Zondag 28/05/2023

InterviewKetnet-wrapper Gloria Monserez

‘Ik had genoeg van de hypocrisie. Alleen maar lachen, lachen, lachen: dat is niet het hele plaatje’

‘Hoeveel keuzes er ook zijn, ik zal altijd vanuit mijn gevoel kiezen. Het kan fout gaan, ja. Maar je kunt evengoed in de zetel blijven zitten en wachten tot je sterft.’ Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2020
‘Hoeveel keuzes er ook zijn, ik zal altijd vanuit mijn gevoel kiezen. Het kan fout gaan, ja. Maar je kunt evengoed in de zetel blijven zitten en wachten tot je sterft.’Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2020

‘Sucks balls om dit te posten, maar ge zijt niet alleen.’ Ketnet-wrapper Gloria Monserez speelt binnenkort de hoofdrol in Ik u ook, de allereerste coronaveilige fictiereeks, naast haar acterende ouders en pluspapa. Maar ze trok de afgelopen dagen vooral aandacht met haar eerlijke Instagram-post, waarin ze zich zonder make-up toonde en toegaf dat ze zich tijdens deze tweede lockdown ook niet altijd gelukkig voelt.

Evelien Roels

“Ik zat op de trein door Instagram te scrollen, en ik besefte: dit is scam. Bedrog. Ik wil zo hard tonen wie ik ben, en toch post ik alleen maar foto’s van goede momenten. Dat klopt niet. Daarom die foto van mezelf in tranen. En van mijn onzuivere huid.” Gloria Monserez zit er ontspannen bij, op een veilige afstand en met de flacon ontsmettingsgel op tafel. Maar ze praat gedreven en vurig. “Ik weet ook wel dat ik misschien niet de properste woorden heb gebruikt. Ik heb die tekst tien keer herschreven. Uiteindelijk stond er iets in het genre van: ‘We voelen ons allemaal weleens slecht.’ Maar dan dacht ik: néé. Dat is niet wat ik wil zeggen. Dat zijn niet mijn woorden. Dus heb ik kak gezegd, en kut. Sorry, maar dat ís gewoon hoe het is.”

Er kwam ontzettend veel reactie op.

“Ongelofelijk. Het was geschift.”

Had je dat zien aankomen?

“Totáál niet. Ik heb dat bericht heel impulsief gepost. Ik kreeg zo vaak berichten van vrienden en kennissen dat ze zich niet goed voelen, en dat de lockdown zwaar weegt. Ik wilde tonen dat ze niet alleen zijn. Dat is alles.”

“Na die post heb ik mijn gsm uitgezet. Ik was onzeker: is het niet belachelijk om een huilfoto op Instagram te zetten? Zullen ze me niet uitlachen? Pas toen ik hem weer aanzette, zag ik de reacties binnenstromen. Dúízenden. En ze bleven komen. De dag erna ging ik voor Ketnet naar De Grote Peter Van de Veire Ochtendshow op MNM en Peter zei: ‘Aha, de voorpagina van de krant is daar!’ En ’s avonds zat ik bij Danira in Vandaag. Niet te geloven.”

Wat stond er in die berichtjes?

“Heel veel mensen zeiden: ‘Ik voel me óók niet goed.’ Ze bedankten me en stuurden me liedjes, gedichten en filmpjes die ze hadden gemaakt om hun emoties te uiten. Ze zeiden dat ik hen had geraakt, dat ze zich eindelijk weer met iemand verbonden voelden. Niet alleen jongeren, trouwens. Ook kinderen, ouders, oma’s en opa’s hebben gereageerd.”

'Dat corona er is, daar kan niemand wat aan doen. Maar de vliegtuigen zitten nog steeds vol, en de cultuursector moet op slot.' Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2020
'Dat corona er is, daar kan niemand wat aan doen. Maar de vliegtuigen zitten nog steeds vol, en de cultuursector moet op slot.'Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2020

Professor klinische psychologie Patrick Luyten zei in Het Belang van Limburg: ‘We moeten opletten voor een opbod.’

“Ik heb dat gelezen. Onwaarschijnlijk dat mijn post op dat niveau werd besproken.”

