InterviewSidi Larbi Cherkaoui
‘Ik ben half Belg en half Marokkaan én homo: ik ben al heel mijn leven gewend aan spanning op honderden niveaus’
Zeven jaar lang was Sidi Larbi Cherkaoui (45) artistiek leider ballet bij Opera Ballet Vlaanderen. Deze zomer trekt hij naar Genève om er artistiek directeur te worden van het balletgezelschap van Le Grand Théâtre. Maar eerst viert hij zijn afscheid met twee grootse producties: Noetic en Le Sacre du printemps van Pina Bausch. ‘Ik heb nog nooit de behoefte gehad om te vertragen.’
Vlaanderen is al lang te klein voor de internationaal vermaarde choreograaf. Cherkaoui heeft niet alleen nog steeds zijn eigen gezelschap Eastman, hij reist ook onvermoeid de wereld rond om producties te creëren met de meest gerenommeerde dansgezelschappen. Daarnaast is hij een ster onder de sterren die onder anderen met Beyoncé, Benedict Cumberbatch en Alanis Morissette samenwerkt.
Het is daarom des te opvallender dat hij ondanks die duizelingwekkende agenda de tijd neemt voor dit interview. Zoom verbindt ons met zijn hotelkamer in Genève waar hij de weekends doorbrengt om zijn nieuwe job voor te bereiden. Tijdens het gesprek horen we de ene na de andere mail bij hem binnenkomen, maar Cherkaoui laat zich niet afleiden en luistert aandachtig naar de vragen.
Die focus is wellicht een van de talenten die maken dat de choreograaf zoveel balletjes in de lucht kan houden. “Sommige mensen kijken raar op als ze zien wat ik allemaal doe, maar het is ook een kwestie van je goed organiseren”, steekt hij van wal. “Wist je trouwens dat dat thema deels in Noetic verweven zit? De voorstelling gaat over onze nood om structuur aan te brengen in het leven, maar evengoed over hoe je aan regels ontsnapt. Zonder dat we dat op voorhand goed beseften, is dit een erg symbolische productie om mijn tijd bij Opera Ballet Vlaanderen af te sluiten.”
Aanvankelijk was het idee immers om het stuk op te voeren naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van Ballet Vlaanderen, maar corona stak daar een stokje voor. “Ik creëerde Noetic in 2014 in Göteborg, het jaar waarin ik besliste om bij Ballet Vlaanderen te starten. Nu krijgt het een extra lading omdat ik er mijn periode daar ook mee zal afsluiten.” Al steekt corona ook daar een stokje voor: door de ziekte-uitval van een aantal cruciale personeelsleden van de productie, wordt de speelreeks in Antwerpen, van 21 tot 30 januari, geannuleerd. De voorstellingen in Gent, vanaf 6 februari, gaan wel door.
De combinatie met Le Sacre du printemps, een van de meest iconische voorstellingen van Pina Bausch, maakt de symboliek bovendien compleet. “De taal van Bausch is cruciaal om de evolutie van de dans in de twintigste eeuw te begrijpen. Ik heb haar altijd enorm inspirerend gevonden. Zij interpreteerde dans heel breed als iets voor alle mensen. Ik ben ontzettend blij dat zo’n legendarische voorstelling eindelijk gedeeld kan worden met ons publiek. Bovendien is het mooi dat ook een nieuwe generatie dansers vanuit die voorstelling aan de slag kan met heden en verleden.”
Die brede interpretatie van dans is een van de punten waarop u een verschil hebt gemaakt bij Opera Ballet Vlaanderen. Uw achtergrond in de hedendaagse dans moet geregeld geclasht hebben met de strenge regels en tradities binnen klassiek ballet.
“Clash is een groot woord, maar wrijving was er zeker. Ik ben niet bang voor conflict. Ik zie het juist als een fantastische opportuniteit voor ontwikkeling. Ik ben half Belg en half Marokkaan én homo: ik ben al heel mijn leven gewend aan spanning op honderden niveaus. Ik vind het boeiend om het conflict te omarmen en het de-escaleren. Ik ga telkens op zoek naar manieren om het te verzachten zodat er daarna gepraat kan worden over wat er moeilijk is.”
Een van die topics moet de scherpe onderverdeling tussen mannen- en vrouwenrollen binnen klassieke dans geweest zijn. Ik kan me voorstellen dat dat niet past bij uw visie op gender?
