InterviewFrieda en Ronny uit ‘Hotel romantiek’
‘Ik had hem al snel opgemerkt, maar ik hield de boot af omdat hij een snor heeft. Mijn man had ook een snor’
Het is altijd mooi om zien hoe deelnemers aan Hotel romantiek hun zware rugzak – met daarin het overlijden van een partner, een stukgelopen huwelijk, een liefdeloos bestaan – van zich afgooien, om met hervonden moed ‘ja’ te zeggen tegen het leven én een nieuwe partner. Alleen namen Ronny (70) en Frieda (74) dit seizoen wel erg lang hun tijd: pas in de voorlaatste aflevering keken ze elkaar recht in de ogen. ‘Ik had hem al snel opgemerkt, maar ik hield de boot af omdat hij een snor heeft.’
Intussen zijn we enkele maanden verder, maar het geluk van Ronny en Frieda blijft voortduren. Ze zijn heerlijk verliefd en sinds de laatste aflevering van Hotel romantiek mag iedereen dat weten. “Eindelijk!”
Hoe is het jullie vergaan sinds de opnames?
Ronny: “Heel goed (glimlacht). Frieda en ik zijn altijd contact blijven houden, al hebben we na de reis eerst een week of drie rust genomen.”
Frieda: “We belden wel af en toe. Met een video, zodat we elkaar zagen. De moderne tijd, hè (lacht).”
Ronny: “De reis was fantastisch – prachtige streek trouwens, daar in Turkije – maar ook vermoeiend. We waren bezig van acht uur ’s morgens tot ’s avonds laat. We hadden onze rust even nodig. Daarna vroeg ik Frieda of ze zin had om eens te gaan wandelen. We spraken af in Lier. Ik ben van Stekene, Frieda van Keerbergen, dus de kans dat we daar bekenden zouden tegenkomen, was klein.”
Frieda: “We mochten nog niet samen gezien worden, om niets van het programma weg te geven: de laatste aflevering was nog niet op het scherm geweest.”
Ronny: “We spraken daarna nog eens af, en nog eens. We hebben in die periode véél gepraat. Uren- en dagenlang. We wilden elkaar leren kennen, onze raakpunten ontdekken.”
Frieda: “Dat is heel belangrijk. Ik zeg dat dikwijls: mijn man en ik hadden vroeger geen vaatwasser, en dat was goed, want wij babbelden tijdens het afwassen. Nu steken ze alles in de vaatwas en hop, terug voor het scherm. Dat is niet goed, hè. Ik wil daarom nog steeds geen vaatwasser.”
Ronny: “Ah nee, nu ben ik jouw vaatwasser.”
Frieda (port hem liefdevol in de zij): “Op een dag gingen we ontbijten op de luchthaven van Deurne. Vandaar wandelden we naar het Rivierenhof, en dáár is het gebeurd. We stonden dicht bij elkaar om afscheid te nemen. En ineens voelden we allebei: dit is méér dan vriendschap. Toen hebben we voor het eerst gekust. ’s Avonds belden we elkaar: wat wás dat?”
Ronny (glundert): “De kriebels begonnen te komen.”
Tijdens Hotel romantiek mochten jullie op een romantische trip met z’n tweeën. Toen jullie achteraf werd gevraagd naar eventuele kriebels in de buik, zei Ronny: ‘We zijn op een leeftijd gekomen waarop dat allemaal niet meer moet.’ Je hebt die mening intussen dus herzien?
Ronny (lacht): “Inderdaad. We voelden tijdens die date wel dat het klikte, hoor. Maar van liefde kan niet zo snel sprake zijn. Bij ons toch niet. Wij hebben die nacht braaf apart geslapen, ik kan me voorstellen dat 18-jarigen het anders zouden aanpakken.
“Maar goed, sinds die dag in het Rivierenhof zijn de kriebels er wél bij.”
Hadden jullie nog op de liefde gehoopt?