“Los daarvan: het gaat helemaal niet over een opbod. Het is niet mijn bedoeling om anderen naar beneden te trekken, integendeel: ik wil mensen verbinden. We zitten samen in deze crisis. Vlamingen vinden het moeilijk om over mentaal welzijn te praten. We kroppen onze problemen op en posten een foto van ons perfecte gezinnetje: alles gaat goed! Ik wilde die drempel verlagen: als ik eerst zeg dat ik me niet goed voel, kunnen anderen gewoon antwoorden: ‘Ik ook niet.’ En zo komt het gesprek op gang.”

(denkt na) “Ach, die negatieve reacties. Op Facebook, de beerput van Vlaanderen, is er ook duchtig over geschreven. Ik heb het allemaal niet gelezen, want het zou me raken. Volgens mij voelen die haters zich óók slecht en hebben ze geen ouders of een omgeving die veilig genoeg aanvoelt om erover te praten. Dat geluk heb ik wel.”

Nog een veelgehoorde reactie: de jeugd heeft geen ruggengraat.

(met hoge stem) “‘Ze hadden de oorlog meegemaakt moeten hebben.’ Natúúrlijk zal die vreselijk geweest zijn, maar mag je je niet slecht voelen over het ene omdat je het andere niet hebt meegemaakt? Iedereen heeft zijn verdriet, elke tijd kent zijn problemen. Mijn oma hééft de oorlog meegemaakt en zij zegt: ‘Toen konden we tenminste nog mensen zien.’ Nu heeft ze al maanden haar kleinkinderen niet mogen vastpakken. Dat is verschrikkelijk. Ik wil die periodes niet vergelijken, maar het toont toch aan dat ook de coronacrisis niet te onderschatten is. En nee, natuurlijk zijn jongeren niet de enigen die het moeilijk hebben. Maar ik kan alleen praten voor mijn leeftijdsgroep. Wij stonden op het punt om aan ons leven te beginnen: studeren, op kot gaan, nieuwe mensen leren kennen, belangrijke beslissingen nemen over onze toekomst, eigen waarden en normen ontdekken. Dat ligt allemaal stil. Dat mag je echt niet onderschatten.”

‘Ik wil zo hard tonen wie ik ben, en toch post ik op Instagram alleen maar foto’s van goede momenten. Dat klopt niet. Daarom die foto van mezelf in tranen.’ Beeld Instagram
‘Ik wil zo hard tonen wie ik ben, en toch post ik op Instagram alleen maar foto’s van goede momenten. Dat klopt niet. Daarom die foto van mezelf in tranen.’Beeld Instagram

DOODBLOEDEN

Kunnen sociale media de eenzaamheid doorbreken?

“Ons leven speelt zich daar voor een deel af. Nu nog meer dan vroeger, hoe erg dat ook klinkt. Maar onlinecontact kan nooit echte nabijheid vervangen. Ik hoop oprecht dat iedereen dat beseft – niet alleen de regering en de bazen van grote bedrijven, maar ook de mensen in het onderwijs. Natuurlijk is het goedkoper om van thuis uit te vergaderen: je moet geen verplaatsingskosten betalen en geen kantoor huren. Natuurlijk is het makkelijker om je lessen online te geven, en geen aula’s te moeten vullen. Maar zo maak je mensen kapot.”

Wat vind jij het moeilijkst?

“Ik mag niet klagen: mijn werk voor Ketnet biedt veel afwisseling. Maar mijn vrienden hebben het zwaar. Hun ritme is: opstaan, eten, les volgen, eten, les volgen, slapen. De dag erna opnieuw. En opnieuw. Luc Appermont zat bij mij aan tafel in ‘Vandaag’, en hij zei: ‘Als ik nu student was, zou ik niet weten hoe ik het zou doen.’ Er is gewoon niks om naartoe te leven. Al het leuke is weg.”

Zie je mensen afhaken?