“Wel, ik ben blij dat we ook daar intussen over kunnen spreken en dat we die rollen stilaan open beginnen breken. Ik was als jonge man een heel vrouwelijk type en ik voelde dat de buitenwereld verwachtte dat ik me mannelijk op zou stellen. Intussen denk ik liever in termen van mensen in plaats van in hokjes. Ook de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is gestoeld op binariteit. Ons geslacht is misschien anders, maar een vriend zei onlangs heel mooi dat we gewoon anders gevouwen zijn. Vanbinnen zijn we allemaal mens.
“Evengoed wil ik kunnen werken met mensen met een beperking. Ik maak momenteel een solo voor Marc Brew, een danser die in een rolstoel zit. Voor sommigen in de danswereld is dat ondenkbaar, maar kunst is net een werktuig om nieuwe mogelijkheden te tonen. Op die manier baan je een weg voor de toekomst. Sidney Poitier heeft dat heel mooi beschreven in zijn Oscar-speech in 2002: doordat regisseurs hem hebben durven casten voor rollen die toentertijd niet evident waren, hebben ze deuren geopend voor andere mensen van kleur.”
U lijkt bewust contexten op te zoeken die voor u minder evident zijn om van binnenuit verandering teweeg te brengen. Steken die grote, logge instituten nooit tegen?
“Zo’n instituut is ook gewoon een organisatie van mensen, hoor. Ik zie dat vaak bij directies van grote huizen: dat zijn mensen die het goed voor hebben en soms onpopulaire keuzes moeten maken maar dat doen ze wel vanuit een gevoel van verantwoordelijkheid.
“Maar het klopt dat ik altijd de neiging heb gehad om onafhankelijke posities op te zoeken van waaruit ik kan stilstaan, kijken en zelf een standpunt in kan nemen: tot daar ga ik mee en daarna kies ik zelf welke weg ik opga. Het is een vorm van eigenzinnigheid die ik niet negatief zou duiden maar eerder zie als zelfbeschikking. Noem me gerust een beleefde rebel.”
Die houding nam u ook aan binnen de hele covidcrisis.
“Dat klopt, ik heb tussen september en nu in New York, Marokko, Moskou en Australië gewerkt. Ik volg de regels, kreeg intussen ook mijn booster, maar binnen de regels wil ik mijn werk op een zo groots mogelijke manier kunnen aanpakken zonder me te laten demotiveren door een politieke aanpak die ons doet stilvallen. Ik ben al lang gewend aan weerstand en beperkingen. Als Marokkaan werd ik vroeger bijvoorbeeld urenlang ondervraagd voordat ik de VS in mocht en als homo voel ik me niet zomaar vrij om in het openbaar te kussen met mijn vriend. Dat helpt om creatief om te gaan met de huidige beperkingen: als je een identiteit hebt die deuren sluit, leer je om creatief te zijn.”
In juni gaat de voorstelling Vlaemsch in première in KVS, daar ligt de focus op de Vlaamse identiteit maar ook op de smeltkroes die een identiteit de facto is.
“Ik werk onder meer samen met beeldend kunstenaar Hans Op De Beeck en luitspeler en kenner van oude muziek Floris De Rycker. Ik heb in het verleden met flamencodansers en Shaolin-monniken gewerkt en vind het bijzonder om nu met een Vlaamse groep aan de slag te gaan. Meteen kwamen de verhalen naar boven van mijn moeder en grootmoeder. Die laatste was poetsvrouw en behoorde tot de armsten onder de arme Vlamingen. Ik vind het heel ontroerend om met mijn moeder over die geschiedenis te praten.
“Wist je trouwens dat een Vlaams instrument als de luit in oorsprong uit de Arabische wereld komt? Floris vertelde me dat. Ik vind dat een mooie metafoor voor het vraagstuk rond identiteit. De luit was 1.500 jaar geleden niet Vlaams. Wie weet betekent dat dat we ook nog 1.500 jaar zullen moeten wachten tot mijn naam als Vlaams wordt aanzien, maar dan is dat zo. Ik zal wel wachten.”
U wordt intussen wel omarmd als Vlaming. Denk maar aan de enthousiaste reacties van de pers op je Tony-nominatie – de belangrijkste Amerikaanse theaterprijs.
“Oh, mag ik daar nog over zeggen dat ik het jammer vind dat de kranten naderhand enkel kopten dat ik naast die prijs greep? Terwijl ik zo blij was dat Sonya Tayeh gewonnen had. Weet je dat ze de tweede vrouwelijke choreograaf is die die prijs gewonnen heeft in de voorbije zestig jaar? En de eerste Arabische queervrouw. Dát had de krantenkop moeten zijn. Het ging niet over mijn verlies maar wel over haar overwinning.”
Iets helemaal anders: u werkt als bescheiden Belg met wereldsterren als Beyoncé. Bent u nog starstruck?