Ronny (schudt het hoofd): “Nee.”
Frieda: “Echt niet. Ik lachte daar vroeger mee: ik zal wel een meneerke tegenkomen als ik later in een rusthuis zit. En ineens gebeurt het toch.”
Jij bent 21 jaar alleen geweest, Frieda.
Frieda (knikt): “Na de dood van mijn echtgenoot is er niemand meer geweest. Er waren weleens mannen die me mee uit vroegen, maar ik ben daar nooit op ingegaan. Ik voelde die behoefte gewoon niet.”
Ronny: “Straf toch, dat ik haar na 21 jaar heb kunnen ontdooien? Daar ben ik trots op (lacht).”
Frieda: “Ik heb wel een drempel moeten overwinnen. Dat was de reden waarom ik wilde meedoen aan Hotel romantiek, niet per se om iemand te leren kennen, maar vooral om te voelen of ik het nog kon verdragen dat een man me een hand gaf, of een knuffel. Ik wilde ontdekken of ik nog openstond voor een relatie.”
Ronny: “Bij mij was dat ook zo. Ik heb wel eerst toestemming gevraagd aan mijn dochters, het was belangrijk voor mij dat zij er ook achter stonden. Ze zeiden meteen: ‘Doen, papa!’”
Is het anders om verliefd te worden op je 70ste dan op je 17de?
Ronny: “Dat vind ik wel. Het is rustiger.”
Frieda: “Wij hebben onze tijd genomen om elkaar te leren kennen. Op je 17de ben je ongeduldig, dan is alles nieuw en wil je zo snel mogelijk de wereld ontdekken.”
Ronny: “‘Geen tijd te verliezen!’”
Frieda: “Terwijl je dan net wél tijd hebt. Wij weten niet hoelang we nog hebben. De enige zekerheid is dat er meer achter ons ligt dan voor ons.
“Het heeft er natuurlijk ook mee te maken dat wij uit een andere tijd komen. Vroeger ging het er helemaal anders aan toe. Je werd verliefd, maar het eerste jaar gebeurde er niks. Eens een kuske, dat was het.”
Ronny: “In de rups op de kermis! En maar wachten tot de kap dichtging (lacht).”
Linda, een van de kandidaten van Hotel romantiek, voelde tijdens de reis een klik met een van de mannen. Ze wilde hem beter leren kennen, en vertelde hoe ze daar toestemming voor had gevraagd aan haar overleden echtgenoot.
Frieda: “Ik begrijp dat. Ons huwelijk is een belangrijk deel van ons leven. We kunnen dat niet vergeten, hoe lang het ook geleden is. Ronny en ik respecteren dat van elkaar, we zijn samen een kaarsje gaan branden in Scherpenheuvel, voor zijn vrouw en mijn man.”
Ronny: “Mijn vrouw en ik hebben onze vijftigste huwelijksverjaardag net niet gehaald. Dan heb je een heel leven gedeeld, hè. Dat verdriet blijf je voelen, maar door te blijven huilen breng je niemand terug.”
Frieda: “Ik had Ronny tijdens Hotel romantiek vrij snel opgemerkt, maar in het begin meed ik hem omdat hij een snor heeft. Mijn man had ook een snor, en al net zo’n zacht karakter als Ronny. Ik was bang dat ik te veel zou vergelijken, maar uiteindelijk wilde ik me niet laten tegenhouden, we hadden zoveel raakpunten.
“Trouwens, je weet toch wat ze zeggen? Een kus zonder snor is als een ei zonder zout (schatert).”
MEER VERLANGEN
Ronny, jij zei op het einde van de reis: ‘Dat wij elkaar zijn tegengekomen, is gestuurd door hierboven. Daar hebben haar man en mijn vrouw voor gezorgd.’
Ronny: “Daar geloof ik oprecht in.”