“Superhard. Er is geen motivatie omdat er niets is om stoom af te laten, geen donderdagavond waarop je alles even kunt loslaten. Niet dat we alleen maar willen drinken en feesten: het gaat om de uitlaatklep die we kwijt zijn. Dat geldt trouwens niet alleen voor ons: de mensen in een woonzorgcentrum die uitkeken naar het bezoek van familie of vrienden, moeten dat ook missen.”

Doet de politiek genoeg voor jongeren?

“Het is niet makkelijk om iets te doen, dat snap ik. En wie ben ik om te zeggen hoe het beter kan? Maar ze zouden ons een vooruitzicht kunnen geven, iets om naar af te tellen. Prik een datum waarop we de maatregelen zéker kunnen versoepelen. Ik zeg maar wat: 20 augustus 2021. Dat klinkt vreselijk ver weg, maar dan hebben we iets om naartoe te leven. Nu is er niks, behalve werken en slapen. Mensen verliezen hun levensvreugde.”

Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle zat ook bij jou aan tafel in ‘Vandaag’. Toen jij vertelde hoe moeilijk je het hebt, antwoordde hij: ‘Je mag nog gaan wandelen.’

“Ik weet zeker dat hij het goed bedoelde, maar ik dacht: let op wat je zegt, hè. Wij zijn de generatie die jouw economie draaiende moet houden. Als wij uitgeblust raken, is de toekomst weg. Zoiets doe je niet af met: ‘Je mag nog gaan wandelen.’ Ik vermoed dat hij zich moeilijk in onze situatie kan verplaatsen. Dat begrijp ik: hij is minister, geen kinderpsycholoog. Maar hij zou wel een 15-jarige, een 20-jarige en Dirk De Wachter in zijn adviesraad kunnen opnemen en naar hen luisteren.”

Er komen positieve berichten over een mogelijk vaccin. Geeft dat hoop?

“We weten daar nog niet veel over, hè. Wanneer is het er, wie zal het krijgen? Het is op dit moment nog te weinig om blij van te worden.”

“Als ik nog even mag doorgaan over de politiek: als ze érgens tekortschiet, is het in de steun voor de cultuursector. Die ligt me nauw aan het hart. Mijn ouders en plusouders werken erin, net als ikzelf en veel van mijn vrienden. En de sector bloedt dood. Cultuur wordt vergeten. Enkele maanden geleden was er het voorstel om de artistieke vakken af te schaffen in de middelbare scholen. Wie bedénkt zoiets? Als je afstudeert en alleen maar de stelling van Pythagoras kent, kom je er niet, hoor. Je kennis moet in evenwicht zijn: je moet kunnen werken met je hoofd en met je handen, en die twee kunnen verbinden. Dát is belangrijk. Ik besef dat ik nu heel hard als Ingeborg klink, maar het is gewoon zo.”

Je ouders, Koen Monserez en Machteld Timmermans, en je pluspapa, Danny Timmermans, spelen in de film van W817, een vervolg op de succesreeks van eind jaren 90. Eerst moesten de acteurs bijna bedelen om geld, en daarna moesten de bioscopen dicht.

(knikt) “Ze wilden die film zo graag maken maar er was geen budget. Dus vroegen ze de mensen om hun ticket vooraf te kopen. Vijftigduizend mensen hebben dat gedaan. Ongelofelijk, toch? Maar toen was er de coronacrisis en moest de première uitgesteld worden. (Windt zich op) Dat corona er is, daar kan niemand wat aan doen. Maar er wordt met twee maten gemeten. In de zomer werden de maatregelen versoepeld en zaten de vliegtuigen overvol. Het theater moest zich tevredenstellen met een beperkte capaciteit. In de bioscoop moest telkens een rij leeg blijven. En zodra de besmettingscijfers stegen, moest de cultuursector weer op slot, terwijl de vliegtuigen nog steeds vol zaten. Geef dan gewoon toe dat het alleen om het geld draait!”

Politici zeggen dat ze geen keuze hebben: de economie moet blijven draaien.

“Natúúrlijk. Dat is keibelangrijk. Maar de economie draait dankzij mensen, hè. Als die eronderdoor gaan omdat ze geen enkele vorm van ontspanning meer hebben, stopt het ook.”