“Ik herinner me dat ik in 2018 gevraagd was om feedback te geven op haar tournee On the Run. Toen ze zong op scène was dat zo mooi en sterk, dat kwam echt binnen. Soms dreig je bij zulke grote artiesten te vergeten hoe getalenteerd ze zijn door heel die machinerie errond. Misschien ben ik niet direct starstruck, maar ik heb wel veel respect voor wat zulke mensen kunnen. Ze hebben hun bekendheid uiteindelijk ook te danken aan dat uitzonderlijke talent. Verder heb ik onder andere door mijn leeftijd het voordeel dat ik veel van die sterren niet op voorhand ken. Ik had bijvoorbeeld nog nooit over Keira Knightley gehoord voordat ik met haar moest werken. Dan start je zonder allerlei projecties die je op voorhand al gemaakt hebt.”
Op Instagram zien we dat u zelf ook blijft bewegen en dansen. Vindt u het belangrijk om u op dat vlak te blijven ontwikkelen?
“Absoluut. Ik heb ooit geprobeerd om enkel denker te worden maar mijn denken gaat niet vooruit als mijn lichaam niet volgt. Ik moet mezelf fysiek blijven ontwikkelen als ik anderen wil helpen om stappen te zetten. Zo zoek ik via yoga nog steeds uitdagende posities op. Dat vraagt wel discipline: ik sta elke morgen vroeg op om yoga te kunnen doen voordat ik aan het werk ga. Daarnaast weet ik intussen dat intermittent fasting me helpt om me lichter en minder vermoeid te voelen ondanks dat ik weinig slaap, en ik drink ook geen alcohol en ben veganist. Door zo voor mezelf te zorgen kan ik de flexibiliteit bieden die mijn job van me vraagt én ben ik beschikbaar voor anderen. Ik kan meer aan wanneer iemand wil praten over wat er moeilijk gaat en dat is nodig: ik moet de problemen van mijn gezelschap mee kunnen dragen.”
U noemt dat een investering in uzelf maar mij doet het vooral spartaans aan.
“(lacht) Ja, soms denk ik inderdaad wel even ‘oh my God, Larbi, what are you doing to yourself?’ maar ik ben telkens zo blij met de projecten die ik doe dat het het waard is. Ik heb verschillende voorbeelden van collega-choreografen die een sabbatical nemen dus ik weet dat zoiets kan, maar ik heb nog nooit de behoefte gehad om te vertragen. Waar mijn vrienden me soms wel op wijzen, is dat ik wellicht te weinig tijd neem om te genieten van de nazindering van iets positiefs. Ik slaag er bijvoorbeeld niet altijd in om een première te vieren doordat ik altijd alweer bezig ben met een volgend project.”
Last but not least: #MeToo bracht bij uitstek in de danswereld heel veel teweeg. Hoe kijkt u naar deze beweging?
“Ik ben altijd dankbaar wanneer er een platform gecreëerd wordt waarbinnen mensen kunnen aangeven dat iets niet oké is. Ik vind het belangrijk om constant te luisteren en goede afspraken te maken rond hoe er wordt samengewerkt. Ik heb zelf als jonge man dingen meegemaakt waar ik verder niet op inga, maar die wel maken dat ik besef dat ik als leidinggevende moet oppassen om niemand het gevoel te geven dat ik hen onderdruk. Ik weet hoe verschrikkelijk machtsmisbruik is. Je denkt soms makkelijk dat je op gelijke hoogte staat met je dansers, maar als directeur hebben mijn handelingen en keuzes een andere impact dan die van hen.”
Hoe gaat u daar concreet mee om?
“Ik zorg onder meer dat er een ruimte ontstaat waarin iedereen op zijn gemak is, zodat we eenvoudig en eerlijk kunnen communiceren over wat werkt of niet in het creatieproces. Er is altijd een neutraal aanspreekpunt, voor elk individu in de organisatie. Een ander voorbeeld waaraan ik spontaan denk, deed zich voor toen ik enkele jaren geleden Medusa maakte voor het Royal Opera House. Een van de zwarte dansers had een ‘huidkleurig’ kostuum dat niet aangepast was aan zijn teint. Hij heeft de repetitor hierover aangesproken en zo heb ik er meteen iets aan kunnen doen. Vaak is het zaak van snel te schakelen en mogelijke problemen in de kiem te smoren. Ik heb ook niet alle antwoorden, maar ik ben wel dankbaar voor de zoektocht naar gemeenschappelijke waarden en normen die onder andere #MeToo in gang heeft gezet.”
Noetic/Le Sacre du printemps, vanaf 6 februari, operaballet.be
Vlaemsch, vanaf 15 juni, www.east-man.be