, maar daarom is het niet zonder waarde. Integendeel. Het maakt het leven net heel rijk en acuut. De Katholieke Kerk heeft ons altijd geleerd dat doodgaan niet erg is, dat we voortleven in de herinneringen van anderen. Maar er zijn veel graven waar niemand meer komt. Soms is een graf uit 1985 al genoeg om in de vergetelheid geraakt te zijn. Die herinneringen zijn dan wel heel relatief, toch? Blijkbaar duurt de eeuwigheid soms nog geen veertig jaar.”

Maakt Swerts niet meer kans op eeuwigheid? Hij heeft kinderen, hij geeft les, hij maakt platen, vier al ondertussen. Zal over hem niet nog een hele tijd gesproken worden nadat hij het loodje heeft gelegd? Hij lacht. “Allemaal uitstel van executie. Hoelang gaan mensen nog naar mijn muziek luisteren? Tien jaar? Honderd jaar? Dat lijkt me al straf. Ze plaveien de straten met neoklassieke muzikanten zoals ik (lacht).

Hij wijst in het rond. Ook op een kerkhof worden verwoede pogingen ondernomen om de tijd te verslaan. “Niets kan ontsnappen aan de tijdelijkheid. Zelfs harde materialen als steen niet. Kijk hoe de graven verzonken zijn in de grond. Nogmaals, ik vind dat een heel bevrijdend besef. Maar ik snap ook dat het voor sommige mensen eerder versmachtend werkt.”

Rauw

Hoe hard Swerts ook van graven houdt, de toekomst van kerkhoven oogt niet fraai. In 2010 liet ruim 57 procent van de Vlamingen zich cremeren, in 2020 was dat al bijna 75 procent. “Ik weet het, en je kunt zo’n evolutie natuurlijk niet tegenhouden. Ik zou het zelf wel fantastisch vinden om op het kerkhof te liggen waar ik als kind gespeeld heb. In Brustem is dat, een klein dorp bij Sint-Truiden. Mijn grootmoeder woonde er. Haar boerderij lag vlak naast het kerkhof, waar wij tussen de graven tikkertje en verstoppertje speelden. Mijn moeder ligt er ook begraven.”

Swerts zijn moeder stierf in 2016 aan kanker. Ze was nog jong. Hij heeft haar mee verzorgd thuis. Daar wilde ze ook sterven. Het was ontzettend rauw, vertelt hij, maar hij is nog altijd blij dat hij het van zo dichtbij heeft meegemaakt. “Ik herinner me nog mijn gestorven grootouders die thuis dagenlang in een open kist lagen, maar tegenwoordig houden we dood en ziekte liever ver buiten ons huis. Mijn kinderen hebben hun grootmoeder zien aftakelen. Ik vind dat een mooie leerschool in bescheidenheid en relativering van alles wat we hier doen.”

Was Schaduwland uit 2016 een autobiografische plaat – hij verwerkte er zowel de dood van zijn moeder in als de Tourette-diagnose van zijn zoon Jef en zijn echtscheiding – dan wilde hij nu niet meer zo’n persoonlijk album maken. “De muziek is ook meer uitgebeend dan vroeger. De nummers op Oud zeer zijn open: weinig noten, veel stiltes. Een piano, een stem, nu en dan een gitaar of strijkers, meer is er niet. Vanaf november gaan we ermee touren in de zalen. En als God, corona en creatieve gemeentebesturen het toelaten, willen we in het voorjaar het album ook op een aantal kerkhoven brengen. Daar kijk ik ontzettend naar uit.”

De zon breekt door. We beslissen dat alles is gezegd. De klimop schittert in het licht en zal ook straks weer langzaam verder kruipen.

Oud zeer verschijnt op 12 november bij Unday Records. Op 10 november speelt Swerts in Hasselt (CCHA), daarna nog in verschillende zalen in het land.

BIO

44 jaar, geboren en opgegroeid in Sint-Truiden.

Vader van twee kinderen en drie pluskinderen.

Bracht in 2010 zijn debuutalbum Weg uit, daarna volgden Anatomie van de melancholie (2013) en Schaduwland (2016).

Behoort tot de neoklassieke stroming: trage, minimalistische pianomuziek met boegbeelden als Joep Beving, Olafur Arnalds, Max Richter of Wouter Dewit.

Is docent literatuur aan de UC Leuven-Limburg (UCLL).

Schreef samen met journalist Lander Deweer de boeken Een duiker op Mars en De nieuwe stilte.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234