Vrijdag 24/03/2023

InterviewZakiya Dalila Harris

Hoe is het om het enige niet-witte gezicht op de werkvloer te zijn? ‘Iemand veranderde mijn naam zelfs in Cynthia’

Zakiya Dalila Harris: ‘Ik moest altijd vriendelijk zijn. Nooit mocht ik over­komen als de kwade zwarte vrouw.’ Beeld Nicole Mondestin
Zakiya Dalila Harris: ‘Ik moest altijd vriendelijk zijn. Nooit mocht ik over­komen als de kwade zwarte vrouw.’Beeld Nicole Mondestin

Hoe is het om het enige niet-witte ­gezicht op de werkvloer te zijn? Amerikaans schrijfster Zakiya Dalila Harris (28) verwerkte haar ­ervaringen bij een uitgeverij tot een van de meest ophefmakende romans van de zomer, een kruising tussen The Devil Wears Prada en horrorfilm Get Out.

Ashley ‘Dotty’ Charles

“Ik denk niet dat hier een publiek voor is”, was een uitdrukking die Zakiya Dalila Harris wel vaker hoorde als het werk van minder bekende zwarte schrijvers werd voorgelegd bij een uitgeverij in New York, waar ze ooit werkte als uitgeef­assistente. Ze vertelt me dat het maar één voorbeeld is van de impliciete uitsluiting die de normale gang van zaken was tijdens de drie jaar dat ze actief was in de al te witte uitgeverswereld.

Het was een perfect poëtische speling van het lot dat Harris de uitgeverij uiteindelijk verliet om de laatste hand aan haar debuutroman te leggen, die dezelfde werkgevers (tevergeefs) in de wacht probeerden te slepen bij een opbod dat haar een jaar later een deal van zeven cijfers in de VS zou opleveren. “Ik weet waar iedereen gezeten moet hebben aan de tafel om over mijn boek te overleggen, dus het is wat beschamend en fijn tezelfdertijd.”

Het literaire equivalent van met een nieuwe Lamborghini voorbij de aftandse bak van je oude wiskundeleraar rijden, is in dit geval Harris’ met stip aanbevolen roman The Other Black Girl, die wordt omschreven als een kruising tussen The Devil ­Wears Prada en Get Out. Het verbluffende debuut bestormt de bestseller­lijstjes als een raciaal geladen thriller/gruwelverhaal, afgerond met een onvoorspelbaar einde. De roman draait om Nella en Hazel, twee zwarte collega’s die elkaar de duvel aandoen in een uitgeverij die hen ervan overtuigd heeft dat er maar plaats is voor één zwarte.

Harris begon het verhaal in januari 2019 aan haar bureau te schrijven, in zowat dezelfde omstandigheden. Ze was in de toiletten van de kantoren van boekengigant Knopf Doubleday een ander zwart meisje tegengekomen. “Ik dacht: ‘Mijn god, wie ben jij?!’ En ze negeerde me gewoon. Ik weet nog dat ik terug naar mijn bureau wandelde en me afvroeg: waarom zei ze niets? Waarom vond zij het niet even opwindend om mij te zien?”

En hoewel ze nu beseft dat de toiletten niet de beste plek zijn om nieuwe vrienden te maken, zwarte of andere, maakte de ontmoeting iets heel reëels in haar wakker over raciale naijver.

“Ik ben opgegroeid in voornamelijk witte omgevingen”, zegt ze. Ze vertelt over een wijk in Hamden in Connecticut waar haar ouders gingen wonen omdat ze wilden dat Zakiya naar de beste staatsscholen zou gaan. “Vader wilde dat we thuis zwarte barbiepoppen hadden, want hij wist dat we die niet zouden aantreffen in de huizen van vriendinnen bij wie we gingen spelen.”

Het was ook haar vader, zelf een schrijver, die Harris had aangespoord om personages in haar verhalen te creëren die op haar leken. Het gevolg was dat ze op zesjarige leeftijd boeken over zwarte superhelden schreef.

Samen boos zijn

Als je The Other Black Girl leest, kan er geen twijfel over bestaan dat Nella, de uitgeefassistente rond wie het boek draait, een extensie van Harris zelf is. “Ik focuste totaal op de ervaring van Nella dat zij de enige zwarte vrouw op die plek was. En wat het betekent om rondom je te kijken aan de tafel en vast te stellen dat niemand er zoals jij uitziet”, zegt ze. “Ik herinner me die hulpeloosheid heel goed. Dat verwarrende. Velen van ons voelen zich zo op zulke plekken.”

