InterviewHarrison Ford
‘Ik ben gek op het filmmaken, ik doe het al heel mijn leven’: Harrison Ford is 80 jaar en productiever dan ooit
Harrison Ford mag dan inmiddels 80 jaar zijn, hij probeert nog altijd nieuwe dingen uit. Nadat hij jarenlang weigerde voor televisie te werken, speelt hij nu twee grote tv-rollen: een rancher en een therapeut. Maar vraag hem niet daar enthousiast over te doen. ‘Ik wil gewoon werken.’
Over een tijdspanne van twintig maanden en te midden van een pandemie nam Harrison Ford in Engeland een sequel van Raiders of the Lost Ark op. In Burbank stond hij op de set van de tiendelige comedyreeks Shrinking. Hij hoedde bij vriestemperaturen vee in Montana voor 1923, de jongste prequel van de populaire westernreeks Yellowstone. En hij vierde zijn 80ste verjaardag.
“Ik ben onophoudelijk hard aan het werk geweest, en dat overkomt me niet te vaak”, zegt een ongeschoren Harrison Ford, terwijl hij zich in een zetel van het Luxe Sunset Boulevard Hotel vlijt. Hij blijft maar één nacht in Los Angeles, waar hij is voor de première van 1923 bij het Amerikaanse streamingplatform Paramount+.
De volgende ochtend gaat het naar Las Vegas voor weer een screening, en dat allemaal na een periode vol opnames, reizen en promotie-events die een acteur half zo oud doodvermoeid zou maken.
“Ik weet ook niet hoe dit is kunnen gebeuren”, zegt Ford, terwijl hij van zijn koffie nipt. “Maar het is dus gebeurd.”
Het is 45 jaar geleden dat Ford indruk maakte als Han Solo in de eerste Star Wars-film, waarmee hij de fundamenten legde voor een carrière waarin hij het gezicht vormde van sommige van de commercieel succesvolste franchises uit de filmgeschiedenis. Hij speelde in meer dan zeventig films, die opgeteld wereldwijd meer dan 9 miljard dollar in het laatje brachten. Je zou denken dat hij niets meer te bewijzen heeft.
Geen verval
Maar op een leeftijd waarop veel van zijn leeftijdgenoten het publieke leven voor bekeken houden, gaat Ford maar door, ook al zou hij meer tijd kunnen doorbrengen op zijn boerderij in Jackson, Wyoming. Hij probeert nog altijd nieuwe dingen uit – 1923 is zijn eerste grote televisierol -, wil nog altijd die extra rol in de wacht slepen, wil nog altijd voor de camera staan.
“Ik vind het heerlijk”, zegt hij. “Ik ben gek op de uitdaging en het proces van het filmmaken. Ik voel me er thuis. Het is wat ik al mijn hele leven doe.”
En waarom zou hij het rustiger aan doen? Ford vertoont geen tekenen van verval, fysiek noch geestelijk – hij oogde kranig en soepel toen hij de Luxe kwam binnengestapt voor het interview, en later terwijl hij praatjes sloeg in restaurant Mother Wolf, waar het feestje na de première plaatsvond.
Het tempo waarin hij werkt en de eigenzinnige keuze van rollen, zoals die van de uitgebluste rancher Jacob Dutton in 1923, lijken aan te geven dat hij nog altijd vastbesloten is te bewijzen dat hij meer is dan de stoere actieheld die de wereld Han Solo en Indiana Jones schonk.
“Hij kan op zijn lauweren rusten, hij heeft het werk financieel niet nodig”, zegt Mark Hamill, die Luke Skywalker in Star Wars speelde en die de hectiek en het getouwtrek op zijn 71ste allang voor bekeken houdt. “Maar dan nog eens een Indiana Jones doen? Ik heb groot ontzag voor hem.”
Ford staat te boek als een norse, afstandelijke acteur die weinig voelt voor introspectie en niet tuk is op diepgravende vragen. Dat blijkt een paar keer tijdens ons gesprek van 45 minuten. “Ik weet dat ik me heb klemgereden in dat steegje waar jij me zult moeten vragen om mijn personage te beschrijven”, zegt hij op een bepaald moment. “En dat wil ik niet.”