Frieda (knikt): “Het is vandaag 18 oktober. Mijn huwelijksverjaardag. Mijn man en ik zouden 53 jaar getrouwd zijn. En net vandaag geef ik dit interview. Ik heb even getwijfeld om het te annuleren, maar toen dacht ik: eigenlijk is het net mooi, om precies vandaag bekend te maken dat ik weer met iemand samen ben. Op onze huwelijksdag was het trouwens precies hetzelfde weer als vandaag. Het is alsof mijn man me zegt: ‘Het is goed, doe maar.’”
Ronny: “Ik ben destijds getrouwd op 5 oktober. De dag voor ik 21 werd. Op uitdrukkelijke vraag van mijn drie oudere broers: onze ouders waren al overleden, en zolang ik minderjarig was, moesten zij voor mijn huwelijk gaan tekenen op het gemeentehuis, en kregen ze daar een dag verlof voor. Om dezelfde reden vroegen ze me om te trouwen op een vrijdag in plaats van een zaterdag: dan kregen ze nóg een dag verlof (lacht).”
Frieda: “Toen ging dat zo. Ik was 21 toen ik trouwde, mijn man was 19. In de krant stond: ‘Meerderjarige dochter huwt met minderjarige zoon’.”
Ronny: “En nu hebt ge u weer ne jonge gepakt!”
Frieda: “’t Is waar. Ronny is net 70 geworden, ik word 75 in december.”
Jullie hebben gekozen voor een latrelatie.
Frieda: “Dat heb ik meteen beslist. Ieder blijft in zijn eigen stekje.”
Omdat het te moeilijk zou zijn om na al die jaren weer je huis met iemand te delen?
Ronny: “Dat niet, ik denk dat we gewoon allebei graag af en toe wat rust hebben. We hebben ook allebei een grote vriendenkring en zijn lid van verschillende verenigingen.”
Frieda: “Als je elkaar niet elke dag ziet, verlang je meer naar elkaar. We delen de leuke dingen, zonder de sleur van het huishouden. Eigenlijk gaan wij gewoon voor de lusten zonder de lasten.”
Ronny (schatert)
Frieda: “Nu, eventuele ergernissen moeten we wel uitpraten voor we terug naar ons eigen huis gaan. Dat hoort zo in een relatie. Ik heb dat vroeger ook altijd gedaan, al bleef het toen misschien wel een beetje langer borrelen. Als je jong bent, ben je wat koppiger.”
Ronny (grijnst): “Ik zal maar niet herhalen wat ik op tv heb gezegd, zeker?”
Aha! Dat goedmaakseks…
Ronny (vult aan): “…de beste seks is!”
Frieda: “Allee, dan gaan wij eens wat meer ruzie moeten maken.”
Ronny: “Dat is niet nodig, bij ons is het ook goed zonder ruzie.”
Ronny & Frieda (hilariteit)
Goed om te weten dat de vlam niet dooft na een bepaalde leeftijd.
Frieda: “Dat is tegenwoordig allemaal meer bespreekbaar. Ik heb daar geen probleem mee, maar mijn kleindochter zegt dan: ‘Moeke, ik wil het niet hóren!’”
Ronny: “Mijn dochters zeggen dat ook: ‘Papa, amuseer u, maar bespaar ons de details.’ (lacht)”
Dat doet me denken aan een uitspraak van Hotel romantiek-presentatrice Gloria Monserez in Humo. Ze had het over jullie aankomst in Turkije: ‘Hun vuur was onmiddellijk aangewakkerd. Het waren net pubers die het overal voelden kriebelen.’
Frieda: “Dat was wel zo. Er hing een leuke spanning, de sfeer zat vanaf de eerste minuut goed.”
Ronny: “Bij de mannen duurde het iets langer. We kwamen goed overeen, hoor, maar we waren natuurlijk concurrenten. Een man blijft een jager.”
Frieda: “Wij mochten in de koffers van de mannen neuzen, nog voor we hen hadden ontmoet. Dat was hilarisch. Ronny zijn koffer was me toen opgevallen: ‘Aha, dat is een proper manneke!’”