Harris is vertrouwd met onderhuidse agressie op de werkplek. Haar werkervaring als uitgeefassistente en assistent-uitgever betekent dat ze in aanraking is gekomen met het verdoken racisme waarmee elke zwarte vrouw geconfronteerd wordt. “Iemand veranderde mijn naam zelfs in Cynthia”, lacht ze, waarmee ze het grappige van de situatie onderstreept, op de manier waarop zichzelf wegcijferende vrouwen vaak de ernst van een belediging minimaliseren om een agressor mild te stemmen. “Mijn naam werd zo vaak verminkt in e-mails in de uitgeefwereld. Ik ben er zeker van dat dat komt doordat ik gezien word als ‘andere’.”

Harris lijkt me veeleer het bedeesd radicale dan het luidruchtig opstandige type, en ze geeft toe dat dat haar inderdaad bezighoudt. “Ik wilde al zo lang een job vinden in die sector”, zucht ze. “Ik wilde niet meer dan een ‘goede’ assistente zijn. En dat hield in dat ik altijd vriendelijk moest zijn. Nooit mocht overkomen als de grofgebekte zwarte vrouw, of de kwade zwarte vrouw.”

Harris gebruikt niet alleen haar bezwaarde professionele ervaringen om de uitgeefwereld een spiegel voor te houden en haar fictioneel alter ego authenticiteit te verlenen. De meer intieme aspecten van Nella’s personage geven ook een inkijk in het persoonlijke leven van de auteur. “Hij vertelt aan iedereen dat hij Owen is”, zegt ze lachend over haar partner Grisha, een Amerikaan van Russische origine die zichzelf trots vergelijkt met Nella’s witte vriend in het boek.

‘Ik focuste op wat het betekent om rondom je te kijken aan de tafel en vast te stellen dat niemand er  zoals jij uitziet’.  Beeld Nicole Mondestin
‘Ik focuste op wat het betekent om rondom je te kijken aan de tafel en vast te stellen dat niemand er zoals jij uitziet’.Beeld Nicole Mondestin

Als gemengd koppel gedijen haar personages net als Harris en Grisha in specifieke omstandigheden in een land dat kreunt onder de raciale spanningen. “Ik weet nog dat ik naar dat filmpje van ­George Floyd keek, en dat ik helemaal kapot was. Ik richtte me tot hem en wilde hem precies duidelijk maken wat ik voelde. Maar dat kon ik uiteraard niet. Het is ook zo veel. We begonnen mee op te stappen. Betogen en roepen en samen boos zijn. En het heeft ons beiden echt goed gedaan.”

Het boek van Harris raakt een paar thema’s aan die sommigen ‘eigentijds’ zullen vinden en anderen zullen beschouwen als tijdloos. Harris hoopt vooral dat lezers zullen onthouden dat het zwarte denken genuanceerd is. “We creëren die ene definitie van wat zwart zijn inhoudt en gaan ervan uit dat dat op iedereen toepasbaar is. Maar zwarte vrouwen zijn geen monolithische groep.”

Toch morrelt ze niet aan een zelden aangevochten cliché: de allesverterende relatie van zwarte vrouwen met hun haar, een motief dat in vele gedaanten terugkomt in haar boek, of het nu kortgeknipt of gevlochten is, in plukken komt of onder een pruik zit. Ook Harris geeft toe dat ze weleens chemische substanties gebruikte om “strak, vlak haar” te hebben. “Toen ik opgroeide, had ik een complexe relatie met mijn haar. Ik weet nog dat ik dacht: waarom doe ik dat mezelf aan?”

En om zulke eenvoudige redenen slaagt The Other Black Girl erin zowel breed toegankelijk als diep intiem te zijn, waardoor het herkenbaar is voor iedereen die vertrouwd is met bureaucratie op het werk, maar zwarte vrouwen tegelijk het gevoel geeft dat ze beter mee zijn met de grap.

Op dit ogenblik is Harris aan het werk als schrijver en als executive producer van de tv-adaptatie van haar boek. Ze droomt opgewonden over de cast voor de serie. “Ik zou er graag Angela Bassett bij betrekken. Ik wil een diverse cast, met veel huidskleuren en tinten bruin. Het hele spectrum van zwarte vrouwen moet vertegenwoordigd zijn.”

© The Sunday Times

De auteur van dit artikel, Ashley ‘Dotty’ Charles, is auteur van Outraged: Why Everyone Is Shouting and No One Is Talking.

Zakiya Dalila Harris, The Other Black Girl, Bloomsbury, 368 p., 21,95 euro.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234