Hoe gaan je ouders ermee om?

“Ze hebben al maanden niet op de planken gestaan, maar ze laten het hoofd niet hangen. Toen we tijdens de zomer wat meer mochten, heeft mijn vader samen met zijn gezelschap Max Last prompt de voorstelling ‘Van raam tot raam’ gemaakt, die ze in straten in heel Vlaanderen hebben gespeeld. Hij is ook programmator van Cinema ZED in Leuven. Daar heeft hij een platform opgezet zodat mensen thuis films kunnen streamen.”

“Veerle, mijn stiefmama, is programmator bij 30CC, het cultuurcentrum van Leuven. Zij had net de brochure voor het komende cultuurjaar klaar, toen alles weer dicht moest. In plaats van de moed te verliezen, is ze anderhalvemetersessies beginnen te organiseren. Ze redeneren: er is altijd een manier om de verhalen tot bij mensen te krijgen. Ik vind dat fantastisch.”

“Ik ben opgegroeid in het theater. Ik heb van kleins af aan vanaf het podium én in de zaal gezien hoe een voorstelling mensen kan beroeren, inspireren en verbinden. Als daar dan zo roekeloos in wordt gesneden, doet dat pijn.”

‘Als mijn ouders waren samengebleven voor mij, zou ik kwaad geweest zijn. Waarom zou je in je ongeluk blijven steken?’ (Foto: mama Machteld Timmermans in ‘F.C. De Kampioenen’.) Beeld © VRT Bart Musschoot
‘Als mijn ouders waren samengebleven voor mij, zou ik kwaad geweest zijn. Waarom zou je in je ongeluk blijven steken?’ (Foto: mama Machteld Timmermans in ‘F.C. De Kampioenen’.)Beeld © VRT Bart Musschoot

RUZIE IN DE KAMER

Binnenkort zien we jou, samen met je ouders en je pluspapa, in Ik u ook, de eerste volledig coronaveilige fictiereeks.

“Het idee was om met bubbels te filmen. Zo zouden de opnames ook in geval van een tweede volledige lockdown kunnen doorgaan. Dat is ideaal voor ons gezin, want we acteren allemaal.”

“‘Ik u ook’ gaat over een meisje van wie de ouders gescheiden zijn. Ik speel haar, en mijn ouders en pluspapa spelen haar ouders en pluspapa. Toen ik het script las, dacht ik vaak: dit is zo herkenbaar. Naar je papa vertrekken en je cursus fysica vergeten, of je gsm-lader: zelf meegemaakt. Er zijn nog meer mensen van het team opgegroeid met gescheiden ouders, en dat voel je aan de reeks. We vertellen het verhaal vanuit onszelf.”

Was het raar om met je ouders samen te werken?

“Eigenlijk wel. Misschien nog meer voor hen dan voor mij. We hebben veel gekibbeld, hoor: ‘Die camera werkt zo.’ ‘Néé, hij werkt zó.’” (lacht)

Wel mooi dat je ouders, vijftien jaar na de scheiding, zo goed kunnen samenwerken.

“Ze hebben daar geen moeite mee. Ze kunnen het nog steeds goed met elkaar vinden. We gaan af en toe zelfs met z’n allen eten, als er iemand jarig is, bijvoorbeeld. Dat is wellicht de reden waarom ik het nooit echt moeilijk heb gehad met hun scheiding. Ik was ook pas 4 jaar: ik fladderde door het leven en vond alles en iedereen leuk. Ik herinner me een interview bij ons thuis van mama met een journaliste van Story. Ik huppelde de kamer binnen en flapte er enthousiast uit: ‘Wist je dat mama en ik in een nieuw huis gaan wonen?’ Ik zie mama nog schrikken: ze had de familie nog niet ingelicht en wilde dat nog niet in de pers. Wist ik veel. (lacht) Papa heb ik hetzelfde gelapt. In zijn stamcafé vertelde ik aan al wie het horen wilde: ‘Mama en papa gaan scheiden!’ Ik zag vooral veel voordelen: twee keer kerst, twee keer Sinterklaas…”