Ronny: “Ik had die niet zelf gepakt, mijn dochter had me geholpen (lacht). Tijdens het inpakken had ze me weggestuurd om een brood te gaan kopen, achteraf besefte ik dat ze dat deed om een briefje tussen mijn kleren te kunnen stoppen, waarin ze me een fijne tijd wenste. Philippe (Geubels, red.) wist dat, denk ik. Ik vond het al raar dat hij met een cameraploeg mijn kamer binnenkwam om mijn koffer uit te pakken. Ik moet eerlijk zeggen: toen ik dat briefje vond, schoot mijn gemoed vol.”
Frieda (kijkt Ronny liefdevol aan): “Het is een emotioneel manneke, hoor. Meer nog dan ik, al krijg ik het ook moeilijk als ik over mijn man praat. Of als ik naar sport kijk – als een renner over de meet komt nadat hij alles heeft gegeven: dan kan ik erg meeleven.”
Ronny: “Frieda kijkt graag naar sport. Ze heeft van mij zelfs ne ‘kakker’ (supporter van KV Mechelen, red.) gemaakt!”
Gaan jullie samen supporteren?
Ronny: “Tot nu toe kon dat nog niet: het was beter dat mensen ons niet samen zouden spotten zolang het programma liep.
“Al gebeurde het af en toe weleens. Vorige maand gingen we naar Fleuramour, het bloemenevenement in Alden Biesen. Daar zijn zes mensen komen vragen of we een koppel waren.”
Is het vreemd om ineens aangesproken te worden door wildvreemden?
Ronny: “Toch wel, ik ben dat niet gewend. Maar het zal wel snel overwaaien nu het programma gedaan is.”
Frieda: “Ik heb daar geen probleem mee. Ik heb ook meegedaan aan Homo universalis op Eén, en zelfs toen herkenden mensen me af en toe op straat.”
Ronny (plagerig): “Een echte BV. Ze is toen 47ste geworden. Goed, hè!”
Frieda: “Daar kwam ook een portie geluk bij kijken, hoor. Sommige proeven heb je echt niet in de hand. Maar het was een toffe ervaring.”
GEEN TINDER
Hebben jullie vóór Hotel romantiek andere manieren geprobeerd om een partner te vinden? Tinder, bijvoorbeeld?
Frieda: “Nee. Dat swipen: ik vind dat een raar concept. Hoe kun je zo snel over iemand oordelen, alleen op basis van een foto?”
Ronny: “Hotel romantiek voelde anders, dat gaat meer om mensen leren kennen en vrienden maken. Als er dan iets meer uit komt, zoals bij ons nu, is dat een mooi extraatje.”
Frieda: “Ik leer liever iemand in het echt kennen. Maar tegenwoordig gaat alles via een scherm, hè?”
Lees ook
De prille liefde tussen Jean (80) en Jeanine (76): ‘Elke dag samen is een geschenk uit de hemel’
Hotel romantiek is het vangnet voor bronstige 65-plussers die de selectie van Temptation Island niet hebben gehaald
Wat vinden jullie van die digitalisering?
Frieda: “Het heeft zeker goeie kanten, je mag niet blijven hangen in het verleden. Maar het is te veel doorgeslagen. Het is ook zo snel gegaan. Vroeger hadden wij thuis zelfs geen telefoon.”
Ronny: “En geen tv.”
Frieda: “Mijn ouders kochten hun eerste televisie om naar het huwelijk van koning Boudewijn te kijken. Op afbetaling, die toestellen waren vreselijk duur. Nu zit iedereen altijd naar een scherm te kijken.”
Ronny: “Een kwalijke evolutie. Kinderen hebben geen tijd meer om kind te zijn. Op hun 7de zitten ze al constant met een tablet in hun handen.”