Maar meestal is Ford tegemoetkomend, ontspannen en beschouwend. Dit maakt deel uit van de promotoer, en na een halve eeuw in het wereldje weet hij wel hoe dat moet. “Ik zit hier om een film te verkopen”, zegt Ford, ook al is hij er eigenlijk om een tv-reeks te verkopen – en in zekere mate ook zichzelf. “Ik wil mezelf niet heruitvinden”, zegt hij. “Ik wil gewoon werken.”
Cool en nonchalant
Ford was altijd meer dan gewoon een charismatische Hollywood-actiester. Hij kon acteren. Hij had de stijl en de mimiek, maar gebruikte die om complexe helden met tekortkomingen en twijfels te portretteren, zoals John Book, de detective in Witness; Jack Ryan, de CIA-analist uit de romans van Tom Clancy; en Rick Deckard, die androïden bestrijdt in Blade Runner.
Die acteerstijl onderscheidde hem gedurende het grootste deel van zijn carrière van met woorden van één lettergreep sprekende spierbundels zoals Arnold Schwarzenegger en Jean-Claude Van Damme, en vormde altijd een integraal onderdeel van zijn aantrekkingskracht. Hamill zegt dat het hem opviel de eerste keer dat ze samen acteerden. “Hij was ongelofelijk cool, nonchalant, op zijn hoede, ietwat sarcastisch, spottend.”
De televisie is niet helemaal onbekend terrein voor Ford. Toen George Lucas hem castte als een dragracer met witte cowboyhoed voor de film American Graffiti uit 1973, was Ford 30 en kwam hij in Los Angeles deeltijds aan de kost als timmerman. Hij had toen al bescheiden rolletjes gespeeld in series zoals Ironside, The Virginian en Gunsmoke.
Zijn rol in 1923 is allesbehalve bescheiden. Hij is de betovergrootoom van John Dutton III, de familiepatriarch gespeeld door Kevin Costner in de waanzinnig populaire tv-serie Yellowstone. En net zoals in de oerserie is de reikwijdte van 1923 immens: de western-vergezichten, de majestueuze luchtbeelden, maar evengoed de complexiteit van de personages en hun verhalen. En er loopt nog een ster in rond: Helen Mirren als taaie familiematriarch Cara.
Ford zegt dat hij de rol aanvaardde toen Taylor Sheridan, de creatieve kracht achter de Yellowstone-franchise, hem uitnodigde in zijn ranch bij Fort Worth in Texas en het personage voor hem beschreef. (“Ik ben 80 en ik speel iemand van 77", zegt Ford met een wrange grijns. “Daar zit wel wat verschil op.”) Ford was geïntrigeerd door Dutton, een stoïcijnse en sombere rancher die in de laatste jaren van zijn leven een strijd moet voeren om zijn land en zijn familie te beschermen.
“Het is geen voor de hand liggend personage voor mij”, zegt Ford. Hij vergelijkt het met de rol van psychiater in Shrinking, een tv-serie van Jason Segal, Bill Lawrence en Brett Goldstein die straks uitkomt bij Apple TV+. “Ik ben in mijn leven nog nooit naar een psychiater geweest.”
Teamspeler
De opnamen van 1923 waren zwaar en stelden zijn liefde voor het vak op de proef. Montana bleek een meedogenloze plek, met verblindende sneeuwstormen en ijskoude temperaturen, terwijl het filmen tijdens de tien uur lange werkdagen grotendeels buiten plaatsvond.
“Het was een nachtmerrie”, zegt Timothy Dalton, ooit nog James Bond, die de rancher speelt die met Ford strijdt om de controle van het land. “We staan boven op een heuvel terwijl gierende wind ons bestookt. De camera’s vriezen vast. Je tenen vriezen vast.”
Ben Richardson, die de meeste afleveringen van 1923 regisseerde, zag hoe Ford te paard in de striemende wind steile bergen beklom, aangezien Dutton zijn kuddes naar alsmaar hogere oorden moet voeren op zoek naar gras om te grazen.