“Mijn ouders zijn altijd eerlijk tegen mij geweest. Dat zou ik iedere ouder aanraden: wees open tegen je kind, verbloem niets. Als je ergens binnenkomt en er is net ruzie geweest, dan vóél je dat, hoe oud of jong je ook bent. Doe dan niet alsof er niets gebeurd is. Dat brengt een kind in de war. Denk ook niet dat je kind niets begrijpt. Ik kon met al mijn vragen bij mijn ouders terecht. Ik ben hun daar nog steeds dankbaar voor. Een scheiding ís niet makkelijk, en er is ook bij ons veel pijn geweest, maar dat hoort bij het leven. Als ze waren samengebleven voor mij, zou ik pas kwaad geweest zijn. Waarom zou je in je ongeluk blijven steken, als je ook weg kunt?”

Geloof jij in eeuwige liefde?

(denkt na) “Eeuwig… Ik geloof erg in de liefde. Ik geloof ook in het leven en in alle dingen die erbij horen, zoals een scheiding. Dat is niet makkelijk, maar er is ook een andere kant. Op een goede manier uit elkaar gaan, iemand anders ontmoeten en een nieuw gezin starten: daar zit ook iets moois in. Je loopt in elke fase van je leven weleens met je kop tegen de muur, maar dat is oké. Daar leer je uit.”

Wat heeft de scheiding van je ouders jou geleerd?

“Dat, wat er ook gebeurt, alles uiteindelijk goed komt. Wij hebben het ook moeilijk gehad. En kijk nu: mijn beide ouders zijn gelukkig, en ik heb er fantastische plusouders én twee supertoffe stiefzussen, een halfbroer en een halfzus bij gekregen.”

In de podcast van Gossip Guy zei je: ‘Alles gebeurt om een reden.’

“Daar geloof ik echt in. Andere mensen hebben een religie als houvast, bij mij is het de overtuiging dat alles om een reden gebeurt. Dat je overal iets uit kunt leren.”

Geloof je ook in het lot? Ligt alles vooraf vast?

“Nee, want je baant zelf je weg. Je maakt zelf je keuzes. Iedereen heeft zijn eigen weg, en het zal lopen zoals het moet lopen. Maar een bevoorrecht wit meisje uit een warm gezin heeft natuurlijk makkelijk praten. Dat besef ik heel goed.”

Heb je een partner?

“Nee, op dit moment niet. Wat oké is, hoor. Ik voel me erg goed bij mijn familie en mijn vrienden. Ik mis niks. En trouwens: hoe zou ik nu iemand kunnen leren kennen? Alles is dicht.”

Op Tinder?

“Nee. Ik zie bij vrienden dat het kan, maar het is niks voor mij. Ik praat graag met mensen. Dronken worden op café, je vrienden kwijtraken, nieuwe mensen leren kennen en, wie weet, verliefd worden: dat vind ik zalig. Een onbekende een bericht sturen: ‘Hey, ik ken je niet, maar zullen we eens afspreken?’ Dat is het niet voor mij.”

COOLE GRIET

Mag je als Ketnet-wrapper vrijuit praten over dronken worden? Of woorden als kut en kak gebruiken in je Instagram-posts?

(lacht) “Tuurlijk. Ik besef heel goed dat ik een voorbeeldfunctie heb. Ik keek vroeger ook enorm op naar de wrappers. Maar ik ben ook gewoon Gloria. Kinderen begrijpen dat. Net daarom wil ik online dicht bij mezelf blijven en altijd zeggen wat ik denk. Ik zal ook nooit betaalde dingen doen: foto’s posten met een product in ruil voor geld of cadeaus. Dat zou mijn geloofwaardigheid ondermijnen, en die vind ik heel belangrijk.”

Gloria Monsarez Beeld Saskia Vanderstichele / Humo
Gloria MonsarezBeeld Saskia Vanderstichele / Humo

Hoe ben je bij Ketnet terechtgekomen?