Frieda: “En dan loopt het soms mis. Hoe gaat dat? Mannen spreken jonge meisjes aan: ‘Mag ik eens iets zien?’ Hoeveel jongeren zijn al uit het leven gestapt omdat er naaktfoto’s van hen verspreid werden? Ik vind dat verschrikkelijk.
“Pas op, wij zijn ook niet tégen de moderne tijd. Net voor jouw komst zaten we hier naast elkaar allebei op onze gsm te scrollen. We hebben er nog mee gelachen: ‘Zie ons bezig, we lijken net twee tieners.’”
Ronny: “We hebben een groepje op WhatsApp met alle kandidaten van Hotel romantiek (lacht). Daar wordt veel in gepost. Een mens moet mee, hè.”
Anders raak je onherroepelijk achterop. Ik las onlangs dat het aantal bankkantoren sinds 2010 gehalveerd is. Wie zich niet goed kan verplaatsen, moet wel online bankieren.
Ronny (knikt): “Eigenlijk is het absurd: eerst verplichten ze ons om ons loon op een bankrekening te laten storten, en dan sluiten ze alle banken en raken we niet meer aan ons geld.”
Frieda (tegen Ronny): “Ge weet toch waarom ze dat deden? Omdat de mannen dan niks meer konden achterhouden voor hun vrouw. Of omdat ze dan niet meer al hun geld aan de toog konden opdoen.”
Ronny: “En omdat de staat graag tot de laatste frank weet wat we verdienen.”
Was het leven vroeger makkelijker?
Frieda: “Dat denk ik wel, ja.”
Ronny: “De druk is nu veel hoger. Alles draait om aanzien. Je moet het vliegtuig nemen, je moet op vakantie gaan. Mensen moeten presteren. Ook bij de jeugd: jongeren die naar het beroepsonderwijs gaan, worden daarop aangekeken. Vroeger telde dat niet, of je nu op je 14de ging werken of tot je 18de op school zat, dat was allemaal goed.”
Frieda: “Kijk hoeveel mensen vandaag een burn-out hebben. Dat zegt genoeg. Het werk stopt niet meer. Ik stikte vroeger de bekleding van autozetels. Ik werkte hard, maar na mijn uren ging ik naar huis en was ik klaar. Nu kun je tot ’s avonds laat mails krijgen van je baas. Er is geen grens meer tussen werk en privé.
“Nu, vroeger was niet alles beter. De gezinnen waren groter: wij waren thuis met tien, bij Ronny waren ze met dertien. Er was meer armoede, we hadden minder luxe. Maar zijn wij daar slecht uit gekomen? Nee. Integendeel, zelfs. Ik denk dat het ons sterker heeft gemaakt.”
Wordt de jeugd vandaag te veel gepamperd?
Frieda (kordaat): “Ja. Dat vind ik wel. Als wij vroeger straf kregen op school, kregen we er thuis nog straf bovenop.”
Ronny: “‘Heeft de meester u een lap gegeven? Dan hebt ge ’t verdiend, jongen!’”
Frieda: “Nu trekken ouders voor het kleinste prul naar school.”
Ronny: “Wie vandaag een pedagogische tik geeft, mag het gaan uitleggen voor de rechter. Bij ons was dat heel normaal. En er is daar geen ene van gestorven, hè.”
Frieda: “Ik vraag me af of het meespeelt dat moeders vroeger meer thuis waren. Nu gaan ouders allebei uit werken. Misschien willen ze het gebrek aan aandacht compenseren.”
‘Hier heb je een tablet, kijk maar wat zodat ik kan werken’?
Ronny: “Exact. Wij trokken onze plan, wij speelden op straat. Of we liepen naar de boomgaard van de boeren, en namen een paar appels mee voor onderweg. Dat kon allemaal. Dat is trouwens nog een verschil met vroeger: mensen kunnen vandaag niets meer verdragen. Zet je een stap op hun gazon, dan zit het er al tegen.”