“Ik heb hem nooit op gemopper betrapt”, zegt Richardson. “Ik kan niet genoeg benadrukken wat voor een teamspeler hij is. Het is bijna choquerend - hij is wel Harrison Ford. Hij kan gelijk wat doen. Ik ben er zeker van dat velen in zijn plaats een stand-in hadden gevraagd.”
Hij zegt ook dat hij zeker twintig keer naar Blade Runner heeft gekeken, om te observeren hoe Ford overkomt op het scherm. “Het is heel boeiend om hem te zien omgaan met moeilijke situaties.”
Diversiteit
Ford is er altijd beducht voor geweest getypecast te worden als de gedoodverfde actieheld. Hij aanvaardde blockbustermateriaal van regisseurs zoals Lucas en Steven Speilberg, maar laserzwaarden en zwepen waren voor hem geen verplichte attributen, wat onder meer blijkt uit rollen in films als Witness van Peter Weir (1985) en samenwerkingen met regisseurs zoals Alan J. Pakula (Presumend Innocent, The Devil’s Own).
“Mijn credo is altijd geweest: een film voor mij, een film voor hen”, zegt hij. Hij heeft het over regisseurs - en bioscoopgangers - met een voorliefde voor commerciële actiefilms. “Het interesseert me niet te werken voor slechts één publiek.”
En zo komt het dat Ford een rancher speelt in 1923 en een therapeut in Shrinking, zes maanden voor zijn vijfde Indiana Jones-film, The Dial of Destiny, in de zalen komt.
“Hij wordt te weinig naar waarde geschat voor de diversiteit van de rollen die hij kiest”, zegt Hamill. “Iedereen is gek op Indiana Jones, maar we weten wat dat is, we hebben het gezien - hij kan dat de rest van zijn leven doen. Het feit dat hij ook meer uitdagende dingen aanneemt, dingen die tot nadenken stemmen, vind ik best bewonderenswaardig.”
De grote paradox als je naar de biografie van Ford kijkt, is dat hij door Star Wars, de franchise die het medium film zo grondig hervormde, precies is uitgegroeid tot een van de laatste echte traditionele filmsterren, iemand wiens naam volstaat om bioscooptickets te verkopen. De verschuiving binnen Hollywood van sterrenfabrieken naar intellectuele eigendom, van groot scherm naar klein scherm, kan naadloos van zijn carrière afgelezen worden.
Stars Wars bracht een land bij elkaar - over geografische, sociale en politieke grenzen heen - en betoverde een publiek dat zich in de bioscoop onderdommelde in sprookjes vol liefde en avontuur. Tegenwoordig bevindt dat publiek zich in de huiskamer en bestaat het uit vrienden en familie. Ford hoort weleens de kritiek dat de Yellowstone-franchise in die zin de lof zingt van Republikeins Amerika.
“Ik ben me bewust van de interesse voor de politieke opvattingen van de personages”, zegt Ford. Hijzelf is naar eigen zeggen niet geïnteresseerd in de politieke overtuigingen van Jacob Dutton. (Ford, die in Chicago geboren werd als zoon van Democratische ouders en die Joe Biden in 2020 steunde, gaf eerder aan dat het publiek van Yellowstone zo uitgebreid is dat het onwaarschijnlijk is dat alleen maar Republikeinen kijken.)
Ford is geen pionier. Hij weigerde jarenlang voor televisie te werken, maar ging uiteindelijk, net zoals andere grote sterren - Kevin Costner in Yellowstone, Sylvester Stallone in Tulsa King - toch akkoord om mee te werken aan producties van Taylor Sheridan.
Maar terwijl hij zich klaarmaakte om de première van 1923 op een groot scherm bij te wonen in een zaal in Hollywood, was het zonneklaar waar zijn hart ligt.
“Ik vind het belangrijk dat je je in een duistere ruimte terugtrekt, met mensen die je niet kent, om dezelfde ervaring te delen en de kans te krijgen om na te denken over je eigen menselijkheid”, zegt hij. “Jawel, met mensen die je niet kent. En de muziek - het geluid is beter, nee? Het duister is duisterder, nee? En de koelkast staat niet zo dichtbij.”
Shrinking is vanaf 27 januari te zien op Apple TV+.
© The New York Times