“Ze zochten een nieuwe wrapper. Iedereen mocht zich kandidaat stellen, maar ik was niet van plan mee te doen. Ik dacht: dat wordt toch niks. Maar mama moedigde me aan: ‘Je zult er zoveel spijt van krijgen als je het niet doet.’ Ik heb om 23.58 uur mijn filmpje ingestuurd: twéé minuten voor de deadline.” (lacht)

“Er waren vijfhonderd inschrijvingen. Na een eerste selectie bleven er dertig over, dan tien en daarna nog vijf: Aaron Blommaert, Dieter Janssens, Esther Nwanu, Tinneke Van Ransbeeck en ik. Met ons vijven hebben we een maand in het Ketkot gewoond, een Big Brother-achtig huis in de tuin van de VRT, vanwaaruit we elke avond live gingen. Elke week moest iemand van ons naar huis. Het was spannend, maar ook leuk. Aaron en ik bleven als laatsten over. En uiteindelijk heb ik dus gewonnen.”

Wat dacht je op dat moment?

“Dat was geschift. In oktober was ik één jaar wrapper. Ketnet had een compilatiefilmpje gemaakt waar het moment bij zat waarop Charlotte Leysen zei: ‘En de nieuwe wrapper iiis….’ Ik weet nog dat ik toen dacht: ik zal het niet zijn en dat is oké, ik zal het niet zijn en dat is oké... En plots zei ze: ‘Gloria!’ Zálig.”

Had je al tv-ervaring?

“Een beetje: op mijn 15de heb ik meegespeeld in De helden, de Ketnet-reeks waarin we elke week een nieuwe knutseluitdaging aangingen. Het grappige is: bij ‘Wie wordt wrapper?’ had niemand me herkend. Ik zat al bij de laatste tien toen ze zich realiseerden dat ik dat meisje van De helden was. Blijkbaar ben ik tussen mijn 15de en mijn 18de erg veranderd.”

“Voorts heb ik vooral in jeugdvoorstellingen gespeeld met onder andere fABULEUS in Leuven en Transparant in Antwerpen. Dat deed ik supergraag.”

Je vergeet je echte tv-debuut: toen je 1 jaar oud was.

“O ja. In W817, in de aflevering waarin mama aan Tom, nu mijn stiefpapa, haar baby toont. Ik was die baby.” (lacht)

Hoe was je schooltijd?

“Ik heb geluk gehad: ik heb altijd op een steinerschool gezeten, met een korte onderbreking op mijn 12de. Toen wilde ik plots Latijn gaan doen – vraag me niet waarom – en ben ik naar het Montfortcollege in Rotselaar gegaan. Alles draaide er om studeren. Muzikale opvoeding was zoiets als: ‘Hier in dit boek staan de noten, en je mag de theorie lezen die erbij hoort.’ Dat werkte niet voor mij. Na een half jaar ben ik terug naar de steinerschool gegaan, en dat was de beste beslissing van mijn leven. Toen pas besefte ik hoe waardevol die manier van lesgeven is. Mensen denken soms dat je er alleen maar manden leert vlechten, en dat heb ik er wel gedaan, maar we kregen er ook andere vakken. En vooral: we leerden er over onszelf nadenken. Toen ik was afgestudeerd, wist ik heel goed wie ik was en wat ik wilde.”

Acteren en presenteren?

“Gek genoeg niet. In het laatste jaar moesten we een eindwerk maken over een onderwerp naar keuze. Dat klinkt eenvoudig, maar het is moeilijker dan je denkt. Net omdat je vrij mag kiezen, leer je jezelf echt kennen. Ik wilde eerst een musical over de Bende van Nijvel maken, maar dat lukte niet. Daarna werd het een theatervoorstelling, ook over de Bende. Ging ook niet. Dan een luister-cd. Een boek. Tot ik besefte dat tekenen mijn manier is om me te uiten. Ik heb het boek ‘I.M.’ van Connie Palmen gelezen, geanalyseerd en geïllustreerd. Ik kon daar zoveel in kwijt. Daarna wist ik precies wat ik wilde: grafisch ontwerp studeren. Ik zit nu in het tweede jaar aan het KASK in Gent.”

Hoop je van tekenen je beroep te kunnen maken?