Frieda: “Iedereen staat onder druk, iedereen heeft stress. Soms denk ik: zouden ze niet beter de moeders – of de vaders, natuurlijk – betalen om thuis te blijven? Daarom niet voltijds, maar een dag of twee per week?”
Ronny: “Moeder aan de haard en vader aan de toog. Ne schonen tijd!”
Frieda (lacht): “Daar moeten we nu ook niet terug naartoe. Maar er zijn zoveel problemen. Crèches vinden geen verzorgsters meer, scholen geen leerkrachten. Die paar dagen thuis zouden veel van die problemen oplossen, of op zijn minst toch verlichten. Nu ja, het geld moet natuurlijk ergens vandaan komen, dat begrijp ik ook wel. Er is geen makkelijke oplossing.”
Intussen kampen we ook met een pandemie, zitten we midden in een zware energiecrisis én is er oorlog in Europa. Hebben jullie het al zo erg meegemaakt?
Ronny: “In de jaren 70 was er ook een oliecrisis. De autoloze zondagen zijn toen in het leven geroepen: er was een tekort aan aardolie, we moesten spaarzaam omgaan met de voorraad die er was. Wij gingen dan met paard en kar naar de voetbalmatch, de hele ploeg samen op zo’n kar. (Grijnst) Mooie herinneringen.”
Frieda: “Toen was enkel de aardolie zo duur, nu wordt alles onbetaalbaar.”
Doet de politiek genoeg om mensen te helpen?
Frieda: “Nee. Een premie van 100 euro? Dat is mooi, maar voor veel mensen is het een druppel op een hete plaat. Ik begrijp dat het niet makkelijk is, maar het wringt toch als je weet dat sommige bedrijven miljarden winst maken. En intussen zitten mensen in de kou omdat ze hun energiefactuur niet kunnen betalen.”
Ronny (knikt): “Ze moeten geen geld aan de mensen geven, ze moeten het halen waar het zit, en dat vervolgens juist besteden.”
Hoe kijken jullie naar de toekomst?
Frieda: “Ik hou mijn hart vast. Vooral voor mijn kleinkinderen.”
Waar ben je bang voor?
Frieda: “Dat er een derde wereldoorlog uitbreekt. Niemand kan voorspellen wat Poetins volgende zet zal zijn. Soms denk ik: hoe kan het dat die zo lang blijft leven, is er dan niemand in zijn buurt die… (slikt woorden in) En waarom toch? Voor dat extra stukje land? Is dat echt zoveel waard?”
De jeugd maakt zich vooral zorgen om de klimaatverandering.
Frieda: “Terecht. Neem de droogte van de voorbije zomer, of de overstromingen van vorig jaar. Het wordt allemaal zo extreem. We hebben dat ook echt zien veranderen: vroeger lag de gracht ’s winters vol sneeuw, we konden er verstoppertje in spelen. Nu sneeuwt het haast nooit meer. We gaan er niet om roepen, met die dure energieprijzen van vandaag, maar ik mis ze wel, die harde winters. Nu ja, er zijn dit jaar veel eikels en noten. Dan wordt het een koude winter, zeiden ze vroeger. We zullen zien.”
Om positief te eindigen: zien jullie vandaag ook goeie evoluties? Dingen die jullie hoopvol stemmen voor de toekomst?
Ronny: “Ja, dat ik Frieda heb leren kennen. ”
Frieda: “Dat is voor mij ook het belangrijkste. Dat de kinderen en kleinkinderen het goed hebben, dat wij samen gelukkig zijn. Wat er verder gebeurt, komt op de tweede plaats.
“(tegen Ronny) ‘Geniet van iedere dag’, dat zeg jij altijd, hè. ‘Morgen kan het gedaan zijn.’”
Ronny: “Daar probeer ik naar te leven. Maar laten we er toch maar van uitgaan dat we nog vele jaren hebben. Dit hoofdstuk is te mooi om snel af te sluiten.”
© Humo