“Ik hoop nog lang voor de VRT te werken. Misschien kan ik ooit een humaninterestprogramma maken. Of als ik echt wild mag dromen: een programma waarin ik tekenen combineer met gesprekken met mensen. Maar ik wil ook professioneel tekenen. Daar ben ik nu al voorzichtig mee bezig: ik deel mijn tekeningen op sociale media – check Gloudvis. En ik krijg hier en daar al een opdracht: een geboortekaartje, een website, een tattoo. Ik hoop ook ooit kinderboeken te kunnen illustreren.”

Dat is ook eigen aan jullie generatie: er zijn ontzettend veel mogelijkheden. Volgens sommigen een voordeel, anderen krijgen er keuzestress van.

“Ik vind het sowieso een voordeel. Maar hoeveel keuzes er ook zijn, ik zal altijd vanuit mijn gevoel kiezen. Het kan fout gaan, ja. Maar je kunt evengoed in de zetel blijven zitten en wachten tot je sterft. Mijn ouders droomden van het theater, maar kregen thuis te horen: ‘Zou je niet eerst een échte studierichting volgen?’ Ze hebben allebei politieke en sociale wetenschappen gestudeerd, maar ze hebben daarna toch hun hart gevolgd.”

Jij droomt ervan om de stem van een Disney-prinses in te spreken, zei je bij Gossip Guy.

“O, ja. Dat is mijn grootste kinderdroom! Ik heb laatst de hoofdrol mogen inspreken in Connected, een animatiefilm van Sony Pictures. De heldin is een supercoole griet die gaat studeren, maar eerst nog een roadtrip met haar ouders maakt. Zonder al te veel te willen verklappen: genderneutraliteit is er een belangrijk thema in.”

Die thema’s liggen je nauw aan het hart, nee?

“Wie zich erkend voelt in zijn eigen unieke zijn, zal zichzelf sneller aanvaarden. Ketnet is daar goed mee bezig. Ze letten er bijvoorbeeld op dat alle vragen die gesteld worden, genderneutraal zijn. Als je tv voor kinderen wilt maken, is dat voor álle kinderen.”

Hoe blij ben je met Kamala Harris, de eerste vrouwelijke en bovendien zwarte vicepresident van Amerika?

“Zó blij. Over haar persoonlijk kan ik me niet uitspreken, daarvoor weet ik niet genoeg over haar. Maar zij is een prachtig voorbeeld voor zwarte meisjes en vrouwen. Racisme is een issue, hoor. We moeten daar onze bek over blijven opentrekken. Maar het mag geen omgekeerde discriminatie worden, waarbij een bedrijf zwarte mensen in dienst neemt om de quota te halen.”

Het Black Lives Matter-debat is hevig gevoerd. Volgens sommigen is de slinger te ver doorgeslagen en is de nuance zoek.

“Ik kan me als bevoorrecht wit meisje niet uitspreken over de pijn die je voelt als je met racisme te maken krijgt. Ik kan wel begrijpen dat een zwarte vrouw geen zin heeft om rustig het gesprek aan te gaan en liever iemand een klap in het gezicht wil geven, als ze voor de zoveelste keer wordt gediscrimineerd.”

“Als het over bijvoorbeeld seksisme gaat, kan ik wel mijn punt maken. Ik word er echt kwaad van als mannen meer verdienen dan vrouwen. Laat staan dat ze opmerkingen maken als: ‘Jullie hebben toch al veel kansen?’ Bah. Ik blafte vroeger ook heel hard: ‘Jij vuile seksist!’ Maar dan doe je eigenlijk hetzelfde. Nu probeer ik de conversatie aan te gaan. Dat geeft me energie. Ik zie dat ook bij mijn leeftijdsgenoten. Iedereen is zo geëngageerd, fantastisch is dat.”

Dus: het komt goed met de wereld?

“Ik denk het echt. Ik wil alleszins met die hoop leven. Anders kunnen we net zo goed van de VRT-toren springen. Wat we dus níét gaan doen: uiteindelijk komt altijd álles goed!”

null Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2020
Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2020

© HUMO

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234